Hof van Beroep Gent 17 maart 2014, IEFbe 847 (Ibens en Bataille tegen bvba V) www.IE-Forum.be 誂ぶ]朧 [鮒兵6£ ,r wR電 Uitgifte UitSereikt aan Ulttereiki aan Uitgereikt aan 2oL4l 6.,1.11 O C U ”C B Datum van B 17 maart 20■ 4 2013ノ AR′ 1872 Ni€t aan te Ueden aan de ont!'antet Hof van beroep Auteu13rechten (stakingsvordering) Gent Arrest zevende kamer burgerlijke zaken ヘ Anfaヽ り:LLEMS Adviseur a.i. COVER 「 L:難: 口IL― 口0ロ ロロ00ヨ 301-000■ -0012-01-口 │‖ l‖ ‖ llll111Ⅲ IIⅢ 1‐ 珂 ‖│: 」 ││‖ 46664 Hofvan beroep Cent-2013/ARl1872-p.2 2013/AR/1872‐ :n de 2aak Van: :BENS EN BATAILLE B.■ BA.met maatschappe"ke 2ete!te 2600 BERCHEM IAN刊 ′ ERPEN〕 ,P‖ ns Albertle1 24 1ngeSChreven met KBO‐ nummer0455.191.801′ appe‖ ante′ hebbende als raadsman mr. VAN DEN BRANDE Bart, advocaat te 1930 ZAVENTEM, ExceLio‖ aan 13′ い配2012480rBV3/W叫 tegen: 、 1.VERMttRE』 ANEN W:M BⅣ .B.A.met maatschappe!可 ke zetel te 9260 SCHEL旺 V BELLE′ H● ●gstraat 13,ingeschreven met KB(狛 nummer 0448.975.485, 2.VERME:RE Jan.wonendete 9290 BERLARE,Donklaan 2Q 3.VERMttRE‖ m wonende te 9260 SCHELLEBELLE,Hoogstraat 13, geintimeerden′ hebbende a:s raadsman mn VERSCHELDEN Jean‖ 燎 ndlaan 2A,`"dL 18.251〕 ane,advocaat te 8630 VEURN町 Wり 式het hOf het vo:gend arrest l Bemeden beslisslng― Rechtsple81n3:n hogerbmep l. Het hoger beroep L ingesteld bり ver20ekSChnft van 4 Ju‖ 2013 tegen het vonnに van 13 maart 2013 van de Voorzitter van de rechtbank van k● ●phande:te Gent die 2itting nam 20a:S ln kort geding. Het L ttdlg en regelmattg naar de vom Een akte van betekening wordt met v00rgelegd Evenmin wordt er v∞ rgehouden dat er een betekening werd verricht 2. Het Hof heeft anlke1 24 van de wet van 15 Jutt 1935 op het gebruk der taに n in gerechts2aken in acht genomen. De procedure gebeurde op tegenspraak,Partり en ttn gehoord op de openbare terechセ maart 2014.Het hof nam kennls van de overtulgings‐ en procedurestukken. ‖ にing van 3 :i SItuerlngvan de bem:sung 3. De bvba lbens en Bata‖ leに actlef in de were:d van inteneu‖ nnchJng en deslgn.Op 25 me1 20∞ Joot de nv Chire BatJ‖ e en Paullvens Destn′ geen panり in het gedin3 een oVereenkomst met de bvba Lobius met als v● on″ erp de vo‖ edige lndchting van het restaurant′ Rad!s No:/. l- nlee L醐 0 r, - 00 0 0000:r3 0r - o oo a - oo l a - o:, -o:, - q-l 46665 Hof v-.n beroep Gent - 2OL!AW187Z - p, 3 De verdere samenvatting van de feiten \ran de eerste rechter, die het Hof biitreedt, luldt als volgt. Waar geschreven staat'de elseres' dient gelezen te worden "de bvba lbens en Bataillle'. De "eerste veMeerster' ls de "b\rba Vermeire Jan en Wim". "De lamparmaturen voor de tafeltjes werden gemaah en geleverd door de eerste verweerster, dle deze r,edfistreeks aan Loblus factureerde op 28 februari 2m5. Blj aangetekende brief van 5 junl 2012 stelde de eiseres BVBA Tekna ln gebreke wegens het commerclallseren onder de naam "Butterfleld" van het ontwerp voor de lampen dat zij voor "Radls Nolf zou hebben ontwlkkeld. Op 8 juni 2012 betwistte Tekna de aantilging van namaak en verklaarde dat het model was ontwlkkeld door de eerste verweerster. Bij aangetekende brief van 15 juni 2012 vroeg de eiseres de eerste verweerster daarop om uitleg. BlJ aangetekende brief van 29 augustus 2012 stelde de eiseres de eerste verweerster in gebreke om de mmmercialisering van de lamp t€ stoppen. Zrj schreefverder: "zoals onze cliente u reeds op 15lunl ll. llet weten, Saat het om een overduideliike kople van een lamp die zij exclusief voor het restaurant Radls Nolr in Antwerpen hebben ontworpen. De lamp werd venoltens ln opdracht