De 14 kwartieren van Mr. Hendrik George d’Acquet door H.K. Nagtegaal en H.M. Morien 1 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden Door de wapens in de vorm van een kwartierstaat af te beelden krijgt men een goed overzicht van de familiebanden. De basis van deze kwartierstaat is er één uit de “Kwartierstaten van Delftse Vroedschappen” van Willem van der Lely (1698-1772).1 De wapens waren gearceerd, onjuistheden zijn gecorrigeerd en de gegevens zijn nu verder uitgewerkt en van bronnen voorzien. 1. 2. 3. 4. I Mr. Hendrik Georgesz. (Jorisz.) d’ Acquet, geb. Delft 21 oktober 1692, ged. ald. 22 oktober 1692, ingeschreven als student te Leiden 7 oktober 1709 2, promoveerde aldaar 4 juli 1704 3, secretaris van de weeskamer 1715-1732, lid van de Ridderlijke Confrérie 1717 4, een oud genootschap van officieren van de schutterij, vroedschap van Delft 1732, weesmeester 1733, deken van het tappersgilde 1733, superintendent van de saaigreine- en stoffenhal 1733 5, schepen ald. 1737, 1749, als president schepen betrokken bij de activiteiten van de verkiezing van Willem IV tot stadhouder 1747, burgemeester 1750 van Delft 6, adjunct ten dagvaart 1752, gecommitteerde raad 1755, raad ter Admiraliteit in Zeeland 1761, testeerde op zijn sterfbed 22 december 1769 7, overl. Delft 22 december 1769, begr. ald. (O.K.) 28 december 1769, weldoener van de Kamer van Charitaten 1770, liet de Kamer 5000 gulden na. 8 Hij huwde Delft (ondertr. ald. 18 november) 6 december 1719 met Alida Willemina van der Graaff, geb. Delft 9 januari 1692, ged. ald. 10 januari 1692, overl. Delft 13 juni 1750. begr. ald. (O.K.) 18 juni 1750, weldoenster van de Kamer van Charitaten, liet de Kamer 2000 gulden na 9, dochter van Willem van der Graaff en Alijda Verburgh. Dit echtpaar is kinderloos overleden. 10 II Dr. George (Joris) Hendriksz. d’Acquet, ged. Delft 1 november 1663, ingeschreven als student te Leiden 21 september 1682 11 , ontvanger van de 200e penning 1690 12, 1693 13 , regent van het Oude- en Nieuwe Gasthuis 1691-1696 14, secretaris van de weeskamer 1695, 1715, secretaris van de grote visserij 1698, vroedschap van Delft 1716, weesmeester 1722, 1723, schepen 1724, 1725, 1726, 1727 ald., medevoogd over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Anna Oudlant, in haar leven weduwe en boedelhoudster van wijlen Mr. Jacob Vlaerdingerwout 2 juni 1711 15, testeerde met zijn vrouw Delft 27 juni 1696 en 19 mei 1724 16, overl. Delft 6 januari 1732, begr. aldaar (O.K.) 10 januari 1732. Hij huwde Delft (ondertr. ald. 16 juni 1691) 3 juli 1691 (huwelijkse voorwaarden 15 juni 1691 17) 18: Anna Pietersdr. (van) Hoogenhoeck, geb. Delft 10 november 1655, ged. ald. 11 november 1655, wonende Oude Delft WZ 1750, overl. Delft 3 augustus 1750, begr. ald. (O.K.) 7 augustus 1750, legateert 1200 gulden aan de Kamer van Charitaten te Delft. 