opdracht : ligging : bouwheer : AFBRAAK VAN BOUWVALLIGE SCHOOLGEBOUWEN Academie voor Beeldende Kunsten Dapperheidsplein 17 1070 Anderlecht Scholengroep Brussel Jacky Goris algemeen directeur Oudstrijderslaan 200 BESTEK 30-06-2014. architect : Dirk Op de Beeck Bosstraat 12 2861 O.L.Vr.Waver 0475 56 44 96 1. HOOFDSTUK 1: ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN dossier ABK- 11.244 zie inlassing 12 blz + de aanvullingen hieronder. 1. Als contractueel uitvoerder van het gebouw of een onderdeel ervan is de aannemer verantwoordelijk voor de goede uitvoering der werken, namelijk voor het goede resultaat van zijn specifieke verbintenis, ongeacht de controle die daarop door een derde wordt uitgeoefend. Derhalve zal hij zijn werken op efficiënte manier leiden. De aannemer is verantwoordelijk voor iedere schade die hij tijdens of door zijn werken zou toebrengen aan gebouwen, meubileringen, beplantingen, wegenis, enz., of aan derden zowel aan hun persoon als aan hun goederen. Hij wordt ter goeder trouw door de bouwheer aangesteld als bekwaam en eerlijk vakman in zijn specifieke aanneming en zal dan ook ter goeder trouw de werken correct uitvoeren. De aannemer wordt verondersteld competent te zijn dergelijk werk aan te nemen. Indien er volgens hem technische problemen zouden rijzen, is hij eraan verbonden de architect en de opdrachtgevers onmiddellijk te verwittigen. De aannemer is en blijft verantwoordelijk voor de technische en constructieve aspecten van het bouwwerk. De architect zal geen geldelijke gevolgen dragen voor vergissingen en fouten begaan door andere bouwpartners ook niet bij het ontbreken of de schrapping van de registratie. In geval van samenlopende fouten van de bouwpartners, zal de architect enkel gehouden zijn de schade te herstellen die hem toe te schrijven is, ten belope van het percentage overeenkomstig de mate van zijn fout in verhouding tot de andere bouwpartners. 2. De verantwoordelijkheid van de architect voor verborgen gebreken, andere dan de zware die vermeld worden in artikel 1792 van het burgerlijk wetboek, begint te lopen van één jaar vanaf de voorlopige oplevering. Deze gebreken moeten gemeld worden binnen die periode. 3. Tussen de aannemer en de architect is er noch hoofdelijkheid noch in solidum. De controle van de architect betekent geenszins dat hij kan garanderen dat de aannemer geen verborgen gebreken zou veroorzaken of dat partijen hun contract nakomen. Ingevolge artikel 6 van de Wet van 20.02.1939 is er onverenigbaarheid tussen de beroepen van architect en van aannemer. De controle door een derde vermindert in niets de contractuele verplichting van de aannemer. 4. Voor de werken die door de opdrachtgever zelf worden uitgevoerd en/of aanbesteed, zal de aannemer de nodige afspraken maken en de nodige bereidwilligheid tonen om deze werken goed te laten verlopen. De opdrachtgever behoudt zich het recht om eventueel een aantal posten vermeld in lastenboek of meetstaat zelf uit te voeren zonder dienaangaande enige schadevergoeding aan de aannemer te moeten betalen. 5. De partijen verzaken aan elke dagvaarding voor de rechtbank zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling. 6. Bij inbreuken op de voorschriften en in het bijzonder bij een werkongeval zullen de aannemer en zijn rechtverkrijgenden zich onthouden van iedere vervolging tegenover de opdrachtgever, de architect, de ingenieur en de veiligheidscoördinator, behalve indien één van hen opzettelijk de inbreuk of het ongeval heeft veroorzaakt. Daar deze clausule opgelegd wordt aan iemand anders, zal, de aannemer dezelfde clausule inlassen in zijn overeenkomsten met zijn onderaannemers evenals in zijn wettelijk verzekeringscontract voor werkongevallen. 7. De aannemer (en onderaannemers) zal voorafgaandelijk aan zijn bieding een plaatsbezoek brengen en bij de opdrachtgever inlichtingen nemen om zich rekenschap te geven van alle bijzonderheden die de uitvoering kunnen bezwaren. Er zal in ieder geval van worden uitgegaan dat de aannemer op de hoogte is van de toestand van het bouwwerk of terrein en over alle mogelijke gegevens beschikt. arch. Dirk Op de Beeck 1 /10 2. HOOFDSTUK 2: BESCHRIJVING DER WERKEN 2.1. LOT 1 AFBRAAKWERKEN dossier ABK- 11.244 2.1.1. WERFINRICHTING EN VOORBEREIDENDE WERKEN 2.1.1.1. De aannemer zorgt voor het inrichten van de bouwplaats en dit voor de aanvang der werken. De aannemer dient zich te richten naar de plaatselijke politiereglementen, de gemeentelijke voorschriften en de veiligheid en welzijn van de arbeiders op de werf. De