van onze cliEnten door uw firma vervaardigd, waama u blukbaar het ontwerp aan de BVBA Tekna heeft doorverkocht als - ten onrechte- origineelen door u ontworpen. Het gaat hier om een schaamteloze diefstal van het werk en de creatie van onze cliEnten." BU beschikking van 5 oktober 2012 van de voonitter van deze rechtbank werd de heer Luk Golvers aangesteld als gerechtsdeskundlge tenelnde tot een besdlrlivend beslat overte gaan biJ Tekna. op Il november 2012 betwistten de verweend€rs de aantijgingen van de eiseres. Op 7 december 2012 ging de eiseres over tot dagvaarding.'. 4. De eerste rechter wees de vordering als on8egrond af, bij gebrek aan bewijsvan het vaderschap' l-eler 錮 01-00000r0i30r-0003-00r,e-0r-0r,-{-l 46666 Hofvan beroep Gent-2013/AR/1872-p4 lll Grle{en - Voorwerp van het hoter beroep 5. Voor een ultgebreide uiteenzetting v'dn de grieven van de bvba lbens en Bataillie verwijst het Hof naar haar verzoekschdft ln hoger beroep. Samengevat oordeelt de bvba lbens en Batalllle dat de eerste rechter ten onrechte oordeelde dat er te kunnen b€sluiten dat de zaakvoerders rran appellante de ontwerpers waren van de betwlste lamparmatuur. Zij vindt het vonnls wel z66r kort gemotlveerd. Zl meent nog dat de eerste rechter te welnig rekening hleld met de praktilk in de betrokken bedrilfstak. Zij vraagt zich afwaarom de eerste rechter aan geintimeerden geen bewijzen gewaagd heeft van hun bewerlng dat zU de lamp onhrtlerpen. De eeBte rechter liet in het mldden wie de werkel'rjke ontwerpers zijn van de lamp, terwijl de lamp toch nlet zomaar, in het ijle ontworpen werd. Minstens had de eerste rcchter mo€ten vaststellen dat er co-auteurschap was tussen appellante en geintimeerden. onvoldoende elementen aanwezig waren om De bvba lbens en Bataillle vordert het volgende: Het incidenteel hoger beroep vdn geintimeeden ontuonkelijlq doch ongegrond te ve*laren, Het hoger beroep von opryllonte ontvankefik en gegrond te verklaren, Dlenvolgens het vonnis te vemietigen en doende wdt de eerste redter behoorde te doen. De vordering von oppellonte ontwnkelijk en gegrond te vetkloren; veNolgens; - voot recht te zeggen dot eersP gelntmeetde, hledn geholryn door tweede en derde geintlmeerde, door de reprodudie, verdeling en mededellng oon het publiek van nomaken (dle o,o. benoemd worden ols de Butkrfield Tdble Lomp en Butterlield Floor Lamp modellen) von het ter besdterming ingeroepen lompmodel, inbreuken hebben gepleegd op de suteu6redtten vdn oppelldnte op dit model; - Aon gcintimeerden de staking en het gestookt houden von de reproductie, verdeling en mededeling don het publiek van de namoken (dle o,q, benoemd worden ols de Butterfeld Table Lomp m Bufteiield Fbor Lomp modellen) von het tet besclnrming ingeroepen lompmodel te bevelen onder verbeurte von een dwongsom ten beruge von € 2,500,00 solidoir, in solldum en de ene bil gebreke oon de ondere tussen geindmeerden, oon oppellante per eenmollge doad von reproductie dan wel per eenmolige dddd van verdeling van ol publiciteit voor 6Cn oongevochten model don wel per ddg of gedeelte van een dag tijdens dewelke zU (en von de oongevochten modellen meedelen oon het publlek ln strljd met het verbod; - De publicatie te bevelen op de thuiswglnq vdn eede gelnfimeetde von het arresl vooraJgegoon door de volgende tekst (in het Nederldnds, Frons en Engels) gedurende een mdond blnnen acht dagen vonol de betekening von de beschiking, onder verbeutte von een dwangsom von € 5@,@ per ddg vertrdElnE: l- nrer 羅 0r-000000 03 30r- 000 { -00ra -0r-or - i-l 46667 Hofvan beroep Gent-2023/AR/1872-p.5 "Tot op heden boden wij de 9(I,|IERFIELD TABLE IAMP en EUTIER1ELD FLOOR IAMP modellen te koop aan, Het Hol von Eeroep te Gent he4t recent ln het onest in biiloge geoordeeld dot wij met de produdle en ve*oop von deze Bu,-rERFIELD T ABLE AMP en BmERFEA FLOOR UMP modellen zonder dooryoot womfgoandelijk de toestemming te hebben bekomen van de rcdtthebbenden een lnbreuk maken op de outeursredten von de 8,V.8.A. IBENS EN BATAIUE, die de vermogensredten heeft op de varontwerpen en lomparmatuu ontworpen dnr de heer Poul lbens en mevrouw Cloire Botdille. De rechtbdnk legt ons het vehod op om dit inbreukmokend prcdud nog vetdet te commercioliseren.n . De pubtlcotie te bevelen vdn het vonnis op kosten von geintimeerden in twee tiidschiften nddr keuze von oppellonte en de betoling eNon op eenvoudlg vertoon dar oppellante von de betreffende olfertes von de betro^*en dogbladuitgevers. . De betoling uit E spreken door geintimeerden vdn de koshn van het geding, met inbegrip von de redttsplegingsvergoeding en dogvoordingskosten. M i nste ns o n d e ry e schi kt: . Geintimeerden te bevelen concrete bewijzen von hun creotieve inbreng btj het ontwerpen von de lompdrmdtuut ovet te moken; . Desgevallend vast lomrymdtuur in te stellen dot appellonte co-tituloris is von de duteursrechten op het kwestfu en de stdkingsvorderlng zools hierboven gelormuleerd toe te wilzen vermits appelldnte ols cooutew aon geintimeetden nlet de noodzskelijke toestemmlng hod gegeven tot commetdollsedng vdn het ontwerp.' , 6. De geintlmeerde partuen stellen incidenteel hoger beroep in in hun conclusle. Zij vorderen het hoger beroep af te wijzen als ongegrond, het incidenteel hoger beroep toelaatbaar en gegrond te verklaren en elke vorderlng tegen hen ontoelaatbaar, minstens ongegrond te verklaren. lv De gronden van de becllssil€ en het annroord op de mlddelen van d€ partlen De toelootbodfieid van de oorspronkelijke vordering 7. De drie geintimeerden werpen op dat de oorspronkelijke vorderinS niet toelaatbaar was bij gebrek aan belang en hoedanigheid in hoofde ran de bvba lbens en Bataillle. De belangverelste van artikel 17 Ger, Wb. is de motelijkheid om een voordeel te halen uit het eventueel gegrondheidsoordeel dat de rechter zal maken (zie o.a. Cass., 26 februari 2004 www.cass.be en R.W.,2006-2co7, 133; Van Reepinten, Verslog over de gerechtelike heruorming, Brussel 1964 41: het bestaat uit 'iedet stofielijk d zedeUk voordeel - efiedief, moor niet theoretisch - dot de eiser kon trekken uit de vordering die hiJ insteft op het ogenblik dot hij ze aanhonqig mooft ...'; M.E. Slorme, Procesredttelijke knelpunten l- elcr L羅 0 r- 00 000 00 r r 0r - 00 0 bil de qeldend moking van rechten uit s- o 0re - 01- 01- '{-'l 46668 Hofvan beroep Gent-2013/AR/1872-p.6 aonsprokelijkheid voor de burgerl\ke rechter, ln het blhonder belong, hoedanigheid en rechtspleglng, in; postuniversitaire cyclus Delva 1992-1993, 204, nr. 14: '... dot voor de toelodtboorheld von een vordering uitsluitend het ptocesrechtellk belong releydnt is en nlet het materleelrechtelllk belong, zijnde het beldng dot de partij heeft bii de vost te leggen situotie zet, bij het voorwerp of de ulfuoerlng vdn de veroordellng of ve orlng von recht'), Het procesrechtelijk belang is ieder voordeel, hetzl materieel, hetzij moreel dat de eiser door middel van zi,ln vordering in rechte daadwerkelijk en niet op theorstische w'rlze kan worden verkregen (Cass., 5 maart 1982,J.f., 1983, 309; zie ook