19 III Dr. Hendrik (Henricus) Jorisz. d’Acquet, geb. Den Haag 20 juni 1632, ged. ald. 22 juni 1632, ingeschreven als student geneeskunde te Leiden 21 april 1654 20, jm. wonende te Den Haag 1658, vestigt zich na zijn studie als stadsgeneesheer te Delft, decaan van het chirurgijnsgilde 1681 21, 1696 22, meester van de Kamer van Charitaten 1660, vroedschap van Delft 1672, schepen 1673, weesmeester 1687 en burgemeester 1690 van Delft, adjunct ter dagvaart 1700, stelde zich in 1690 borg voor zijn zoon George d’Acquet, wonende aan het Oude Delft 202 23, overl. Delft 12 augustus 1706, begr. ald. (O.K.) 16 augustus 1706.24 Hij huwde Delft (ondertr. ald. 11 mei 1658) 30 mei 1658: 2 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Sophia Lieftingh, geb. Delft 24 januari 1637, ged. ald. 27 januari 1637, jd. wonende aan de Wijnstraat 1658, overl. Delft 3 januari 1733, begr. ald. (O.K.) 8 januari 1733, dochter van Johan Gerritsz. Lieftingh en Anna Nicolaasdr. van der Mast. Hendrik en Sophia laten zes maal een testament opmaken. 25 Hoogenhouck, Pieter Abrahamsz. van, ridder, geb. Delft 3 februari 1613, wijnkoper en brouwer in “de (Swarte) Oijevaer”, regent Oude- en Nieuwe Gasthuis 1639, rentmeester, veertigraad 1643, meester van het Oude Gasthuis 1639-1651, schepen 1655, 1656, 1658, weesmeester 1663, adjunct ter dagvaart 1664, thesaurier 1665, 1674, burgemeester 1669-1673, 1677-1679 van Delft, rentmeester van het Oude en Nieuwe Gasthuis 1651-1679 en regent van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis 1677, kerkmeester van de Oude en Nieuwe kerk 1679 26, overl. Delft 26 januari 1679, begr. ald. (O.K.) 31 januari 1679. 27 Hij huwde Delft 27 juli 1636: 28 Catharina Hermansdr. van Ruyven, geb. Delft 26 april 1613, overl. Delft 16 juni 1695, begr. Delft 21 juni 1695. IV Joris Salomonsz. d'Acquet, geb. Delft 22 april 1603, zijdelakenkoper, wonende aan de Wijnstraat, getuige 6 januari 1637 bij de doop van Maria, dochter van Jan Willemsz. en Annetge Jacobs, koopt twee huizen aan het Oude Delft in het St. Hieronymus dal 14 april 1640 29, overl. Delft 27 augustus 1640, begr. ald.r (O.K.) 30 augustus 1640, zoon van Salomon Jorisz. d’ Acquet, lakenkoper, en Jannetgen Reyers van der Slacht. 30 Hij huwde Delft (ondertr. ald. 2 januari 1627) 14 januari 1627: Emmerentia Heijndricx van der Linde(n), geb. 17 februari 1607, overl. Delft 7 april 1687, begr. ald. (O.K.) 13 april 1687, dochter van Hendricus Arnoldusz. (Arnoldi) van der Linden, predikant te Delft, en Atthalia Block Jacobsdr.; zij hertrouwt Delft (ondertr. ald. 16 november 1641) 3 december 1641 met Dr. Johan van Blanckedael, medisch doctor, van Utrecht. Joris d’Acquet en Emmerentia testeren Delft 11 januari 1627 en 14 augustus 1640. 