geplaatste schutsels zullen een verzorgd uiterlijk vertonen en indien nodig onderhouden worden. De aannemer dient ervoor te zorgen dat het betreden van de bouwplaats door derden wordt verhinderd, een behoorlijke afsluiting is dienaangaande aangewezen. Door het indienen van zijn bieding erkent de aannemer volledig op de hoogte te zijn van de toestand van de bouwplaats en de te verrichten werkzaamheden ter plaatse. De aannemer voorziet, in overeenstemming met de omvang van de werf de volgende werflokalen en inrichting, voor de ganse duur van de werken : - een droge ruimte voor het materieel en ruimte voor het bergen van materialen, enz. - een plaats voor het personeel en de nodige sanitaire voorzieningen conform de eisen van het ARAB inzake veiligheid en hygiëne. De hoofdaannemer staat in voor de nodige stroomvoorziening om de uitvoering van de werken mogelijk te maken. Dienaangaande doet hij alle nodige stappen met het oog op het bekomen van een voorlopige aansluiting op het elektriciteitsnet en levert de nodige goedgekeurde werfkasten en aansluitkabels of hij maakt gebruik van een regelmentaire geluidsarme stroomgroep. De aannemer zal erover waken dat de tijdelijke installaties en ook het gebruikte elektrisch materieel in overeenstemming zijn met de reglementen van de netbeheeerder en het A.R.E.I. De aannemer doet het nodige om de bouwplaats van water te voorzien. Alle kosten verbonden aan de voorlopige aansluitingen en het verbruik en/of van de eventueel vereiste opstelling van watertanks of standpijpen zijn volledig ten laste van de aanneming.De installaties zijn tevens onderworpen aan het ARAB. Alle kosten verbonden aan de aansluiting en het verbruik zijn voor zijn rekening. Meting:werfinrichting: gp ( globale prijs) 2.1.1.2. Plaatsbeschrijving. Omschrijving : De aannemer is verantwoordelijk voor de gebuureigendommen. Alvorens de werken aan te vangen zal hij een plaatsbeschrijving maken van de openbare stoep en de tegenaanliggende constructies. In geval van beschadiging van deze constructies zal de aannemer deze kosteloos herstellen, zonder enig verhaal op de opdrachtgevers en/of architect te kunnen uitoefenen. De aannemer is er toe gehouden uiterlijk 5 dagen voor de aanvangsdatum van de werken een tegensprekelijke plaatsbeschrijving op te stellen. Indien de aannemer nalaat een plaatsbeschrijving te laten opstellen en/of door de tegenpartij voor akkoord te laten ondertekenen draagt hij hiervoor zelf alle verantwoordelijkheid. Deze plaatsbeschrijving zal o.a. dienen als basis voor een gebeurlijke ABR-polis en/of bij discussies ingevolge aangerichte schade. De plaatsbeschrijvingen omvatten een volledige en nauwkeurige weergave van de toestand waarin eigendommen, zowel roerend als onroerend, zich bevinden op het ogenblik van het onderzoek. De betrokken eigendommen betreffen alle, zelfs niet aanpalende, eigendommen en openbaar domeinen (toegangszone tot de werf, bestaande infrastructuur, wegenis, voetpaden, …), die op een of andere wijze nadelige invloeden zouden kunnen ondergaan door de uitvoering, de toepassing van bepaalde technieken en/of alle daarmee verband houdende activiteiten (trillingen bij paalfunderingen, verlaging grondwaterstand, …). Uitvoering : De tegensprekelijke plaatsbeschrijvingen en de vergelijkende beschrijvingen worden opgemaakt door een onafhankelijk expert, aangesteld door de aannemer. Hij zal minstens veertien dagen op voorhand, bij middel van een aangetekend schrijven, de eigenaar(s) van de te bezoeken panden de dag en het uur mededelen, bepaald voor bedoelde formaliteiten, hierbij zal hij hen tevens verzoeken zich eventueel te laten bijstaan door een raadsman of deskundige teneinde het tegensprekelijk karakter van de vaststellingen te verzekeren; tegelijkertijd wordt hiervan een kopie gestuurd naar het Bestuur (of zijn arch. Dirk Op de Beeck 2 /10 dossier ABK- 11.244 afgevaardigde) en de architect. • Voor de aanvang van de werken wordt een kopie van de door alle betrokken partijen ondertekende • • • plaatsbeschrijving(-en), aan alle betrokken partijen en het Bestuur overhandigd. Bij het einde van de werken wordt een tegensprekelijke staat van vergelijking opgemaakt met de vaststelling van de mogelijke schade ten opzichte van de toestand vermeld in de plaatsbeschrijvingen bij de aanvang van de werken. De aannemer dient de vastgestelde beschadigingen te herstellen of de schade te vergoeden. Vóór de voorlopige oplevering overhandigt hij de opdrachtgever de schriftelijke verklaringen van de betrokken eigenaars dat ze ofwel