BEERNAERT, S., "Het belang als onwankellkheidsvereiste bij de gewone rechter, de Raad van State en het Arbltragehof, P. & 8., 20f[., 157-158 en 164, met referenties). De wet geeft geen definitie van het begrip hoedanigheid. De rechGleer bliikt verdeeld te ziin aangaande de definitie die aan dat begrip moet worden gegeven (zie VAN TERSBERGHE, P., "Artikel 17" in: X., GerechteliJk wetboek. Artlkelsgewk commentodr, met referenties. De hoedanlgheld wordt soms omschreven als de bevoegdheld krachtens dewelke een persoon een rechtworderlng kan lnstellen. Anderen omschriiven de hoedanlgheld als de rechtstitel krachtens dewelke een persoon, eiser of verweerder, ln rechte optreedt, d,w.z, als de rechtsband die bestaat tussen deze persoon, als actief of passief subjed van de votderin& en het voorwerp van de eis, het subjectief recht dat hii aanvoert. Een werkbare definltle van de hoedanigheld is de procesrechtelijke \rdriant van de beschikkingsbevoegdheid over het aantevoerde recht, (M.E. SfoRME, "Procesrechteluke knelpunten bij de geldend maklng van rechten uit aansprakelijkheid voor de burgerlijke rechter, in het bljzonder belang, hoedanigheid en rechtsopvolglnC, ln i Recht holen ult oansproke lkheld, ed. M. STORME, Gent, Mys & Breesch, 1993, 198.) ln zover zil voorhoudt titularis te ziin van een subiecuef recht, heeft de eisende partij hoedanigheld om de vordering in te stellen, ook al wordt dlt recht betwls! nu het onderzoek naar het bestaan of de draagwijdte van het subjectlef recht dat wordt lngeroepen, niet de toelaatbaarheld of ontvankelukheid, maar de gegrondheid van de vordering betr€ft (vgl. Cass. 2 april 2004, Eur. Vervoerr. 2@4, 417; vgl. Gss., 26 februarlzc04t R.W,2N6-2007, 133). L De bvba lbens en Bataillle beroept zich op een auteursrecht op twee types lampermaturen. zij poogt haar belang en hoedanigheid en de gegrondheld van haar vordering te bewijzen aan de hand van onder meerde volgende stukken. A. De overeenkomst tot inrichting van restaurant "Le Radis Noir' van 25 mei 2004 ls aangegaan tussen de bvba Lobius en de nv Claire Batallle & Paul lbens Design (stuk 1 van het dossier van appellante). De overeenkomst is ondertekend door mevrouw Bataillle en de feer lbens, met als enite referentie'de interieurontwerpersS. Het grondplan waarop appellante zich beroefi om haar vordering te ondersteunen (stuk 3 van haar dossierl, is gemaah op papier van en afgestempeld door de nv claire Bataille & Paul lbens Design. Twee andere schetsen zijn respectievelirk op naam van Oaire Bataillie & Paul lbens Design nv en van Claire Bataillie en Paul lbens, al kan nlet steeds ultgemaah worden wanneer sommiSe stempels zljn aangebracht. l- rrer LM 0r-0 0008 00330r - 000b-o0I? - 0 r -0 r, -;-l Hofvan berOep Gent-2013/AR/1872-p7 46669 ls ln kleine letteB tedrukt dat zlj eitendom zljn van claire Bataillie en Paul lbens. Uit de stukken met tekeningen kan geen intellectu€el elgendomsrecht op een tafel- en / of vloerlamp in hoofde van de bvba lbens en Bataillle afgeleid worden. op de verschlllende plans Voor zoveel als nodig is op deze stukken het adres 'Vekestraat 13 bus 14 20@ Antwerpen. Dit ls nlet hetzelfde adres als dat van de bvba lbens en Bataillie, dat op het ogenblik wn de dagvaarding Prins Albertlei 24 te 2600 Berchem was. De verklaring van de eigenaars en uitbateo ran ha, ,artarrant Radls Nolr (stuk 7 van het dossier van appellante), op grond waarvan appellante haar recht wil bewlzen, heeft het over de nv claire Bataillie en Paul lbens Desitn. Uit stuk 34 van het