31 Jan (Johan) Gerritsz. Liefting, geb. 13 september 1604, apotheker, wonende aan de Hippolytusbuurt 1628, als weduwnaar ald. 1636, Wijnstraat 1644, 1673, Voorstraat 1684, begr. Delft (O.K.) 21 juni 1684. Hij huwde 1e Delft (ondertr. ald. 2 september 1628) 17 september 1628 Sophia de Salengre, jd. wonende Hippolytusbuurt 1628. Hij huwde 2e Delft (ondertr. ald. 8 maart 1636) 24 maart 1636: Anna Nicolaesdr. van der Mast, geb. 3 juni 1610, jd. wonende Oude Delft 1636, aan de Wijnstraat 1673, begr. Delft 2 september 1673, dochter van Claes Bartelmees van der Mast en Catharina Arentsdr. Van der Graaff. Hoogenhouck (Hogenhoeck), Abraham Maertensz. van, geb. Delft 5 april 1580, brouwer in Den Eenhoorn en in de Dubbelle Sleutel, wonend aan de Koornmarkt te Delft 1607, 1615, 1641, gasthuismeester van Delft 1614-1633 32, veertigraad ald. 16381641, schepen 1639, weesmeester 1640 33, overl. Delft 12 juli 1641, begr. Delft (O.K.) 15 juli 1641 34, 35 36, zoon van Maerten Hoogenhouck en Catharina van der Dussen. Hij huwde 2e Delft 22 februari 1615 met Margaretha Jansdr. van Santen, jd. wonende aan de Koornmarkt 1615, aan het Oude Delft 1648, overl. Delft 28 december 1648, begr. Delft 4 januari 1649. Hij huwde 1e Delft 2 september 1607: Clara Pietersdr. van der Burch, jd. wonende aan de Koornmarkt 1607, overl. Delft 7 april 1614, dochter van Pieter van der Burch en Maria van Santen. Harmen Pietersz. van Ruyven, geb. 3 juli 1587, jm. wonende aan het Oude Delft te Delft 1611, 1919, 1626, 1628, houtkoper, bewaarder van het Meisjeshuis 1627 37, overl. 20 3 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden september 1645, begr. Delft (O.K.) 25 september 1645, zoon van Pieter Joosten van Ruyven, houtkoper, en Catharina Harmansdr. Schinkel. Hij huwde Delft 23 januari 1611: 15. Catharina (Trijngen) Pietersdr. van Ruyven, geb. 23 juli 1590, jd. wonende aan het Oude Delft 1611, moeder van het weeshuis 1632 38, overl. 11 juni 1642, begr. Delft (O.K.) 13 juni 1642, dochter van Pieter Jansz. van Ruyven, koopman, regent van het weeshuis te Delft, en Maertge Dirxdr. van Santen.39 Afkorting: GAD = Gemeentearchief Delft Gebruikte bronnen en literatuur 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 GAD, archief nummer 176, Collectie W. van der Lely, inv. nr. 25, Kwartierstaten van Delftse Vroedschappen (18de eeuw), blz. 186. Later is dit handschrift in fragmenten door L.G.N. Bouricius geplaatst in De Nederlandsche Leeuw (1914 e.v.) Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae (1575-1875), blz. 813. Album Promotorum Academiae Lugduno-Batavae (1573-1812), blz. 260. GAD, Archiefnr. 309, Schepschuttersvereniging "Dilletto ed Arme", inv. nr. 8, blz. .. GAD, Afschrift van de Edele Grootachtbare Heeren Regeerders der Stad Delft (1676-1746). R. Boitet, Beschryving der Stadt Delft (1729), Naamlijst van de Heeren Schouten, Burgemeesteren, Schepenen, Thesauriers, Wees- en Havenmeesters der stad Delft. GAD, ONA, inv.nr. 3095, fol. 58 (22-12-1769). Weldoeners der Kamer van Charitaten te Delft in 1750; in Algemeen Nederlandsch Familieblad 1902, blz. 215 Weldoeners der Kamer van Charitaten te Delft in 1750; in Algemeen Nederlandsch Familieblad 1902, blz. 214. H.M. Morien en H,K, Nagtegaal. Stamreeks d’ Acquet; in: Ons Voorgeslacht (2011), blz. 319, 320. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae (1575-1875), blz. 655. NA Inventaris van het oud-archief der stad Delft, 1e afd. 1246-1795, akte 800. GAD, Oud D II E 65, nieuwe losse aanwinsten 598. GA Delft, W. van der Lely. Namen en Wapenen der Regenten van het Oud- en Nieuwe Gasthuis binne de stad Delft, mitgaders van alle de rentmeesteren van den selve huijsen, blz. .. De Wapenheraut 1908, blz. 90. Weldoeners der Kamer van Charitaten te Delft in 1750; in Algemeen Nederlandsch Familieblad 1902, blz. 214. GAD, ONA, inv nr. 2291, fol. 39 (15-6-1691). H.M. Morien en H,K, Nagtegaal. Stamreeks d’Acquet; in: Ons Voorgeslacht (2011), blz. 319. GAD, ONA, inv.nr. 2291, fol. 106 (27-6-1692) en inv.nr. 2418 (19-5-1724). Album Scholasticum, Academiae Lugduno–Batavae, Nomina Studiosorum blz. 436. GAD, Gilde van de chirurgijns, nr. 233, inv. 1, een losse folio zonder nummer en data in het boek geschoven met de vermelding: Hendrick d’Acquet, decaan van het chirurgijnsgilde op het schilderij van Cornelis de Man, met de andere chirurgijns. GAD, Gilde van de chirurgijns, nr. 233, inv. 2, fol. 30v. (1698). GAD, Oud D II E 17, nieuwe losse aanwinsten 598 (Oude Delft 202). H.M. Morien en H,K, Nagtegaal. Stamreeks d’Acquet; in: Ons Voorgeslacht (2011), blz. 316, 317, 318. GAD, ONA, inv.nr. 2020, fol. 125 en 156 (19-8-1659 en 27-9-1661); inv.nr. 2128, fol. 73 (24-121663); inv.nr. 2128, fol. 459 (5-9-1674); inv.nr. 2284, fol. 100 (11-101681); inv nr. 2310, fol. 477 (16-4-1687; inv.nr. 2236, fol. 36 (25-3-1692). 4 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 R. Boitet, Beschryving der Stadt Delft (1729), Naamlijst van de Heeren Schouten, Burgemeesteren, Schepenen, Thesauriers, Wees- en Havenmeesters der stad Delft. Nederlandsch biografisch woordenboek. (Deel 9), 407, J.J.F. Lots. Het voor- en nageslacht van Symon Dircsz., uit Pijnacker; Een parenteel van ca. 1360 tot ca. 1700; in: Ons Voorgacht (2014), blz. 117. GAD, Oud D II E 77. Nieuwe losse aanwinsten 198. H.M. Morien en H,K, Nagtegaal. Stamreeks d’ Acquet; in: Ons Voorgeslacht (2011), blz. 315, 316. GAD, ona, inv. nr. 1828, fol. 36 (20-8-1633); inv.nr. 1689 (14-8-1640). GAD, W. van der Lely, Namen ende Wapenen der Regenten van het Oude- ende Nieuwe Gasthuijs binne de stad Delft, mitgaders van alle de rentmeesteren van den selve huijsen. R. Boitet, Beschryving der Stadt Delft (1729), Naamlijst van de Heeren Schouten, Burgemeesteren, Schepenen, Thesauriers, Wees- en Havenmeesters der stad Delft. E.J. van Wolleswinkel. Wil het ware echtpaar opstaan. Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 1988, blz. 131. G.H.J.C. Eschauzer. De erfgenamen van Jan Pietersz. Hoogenhouck. Algemeen Nederlandsch Familieblad 1903, blz. 528. Mr. W. van der Lely, Kwartierstaten van Delftsche Vroedschappen; in: De Nederlandsche Leeuw 1914, kolom 328. R. Boitet, Beschryving der Stadt Delft (1729), blz. 491. R. Boitet, Beschryving der Stadt Delft (1729), blz. 454 J.J.F. Lots. Het voor- en nageslacht van Symon Dircsz., uit Pijnacker; Een parenteel van ca. 1360 tot ca. 1700; in: Ons Voorgacht (2014), blz. 116. 5 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden
© Copyright 2024 ExpyDoc