geen schade hebben geleden ofwel dat de schade werd hersteld en/of vergoed. De plaatsbeschrijving zal bestaan uit - Een nauwkeurige tekstuele beschrijving; - Een visualisering van de bestaande situatie d.m.v. (digitale) foto’s of video; - Een ontvangstmelding en door de eigenaar(-s) voor akkoord ondertekend exemplaar; - Het eindrapport beslaat een geschreven tekst met vermelding van de wijzigingen t.o.v. de originele plaatsbeschrijving, aangevuld met foto’s van de gebeurlijke schadegevallen. meting : per stuk/aanpalende eigendom 2.1.1.3. Publiciteit: Alleen publiciteit van opdrachtgever, aannemers, ambachten en studiebureaus die aan het project meewerken is toegelaten. Zij worden gegroepeerd op een gezamenlijk bord, waarop ieder over een paneel van gelijke grootte beschikt. Lettertype en kleur zijn in alle gevallen dezelfde. Reclame voor andere producten en/of diensten zijn niet toegelaten, tenzij uitdrukkelijk bevolen door de opdrachtgever. Het logo van de opdrachtgever wordt in ‘t groot op dit bord aangebracht. De inhoud en plaatsing van dit werfbord wordt vooraf ter goedkeuring aan opdrachtgever of architect voorgelegd. meting : st 2.1.1.4. Maatregelingen mbt veiligheid op mobiele werkplaatsen ( zie art 30 administratief bestek) en wat de veiligheidscoördinator vraagt om te voldoen aan het KB van 25 januari 2001 zijn in dit artikel te voorzien. Let wel : het gaat hier niet over de veiligheidscoördinatie zelf, die wordt uitgevoerd door : JP Beerens H.Torleylaan 60/0101 1654 Huizingen Tel: 02/361 04 31 Het Veiligheids en gezondheidsplan, dd 28/06/2014 is in bijlage terug te vinden. In uw offerte voegt u een document bij waarin u beschrijft op welke wijze de bouwerken worden uitgevoerd om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan. meting : gp 2.1.1.5. Inventaris afvalstoffen zie bijlage Brussels Instituut voor Milieubeheer : “Inventaris afvalstoffen”. Hieronder vindt u enkele details in verband met de informatie die men voor de volgende punten dient te bezorgen ; • de EURAL-code van de afvalstoffen : de code staat in het BBHR van 25 april 2002 tot vaststelling van de lijst van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. De niet-gevaarlijke en de gevaarlijke afvalstoffen bevinden zich in dezelfde lijst. De laatste werden met een asterisk aangemerkt ; • de samenstelling van de afvalstof (indien gekend). Dit punt blijft uiterst belangrijk om de exacte samenstelling van de afvalstof en het gehalte aan verontreinigende stoffen te kennen en om bijgevolg het met de wetgeving strokende circuit voor verwijdering of nuttige aanwending te kunnen kiezen ; arch. Dirk Op de Beeck 3 /10 dossier ABK- 11.244 • raming van de hoeveelheid afval zonder de eenheden te vergeten waarnaar u verwijst (m3, kilo, • • • ton, ...) ; de ligging van de werf en / of, in specifieke gevallen, de plaats waar de afvalstof opduikt. Dat geeft u een goede aanwijzing en vereenvoudigt uw werkwijze bij het goede beheer van uw afvalstoffen (via containers, big bags, ...) het algemene voorkomen van uw afvalstof : werd deze vermengd met ander afval of niet, al dan niet gebonden, vast, vloeibaar, ...? ; het beheercircuit en de bestemming : hierin zit zowel de manier waarop uw afvalstof op de locatie opgeslagen wordt als het beheer waarin voorzien (type van circuit) voor deze zelfde afvalstof na het verlaten van de werf (in-situ- of ex-situhergebruik, sorteercentrum, recyclagecentrum, TIC, ophaler, ...). 2.1.1.6. Asbuilt dossier zie Veiligheids- en gezondheidsplan meting : gp 2.1.2. AFBRAAKWERKEN 2.1.2.1. algemeen De aannemer geeft zich bij zijn prijsofferte volledig rekenschap van de staat en omvang van de in het bijzonder bestek beschreven afbraak- en eventuele schoringswerken. De aannemer zal zich daartoe voorafgaandelijk van de plaatselijke omstandigheden vergewissen. De opdrachtgever zal, na afspraak, voorzien in de toegankelijkheid van de af te breken constructies. AFBRAAKWERKEN aanpalend aan gebouwen in gebruik. • Bij werken in de omgeving van of binnen gebouwen en woongelegenheden, die bewoond of in gebruik blijven gedurende de uitvoering van de werken, zal de aannemer alle nodige maatregelen treffen om de veiligheid van personen te verzekeren en de inhoud van de gebouwen te beschermen. • De duur van de werken en voortkomende hinder voor de bewoners dient tot een minimum beperkt te worden. Tevens dient de toegang tot de gebouwen verzekerd te blijven. • Elke aangevatte werkzaamheid wordt volledig afgewerkt vooraleer een andere wordt aangevat. • In overleg met het