dossier van appellante, de notariile akte van 5 iuli 2m1 met de statutenwiiziging van de bvba lbens en Bataillle, blijk dat de bvba al bestond op het ogenbllk waarop de nv clalre Bataillle en Paul lbens Deslgn de overeenkomst met de bvba Loblus aanglng en het grondplan voor het restaurant tekende. B. Geen enkel stuk van het dossier van appellante laat toe te besluiten dat de beweerde rechten van de nv aan bvba zouden ziin overgedragen. De overeenkomst van 9 ianuari 2012 tot overdracht van aandelen van de nv Oaire Bataillie & Paul lbens Design (stuk 35 van het dossier van appellante) is nlet dlenstlg. Er kunnen om twee redenen geen beweerde rechten uit afgeleid worden. Bepaalde eigendomsreclten ziln voorbehouden aan de verkopende aandeelhouderc ln persoon, mevrouw Bataillle en de heer lbens, en nlet aan de bvba lbens en Bataillie. Artikel5.7.2 heeft het over de intellectuele eigendomsrechten uit het verleden die aan "les c6dantf (de overdragers) blllven toebehoren. De rechten met betrekking projecten komen aan de verkochte nvtoe en dus ook niet aan de bvba. tot lopende bii de ontwerper in persoon (artikel 6, lld 1 van de Wet van 30 iuni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburite rechten - hierna Auteurswet). Het dossler bevat geen enkel element, ook geen geschreven ve*laring van de heer lbens en of mevrouw C, Het vermoeden van vaderschap berust Bataillle, dat zij de beweerde auteursrechten met betrekking de lamp of lampen overgedragen hebben aan de bvba. Het ls niet omdat de heer lbens en mevrouw Bataillie wel 100% aandeelhouder ziin van de bvba en geen parti, zijn in het geding dat daaruit zonder meer moet afgeleid worden dat zii hun rechten hebben overgedragen aan de bvba. ln de mate het mondellng zou gebeurd zijn, zoals appellante bcweert, en artikel 3, 51, lid 2 van de Auteurswet enkel door de scheppende auteur zou kunnen lngeroepen worden, dan dlent het bewijs van de overdracht toch geleverd te worden in geval daarover betwisting is, zoals hler het geval is. Dat de bvba naar haar elgen zeggen (p. 20 van haar syntheseconclusie in hoger beroep) nooit interieurprojecten deed en doet en dat de ontwerpen van mevrouw Bataillie en de heer lbens via de bvba in productie gebracht worden, veGterkt enkel de vaststellin8 dat de bvba niet over de beweerde intellectuele eigendomsrechten beschikt. Geen enkel stuk van het dossier van appellante laat toe te besluiten dat de bvba eigen (al dan niet betwistel rechten zou hebben op de tafel- en vloerlampen die hier ter discussie staan' l- eree 忘 0r-0 0000001r 0I- o0 0 ?- 0Drp-01-0 r - q-l 46670 Hofvan beroep cent-2013/AR/t872-p.8 De bvba lbens en Bataillle biedt in haar syntheseconclusie aan met getuigen te bewijzen dat mevrouw Bataillie en de heer lbens hun beweerde rechten hebben overgedragen aan haar (p' 21 ervan). Mevrouw Bataillle en de heer lbens zouden bereid zijn mondelinB voor het Hof te bevestigen dat zij hun beweerde rechten overgedragen hebben. waarom het dossier van appellante geen schriftelljke verklarlng van deze personen beva! is nlet duldeluk. om proces-economlsche redenen en gelet op wat volgt, heropent het Hof de debatten ni€t om een Setuigenverhoor te bevelen. Het duteursredtt op de lampdmoturen 9. Hoewel de geintlmeerden in hun syntheseconclusie in hoger beroep ln de voorwaardelljke wijze schrilven over de waag of de tafellamp wel auteuBrechtelijke bescherming toekomt (randnummer 20 enran), gaan zii niet verder in op dit onderdeel. De appellante stelt zonder meer dat de tafellamP auteursrechteluke bescherming verdlent. 