België-Belgique P.B. 9100 Sint Niklaas 3/5345 WWW.KOPIE-EXPRESSE.BE NOTIZIE 87 EERSTE KWARTAAL 2015 ANFITEATRO AMICI DELLA CULTURA ITALIANA Italiaanse producten, vers en gourmet. Wijnen, antipasti, kazen, pasta, olijfolie, aceto, dolci, koffie, pesto, kruiden,… Geschenkmanden op maat. Kom eens langs, voel en proef Italië! La Mela-Italian shop Lange Dreef 65 2820 Rijmenam 0494/120257 [email protected] www.lamela-italianshop.be Op vertoon van deze advertentie geven wij een korting van 10% op uw aankopen. VERSLAG ACTIVITEITEN ACTIVITEITENKALENDER CULTUURKALENDER ALGEMENE INFORMATIE VERANTWOORDELIJKE UITGEVER & AFZENDER: KARIN TAVERNIER PRINS KARELSTRAAT 14 B 9100 SINT-NIKLAAS TEL. 03.777.96.43 [email protected] MAART 2015 DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT AFGIFTEKANTOOR SINT NIKLAAS 1 ERKENNING: P303621 ANFITEATRO www.anfiteatro.be Voorzitter Romain Van Hautekerke 03 7710021 [email protected] Secretariaat Karin Tavernier 03 7779643 [email protected] Penningmeester Karel Van Landeghem 03 7768642 [email protected] Bestuursleden [email protected] Lode Corveleyn [email protected] André en Betsy De Haeck-Neckers 03 7768514 [email protected] Willy De Lange 03 7771941 [email protected] Toon De Meyer 03 7770296 [email protected] Gijs den Dubbelden 09/348.39.70 [email protected] Modest Figeys 03/7755591 [email protected] Geert en Marc Lehembre-Jottier 03 7765793 [email protected] [email protected] Brigitte Van Kogelenberg 03 7778345 [email protected] Chris en Marc Van Meerssche-Jonkers 03 776 59 68 [email protected] Kris Werts 0475 233 280 [email protected] Danielle en Achille Ziccardi-Van Gael 03 440 61 61 [email protected] NOTIZIE DE CASTRO Hendrik Heymanplein, 156 9100 Sint-Niklaas Tel.03/777.64.64 Ruime keuze Italiaanse vleeswaren boekhandel Stationsstraat 68, 9100 Sint-Niklaas Tel.03.776.52.25 oneindigeverhaal@skynet Gratis toegestuurd aan de leden Lid worden kost slechts 10 EUR voor één jaar. Een volgend lid uit hetzelfde gezin betaalt 4 EUR Nieuwe leden kunnen hun lidgeld storten op rekening van Anfiteatro : conto 413-9188521-59 IBAN : BE84 4139 1885 2159 BIC : KREDBEBB REDACTIE Anne-Marie Neckebroeck Karin Tavernier Romain Van Hautekerke Brigitte Van Kogelenberg Achille Ziccardi Linda Crivits Opmaak: B. Van Kogelenberg SLAGERIJ MAES VLEESHOUWERSSTRAAT 36 9112 SINAAI Tel: 03 772 33 39 SLAGERIJ MET ITALIAANSE SPECIALITEITEN BRICIOLE IN PRIMO PIANO tasten als zij in Verona het balkon van Julia willen zien. Dat meldt het Italiaanse agentschap Ansa. De plaatselijke overheid wil een bedrag van 2,5 euro heffen voor wie toegang wil tot het binnenplein, waar zich het balkon en een beeld van de heldin van Shakespeare's tragische roman 'Romeo and Juliet' bevindt. Zowel Romeo als Julia is een fictief karakter, maar dat verhindert stelletjes uit de hele wereld niet om het balkon te bezoeken waarmee de beroemde liefdesdialoog tussen de Montague en de Capulet wordt geassociëerd. Jaarlijks verdringen zich anderhalf miljoen bezoekers onder het balkon. De woning van Julia, een museum dat de bezoeker de mogelijkheid geeft om op haar balkon te gaan staan, was al langer niet meer gratis: dat bezoek kost zes euro. In Julia's Huis worden ook bruiloften georganiseerd. Het standbeeld van Julia is dan weer belangrijk voor vrijgezellen. De legende wil dat, wie haar in haar balkonnetje knijpt, snel "de ware" vindt. (Belga/MS) Als inleiding voor nummer 87 brengen we u graag een gedeelte van de speech die onze voorzitter bracht op de avond van ons jubileumconcert: … Dames en Heren, leden en sympathisanten van Anfiteatro, cari soci, carissimi amici, Un nuovo presidente in Italia: evviva la cucina italiana. Il matterello (in alcune zone detto mattarello) è un attrezzo utilizzato in cucina per distendere ed assottigliare gli impasti solidi in genere. La versione più tradizionale è costituita da un semplice cilindro in legno di 5-8 cm di diametro e lungo 50-70 cm. Esistono matterelli in marmo, acciaio, alluminio o materiale plastico antiaderente. La parola è un diminutivo di mattero, che in passato era un'arma celtica, simile ad una picca o ad un giavellotto. Sergio Mattarella (Palermo, 23 luglio 1941) è un politico italiano, dodicesimo presidente della Repubblica Italiana. Deputato dal 1983 al 2008, prima per la Democrazia Cristiana e poi per il Partito Popolare Italiano e la Margherita, e più volte ministro, dal 2011 è giudice costituzionale di nomina parlamentare. È stato eletto presidente della Repubblica Italiana il 31 gennaio 2015 al quarto scrutinio, con 665 voti. Ed ora avanti ..... Nuovo scioglilingua: Mattarella non maneggia momentaneamente il matterello, nemmeno il manganello... (da ripetere 3 volte) Op die eerste bijeenkomst waren wij reeds met een 100tal geïnteresseerden. Als we in de archieven duiken vinden we een tweede rondschrijven op 15-6-1990 met reeds een oproep om deel te nemen aan een eerste werkvergadering. Cultuur voor de amici della cultura italiana. http://www.internetculturale.it/opencms/opencms/it/ spot.html 48 (…) Waarlijk vanavond is het officiële startschot van ons herdenkingsjaar: 25 jaar Anfiteatro. Om heel juist te zijn vieren we ons zilveren jubileum pas in 2015. De allereerst brief werd verzonden op 30 april 1990 naar een aantal leerlingen en oud-leerlingen van het toenmalige LBC en CMO: de 2 enige avondscholen waar in Sint-Niklaas Italiaans werd geleerd. De aangeschrevenen werden uitgenodigd om samen te komen in de zaal Nectar in de Driekoningenstraat. (Ik weet niet of de zaal nog bestaat maar zo ja, dan wordt het dringend tijd er een arduinen of een carrara-marmeren gedenksteen aan te brengen!! ) Dat was de geboorte van Anfiteatro. Zo was de wagen aan het bollen en, beste toehoorders, hij bolt nog, reeds 25 jaar lang. Als je even wegmijmert bij die 25 jaar overvalt je een gevoel van nostalgie en sentiment. Nostalgie voelde ik toen ik enkele weken geleden van onze zolder kwam met de eerste map waarin mijn Anfiteatrodocumenten zitten (gedurende gans die tijd zorgvuldig bijgehouden hoewel mijn huisgenoten er soms