Bestuur, zal de aannemer zelf instaan voor de toegankelijkheid van de gebouwen en hieromtrent de nodige afspraken maken met de gebruikers. • Tenzij anders bepaald, gebeuren de werken tijdens de normale werkuren tussen 7u ‘s morgens en 6u ‘s avonds van maandag tot vrijdag of volgens de met het Bestuur afgesproken planning. VOORZORGEN - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Het uitvoeren van alle afbraak en stutwerken geschiedt onder volledige verantwoordelijkheid van de aannemer en voldoet aan de geldende reglementeringen van het ARAB. De aannemer zal de afbraakwerken met de grootste voorzichtigheid uitvoeren, op zijn kosten, risico en gevaar. Alle schade door de afbraakwerken veroorzaakt aan omliggende gebouwen of de openbare weg, moet door zijn toedoen hersteld of vergoed zijn vooraleer tot de voorlopige oplevering wordt overgegaan. Gedurende de uitvoering zal hij alle voorzorgsmaatregelen treffen teneinde geen boven- en ondergrondse nutsleidingen (elektriciteit, gas, water, telefoon, TV-distributie, e.d.) te beschadigen door neervallende brokstukken, het opstellen van werktuigen, stellingen of welke handeling ook. De aannemer draagt alle kosten voor eventuele bijkomende werken, leveringen, testmetingen, uitgevoerd door de betrokken distributiemaatschappijen, zo deze noodzakelijk worden bevonden. Er wordt rekening gehouden met de eventueel noodzakelijke opvang en afvoer van overtollig oppervlaktewater. De aannemer kan onder geen beding overmacht inroepen tengevolge van eigen nalatigheden dienaangaande. Bij de afbraakwerken dient de aannemer alle nodige stut- en schoringwerken uit te voeren om de integriteit van de aanpalende constructies en zijn eigen werken te verzekeren. De aannemer zal zonder meerprijs alle tijdelijke versterkingen en/of verbeteringen aanbrengen die hem door de architect of de controleorganen zouden opgelegd worden. De wijze van stut- & schoringwerken zal op technisch verantwoorde wijze geconcipieerd worden. De aannemer zal zich voor alle onderdelen van het werk arch. Dirk Op de Beeck 4 /10 dossier ABK- 11.244 voorzien op mogelijke slechte weersomstandigheden, regen, stormwinden, e.d., en dienaangaande tijdig de nodige maatregelen treffen. Zie ook het veiligheids- & gezondheidsplan gevoegd bij het aanbestedingsdossier, Algemeen gelden de welzijnswet van 4/8/1996, met de algemene preventieprincipes, de meest recente voorschriften van het ARAB (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming), CODEX en publicaties van het NAVB (Nationaal Actiecomité voor de Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf http://www.navb.be/), de reglementering op persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)en arbeidsmiddelen (artikel 52 KB), overige bepalingen inzake welzijn van de werknemers bij uitvoering van hun werk (artikel 51 KB). Afvoer puin Alle afbraakmaterialen worden na de afbraak eigendom van de aannemer Het is verboden de openbare weg te belemmeren met de van de afbraak voortkomende materialen, zij zullen volgens vordering van de werken worden weggevoerd. De aannemer staat in voor de afvoer van alle puin en afbraakmaterialen naar officieel erkende stortplaatsen of verwerkingscentra, hij dient hiervoor op eenvoudig verzoek de nodige bewijzen kunnen leveren aan het Bestuur. Onder geen beding zullen afbraakmaterialen, puin, vuilnis of afval op de werf achtergelaten, ingegraven of verbrand worden. meting : pm 2.1.2.2. Asbestverwijdering Vooraleer de eigenlijke sloopwerken aan te vangen laat de aannemer al het eventueel aanwezige asbest en alle risicohoudende asbesthoudende materialen verwijderen, volgens de richtlijnen van art. 148 decis 2.5.9.5 van het ARAB, door een firma erkend voor asbestverwijdering. Er wordt een inventaris opgemaakt van de asbesthoudende producten volgens de richtlijnen van het ARAB. Ook het afbreken van de elementen uit asbestcement gebeurt onder de voorwaarden van art. 148 decis 2.5.9.5 van het ARAB. ndien asbesthoudende materialen mechanisch verankerd zijn (gespijkerd, verlijmd, ...), en / of bij verwijdering breekt, dient dit materiaal verwijderd te worden door een erkend asbestverwijderaar Inventaris : zie bijlage Ref : ABK110511 2.1.2.3. De post "slopen gehele constructies" omvat de integrale afbraak, alsook de opruiming van alle materialen en puin, van de in het bijzonder bestek vermelde of de op plan aangeduide bovengrondse en ondergrondse constructies, met inbegrip van de niet wedergebruikte funderingen en met uitsluiting van die welke krachtens uitdrukkelijke voorschriften