College van Bestuur De Boelelaan 1105 1081 HV AMSTERDAM DATUM ONS KENMERK UW BRIEF VAN UW KENMERK 03.07.2014 ORVU-2014/132 v 18.06.2014 FS/jv/2014/0611 E-MAIL TELEFOON FAX BIJLAGE(N) [email protected] 020 598 5312 Betreft: gewijzigde regeling Wetenschappelijke Integriteit De Ondernemingsraad (OR) heeft van het College van Bestuur een voorstel voor aanpassingen van de klachtenregeling en het beleidskader Wetenschappelijke Integriteit VU-VUmc (16 juni 2014), en een conceptklachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit VU-VUmc (2014) ontvangen. De OR heeft de volgende opmerkingen over deze twee documenten (hierna te noemen het voorstel voor aanpassingen en de klachtenregeling). Hieronder volgen een aantal algemene opmerkingen, gevolgd door opmerkingen over het voorstel voor aanpassingen en de klachtenregeling. Deze opmerkingen zijn in de overlegvergadering van 2 juli jl. met het college besproken. De OR stelt vast dat wijzigingen in de voorgestelde klachtenregeling ten opzichte van de vigerende regeling zonder duidelijke motivering zijn aangebracht. De OR heeft vernomen dat de vorige versie van de klachtenregeling nog niet geëvalueerd is. Een dergelijke evaluatie was afgesproken met de Ondernemingsraad. De rector heeft in de overlegvergadering van 2 juli toegelicht dat het college in toenemende mate overtuigd raakte van het feit dat een evaluatie zou moeten leiden tot een aangepaste regeling, die zou overeenstemmen met de regelingen op de andere universiteiten, en dat bovendien de bevoegdheden van de ombudsman zodanig culmineerden dat het niet langer verantwoord was om de regels niet (nu al) bij te stellen. Maar dat dat niet betekent dat een evaluatie niet op zijn plaats is. Tijdens het ambtelijk vooroverleg is de commissie Juridische Zaken geïnformeerd dat een dergelijke evaluatie volgend jaar zal plaatsvinden. Ondanks het ontbreken van deze afspraak in de voorgelegde documenten, vertrouwt de OR erop dat de evaluatie daadwerkelijk volgend jaar zal plaatsvinden en dat de resultaten met de OR zullen worden gedeeld. De commissie Juridische Zaken heeft tijdens het ambtelijke vooroverleg vernomen dat er plannen zijn om een uitgebreider beleid te formuleren op het gebied van wetenschappelijke integriteit. Het is zonder meer noodzakelijk voor de VU om een klachtenregeling wetenschappelijke integriteit te ONDERNEMINGSRAAD VU ADRES www.intranet.vu.nl [email protected] De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam 2/3 hebben, maar beleid gericht op preventie mag ook niet ontbreken. De OR hoopt de plannen van het CvB op dit gebied te ontvangen in de komende maanden. In de tekst is het nog onduidelijk hoe studenten en medewerkers zich in het licht van de klachtenregeling tot elkaar verhouden. De OR is blij met de toezegging van de rector dat de tekst hierop zal worden aangepast. Vanzelfsprekend onderschrijft de OR de opmerking van de rector dat wel duidelijk moet worden gemaakt dat de klachtencommissie niet in de rol van de examencommissie mag treden. De OR was het onduidelijk in hoeverre het CvB als klager kan optreden, maar begrijpt uit de overlegvergadering dat het onwenselijk is dat het CvB als klager zal optreden omdat hij ook het eindoordeel moet vellen. De OR verwacht dat de formulering hierop zal worden aangepast. Vragen die in dit kader nog beantwoord zullen moeten worden: wat is de formele behandeling van klachten die in de openbaarheid zijn gekomen, zonder dat er een aanwijsbare klager is? En wie wordt ambtshalve klager ingeval van een anonieme klacht? Uit het voorstel voor aanpassing klachtenregeling en het beleidskader WI blijkt dat hier een rol voor de decaan is weggelegd. In dat geval dient de rol van de decaan nog te worden verwerkt in de formele