een andere mening op nahouden). Het is een groene, versleten en verschenen map met in rode stift ANFITHEATRO met TH! (Het begon al met een lapsus.) Zoals in een archiefstuk in het museum zit de map vol met papiertjes en documenten: notities, verslagen, vergeelde krantenartikels, omzendbrieven, telefoonnummers, faxen (met perforaties aan de zijkant en op thermisch papier), restaurantkaartjes - van verdwenen en nog bestaande huizen -, ledenlijsten, prijslijsten, enz Dat was het nostalgische moment. Sentimenteel word je als je begint te bladeren en te lezen: zoveel naïeve, idealistische inzet van zo velen en van zo vele uren. Maar is een zeker gehalte aan naïef enthousiasme niet nodig in het vrijwilligerswerk, of het nu op het culturele of het sociale terrein is? Sentimenteel word je ook als je denkt aan de talrijke mensen die langer of korter mee aan de wagen duwden en die afhaakten of verdwenen zijn. Wij begroeten hier vanavond mensen van het eerste uur, maar wij betreuren evengoed hen die aan de wieg stonden van Anfiteatro en nu spijtig genoeg verdwenen zijn. 1 IN PRIMO PIANO Maar ja, een vereniging heeft een organische structuur, ze is dynamisch: leden komen erbij, leden verdwijnen, maar zolang de kritische massa groot genoeg blijft, kunnen we de toekomst hoopvol tegemoet zien. Onlangs sprak de Europese Raadsvoorzitter over: “de onvermijdelijke nostalgie die de grote etappen van het leven begeleidt”. We gaan niet beweren dat Anfiteatro radicale wendingen aan ons leven gegeven heeft, maar toch ben ik overtuigd dat die 25 jaar sporen nalaat, sporen door de ontmoeting met mensen, door de realisaties, door de plannen al dan niet gerealiseerd, door de kameraadschappelijke avonden, door de aanwezigheid op manifestaties, door de concerten, door de lezingen, door de proeverijen, door de gespreksavonden, door de talloze vergaderingen, door, door, ... Ik zou nog ver en lang kunnen doorgaan. Maar genoeg gemijmerd, laat ons kijken naar het nu en het komende. Anfiteatro is met zijn 25 jaar een grand old lady die gekoesterd wordt door haar talrijke leden. In tijden dat het verenigingsleven dikwijls aan bloedarmoede lijdt, mogen wij niet klagen. Onze opdracht - als bestuur - is met één luisterend oor naar de wensen van onze leden en met één vooruitziend oog naar de toekomst de verdere koers uit te stippelen, met in het achterhoofd de wetenschap dat vroeg of laat de fakkel moet worden doorgegeven. Met deze bedenkingen en ontboezemingen heb ik getracht het verleden van Anfiteatro - waar toch dikwijls een flard dromerij over hangt - te verbinden met een toekomst waaraan we met dezelfde inzet, zoals in het verleden, zullen en moeten werken… De voltallige ploeg van Anfiteatro belooft het u. (Dit klinkt bijna politiek. ) Geachte aanwezigen, wij beginnen zo dadelijk aan het 2de deel van ons concert, waar Karin jullie zal doorheen loodsen met de nodige begeleiding en informatieve teksten. Nadien wacht er - hoe kan het ook anders - een verrassing, een drankje, een hapje en een gezellige babbel, waar Anfiteatro wel sterk in is: een glas Italiaanse wijn en de ideeën bruisen op, de gesprekken ontspinnen zich en op de klok wordt niet meer gelet. (…) Wij rekenen erop jullie talrijk op onze komende jubileumactiviteiten te mogen begroeten. Romain Van Hautekerke Werkten verder mee Betsy Neckers, , Herman Cole, Gijs Dendubbelden, Frans Denissen, Monique Jacqmain, Linda Crivits, Anne-Marie Neckebroeck, Magda van den Bosch, Romain Van Hautekerke, Kris Werts, Marleen Willems 2 BRICIOLE linguistiche anche „svapare”, il produrre la nuvola di fumo delle e-cigarette (le sigarette elettroniche). Il dizionario racconta l’Italia della crisi, del „Redditest” (software che l'Agenzia delle Entrate mette a disposizione dei contribuenti perché possano autovalutare, la congruenza del reddito dichiarato con i beni posseduti e i servizi fruiti) e della spesa „spalmabile”. Nuove figure come il „collocatario” (la persona presso la quale qualcuno è collocato. Nelle separazioni di coniugi con un figlio minorenne, il genitore con il quale il figlio abita prevalentemente). E modi di dire: „empatizzare”, svirgolata sfoltitura. Nuove attività come „videoreporter”,„doula” (donna che svolge una funzione di sostegno psicologico e pratico a una puerpera durante la gravidanza, il parto e nei primi mesi di vita del bambino), lo „scouting” e il „wedding planner” (l’organizzatore dei matrimoni). Ma non mancano anche neologismi sulle nuove paure: la „eterofobia” (l’avversione, ostilità per tutto ciò che è altro, diverso, alternativo) e la „nomofobia” (timore ossessivo di non poter disporre del telefono cellulare). Lo Zingarelli 2015 contiene inoltre 55 “definizioni d’autore”: da Giorgio Armani a Carlo Verdone, 55 riflessioni, piccole narrazioni, o ricordi personali, su altrettante voci del vocabolario, scritte da personalità della cultura, dello spettacolo e del costume. Punti di vista originali sul significato di una parola. Così alla voce “cantautore” si trova il commento di Francesco Guccini; lo scrittore Claudio Magris ha raccontato la sua “frontiera”; lo psicanalista Massimo Recalcati la parola “figlio”. Nello Zingarelli 2015 sono segnalate anche oltre 3 mila “parole da salvare”: come coriaceo, ingente, onere, perorare il cui uso diviene sempre meno frequente perché si privilegiano sinonimi più comuni ma meno espressivi; 964 sfumature di significato; 44600 locuzioni e frasi idiomatiche. Lo Zingarelli 2015 è anche in versione digitale che contiene tra l’altro: l’Enciclopedia Zanichelli, aggiornata all’aprile 2014; il dizionario delle lingua italiana Tommaseo Bellini (18651879); l’Analizzatore morfologico che fornisce l’analisi grammaticale delle forme coniugate dei verbi e delle forme flesse di sostantivi, aggettivi, pronomi. Zin om naar de Marche te reizen? Le Marche non ti abbandonano mai. www.youtube.com/watch?v=5-3qALICR5s&list=TLjS GiG8OHMHtt6oAKBC2FVPKdsIByJ6Zn Voor wie WO I nog niet moe is. www.centenario1914-1918.it En er is ook deze: NOVITA a questo link può trovare il sito internet