in de grond mogen gelaten worden. In overeenstemming met de algemene en/of specifieke bepalingen van het bijzonder bestek, dienen de onder deze post begrepen eenheidsprijzen, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, hetzij in hun globaliteit, steeds te omvatten : • het treffen van de nodige beschermingsmaatregelen, bij de werkzaamheden waarbij asbestvezels kunnen vrijkomen (ARAB decis 2.5.9 en 2.5.10); • het treffen van de nodige maatregelen tegen stofhinder, zoals het regelmatig besproeien van de werf met water om opwaaiend puinstof te vermijden; • het treffen van de nodige voorzorgsmaatregelen ter bescherming van boven- en ondergrondse nutsleidingen; het desgevallend afkoppelen, omleiden en/of verwijderen van bestaande leidingen; alle kosten voor werken, leveringen, administratieve belopingen, alsook eventuele testmetingen dienaangaande uit te voeren door de betrokken gas- en elektriciteit- en/of waterleverende maatschappijen, zijn ten laste van de aannemer; • de uitvoering van de eigenlijke slopingswerken, d.w.z. de volledige bouwvolumes, met inbegrip van dakconstructies, muur- en vloerdelen, timmerwerken, schrijnwerken en glas, rioleringen, technische installaties, ... • het afvoeren van alle materialen en puin naar officieel erkende stortplaatsen; • de huur van eventueel speciaal materieel, vrachtwagens en/of containers + alle bijhorende taksen; arch. Dirk Op de Beeck 5 /10 dossier ABK- 11.244 • het • • • • degelijk schoren met alle aangepaste middelen (buizenstellingen, gelaste zware I-profielen verankerd aan in de grond te betonneren steunblokken, e.d.) welke noodzakelijk worden geacht om aldus scheuren, wegzakkingen en/of afbrokkeling van de te behouden gevels te verhinderen. het aanbrengen van de nodige versterkingen en waterdichtingen aan de bestaande en resterende aanpalende gebouwen. Indien nodig zal de aannemer ook blijvende versterkingen aanbrengen. de gebeurlijke herstellingen aan aanpalende of te behouden constructies; d.w.z. het leveren en plaatsen van gelijkaardige materialen voor het wegwerken van alle littekens die door de afbraak zijn ontstaan. de vereiste aanpassings- en dichtingswerken aan de afvoerleidingen ter hoogte van de rioleringsaansluitingen; het desgevallend volstorten en aandammen van de putten en uitgravingen overeenkomstig het bijzonder bestek. Uitvoering: De aannemer voert de afbraakwerken zorgvuldig uit volgens de door hem opgemaakte en door het Bestuur goedgekeurde werkplanning. Minstens twee weken voor de aanvang, legt de aannemer de architect een werkplanning ter goedkeuring voor. De architect en veiligheidscoördinator behouden zich het recht voor hieraan correcties aan te brengen waarmee de aannemer moet rekening houden. De afbraak vangt aan in principe aan op het dak en gaat verder van boven naar onder. De aannemer is verantwoordelijk voor alle schade door de afbraakwerken veroorzaakt aan de omliggende gebouwen, nutsleidingen of omgevingselementen. Beschadigingen door de aannemer veroorzaakt zullen in de oorspronkelijke toestand en op zijn kosten worden hersteld. Gedurende de ganse uitvoering van de werken zal hij alle voorzorgsmaatregelen treffen teneinde geen enkele boven- en ondergrondse nutsleiding (elektriciteit, gas, water, telefoon, T.V.-distributie, e.d.) te beschadigen door neervallende brokstukken of door het opstellen van tuigen of welke handeling ook. De afbraakwerken worden doorgevoerd voor zover als nodig is om de nieuwe werken te kunnen uitvoeren. Behoudens concrete bepalingen op de plannen en/of in het bijzonder bestek, gebeurt dit steeds met inbegrip van de constructies ter plaatse van de uit te voeren funderingsmassieven, putkuilen of palen (met uitzondering voor de te behouden funderingsconstructies en de fundering onder de te behouden scheidingsmuren ). De aannemer zorgt voor de afvoer van alle puin en afbraakmaterialen naar een officieel erkende stortplaats, hij dient hiervoor de bewijzen af te leveren aan het Bestuur. Geen puin, vuilnis of afval mag op de werf gelaten worden of worden ingegraven. Ieder voorwerp met een wetenschappelijke of een kunsthistorische waarde, ontdekt tijdens de sloopwerken, het graafwerk of de verdere uitvoering van de werken, blijft het eigendom van de bouwheer, die zich het recht voorbehoudt de aannemer bijzondere voorschriften op te leggen tot (voorlopige) vrijwaring, inventarisering, conservering of opruiming ervan. Waardevolle vondsten, d.w.z. alle vaste of losse elementen die te voorschijn komen bij de bouw of afbraakwerken moeten aan