6een der partijen lijkt derhalve echt te betwisten dat de lamparmaturen in aanmerking kunnen komen voor auteu6rechten. Dit punt ll.ikt van betwisting uitgesloten door de partiien, Het Hof ma8 dit dan ook niet ambtshafu€ opwerpen. De betwistinS met betrekking tot het vaderschap ligt wel duidelijk voor: wie ontwlerp de lampen (en aan wie werden de vaderschapsrechten eventueel overgedragen) en aan wle komt op grond daarvan de auteursrechten toe? De vddersdfipsredtten op de ldmpdmotwen 10. De bewijslast van het vaderschap rust op de bvba lbens en Bataillie, aangezien zij vorderen (artikel 870 Ger. wb.). 11. De bvba lbens en Bataillie brengt de volgende elementen bil als bewlls dat de heer lbens en mevrouw Eatalllle auteur zouden z'rjn van de lampen dle aan de Radls Nolr verkocht werden en naderhand zouden zijn nagemaakt. A. ln eerste instantie legt de hrba lbens en Batalllie een !9Pi9 van een lghgE voor die de nv claire Batalllle en Paul lbens Design aan de bvba Vermeire Jan en Wim zou hebben overgemaakt (stuk 2; stuk 5 is een uitvergroting!. De gekopleerde schets is in de eerste plaats niet gedateerd, 6elet op de betwistint die gerezen is, staat dus nlet vast wanneer ze gemaakt werd. De bvba lbens en Bataillie toont ook niet aan wanneer de schets zou overgemaakt zijn. op de nlet gedateerde gekopieerde schets komt yan de nv clalre Bataillie en Sedeelteli.ik de stempel Paul lbens Desitn voor. Er kan niet utt8emaalc worden wanneer de stempel ls aangebracht en of die al dan nlet op het origineel van de tekening voorkwam. Het vermoeden van artikel 6, alinea 2 van de Auteurswet Seldt alleen alom die reden niet. l- erer 儡 0 r - 00o0 u0E r30 L-000s -00r,e -01-01- l-l 46671 Hofvan beroep Gent-2013/ARノ 1872-p9 Deze schets zou voldoende gedetailleerd zljn om te gelden als ontwerp, dat enkel uitgevoerd werd door de bvba Vermeire Jan en Wm. ZJ ls evenwel nlet bijzonder gedetailleerd. De maker van de lamparmatuur beschikt met deze schets nog steeds over een aantal wat keuzemogeliikheden die uitdrukking kunnen geven aan ziln of haar creatieve geest. Het zijaanzlcht van de tafel met het bevestlglngsslsteem ls ln hetzelfde vlak Setekend als het bovenaanzlcht van de lamp. De vrij vage schets en de elementaire aanduldlng van de tafellamp op het Brondplan van het restaurant (stuk 3 van het dossler van appellante, stemmen ln een essentieel kenmerk niet voldoende over€en: op het grondplan en ln de ulteindelijke uitwerklng zijn de hoeken van de lamp afgerond. Op de schets ls dlt nlet het geval. Het valt dus niet ult te slulten dat de schets van stuk 2 een ander ontwerp betreft Deze tekenlng bew[st dan ook niet het auteursrecht waarop appellante zich beroept. H€t grondplan van 11 mel 2m4 van het restaurant Radis-Noir berrat een tekening \rdn de lampen boven de tafehjes. Deze tekening kan bezwaarlUk als meer dan een ldee aangemerkt worden, net zoals het geval ls met de tafels en de stoelen. op basis van de aanduldlngen op dit plan kan het auteursrecht op de tafellamp niet toegekend worden aan de nv Oalre Eataille & Paul lbens, tekenaars van het plan. De aanduiding van de naam van de nv betreft voor de toepassing van artikel 6, lid 2 Auteurswet enkel het plan als zodanig en n'ret de tafellamp als voorwerp. B. De verklarins van de eigenaars en uitbaters van de Radis Noir (9tuk 7 van het dossier van appellante) is eenzildig en kan niet als teheel objectief beschouwd worden, nu zI klant waren of ziin van appellante. C. De verklaring van de