ufficiale del Veneto con tutte le informazioni sulle iniziative per il centenario della Grande Guerra: http://www.venetograndeguerra.it/ Voortaan betalen voor Julia’s balkonnetje. Toeristen zullen binnenkort in de zakken moeten 47 BRICIOLE CHE COSA FAREMO? Rome lanceert bustickets die twee dagen geldig zijn. Vervoersmaatschappij Atac pakt nog eens uit met een nieuw businessplan. Dat is ook nodig, want de toestand bij het bedrijf is ronduit rampzalig. Atac bouwde het voorbije decennium een schuldenberg op van 1,7 miljard euro. Geen enkel businessplan kon het oplopen van de schulden indijken. Daarom nog maar eens een nieuwe poging. Het nieuwe plan mikt op de inkomsten die een aanpassing van het huidige ticketsysteem moet opleveren. De nieuwe maatregelen treden op 1 januari 2015 in werking. Maart was een drukke maand. Met de Paasvakantie houden we april wat rustiger… Het gewone ticket van 1,5 euro (BIT), waarmee je in Rome gedurende 100 minuten de bus op kan, een metrorit kan doen en de regionale trein nemen, blijft gewoon bestaan. Het dagticket van 24 uur (BIG) blijft eveneens in gebruik maar zal 7 euro kosten in plaats van 6 euro vandaag.Daarnaast komt er nu ook een biljet dat je twee dagen kan gebruiken. Voor die 48 uur betaal je 12,50 euro. Het driedaagse biljet (BTI), met een geldigheid van 72 uur, kost nu 18 euro (tegenover 16,50 euro). Door de mogelijkheden inzake de geldigheidstermijn van de biljetten te verruimen wil Atac meer toeristen op de bus en metro krijgen. De prijsverhoging moet tevens de inkomsten doen toenemen. 2014 was een bijzonder moeilijk jaar voor de olijfboeren in Europa. Door de extreme weersomstandigheden werd in Italië 37% minder olijfolie geproduceerd in vergelijking met 2013. De streken rond Umbrië en Toscane hadden de grootste problemen met een daling van 45%. In Sicilië zijn ze er nog relatief goed vanaf gekomen met een daling van 22%. Het gebrek aan olie zal ongetwijfeld de verleiding groter maken bij de producenten om blends (mengelingen) op de markt te brengen. Dat is een slechte zaak voor de consument. De schaarste op de markt zorgt bovendien voor een onvermijdelijke prijsstijging. Lingua : Nello Zingarelli entra il selfie e lo svapare. Tra le oltre 144mila voci e 380mila significati dell’edizione 2015 ecco quindi il „selfie”, l’autoscatto col cellulare, la foto scattata a sé stessi o in gruppo con uno smartphone o una „webcam”, ormai un rituale più che una moda, che si svolge ovunque. Ci sono passati tutti dalle rockstar che dal palco si immortalano di fronte al pubblico, al presidente Obama e first lady fino ai selfie del premier Renzi. Ma tra le novità 46 21 april: I Medici door Catherine Dupres In het kader van “Portretten” en “Archipel”. Meer dan drie eeuwen waren ze de machtigste familie in Florence en Toscane, brachten 3 pausen en 2 koninginnen voort, maar waren vooral de grote beschermheren van kunsten, cultuur en wetenschappen. We hebben het natuurlijk over de Medici die ons uitgebreid worden voorgesteld door historica Catherine Dupres met aandacht voor de rol die de Medici eveneens gespeeld hebben in onze contreien. 26 april: aanbod voor een beperkte groep Anfiteatroleden! De Rore in Ronse! Volzet. 31 mei: vrijhouden in je agenda: alle info doen we je later uit de doeken. Quattro chiacchiere, onze woensdagse praatnamiddagen onder leiding van native speaker Achille Ziccardi op 8, 15, 22, 29 april, 13,20 en 27 mei, telkens van 14 tot 16 u. Bijdrage in de onkosten: 45 euro , leden betalen slechts 35 euro. Aanmelden via mail bij [email protected] Deelnamegeld storten voor de start van de reeks. INHOUD In primo piano: Woord (je) van de voorzitter n.a.v. start jubileumjaar Che cosa faremo? Che cos’abbiamo fatto? • Mr Gwyn • Nieuwjaarsreceptie • Siena a Bozar • Pasolini Storia • Penelope va alla guerra (1) • I tre giorni della merla • Don Camillo • Eritrea • Genobelde Italianen (1) Viaggiare • Napels zien: deel 2 • Mantova • Goedkoop en trendy hotel in Venetië • Vacanze fai da te Stampa • Il caffè sospeso a Napoli • talia vs Italy • Quei menu esotici bocciati dagli scolari italiani Da Vedere • Matera • Il Capitale Umano Da leggere: • La Superba • 'Il grande racconto del viaggio in Italia'. Briciole 3 CHE COS’ABBIAMO FATTO? MR. GWYN door ALESSANDRO BARICCO De auteur : Alessandro Baricco Geboren in Turijn (25 januari 1958) studeerde filosofie en schreef zijn eerste roman in 1990. Na zijn afstuderen werkt hij als muziekcriticus en als freelance redacteur bij de Italiaanse uitgever Einaudi. Zijn eerste publicatie was een studie over het muziektheater van Rossini. In zijn romans probeert hij een techniek toe te passen die afwijkt van de literaire traditie en aansluit bij de vertelwijze van de moderne film. Zijn werk is bekroond met vele prijzen : Oceaan van een zee won de Premio Viareggio, Land van glas won de Prix Médicis étranger en Zijde werd in 1998 uitgeroepen tot Booksellers International Book of the Year. De novelle Novecento werd in 1998 verfilmd door Giuseppe Tornatore. DA LEGGERE IL GRANDE RACCONTO DEL VIAGGIO IN ITALIA Itinerari di ieri per viaggiatori di oggi. Brilli racconta il viaggio in Italia Nei secoli passati l’Italia è stata meta di un incessante pellegrinaggio culturale. Il Grand Tour, consuetudine delle classi colte europee, trovava infatti il suo culmine nel Belpaese, in omaggio al quale diventava il “viaggio in Italia”, tema che è oggetto del libro di Attilio Brilli “Il grande racconto del viaggio in Italia”, pubblicato dalla casa editrice “Il Mulino”. Come in concreto si svolgeva ce lo racconta la messe di diari, memorie, guide, epistolari a cui il libro attinge, restituendoci, grazie ad annotazioni, l’esperienza viva di uomini e donne d’ingegno, di nobili, di artisti, di poeti, di studenti e di quanti si dettero con entusiasmo alla scoperta della penisola. Ripercorriamo gli itinerari più battuti, sperimentiamo l’equipaggiamento e i mezzi di trasporto, riviviamo gli incidenti e le avventure, ma anche i sogni di quei primi turisti. (Bron: ‘Il Botteghino’, anno XIII 12 gennaio 