klachtenbehandeling (Artikel 5). Met betrekking tot de vraag of het (juridisch) mogelijk is om een beklaagde geheimhouding op te leggen, is overeengekomen dat klager en beklaagde geen geheimhouding zullen worden opgelegd. Artikel 2.4 zal daarom worden geschrapt in de definitieve versie van de regeling. In de conceptregeling staat dat de klager en beklaagde het advies van de commissie aan het college ontvangen, maar zij zouden ook de beschikking moeten krijgen over het rapport in zijn geheel. De rector heeft dat toegezegd, maar maakte daarbij de kanttekening dat dat wel onder geheimhouding zou moeten zijn. Over die geheimhouding zouden dan nadere afspraken moeten worden gemaakt. Daarbij heeft de rector aangegeven dat op schending van die afspraken geen sanctie rust. De OR kan zich in dit laatste vinden en zou dat graag vastgelegd zien in de regeling. In de overlegvergadering van 2 juli heeft de rector bovendien aangegeven dat de onderstaande opmerkingen van de OR integraal zullen worden overgenomen. Voorstel voor aanpassingen klachtenregeling en beleidskader Wetenschappelijke Integriteit VU-VUMC (16 juni 2014) Pagina 2, laatste alinea, 5e regel: Het is nog steeds niet kristalhelder of ook oud-VU/VUMCmedewerkers vast lid van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit kunnen zijn. De term ‘verbonden’ is daarvoor te vaag. Vgl. Klachtenregeling, art. 4.1 sub a. e Pagina 3, 3 alinea, laatste zin: De hier aangegeven mogelijkheid dat de decaan de rol van klager op zich neemt, ontbreekt nog in de Klachtenregeling. e Pagina 3, punt 4, 2 zin: Hier wordt gesuggereerd dat de inschakeling van de ombudsman voor een advies t.a.v. de ontvankelijkheid een mogelijkheid is. Volgens de Klachtenregeling (art. 2.1 en art. 5.1 sub a) dient dit altijd te gebeuren. 3/3 Klachtenregeling wetenschappelijke integriteit VU-VUMC 2014 (concept juni 2014) Inhoudelijk Preambule, 2e alinea, regel 5-7: zowel bij de VU als bij het VUMC dient naast onderzoek en onderwijs ook de maatschappelijke dienstverlening te worden genoemd. Vgl. art. 3.2 sub a. Art. 1.4: Hier dienen naast onderzoek ook onderwijs en maatschappelijke dienstverlening te worden genoemd. Art. 3.2: De ondersteuning van de ombudsman door een ambtelijk secretaris ontbreekt hier (vgl. art. 4.1, sub h m.b.t. de Commissie). In de nota ‘Voorstel voor aanpassingen …, pag. 3, punt 3, laatste zin, wordt deze ondersteuning wel genoemd. Art. 4.5: In de laatste zin ontbreken de overeenkomstige gremia van VUMC. Art. 5.1, sub b, ii: De implicaties van de laatste zin voor art. 5.1, sub e, laatste zin, en art. 5.2, sub a t/m f zijn niet aangegeven. In de genoemde artikelen staan allerlei bepalingen m.b.t. de klager die niet (zonder meer) kunnen worden uitgevoerd in het genoemde geval. Redactioneel Preambule, 1e alinea, voorlaatste zin: Achter ‘beginselen’ dient een komma te staan. Art. 1.7, 3e regel: de komma achter ‘studenten’ dient te worden geschrapt. Art. 3.1, sub a: In de laatste regel dient ‘elkaar’ te worden: ‘elkaars’. Art. 3.2, sub b: In de 1e regel dient ‘het’ vóór ‘CvB’ geschrapt te worden. Art. 5.1, sub b, i: Onbedoelde nieuwe regel ingevoegd. Art. 5.1, sub f: In de 2e regel moet ‘onder e’ zijn: ‘onder d’. Art. 5.2, sub c: In de 4e regel dient ‘op’ vervangen te worden door ‘over’. Art. 5.4, sub f: Het woord ‘openbaring’ kan beter vervangen worden door ‘openbaarmaking’. Art. 9, sub a: Het laatste woord van de 1e regel mist de beginletter k. De Ondernemingsraad ziet de nieuwe tekst van de regeling graag tegemoet opdat de raad kan overgaan tot beantwoording van het instemmingsverzoek. Daarbij tekent de raad aan dat hij van 11 juli tot 11 augustus met zomerreces is. Namens de Ondernemingsraad, dr. O.G. Heldring, voorzitter
© Copyright 2024 ExpyDoc