DE HOOFDTIJDEN (LES VERBES IRRÉGULIERS

DE HOOFDTIJDEN (LES VERBES IRRÉGULIERS)
Remarques :
• On appelle aussi parfois cette liste les « temps primitifs » ou « TP ».
• Les verbes en gras se conjuguent avec l’auxiliaire ‘zijn’ (« + Z ») au VTT.
• Les participes passés suivis de « + H / Z » sont ceux qui, au VTT, se conjuguent parfois avec
‘hebben’ et parfois avec ‘zijn’ (verbes de déplacement)
• Les verbes de position (zitten, liggen, staan, hangen) se conjuguent avec ‘hebben’ au VTT
(mais attention : opstaan se conjugue avec ‘zijn’ au VTT).
INFINITIF FRANÇAIS
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
COMPRENDRE
RESTER
REGARDER
RECEVOIR
SOUFFRIR
13.
14.
15.
16.
17.
18.
OFFRIR
CHOISIR
INTERDIRE
PERDRE
VOLER (AVEC AILES)
PRENDRE SON P.-DEJEUNER
ROULER
BRILLER
ECRIRE
REPASSER (LINGE)
DISPARAITRE
SE TAIRE
GELER
19. PLONGER
20. FERMER
INFINITIF NLDS
OVT SINGULIER
(ik-je-hij-ze-u)
OVT PLURIEL
(we-jullie-ze)
PARTICIPE
PASSE
Begrijpen
Blijven
Kijken
Krijgen
Lijden
Ontbijten
Rijden
Schijnen
Schrijven
Strijken
Verdwijnen
Zwijgen
begreep
bleef
keek
kreeg
leed
ontbeet
reed
scheen
schreef
streek
verdween
zweeg
begrepen
bleven
keken
kregen
leden
ontbeten
reden
schenen
schreven
streken
verdwenen
zwegen
begrepen
gebleven
gekeken
gekregen
geleden
ontbeten
gereden
geschenen
geschreven
gestreken
verdwenen
gezwegen
Bieden
Kiezen
Verbieden
Verliezen
Vliegen
Vriezen
bood
koos
verbood
verloor
vloog
vroor
boden
kozen
verboden
verloren
vlogen
vroren
geboden
gekozen
verboden
verloren
gevlogen
gevroren
Duiken
Sluiten
dook
sloot
doken
sloten
gedoken
gesloten
+H/Z
+Z
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
COMMENCER
BOIRE
GRIMPER
SAUTER
TROUVER
GAGNER (CONCOURS)
CHANTER
Beginnen
Drinken
Klimmen
Springen
Vinden
Winnen
Zingen
begon
dronk
klom
sprong
vond
won
zong
begonnen
dronken
klommen
sprongen
vonden
wonnen
zongen
begonnen
gedronken
geklommen
gesprongen
gevonden
gewonnen
gezongen
28.
29.
30.
31.
32.
TIRER (UN PORTE)
PARTIR
ENVOYER
NAGER
ENFLER, GONFLER
Trekken
Vertrekken
Zenden
Zwemmen
Zwellen
trok
vertrok
zond
zwom
zwol
trokken
vertrokken
zonden
zwommen
zwollen
getrokken
vertrokken
gezonden
gezwommen
gezwollen
Breken
Eten
brak
at
braken
aten
gebroken
gegeten
33. CASSER
34. MANGER
+Z
+H/Z
+Z
+H/Z
+H/Z
+Z
+H/Z
+H/Z
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
GUERIR
DONNER
PRENDRE
PARLER
VOLER (QQCH.)
OUBLIER
Genezen
Geven
Lezen
Nemen
Spreken
Stelen
Vergeten
genas
gaf
las
nam
sprak
stal
vergat
genazen
gaven
lazen
namen
spraken
stalen
vergaten
genezen
gegeven
gelezen
genomen
gesproken
gestolen
vergeten
42.
43.
44.
PORTER
NAVIGUER
DEMANDER
Dragen
Varen
Vragen
droeg
voer
vroeg
droegen
voeren
vroegen
gedragen
gevaren
gevraagd
45.
46.
LAISSER
DORMIR
Laten
Slapen
liet
sliep
lieten
sliepen
gelaten
geslapen
47.
48.
49.
50.
VISITER
ACHETER
VENDRE
CHERCHER
Bezoeken
Kopen
Verkopen
Zoeken
bezocht
kocht
verkocht
zocht
bezochten
kochten
verkochten
zochten
bezocht
gekocht
verkocht
gezocht
51.
52.
APPORTER
PENSER
Brengen
Denken
bracht
dacht
brachten
dachten
gebracht
gedacht
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59.
60.
61.
62.
63.
64.
65.
66.
67.
68.
69.
70.
71.
72.
73.
74.
75.
FAIRE
ALLER
ETRE SUSPENDU
AVOIR
AIDER
TENIR (AIMER)
VENIR
POUVOIR (CAPACITE)
ETRE COUCHE
COURIR
DEVOIR
POUVOIR (PERMISSION)
ETRE DEBOUT
MOURIR
TOMBER
COMPRENDRE
SAVOIR
VOULOIR
DEVENIR
DIRE
VOIR
ETRE
ETRE ASSIS
Doen
Gaan
Hangen
Hebben
Helpen
Houden (van)
Komen
Kunnen
Liggen
Lopen
Moeten
Mogen
Staan
Sterven
Vallen
Verstaan
Weten
Willen
Worden
Zeggen
Zien
zijn
zitten
deed
ging
hing
had
hielp
hield (van)
kwam
kon
lag
liep
moest
mocht
stond
stierf
viel
verstond
wist
wou / wilde
werd
zei / zegde
zag
was
zat
deden
gingen
hingen
hadden
hielpen
hielden (van)
kwamen
konden
lagen
liepen
moesten
mochten
stonden
stierven
vielen
verstonden
wisten
zagen
waren
zaten
gedaan
gegaan
gehangen
gehad
geholpen
gehouden
gekomen
(gekund)
gelegen
gelopen
(gemoeten)
(gemocht)
gestaan
gestorven
gevallen
verstaan
geweten
(gewild)
geworden
gezegd
gezien
geweest
gezeten
76.
77.
78.
79.
CUIRE
S’APPELER
RIRE
LAVER
Bakken
Heten
Lachen
wassen
bakte
heette
lachte
waste
bakten
heetten
lachten
wasten
gebakken
geheten
gelachen
gewassen
LIRE
wouden / wilden
werden
zeiden / zegden
+H/Z
+H/Z
+Z
+ H !!
+Z
+ H !!
+H/Z
+ H !!
+Z
+Z
+Z
+Z
+ H !!