2015 N. 202) De inhoud Mr Gwyn, voluit Jasper Gwyn, is een gevierd auteur wanneer hij op een dag, tot de opperste verbazing van zijn literair agent, in een krantenartikel aankondigt te stoppen met het schrijven van fictie. Het besluit dat ook voor hemzelf onverwacht komt, lucht hem aanvankelijk op, maar na een tijd constateert hij dat hij de handeling van het schrijven mist. In plaats van naar zijn vorig beroep terug te gaan kiest hij ervoor kopiist te worden, niet van documenten maar van mensen, hij gaat mensen “overschrijven”. Hoe hij dat zal doen weet hij niet, maar hij heeft wel een precies idee over de omstandigheden waarin hij wil werken. Hij huurt een open ruimte met een hoog plafond, een planken vloer en waterleidingen die een ratelend geluid voortbrengen. Hij bestelt bij een bevriend componist een muziekstuk van zestig uur dat permanent wordt afgespeeld. Hij laat gloeilampjes maken die slechte 30 uur branden en dan uitdoven. De assistente van zijn agent, Rebecca, is de eerste persoon die hij overschrijft. Na een onwennig begin past ze zich aan en verwacht van Gwyn een bepaalde tegemoetkoming. Nadien wordt ze zijn personal assistent en helpt ze hem met het zoeken en regelen van de verschillende 4 Ik lees een boek… Wie leest er mee… Cari lettori, Progetto Colibretto, het elektronisch lees-initiatief laat weer van zich horen. Deze maal met een boek van Silvia Avallone, met name: Marina Bellezza , na Acciao (Staal) de tweede titel van de schrijfster uit Biella in het Noorden van Italië, waar we onze lees-tanden zullen in zetten. Wie graag meeleest stuurt een bevestigende mail naar ondergetekende en ontvangt op regelmatige tijdstippen een uitgebreide woordenlijst. Het lees-initiatief is volkomen gratis. Het enige wat je moet doen is je eigen exemplaar van het boek aankopen. Buona lettura! A presto…? Dany Corneillie PC [email protected] 45 DA LEGGERE CHE COS’ABBIAMO FATTO? luisteraars dag na dag op wilde, stoere verhalen. Uiteindelijk bezwijkt hij aan zijn zoveelste gin-tonic, en na zijn dood blijkt dat hij zowat zijn hele levensloop bij elkaar had gefantaseerd. Dit verhaal kan eigenlijk op zichzelf worden gelezen, evenals het grappige relaas van de vergeefse pogingen van de ik-persoon om het gebouw van een schouwburg in Genua te kopen – zijn verbeten gevecht met de beruchte Italiaanse bureaucratie levert uiteindelijk niets op. Tegenover al deze uiterst lezenswaardige hoofdstukken staat een lang verhaal over een (ingebeelde?) liefdesaffaire van de schrijver met “het mooiste meisje van Genua”, een verhaal dat steeds weer onderbroken wordt door nogal gore anekdotes over zijn seksleven. Het begint al in het eerste hoofdstuk, waarin de ik-persoon op straat een afgerukt vrouwenbeen vindt, het mee naar huis neemt en het gebruikt om er zijn erotische fantasieën op uit te werken, waarna hij een plek in de buurt van de stad zoekt vanwaar hij het been in de zee kan gooien om ervan verlost te zijn. In het laatste hoofdstuk van het boek blijkt dan dat het in werkelijkheid om een mannenbeen ging, en als “boetedoening” laat de ik-persoon zich tot travestiet omturnen. Nu ben ik niet overdreven preuts ingesteld, en ik heb geen bezwaar tegen de vele expliciet erotische bladzijden in de boeken van romanschrijvers als Tom Lanoye en Louis Van Dievel, waarin allerhande… lichaamssappen bij manier van spreken bij beken vloeien, maar in deze roman lijken dergelijke passussen mij overbodig – ze voegen niets toe aan de m.i. zeer geslaagde centrale verhaallijn. Bijgevolg is er bij mijn beoordeling van deze roman bij uitstek sprake van “gemengde gevoelens”… Monique Jacqmain andere kandidaten. Bespreking Via zijn filosofische opleiding denkt Baricco na over hoe we onszelf en de anderen percipieren. Sommigen spreken van een “sprookjesachtige” sfeer; ons Anfiteatro-Davidsfondsgezelschap situeerde het werk meer in het magisch-realisme (H. Lampo, G.G. Marquez ) In Knack (2014) verschenen verschillende intervieuws van Jos Geysels en Ann Peuteman met bekende Vlamingen en de vraag werd hen telkens gesteld zoals Mr Gwyn in zijn krantenartikel in het begin van het boek - : welke 52 punten zal je zeker nooit meer doen in je volgende leven. Het is geen gemakkelijk boek en de twee uur durende dialoog, discussie was heel relevant. De reacties waren navenant:”ik ga het boek herlezen, nu begrijp ik veel meer dan na mijn eerste lezing”, enz. “Tout commence par une interruption” van Paul Valéry is het leidthema vooraan in het boek. We zouden het vrij kunnen vertalen als: alle einde is een nieuw begin. De duim met lettertekens op de kaft bood ook heel wat stof tot discussie: een duim met ribbles zijn unieke printen voor elk individu; met een fingerprint kan je een slot openen, enz. Eens te meer bewees deze avond dat samen praten over een boek - moeilijk of eenvoudig - zeer verrijkend is voor alle partijen. Er zijn steeds details die je ontgaan, er zijn steeds verbanden die je niet ziet of die je niet kent en in een open gesprek komt dat tot uiting. Een aanrader voor liefhebbers van Italiaanse literatuur, gelezen en besproken in het Nederlands. Romano December 2014. 44 5 CHE COS’ABBIAMO FATTO? Nieuwjaarsreceptie Anfiteatro... met verdwenen jas... Jasses dachten wij! Onze jas foetsie. We trokken dus met een elegant,kort, maar te klein jasje naar huis dat helemaal alleen treurig was blijven hangen. Maar nauwelijks thuis, tegen middernacht, bleek dat de dader (v) al getraceerd, geïdentificeerd, gecontacteerd, gearrest… -nee net niet- was. Ze was waarschijnlijk nog onder de indruk van het bruisende feest dat ze in de bittere kou moest verlaten en ze gaf blijk van goede smaak. Het netwerk van Anfiteatro werkte op volle toeren, al was het midden in de nacht en Facebook, Twitter stonden roodgloeiend. Interpol had hiervan nog iets kunnen opsteken. Maar jas intussen weer thuis aan het vertrouwde haakje en dossier gesloten. Alarmfase rood terug naar AF. Iedereen bedankt en tot ziens. Marlene&Gijs DA LEGGERE La Superba Ilja Leonard Pfeiffer De Superba uit de titel slaat op de stad Genua