eigenaars van de 'Radis Noi/ gaat ook Sedeelteliik in tegen wat in artikel 2 van de tussen Loblus en de nv Claire Bataillie en Paul lbens oesign met appellante is opgenomen. ziJ bekwamen geen exclusfuiteit voor het ontwerp. Tegenover hen behield de nv claire gyglgglq! op haar plannen, studles, voorontwerpen, uitvoeringsontwerpen, bestekken, detailtekeningen, maquettes en modellen (artikel 6.1 van de overeenkomst - stuk l van het dossiervan appellante). De overeenkomst bewljst het auteursrecht van appellante oP de tafellamp niet. De nv ontwierP het totaalproject voor het restaurant Radis Noir en het ontw€rp van de lampen paste daarin. Dit feit is onvoldoende om eruit af te leiden dat de bvba lbens en Batallle zeker de ontwerper en de auteursredlthebbende van de tafellamp is. om haar auteursrechten tegenover haar klanten te kunnen laten gelden, moet appellante er eerst zelf over beschlkken. Ult deze clausule kan derhalve ook geen auteursrecht op de tafellamp afBeleid worden. Bataillie en Paul lbens Design de auteursrechten D. De bvba lbens en Bataillie beroept er zich op dat het ggblgiBglli! is in de ontwerperswereld dat de technische ultvoering van het ontworpen voorwerp overgelaten wordt aan de uitvoerders, die het vq)rwerp maken. Dit gebruik neemt niet weg dat de bvba moet bewijzen dat een betwist auteursrecht haar toekomt. Zij verkij8t geen auteursrecht omdat z, een restaurant lngericht heeft en de lampen door een derde heeft laten maken. Het idee voor een bepaalde lamp creaert geen auteursrechten. Uit de ECU!! van 27 februari 2010 van de bvba Vermelre Jan en Wim aan de bvba Durce uit sintGenesius-Rode met de vermelding 'volgens plan B&l' (stuk 8 van het dossier van geintimeerde) kan het auteurschap van appellante op de betwiste tafellamp niet afgeleid worden. E. l- pr.. L躍 0r- o0 000003 30r, -o0o i-00r? -01-0 r- 'r-l 46672 Hofvan beroep Cent-2013/AR/1872-p10 Ult de vermeldlng op deze factuur en de afi/ezlgheid van dergelijke vermeldint op de factuur van gelntimeerde aan Lobius kan a contrarlo zelfs afgeleld worden dat voor de tafellamp geen ontwerp van appellante of haar aandeelhouders of de nv gerrolgd werd, F. Dat mevrouw Batalllie en de heer lbens andere voorwerpen ontworpen hebben, dat zU dit regelmatig zouden doen en er goed in zijn, leveren niet het bewiis dat de betwiste tafellamp enkel door hen kan ontworpen zijn, Ook de verklarlng van b[voorbeeld Bulo van 19 november 2012 (stuk 37 van het dossler van appellante) dat zij geinteresseerd ls om het model val| de fafellamp te commerdaliseren bewust het auteursrecht van app€llante nlet. Op basis van hun 'reputatie' als ontwerpers alleen kan niet worden "batestigd" dat de heer lbens en mevrouw Batalllie "loglsdrerwlize de ontwerpers zljn' (p. 30 van de syntheseconclusie van appellante). 6. Al het vooBaande leldt tot de conclusle dat appellante het auteursrecht waarop zU zich hroept niet bewiist. t2. ln te8enstelllnt tot wat de bvba lbens en Batalllle opvrerpt, dlenen de eerste rechter noch het Hof de teintimeerde partuen niet te vragen om te bewlizen dat zll de ontwerp€rs zljn, nu zij hieromtrent geen vordering instellen. Onder randnummer 13 van hun syntheseconclusie schrljven zlj weliswaar dat de heer Wim Vermeire de lamp zelf heeft ontworpen, gecre€erd en geproduceerd en dat de vermogensrechten toebehoren aan de bvba Vermeire.lan en Wlm, maar zU verbinden hler geen enkel rechtsgevolg aan. Onder randnummer 20 schrijven zij "Het ls de heer Wim Vemeire die veNolgens nomens bvbo Vermelrc Jdn en Wlm dit ldee heeft geredllseerd. tndien er ol sproke ls vdn outeu6rechteltke bcscherming, don heeft dle bescherming plaots in hafde von de heer Vermeire en de bvbo Vermelre ldn en Wm, en gee6zlns ln halde vdn dppellonte.'