het Bestuur worden gemeld; zij worden automatisch eigendom van de bouwheer. De aannemer zal de vondsten onbeschadigd afleveren aan de bouwheer. De aangebouwde en ingesloten constructies worden volledig gesloopt met inbegrip van de volledige fundering, bestaande riolering, ondergrondse citernen, binnen en buiten de gebouwen. De muren die grenzen aan de preceelsgrenzen worden niet allemaal of volledig afgebroken : zie hiervoor het uitvoeringsplan. De kelders en bijhorende putten worden opgevuld met grond vanuit het perceel . De littekens die door de afbraakwerken ontstaan moeten hersteld worden. De herstellingen zullen zo uitgevoerd worden dat ze naderhand zo min mogelijk opvallen, met gelijksoortige (zo mogelijk gerecupereerde) materialen. Alle gaten en openingen, al dan niet ontstaan door de beschreven afbraakwerken, in de te behouden aangrenzende gevels (o.a. ontstaan door het verwijderen van balklagen, T-ijzers, e.d.), dienen zorgvuldig dichtgemetseld te worden met machinale volle nieuwe bakstenen. Losse stenen worden arch. Dirk Op de Beeck 6 /10 dossier ABK- 11.244 uitgenomen en vervangen door nieuw metselwerk. Uitkrabben van niet hechtende mortel ter plaatse van de opmetselingen. De aannemer zal waar het nodig blijkt en tot op voldoende hoogte, vrijkomende scheidingsmuren schoren en deze schoringen behouden tot zij door nieuwe constructies ondersteund zijn. De aannemer legt de wijze van uitvoering en ondersteuning ter goedkeuring voor aan het Bestuur. In voorkomend geval zal de aannemer de scheidingsmuren ongeschonden moeten behouden en desgevallend met dekstenen afdekken. Indien vroegere schouwen in nieuwe muren dienen te worden ingewerkt, worden ze dichtgemetseld met volle steen. Stenen met roetaanslag worden uitgekapt en vervangen door volle steen. Het uitkappen dient met zorg te gebeuren en mag de stabiliteit van de te behouden muren niet in gevaar brengen. Alle uitspringende metselwerk op de gemene muren, de schouwen inbegrepen worden weggenomen, zodanig dat deze muren volledig glad zijn. Alle bepleisteringen en andere materialen die het inwateren van de muren kunnen veroorzaken worden zorgvuldig verwijderd. De in de scheidingsmuren bestaande openingen worden dichtgemetseld met metselwerk, overeenkomstig de aard, op volle dikte van de muren. Eventuele schouwen van aanpalende woningen die in dienst moeten blijven worden naar behoren opgetrokken, conform NBN B 61-001/002 en NBN EN 1443. Onderstaande lijst wordt enkel gegeven ter titel van inlichting. De aannemer kan geen verhaal indienen voor eventuele vergetelheden in de opsomming. Voorafgaandelijk verwijderen van asbesthoudende materialen uit het te slopen bouwwerk: - golfplaten dak gebouw D - verloren bekisting in toppen van de kolommen gebouw B Volgende materialen worden zorgvuldig afgebroken, gestapeld en beschermd teneinde dienstig te zijn voor hergebruik : - beton dekstenen - gevelstenen uit afbraak scheidingsmuren meting : GP ( globale prijs per gebouw) Inbegrepen het vervoer van alle puin en afval en desgevallende herstellingswerken. 2.1.3. METSELWERKEN 2.1.3.1. Zichtmetselwerk bij voorkeur in gerecupereerde baksteen uit de afgebroken muren. Enkel volledige bakstenen worden gebruikt en gereinigd (ontdaan van de mortelresten). Ze zijn goed vol en zat te verwerken. Bij nat weer de stenen droog plaatsen, bij droog weer de stenen bevochtigen. Alle aanzetvlakken worden zorgvuldig zuiver gehouden met de borstel, losgekomen bakstenen zal men vervangen met nieuwe mortel. Alle muren worden door een metselwerkverband aan mekaar gebonden. De voegbreedte is dezelfde als het bestaande metselwerk waar wordt bijgemetseld. De buitenhaaksheid van 2 muren in het horizontale vlak is maximaal 2 cm gemeten volgens de diagonaal. De toegestane afwijkingen in de loodrechte stand bedragen maximaal 1/300 van de hoogte. Het metselwerk wordt achter de hand ingevoegd. De muren worden geïsoleerd zodat het geheel een u-waarde van max 0,24W/m2K heeft. De regendichting van de buitenwanden wordt verzekerd door een geprofileerde staalplaat dikte 0,75mm, buitenmaat 105cm breedte, hoogte 33mm, dal 250mm en trapezium top 22/63mm. De plaat wordt met een plastisol 200 micron ( leder) afgewerkt in een standaardkleur. De kleur wordt voor uitvoering ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. Alle nodige regelwerk, profielen en hulpmiddelen voor een regendichte aansluiting op de bestaande constructies zijn inbegrepen. Het geheel is een vlakke verzorgde afwerking zonder knip en plakwerk. arch. Dirk Op de Beeck 7 /10 dossier ABK- 11.244 toepassing : zie groene invullingen op het plan en overal waar openingen ontstaan tussen afgebroken en te behouden constructies. meting : per m2 voor de bovengrondse wand, incl de nodige funderingen, isolatie en bardageafwerking. 