en heeft een dubbele betekenis: enerzijds de prachtige en anderzijds de trotse, ongenaakbare stad. Met deze roman won Ilja Leonard Pfeiffer de Libris Literatuurprijs 2014. Het boek kreeg in Nederland enorm veel lovende kritieken, en desondanks is mijn oordeel net zo dubbel als de titel. Eigenlijk beschouw ik het als twee verhalen, waarvan het ene heel mooi is en het andere niet, en om de zaak nog ingewikkelder te maken wisselen beide verhaallijnen elkaar af. De hoofdstukken waarin Genua zich ongenaakbaar opstelt gaan over Afrikaanse immigranten, inzonderheid de Marokkaanse rozenverkoper Rashid en de Senegalese bootvluchteling Djibi, die veel geld van hun families hebben geleend om de overtocht naar Europa te bekostigen en in de brieven aan die families de indruk proberen te wekken dat zij in een soort Eldorado zijn terechtgekomen, terwijl zij in werkelijkheid in overbevolkte en door ratten geplaagde krotten leven, en nauwelijks genoeg verdienen om in hun onderhoud te voorzien. Over de schandalige praktijken van mensensmokkelaars die aan behoeftige Afrikanen de overtocht naar Europa als een droom voorstellen en ze dan midden in de Middellandse zee aan hun lot overlaten is al veel geschreven, maar niet over de teleurstelling van migranten die veilig en wel Europa bereiken en er in grote armoede verzeilen. Pfeiffer schetst een beeld van de armste wijken van Genua en van hun bewoners – inclusief de hoeren die er de kost verdienen – een beeld dat door een criticus terecht is vergeleken met de sfeer in sommige films van Fellini. Anderzijds zijn er in deze roman ook leuke hoofdstukken te vinden, bijvoorbeeld die over Don, een chronisch dronken Engelsman die zichzelf voordoet als een ex-heldhaftige officier en ex-professor aan een universiteit; vanop het terras van een café in het centrum van Genua vergast hij een trouwe groep 6 43 STAMPA CHE COS’ABBIAMO FATTO? Quei menu esotici bocciati dagli scolari italiani SCHILDERIJEN UIT SIENA Falliti gli esperimenti orientali e arabi nelle mense di Milano, ora è lite sui piatti danesi a Roma ARS NARRANDI UIT DE GOTIEK. Deze tentoonstelling in BOZAR ( tot 18/1/2015 ) is opgebouwd rond vier sleutelwoorden: KUNST – SIENA – EUROPA – GOTIEK. KUNST: er worden een 60-tal schilderijen op paneel en doek uit de Pinacoteca Nazionale di Siena en de Musée des Beaux-Arts de Rouen tentoongesteld in een chronologische en vergelijkende volgorde. Sarebbe bastato ricordare come era andata a Milano: migliaia di piatti finiti nella spazzatura durante la «giornata mondiale della cucina vegetariana». Un anno fa. Gli 80 mila frequentatori delle mense scolastiche non avevano gradito il menu vegano con grano saraceno e crema di zucchine e zucca, insalatina di tofu con salsa di soia e muffin alle carote. Milano Ristorazione aveva dovuto ridimensionare le nuove iniziative, e oggi, alla peggio, agli studenti può capitare il misto di finocchi e insalata, ma tanto poi arrivano pizza e budino al cacao. Insomma, si può fare. Non sta andando meglio a «Viva l’Europa», il progetto voluto dall’assessore romano Alassandra Cattoi per «far conoscere agli studenti la cultura gastronomica di tanti Paesi diversi e aumentare la consapevolezza di appartenenza dell’Italia all’Europa». L’idea non sta raccogliendo il favore di mamme e bambini. Soltanto capricci? Forse. Eppure ci vuole una bella dose di ottimismo a pensare di far digerire (prima dei pasti) ai genitori le Æggekage danesi (uova strapazzate, patate e pancetta), i Würstel tedeschi con patate, lo Stamppot olandese (patate, salsiccia e carote) o il Fish & chips inglese (pesce e patate fritte). Vero che nell’offerta scolastica ci sono pure la paella valenciana, il croque-monsieur francese, il bigos polacco e, del resto, la geografia si impara anche in cucina. Ma una efficace educazione alimentare deve poter contare su papille gustative collaborative: operazione non facile, come insegna Alain Ducasse, lo chef pluristellato che ha addirittura scritto una guida culinaria per piccolissimi ( Ducasse bebè. 100 ricette semplici, sane e buone dai 6 mesi ai 3 anni , Ippocampo). I piatti stranieri, con alterne fortune, hanno già debuttato nelle nostre mense, complice una popolazione studentesca sempre più multietnica. Milano ha testato pollo alle mandorle, riso alla cantonese, samosa indiani, falafel e tortillas e cous cous (respinto con perdite). C’è poi stato lo scatto campanilista: a Roma è tornato l’abbacchio e a Cremona, nel 2009, un neoassessore leghista ha restaurato l’orgoglio locale a colpi di polenta. Da qualche tempo va di moda il piatto unico. Ma neppure così va bene. A Bologna un mese fa i rappresentanti dei genitori han protestato perché le tagliatelle al ragù non bastano. Non ci resta che Masterchef. Elvira Serra 42 SIENA: de stad in Zuid-Toscane op de Via Francigena ( van Canterbury naar Rome en verder naar het Heilig Land) werd “de dochter van de weg” genoemd en genoot niet alleen economisch maar ook artistiek van een uitwisseling tussen noord en zuid. EUROPA: de ontwikkeling van de gotiek en renaissance - op een eigenzinnige manier in vergelijking met bv. Firenze - had zijn weerklank in andere kunstcentra in Italië en verder in Europa. Bovendien is Italië momenteel voorzitter van de Raad van de Europese Unie. GOTIEK: in de tentoonstelling zien we de evolutie van een statisch Byzantijnse icoon van een Christus Pantocrator naar vroeg renaissance-afbeeldingen van heiligen en personen in eigentijdse kledij, omhangen met juwelen en met menselijke trekken. Hierbij sluit ook het tweede deel van de titel aan: ars narrandi. We evolueren naar een kunst die verhalen vertelt, die kleine details weergeeft, die het dagelijkse leven op de achtergrond tot leven brengt, kortom een menselijk aspect. Met deze rijke themata is het relatief eenvoudig een verhaal van meer dan 2 uur te brengen, wat onze uitmuntende gids die zondagnamiddag dan ook deed. Ze had meer dan voldoende bagage om daar bovenop nog een historische en kunsthistorische achtergrond bij te schilderen van de vroege middeleeuwen. Het