. Geen der gelntimeerden vordert een auteursrecht, zodat hler niet verder moet op ingegaan worden. 13. Het ls nlet omdat een lamp gemaakt en gebrulkt werd en wordt, dat ook noodzakelijkerwiJze een auteuRrecht erop aan een bepaalde (rechts)persoon moet toegekend worden. oe vaststelling dat de partijen het bestaan van auteursrechten op de lamparmaturen als zodanit buiten de huldite betwisting lijken gelaten te hebben, is hier niet mee in striid. L4. Uit al het voorgaande volgt dat nlet alleen het vaderschap op de lamparmaturen niet bewezen is, maar dat ook een ce.auteurschap niet bewezen is. olt wordt ten andere ook niet gevorderd door 66n der geintim€erde partUen, Dit onderdeelvan de vordering ls eveneens ongegrond. l- rrer L躍 Dr-o0oo0 003 3or- 00r0-00ra -o r -0r - i"l 46673 Hofvan beroep 6ent - 2013/AR/1E72 - p, 11 15. De bvba lbens en Bataillie vordert ook het auteursrecht op een vloerlamp die van de tafellamp zou zijn afgeleid. Er wordt welnig of niet geargumenteerd hlerover door de partuen. Al het voorgaande geldt ookvoor de vloerlamp, nu de vloerlamp een afgeleide van de tafellamp zou zijn. 16. Nu er geen (mede-)auteurschap bewezen ls in hoofde rran appellante. dient niet geoordeeld te worden over een eventuele lnbreuk erop. L7. Nu er geen (mede-)auteursrecht bewezen is ln hoofde van appellante, dient ook niet over de stakingsvorderlng tegen de gebroeders Vermeire geoordeeld te worden, noch over de vordering publicatie van het huidige arrest, tot 18. Op grond van de artikelen 1O42, 1017 en 1022 Ger. Wb. wordt appetlante tot betaling van de kosten veroorde€ld. zij vordert de verhoging van de rechtspleglngsveEoeding tot het b€drag yan € 11 O@,00, gelet op de beweerde kwade trouw van Seintimeerden en het feit dat het een gespecialiseerde materie betreft. Ondergeschikt vordert zj € 1,320,@. Geintimeerden vorderen een rechtrpleglngsvergoeding aan h€t basisbedrag van € 1.320,00. Hoewel het om een zaak \|an intellectueel elgendomsrecht gaat, h deze nlet bijzonder complex, Het baslsbedng voor een stakingsvorderlng volstaat, De procedure omvatte geliiklopende middelen en argumenten, zowel voor het prindpaal als het incldenteel hoger beroep en voor de geintimeerden samen. Het principaal en incidenteel hoger beroep geven aldus aanleiding tot 66n rechtsplegingsveGoeding voor de drie geintimeerden gezamenllik, waarvoor het basisbedrag € 1.320,00 is. OP DEZE GROI{DEU H€t Hof: - verklaart het hoger principaal en incidenteel beroep toelaatbaar, maar geen van beide gegrond; - bevestltt het bestreden vonnis; - veroordeelt appellante tot betaling van de kosten, ln hoofde van de drie gelntimeerden gezamenlijk bepaald op een rechtspletingver&edint € 1.320,00. f- elee L纂 o1- 000 00 00 3 30 r,-00r r- 00 rp -01- 0I - q-l 46674 Hof van beroep Gent - 2 O1:'/ARl7g7z - p, 12 Aldus gewezen doo, de zevende kamer van samengesteld uit h* Hof van beroep te Genq zeterende in burgerli,lke zaken Pieter Vanherpe, kamen oonttter, Frank Deschoolmeester, raadsheer, Genevieve Vanderstlchele, raadsheer, bligestaan door Kristoffel Goosens, griffler en uitgesproken door de kamewoorzitter rn openbere terechtzitting op maandag zeventlen rnaaat twecduhed veertlen, ͡ Gwr-L_ Genet ilve Vanderstkhele l- nrer L羅 0r- 0 0000003 3 0r, -00 r?- 00re -0r, -0r - -l
© Copyright 2024 ExpyDoc