Flash Invest - BNP Paribas Fortis

Toonregelingen
P. Woestyn
Inleiding
Een toonregeling (equalizer) is een instelbaar audiofilter met een vrij beperkt
versterkingsbereik rond 0 dB. Vanwege hun ruim toepassingsgebied zijn ze
verplicht voor elk zichzelf respecterend mengpaneel. We noemen slechts enkele toepassingen:
• Bij optredens pikken microfoons veel ongewenst lawaai op: het publiek,
andere instrumenten, heen-en-weer geloop van de muzikanten, . . . . Een
toonregeling kan deze onderdrukken. Als bijvoorbeeld de microfoon van
een zangeres te veel achtergrondgeruis oppikt kunnen de lage frequenties tot bv. 200 Hz onderdrukt worden.
• Bij opnames kan de frequentiekarakteristiek van een microfoon gecorrigeerd worden.
• Compressors en limiters worden vaak frequentieselectief gemaakt met
een toonregeling.
• DJ’s gebruiken toonregelingen om de muziek zelf merkbaar te bewerken.
Mengpanelen toegespitst op DJ-gebruik bieden vaak toonregelingen aan
met een sterk asymmetrische versterking (bv. +6 . . . − 20 dB).
• De frequentiekarakteristiek van luidsprekers en zaal kan gecorrigeerd
worden.
Men kan twee types toonregelingen onderscheiden: grafische en parametrische.
Bij de eerste type wordt het audiospectrum in vaste banden opgedeeld. Het
aantal banden is typisch twee, drie, tien of dertig. Elke band krijgt zijn eigen
versterker/verzwakker. Grafische toonregelingen zijn populair bij consumenten vanwege zijn gebruiksgemak. Professionele mengpanelen beschikken altijd over een grafische toonregeling voor de stereokanalen.
Bij een parametrische toonregeling is de bandfrequentie instelbaar. Men
maakt onderscheid tussen half-parametrische (frequentie en versterking zijn
instelbaar) en volledig parametrische (ook de Q-factor is instelbaar) banden.
Enkel op zichzelf staande equalizers en de allerduurste mengpanelen zijn volledig parametrisch. De meeste mengpanelen beperken zich tot een semi-parametrische regeling voor de monokanalen.
De Werkgroep Elektronica biedt een mono en een stereo toonregeling aan.
1
1
2
3
4
5
6
7
Stereo toonregeling
47n
C1L
De stereo toonregeling is gebaseerd op de gebruikelijke Baxandalltoonregeling1 , met kleine wijzigingen (figuur 1). Ze heeft twee banden, elk met een
versterking −15 . . . + 15 dB. De lage band reikt tot ongeveer 250 Hz, de hoge
band heeft effect vanaf 1.2 kHz.
P1B
47k
R1L
X1-6
6
GND
C11
100n
C3
8
47k
R3L
10u/25
X1-3
6k8
R4L
100n
3
IC1A
GND
6k8
C7
1
3
R5L
47k
P2B
47n
5
C1
C1R
X1-5
C2L
1n8
10u/25
100n
NE5532N
2
+
4
C10
+
4
R2L
10k
VDD
+
X1-4
2
47u
X1-2
C3L
10k
VSS
P1F
47k
R1R
1
R2R
47k
10k
R3R
47u
X1-1
C3R
10k
NE5532N
6
+
C2R
1n8
7
X1-7
IC1B
GND
6k8
R4R
7
5
6k8
47k
P2F
R5R
Figuur 1: Schema van de stereo toonregeling.
Mono toonregeling
1
2
De monotoonregeling
heeft drie banden.
Het filter voor
3
4
5 lage en hoge frequen6
ties is identiek aan een half schema van de stereotoonregeling.
Het middenbandfilter is semi-parametrisch. Het schema ervan is gebaseerd
op een courante topologie: een state-variable filter zorgt voor de frequentieselectiviteit; met een potentiometer rond een inverterende opamp kan deze geselecteerde band versterkt of verzwakt worden. De centrumfrequentie is regelbaar
van 270 Hz tot 6 kHz Alle banden hebben een versterking−15 . . . + 15 dB.
1 Genoemd naar Peter Baxandall die dit revolutionaire type publiceerde in het artikel “NegativeFeedback Tone Control”, Wireless World, oktober 1952. Het basisschema wordt vandaag nog courant gebruikt.
2
7
2
3
4
5
6
7
VDD
1
2
6
100n
C21
10u/25
VSS
100n
P21
Zie tekst
R21
2
C22
R8
4k7
4k7
R2
Zie tekst
R12
IC2B
7
6
NE5532N
R24
R11
R7
R5
1k8
5k6
R4
2
3
100k
R1B
6
4k7
5
100k
R1F
IC1A
GND
1
5
X1-5
IC3A
R25
Zie tekst
P22
NE5532N R3
1
NE5532N
GND
Zie tekst
Zie tekst
Zie tekst
4k7
3
Zie tekst
C1
Zie tekst
5
Zie tekst
R23
1
NE5532N
C2
+
IC2A
5n6
R9
7
NE5532N
Zie tekst
5n6
100u/35
1
C3
X1-1
2
IC3B
R22
Zie tekst
3
5
Zie tekst
100n
C4
8
8
8
C8
4
C11
GND
VSS
C7
4
X1-4
4
C6
10u/25
100n
+
X1-3
+
C10
3
4
X1-2
NE5532N
7
IC1B
GND
Figuur 2: Schema van de mono toonregeling.
De waarden van de weerstanden R11 en R12 hangen af van de waarde van
P1 :
1
2
3
4
P1 →
10 kΩ
47 kΩ
R11 , R12
2.2 kΩ
10 kΩ
5
6
De waarden van R21 –R24 , C11 , P12 en C12 hangen af van P11 :
P11 →
47 kΩ
100 kΩ
R21 , R22
10 kΩ
22 kΩ
C11
47 nF
22 nF
P12
47 kΩ
100 kΩ
R23
47 kΩ
120 kΩ
R24 , R25
6.8 kΩ
15 kΩ
C12
1.8 nF
1 nF
Solderen
Voor de opbouw kunt u zich inspireren op de voorbeeldlayouts2 . Gebruikte
kopervlakken aan de onderkant zijn in blauw, draadbruggen in rood, geïsoleerde draadbruggen in gestreept rood en gestreept blauw aangegeven. Alle
2 Zie ieeesb.ugent.be/sites/ieeesb.elis.ugent.be/files/toonregeling-stereo.png en
ieeesb.ugent.be/sites/ieeesb.elis.ugent.be/files/toonregeling-mono.png.
3
7
traditionele componenten komen aan de bovenkant; alle SMD-componenten
komen aan de onderkant.
Boor eerst de gaten voor de potentiometers. Leg vervolgens de draadbruggen; alle volle-rode lijnen mogen met blanke draad gelegd worden. Soldeer
vervolgens de voetjes, daarna de weerstanden. Als de toonregeling afgewerkt
is controleer de werking eerst met functiegenerator en oscilloscoop, daarna met
een audiosignaal.
C2–C5 en R6L/R6R worden best helemaal op het laatst gesoldeerd.
Als alle faders goed gesoldeerd zijn liggen hun aanstootvlakken in hetzelfde vlak zodat montage in een behuizing eenvoudig is.
In de schakeling zijn enkele SMD-componenten gebruikt om de kostprijs te
drukken3 . Als u weinig ervaring hebt met SMT vraag gerust enkele condensatoren om mee te oefenen.
3 De
SMD-componenten werden geschonken door de onderzoeksgroep Circuits en Systemen.
4