verhaal van de Welfen en Ghibellijnen bijvoorbeeld werd nog eens overgedaan: de Ghibellijnen was een middeleeuwse politieke stroming in Zuid-Duitsland en Noord-Italië die zich verzette tegen de wereldlijke macht van de paus. Ghibellini is een Italiaanse vervorming van Waiblingen, de naam van het familieslot van de Hohenstau- 7 CHE COS’ABBIAMO FATTO? STAMPA fen. Het waren deze vorsten - de Duitse keizers - die het opnamen tegen de paus. Het begon allemaal met Hendrik IV tegen paus Gregorius VII rond het dispuut van de lekeninvestigatie (de keizer vond dat de paus geen inspraak moest hebben in lekenzaken, in burgelijke benoemingen). Het is ook het verhaal van de excommunicatie van de Duitse keizer (1077) die nadien op pelgrimstocht naar Canossa moest vertrekken. De Welfen daarentegen waren een vanouds Frankisch adellijk geslacht (de Guelfi) en zij waren wel voorstander van de pauselijke macht en inmenging. De spanning tussen beide politieke partijen vertaalde zich in de tweestrijd tussen Siena, Pisa, Pistoia die ghibellijns waren en Firenze, Lucca die whelfs waren. che ha perso dieci punti di Pil in sette anni. Abbiamo raccolto un po' di storie, questa domenica, muovendoci lungo la linea di confine che separa Italy dall'Italia. Ne abbiamo parlato con imprenditori che sono riusciti a vendere le qualità italiane all'estero e abbiamo provato a vivere autarchico, in Italia, per una giornata. Abbiamo provato a raccontare storie di imprese che vanno dalla polvere agli altari, e viceversa, al cambiare dei costumi e delle abitudini d'acquisto. Abbiamo raccontato cosa accade nelle grandi città che si riempiono e cosa nei piccoli borghi che si svuotano. Ne abbiamo discusso con giovani ricercatori che se ne sono andati all'estero e con un grande vecchio che c'è sempre stato e che abbiamo avuto l'ardire di proporre, per gioco, come prossimo Presidente della Repubblica. «L’Italia è piena di potenzialità, gente in gamba, aziende che lavorano benissimo. Il problema è che c’è molta intelligenza individuale ma manca intelligenza di sistema», ci ha detto Piero Angela. E forse la forbice da chiudere, la grande differenza tra Italy e Italia, sta tutta in questa frase. Bron: "L'inchiesta" Dit was een historische achtergrondtekening. Kunsthistorisch werden we ook heel wat wijzer : - Moeder en kind: door de houding van de hand van de moeder konden we tederheid dan wel afstandelijkheid aflezen. (Je moet het maar zien.) - Jezus afgebeeld met een puttertje (een soort meesje ): dit symboliseert de tederheid van het leven maar voorspelt tegelijk het lijdensverhaal. - Een annunciatie waar de engel een olijftak vast heeft (een lelie, symbool van zuiverheid kon niet, want dat was de bloem van Firenze!) - Christus met klimoptakken rond zijn hoofd, verwijst naar onsterfelijkheid. - Op paneeltjes waar hel en verdoemenis stond afgebeeld zag men krassen: de middeleeuwers konden hun woede niet bedwingen bij zoveel ellende en krasten dan maar op het kunstwerk! 8 Rechtzetting In Notizie 86 p. 36 (artikel over Claudia Cardinale) is de tekst afgebroken. In Il Gattopardo, gebaseerd op de gelijknamige roman van de Italiaanse schrijver Giuseppe Tomasi di Lampedusa, speelt ze de rol van de ambitieuze erfgename Angelica. Haar rauwe stem verraadt haar niet aristocratische afkomst. Haar tegenspelers zijn Alain Delon en Burt Lancaster. Nog steeds vindt ze acteren fantastisch. Ik heb verschillende levens geleefd. Niet enkel het mijne, dixit Cardinale. Terwijl haar Life Achievement Awards zich overal ter wereld blijven ophopen, zet La Cardinale haar acteercarrière verder in kleine artistieke producties. 41 STAMPA CHE COS’ABBIAMO FATTO? Parole chiave: ITALIA / MADE IN ITALY Quanto sono diverse l'Italia che viviamo e quella da ”cartolina” che vendiamo al mondo È come se fossero due paesi diversi. C'è Italy, il paese delle bellezze naturali e artistiche, dei siti Unesco, dei centri storici da cartolina e dei piccoli borghi antichi. E c'è l'Italia della cementificazione selvaggia, delle periferie che esplodono e della desertificazione delle aree marginali, a meno che non vengano ripopolate da profughi o rifugiati. C'è Italy, il paese del ”made in...” di lusso e da espor- tazione, della qualità, dell'eleganza e dello stile. E c'è l'Italia, che i suoi marchi li ha venduti all'estero e che compra tecnologia americana, arredamento svedese, automobili tedesche, elettrodomestici coreani, abbigliamento cinese. C'è Italy, coi suoi presidi slow food, i suoi prodotti a denominazioni di origine controllata, le sue tradizioni alimentare sedimentate nei luoghi. E c'è l'Italia che mangia fast e etnico e che ha sostituito la moka con le cialde. C'è Italy, il paese che vuole diventare moderno, che sogna scuole anglosassoni, riforme tedesche e sistemi sociali scandinavi, convinta del potere taumaturgico del “pensiero magico” riformatore, che basti decidere velocemente per velocizzare tutto quanto. E c'è l'Italia, in cui una maggioranza di giovani, precari, disoccupati, incapienti e migranti assiste esausto al solito scontro tra industriali e lavoratori dipendenti, tra governo e sindacati. È dura capire in che paese si vive, quando realtà e rappresentazione sono così distanti, quando l'Italia che vendiamo è così diversa da quella che compriamo, quando il made in Italy, che si dice sia il marchio più noto al mondo dopo Visa e Coca Cola, è riferito a un paese che non consuma più italiano e 40 Geen gemakkelijke tentoonstelling, zeker niet hip en trendy maar de uiterst bekwame gids en een zeer geinteresseerd publiek maakte van deze uitstap een… juweeltje. Door de dreigende treinstaking van ’s anderendaags kwam de kerstsfeer in de stad minder aan bod. Volgend jaar zoeken we een gelijkaardige formule. Romano December 2014. 