2.1.3.2. dezelfde muur als art 1.3.1 maar dan zonder isolatie 2.1.3.3. dezelfde muur als art 1.3.1 maar dan zonder draagmuur. 2.1.3.4. Recuperatie dekstenen. Het betreft het herplaatsen van de gerecupereerde dekstenen op de deels afgebroken (tuin)muren meting : per lm. 2.1.4. DAKWERKEN Platte daken Het gebouw deel 4, boven het slijplokaal wordt afgebroken maar het plafond van het slijplokaal blijft behouden. Na afbraak wordt dit een plat dak en moet afgewerkt worden met een hellingslaag, isolatie , dakdichting en regenafvoer. 2.1.4.1. Afschotlaag voor platte daken . Op de proper gemaakte draagvloer wordt een afschotlaag geplaatst van een cement/zandmengsel De helling naar de tapgaten bedraagd 2cm/m toepassing : plat dak boven slijplokaal meting : inbegrepen in de dakdichting 2.1.4.2. Dampscherm - bitumenglasvlies Klasse E3 : Op het hellingsbeton wordt een dampscherm aangebracht, bestaande uit een laag bitumenglasvlies V4 van 4 mm dikte, voorzien van het overeenkomstigheidsmerk Benor. Het bitumenglasvlies wordt los aangebracht met voegen die 10 cm overlappen en zorgvuldig worden gelast. Het dampscherm wordt aan de randen een tiental cm tegen de buitenmuren opgewerkt. Het werk wordt met de nodige zorg uitgevoerd zodat de dampremmende laag een doorlopend membraan vormt over de gehele dakoppervlakte. Meting : inbegrepen in de dakdichting 2.1.4.3. Isolatieplaten: De harde platen zijn vervaardigd uit minerale wol, bekomen door het smelten van glas of diabaas . Thermische geleidbaarheid : ten hoogste 0,042 W/mK bij 10°C (volgens NBN B 62-201); Plaatdikte 160mm of volgens meetstaat. Afmetingen: 600 x 1000 of 600 x 2000 mm Gemiddelde volumieke massa : minstens 150kg/m3 Drukvastheid : klasse C beloopbaar, volgens EUtgb-klasse); Brandreactie : klasse A1 (volgens NBN S21-203) Oppervlakteafwerking : onbekleed Uitvoering :De plaatsing gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant en het bijhorende BUtgbattest, rekening houdend met de betrokken ondergrond. variante PIR platen: Brandveilige platdakisolatie op betondak met gekleefde kunststofdakbedekking - niet bitumenbestand De thermische isolatie zal uitgevoerd worden met CFK-vrije platen in hard polyisocyanuraatschuim met een volumegewicht in de kern van ± 30 kg/m³ en een brandreactie Euroclass E volgens EN 13501-1. De platen zullen aan beide zijden bekleed zijn met een mineraal gecoat glasvlies. De platen zullen een technische goedkeuring en een CEN Keymark hebben. Hierdoor zijn zij onderworpen aan een permanente kwaliteitscontrole uitgevoerd door een erkend organisme. De productie van deze isolatieplaten is gecertificeerd volgens NBN-EN-ISO 9001:2000. De gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt D = 0,026 W/mK. De isolatieplaten worden op de dampremmende laag gekleefd met een compatibele koudlijm. De platen worden verspringend en met gesloten voegen geplaatst. De kunststofdichtingslaag wordt onmiddellijk na de plaatsing van de isolatie gekleefd op de isolatieplaten met een passende koudlijm, dit volgens de richtlijnen van de fabrikant van het arch. Dirk Op de Beeck 8 /10 dossier ABK- 11.244 dichtingsmembraan. De dikte van de isolatie wordt zo gekozen dat de u-waarde maximaal 0,24W/m2K is. Indien niet voorgeschreven zal de noodzaak van een dampremmende laag bepaald worden door berekening ofwel volgens de Technische Voorlichting 215 "HET PLATTE DAK" van het WTCB. De specifieke richtlijnen vervat in de Technische Goedkeuring van het isolatiemateriaal zijn van toepassing; bij het ontbreken ervan zijn de algemene bepalingen van de NOTA 215 te volgen. meting: inbegrepen in de dakdichting 2.1.4.4. dakdichting EPDM Membraan op basis van synthetisch rubber, “EPDM” (Ethyleen Propyleen Dieen-monomeer). Het aan het zonlicht blootgestelde deel van de dakbedekking is UV-bestendig of wordt op een duurzame wijze beschermd. De waterdichte EPDM-dakafdichting heeft een doorlopende technische goedkeuring BUtgb of EUtgb voor toepassing op de betrokken ondergrond. Dikte van het membraan : minimum 1,1 mm . Het membraan is niet gewapend . Elasticiteit : minimaal 400 % en behoudt deze van - 40° C tot + 120 °C Het membraan is verplichtend 100 % UV-bestendig. Wortelweerstand : het EPDM- membraan bevat wortelwerende middelen. Brandreactie : klasse A1 volgens NBN S21-203 (1980). Het EPDMafdichtingssysteem wordt geplaatst volgens de ATG, waarbij de plaatsingsopbouw uitgevoerd wordt d.m.v. aangepaste lijm bevestigd op de isolatieplaten. De banen worden spanningsloos op het draagvlak gelegd met een langse en dwarse overlapping van 7 à 10 cm. De kim wordt mechanisch bevestigd dmv metalen strippen. Meting : per m2 netto 2.1.4.5. TAPGATEN. De tapgaten zijn waterdicht en degelijk in te werken in de dakbedekking volgens de voorschriften van de fabrikant en waterdicht door de gevel of dakplaat te brengen. Zij worden als een T in de afvoerbuizen geboord en deze afvoerbuis loopt nog +/-15cm hoger zodat een overloop mogelijk is. Tapgaten zijn tevens te voorzien van een degelijke bladvangkorf. Voor het tapgat wordt de dakdichting 1 cm lager geplaatst om plasvorming te voorkomen. Diameter van de in te boren buis : 90mm. Meting : inbegrepen in de dakdichting 2.1.4.6. Spuwers plat dak De ronde buis ø 110 in kunstof, +/-15 cm uitstekend uit de gevel en schuin afwaterend naar buiten te plaatsen. De spuwer zit +/- 10 cm hoger dan de tapgaten. Meting : inbegrepen in de dakdichting 2.1.4.7. Watervast gelijmde multiplex. De multiplex is bestand tegen water en weersinvloeden; water- en weerbestendig (AW 100 volgens DIN 68705). De platen zijn symmetrisch opgebouwd uit oneven aantal fineerlagen van gelijke houtsoort (hardhout). Vezelrichting dekfineer evenwijdig aan de plaatlengte. Te plaatsen op het opgaand metselwerk en tot aan de gevelsteen met pluggen en galva schroeven. Deze plaat dient als ondersteuning van het aluminium dakrandprofiel en als onderlaag voor de bevestiging van de dakdichting. breedte +/- 30cm ,dikte 18mm. # meting: inbegrepen in de dakdichting 2.1.4.8. ALUMINIUM dakrandprofiel Dakrandprofiel uit geëxtrudeerde aluminium legering AlMgSi 0.5. De profielen zijn voorzien van langsgroeven voor een betere hechting van de dakbedekking. De dakrandprofielen worden geleverd in lengten van 3 meter, met de nodige verbindingsstukken en hoeken. Een uitzettingsvoeg van 3 mm moet door de plaatser ervan tussen elke lengte gelaten worden.Te bevestigen op de watervaste multiplex 18mm. De oversteek t.o.v. het gevelmetselwerk is 3,5cm# Uitvoering : oppervlakte afwerking idem als buitenschrijnwerk. Meting : inbegrepen in de dakdichting arch. Dirk Op de Beeck 9 /10 dossier ABK- 11.244 2.1.4.9. Hellende daken aan de afgebroken liftkoker wordt in lijn met het bestaande dak nieuwe golfplaten geplaatst met hetzelfde profiel voor een perfecte aansluiting en gegarandeerde regenafvoer.Alle nodige ondersteuningen, bevestigingen en regenafvoeren zijn inbegrepen in deze post. meting : per m2 2.1.5. OPKUIS 2.1.5.1. Na de afbraakwerken, ruimen van puin, uitgravingen van funderingen moeten die putten opnieuw aangevuld worden. Het betreft het terug onder profiel brengen tot een vlak terrein. In deze werken zijn inbegrepen: - het verwijderen van alle puin en afval uit de aan te vullen putten en oppervlakken - het het geschikt maken van de uitgegraven grond / teelaarde als aanvullingsmateriaal. - het spreiden van de aanvullingsmaterialen in correct opeenvolgende lagen (bv. laatste laag teelaarde) - de verdichting (aandamming, walsen, …) van het aanvullingsmateriaal. Voor deze aanvullingen of de totale afbraakwerken wordt geen grond aangevoerd noch afgevoerd. De nivellering wordt beschouwd als eenvoudige berging en verplaatsing van graafgrond. De wederaanvullingen en nivelleringen worden pas uitgevoerd nadat de architect alle afbraakwerken heeft gecontroleerd en zijn schriftelijke toelating in het werfboek of werfverslag heeft gegeven tot het starten van de aanvullingen. De aanvullingen gebeuren volgens noodzaak handmatig of machinaal. Naargelang het aanvullingsmateriaal en het materieel, worden de ophogingen daarbij met de meeste zorg uitgevoerd in horizontale lagen van maximaal 20 à 30 cm en mechanisch aangedamd tot op de voorgeschreven draagkracht. Elke gespreide laag moet afzonderlijk worden verdicht zodat de verdichting gelijkmatig is. Toepassing Het betreft de aanvullingen en nivellering van het volledige terrein. Meting : globale prijs # ALGEMENE OPMERKING 3. 3.1. De opdrachtgever behoudt zich het recht voor sommige posten vermeld in dit lastenboek, zelf uit te voeren en/of aan te besteden, zonder uit dien hoofde schadeloosstelling te moeten uitkeren. Opgemaakt door Dirk Op de Beeck architect. gelezen en goedgekeurd,# # # # # # ter uitvoering aanvaard, de opdrachtgever. # # # # # de aannemer. arch. Dirk Op de Beeck # 10 /10
© Copyright 2024 ExpyDoc