8 maart was gewijd aan de Italiaanse vrouw in de eerste wereldoorlog. Wie er niet bij was of verder wil grasduinen, kan hier terecht: http://www.bcccastenaso.it/due-mostre-per-il-centenariodella-prima-guerra-mondiale/ http://www.hvienna.com/news-eventi/appuntamento-conla-grande-storia.html 9 CHE COS’ABBIAMO FATTO? PIER PAOLO PASOLINI Wie was de meest beroemde en controversiële Italiaanse dichter, schrijver, cineast, intellectueel, kunstenaar en atheïst Pier Paolo Pasolini? Over zijn laatste dagen maakte Abel Ferrera, de al even controversiële Amerikaanse regisseur, de uitstekende caleidoscopische biopic PASOLINI. Marxist Pier Paolo Pasolini (1922-1975) was de zoon van een fascistische legerofficier en een onderwijzeres. Het gezin woonde op het platteland in Friuli. Al vrij jong kwam hij in opstand tegen de opvattingen van zijn vader. Meer uit emotionele en culturele redenen dan vanuit een sterk politiek bewustzijn werd hij marxist. In 1939 ging hij studeren aan de Universiteit van Bologna. Twee jaar later publiceerde hij zijn eerste gedichtenbundel Poesie a Casarsa. Tijdens de aan de gang zijnde Tweede Wereldoorlog ging hij bij het leger. Toen hij later door de Duitsers krijgsgevangen werd genomen en wist te ontsnappen werd hij lid van de Communistische Partij. Een tijdlang gaf hij les tot hij er in 1949 openlijk voor uitkwam homoseksueel te zijn. Als hij - zonder dat er schuld werd bewezen - betrapt werd met een van zijn leerlingen, wordt hij ontslagen. Samen met zijn moeder (zijn vader was inmiddels overleden) verlaat hij Friuli en komen ze berooid in Rome aan, waar ze in een troosteloze 10 STAMPA IL CAFFÈ SOSPESO A NAPOLI Il caffè sospeso è un'antica tradizione del popolo napoletano che dopo anni di assenza sta tornando di nuovo in auge, forse per colpa della crisi! Cos'è il caffè sospeso? E' quando una persona paga un caffè ad una persona che non se lo può permettere, indirettamente però: ordina due caffè; uno lo prende e l'altro lo lascia appunto sospeso. Quando una persona indigente passa al bar e chiede se c'è un caffè sospeso, il barista glielo prepara in quanto offerto dal cliente generoso. La storia del caffè sospeso è nata in alcuni bar di Napoli nel secondo dopoguerra. In un momento così difficile chi aveva di più aiutava chi aveva di meno, anche con un semplice espresso. Era diventata oramai un’usanza napoletana, un modo per esprimere solidarietà tra cittadini in un tempo difficile. Negli ultimi anni era diventato difficile trovare un caffè sospeso. Ma ora, sicuramente a causa alla crisi economica, è tornato più forte di prima; questo perché non sono più solo i bar napoletani a promuovere l’iniziativa. Tanti hanno parlato di quest'ottima abitudine: lo scrittore partenopeo Luciano De Crescenzo ha dedicato proprio un libro dal titolo appunto "Il caffè sospeso". Per lo scrittore lasciare un caffè sospeso è come offrire un caffè al resto del mondo. La pratica del caffè sospeso ha preso piede un po’ in tutta italia ed anche in alcuni bar all'estero. Si è creata una vera e propria rete del caffè sospeso ed è stata anche istituita la giornata del caffè sospeso 10 Dicembre. Quindi ogni tanto se potete permettere, offrite anche voi un caffè al resto del mondo: lasciate un caffè sospeso! http://www.turismoanapoli.it/napoli-sfiziosa/il-caffesospeso-a-napoli.html Of lees je dit liever in inglese? http://www.nytimes. com/2014/12/25/world/europe/naples-suspended-coffee. html?_r=2 39 DA VEDERE CHE COS’ABBIAMO FATTO? Il Capitale Umano buitenwijk van Rome gingen wonen. Later zullen de personages uit die tijd telkens weer opduiken in zijn spraakmakende romans uit de jaren vijftig Ragazzi di vita, Una vita violenta en later de film Accattone. Verschillende jobs zoals onder meer het verkopen van boeken langs de Tiber en manusje-van-alles spelen in de Cinecittà-studio’s waren hem niet te min. Als scenarist werkte hij voor o.a. Franco Rossi en Federico Fellini. In 1961 debuuteerde hij als regisseur met Accattone (hierboven reeds vermeld). Dit drama, gesproken in het stedelijke dialect, is gebaseerd op zijn eigen roman Ragazzi di vita (1956) en portretteert een pooier uit Rome wiens prostituee in de boeien wordt geslagen. De neorealistische pakkende film Mamma Roma, met Anna Magnani in de hoofdrol, ondersteund met de muziek van Vivaldi, volgt een jaar later. En in 1963 regisseerde hij La ricotta, het derde deel van een vierluik dat luistert naar de naam Ro.Go.Pa.G., naar de namen van de vier regisseurs: Roberto Rossellini, Jean-Luc Godard, Pasolini en Ugo Gregoretti. Verfilming van de Amerikaanse roman van Stephen Amidon. We zijn in Italië in de buurt van het Comomeer. Een blik op een steenrijke familie. De camera kijkt neer op een feestje dat is afgelopen. Het doet me denken aan “La Grande Bellezza”. In plaats dat een schrijver het middelpunt van de film is, spelen hier twee families de hoofdrol. En dan natuurlijk de persoon waar alles mee begint en eindigt: een fietser die van de baan wordt gereden door een voortvluchtige chauffeur. Wie heeft het gedaan? Dan zien we de film in vier fasen, telkens vanuit het oogpunt van vier belangrijke figuren uit de families. Wie reed de fietser aan en vooral: hoeveel is het leven van het slachtoffer waard? Terug naar het begin. Makelaar Dino ziet een inves- tering in de zaakjes van de steenrijke Giovanni wel zitten, maar moet er wel stiekem een lening voor afsluiten. Hij gaat wekelijks met de heer des huizes tennissen en vindt het zeker niet onaangenaam dat zijn dochter Serena en zoonlief van Giovanni het samen goed kunnen vinden. Maar de beleggingen zijn niet veel meer waard; tussen de zoon en de dochter gaat het niet goed meer en Giovanni wil zelfs niet meer tennissen. Heeft zoon Massimiliano zelfs misschien iets te maken met het fietsongeval? De ontknoping onthoud ik u, voor het geval u de film nog wenst te zien. Dan is er nog de vrouw van Giovanni: mooi maar ongelukkig. Haar drang om een oud theater op te knappen geeft haar weer een doel in het leven. Maar ook dat lijkt in duigen te vallen. Geld is een obsessie voor deze twee families, maar op het einde van de film is er maar één ding belangrijk: de “whodunnit” en wat is het leven van de fietser waard. Je komt beide te weten. Magda van den Bosch. 38 Il vangelo secondo Matteo Bekendheid verwierf hij met Il vangelo secondo Matteo (1964), gedraaid met niet-professionele acteurs (onder wie zijn moeder als de maagd Maria). Deze opmerkelijke film, gezien vanuit een communistisch-rooms-katholiek oogpunt, over het kruisigen van Jezus door de Romeinen, werd alom geprezen, zelfs door de kerk. Pasolini’s eigen Jezusfilm, waarin hij het personage van Jezus als een soort vakbondsleider avant la lettre opvoerde die het opnam voor de minstbedeelden, luidde een verandering in van louter proletarische thema’s die tegen de bourgeoisie gericht waren, naar een marxistische analyse van bijbelse en mythische onderwerpen. Omstreden films volgen elkaar op. De bekendste: Edipo Re (1967, over Oedipus), Teorema (1968,), Medea (1969) met operadiva Maria Callas als de bekende Griekse antiheldin Medea, Il Decameron (1971 over de Decamerone van Boccaccio), The Canterbury Tales (1972) en Il fiore delle mille e una notte (1974). Zijn filmtestament, vol wreedheid en pessimisme, is Salò o le centoventi giornate di Sodoma (1975), een losjes op Marquis de Sades gebaseerde afrekening met het fascistische oorlogsverleden van Italië en de perversie van de macht overladen met seksuele martelingen en vernederingen. Wie vermoordde Pasolini? In de nacht van 1 op 2 november 1975, drie maanden voor de release van Salò, werd Pasolini dood teruggevonden op het strand van het kuststadje Ostia. Zijn lijk was deels verbrand, zijn teelballen bewerkt met een koevoet en zijn botten gebroken nadat hij verschillende keren overreden was door zijn eigen auto. Giuseppe Pelosi, een zeventienjarige prostitué, bekende de gruwelijke feiten en kreeg daarvoor 9 11 CHE COS’ABBIAMO FATTO? jaar cel. In 2005 trok hij zijn bekentenis in. Was het een homofobe afrekening? Werd Pasolini om politieke redenen vermoord? Het gerechtelijk dossier bleef sindsdien geopend. Ondanks de steun van belangrijke auteurs en regisseurs, die de stelling van een georganiseerde moord steunen, blijft het tot op heden een onopgeloste zaak. ‘Toen Pasolini stierf vond iedereen in Italië hem een walgelijk persoon, maar nu wordt hij vereerd als een martelaar’, dixit Grimaldi, cineast van Nerolio. Uitstekende caleidoscopische biopic Nadat cultregisseur Abel Ferrara (bekend van o.a. Bad Lieutenant, The funeral) de omstreden film Welcome to New York, losjes gebaseerd op het schandaal van Dominique Strauss-Kahn, uitbracht, presenteert hij nu Pasolini. In tegenstelling tot films als Nerolio, Pasolini: An Italian Crime en Whoever says the truth shall die waarin de vraag wordt gesteld welk dubieus complot er achter de moord van de schandaalfilmer Pasolini schuilt, is Ferrara meer geïnteresseerd in de Italiaanse provocateur zelf. Met name in zijn artistieke en intellectuele erfenis. Of zoals Pasolini het in het begin van de biopic zelf formuleert: ‘Choqueren is een recht, gechoqueerd worden een genot. En weigeren om gechoqueerd te raken is een moraliserende houding’. In de Italiaanse krant La Repubblica zei Ferrara : ‘Ik ben geen detective en het kan me niet schelen wie hem heeft vermoord. Ik heb een film gemaakt over zijn persoonlijke tragedie en het verlies van een genie, van een poëet, van een kunstenaar’. Wat we te zien krijgen zijn scènes uit het privéleven van Pasolini. Hoe hij interviews geeft aan de pers, een bezoek brengt aan zijn oude moeder die hem liefdevol Pierutti noemt, hoe hij ’s nachts het decadente nachtleven van Rome induikt en ook hoe hij het huiveringwekkende Salò afwerkt. Ook Ninetto Davoli (66), Pasolini’s lievelingsacteur en grootste liefde, duikt samen met zijn zoontje op. De rol van Pasolini wordt verbluffend vertolkt door de Amerikaanse topacteur Willem Dafoe (Platoon, The last temptation of Christ). Linda Crivits 12 DA VEDERE MATERA Matera, de Zuid-Italiaanse stad die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO prijkt en in 2019 Culturele Hoofdstad van Europa wordt, stond opnieuw in de kijker. Er werden namelijk opnames gemaakt van Ben-Hur, geen remake, maar een nieuwe film, gebaseerd op de roman uit 1880 van Lew Wallace, BenHur: a Tale of the Christ. Het is het verhaal over de onmogelijke vriendschap tussen de Joodse prins Judah Ben-Hur en de Romeinse legerleider Messala. De roman werd reeds vijfmaal verfilmd. De bekendste versie uit 1959, in een regie van William Wyler, met in de hoofdrollen Charlton Heston en Stephen Boyd, werd bekroond met elf Oscars. De regie is nu in handen van de Russisch-Kazachse film- en reclameregisseur Timur Bekmambetov. Voor het scenario tekent John Ridley, bekend van 12 Years a slave. Bekmambetov koos voor Matera vanwege de beroemde oude grotwoningen, de Sassi, in het historische centrum van de stad. In deze setting werden al vaker films opgenomen zoals o.m. The passion of the Christ van en met Mel Gibson en Il Vangelo secondo Matteo van Pier Paolo Pasolini. Matera moet het Jeruzalem van tweeduizend jaar geleden voorstellen, de tijd van Jezus Christus. Dit zijn de scènes in het begin van de film. Voor de hoofdrollen werd een beroep gedaan op topacteurs Jack Huston (The Boardwalk Empire), Toby Kebbell(Koba uit Dawn of the Planet of the Apes) en Morgan Freeman. Veel inwoners uit de stad zijn figurant. In november 2014 werden duizend mensen uitgekozen voor de rol van Romeinse soldaat. De opnames duurden een maand, daarna werd er verder gefilmd in de Cinecittà studio’s in Rome waar ook de oude film werd opgenomen. Eind februari 2016 gaat de nieuwe film in première. (lc) 37 VIAGGIARE Overview.aspx), Royal Caribbean(http://www.royalcaribbean.it/crociere/promozioni.html), NCL(http://www. it.ncl.eu/promozioni/)) si trovano spesso prezzi stracciati con sconti fino al 60%, a patto di prenotare mesi prima e di evitare l'estate. I prezzi più vantaggiosi L'opzione a basso budget per antonomasia è il campeggio. Ma se preferite dormire in un letto vero, esiste una pletora di siti che setacciano tutti o quasi gli hotel della destinazione prescelta, con un'ampia gamma di filtri (posizione, tipologia di alloggio, eccetera) per individuare quello più adatto alle vostre esigenze. In linea di massima i prezzi sono vantaggiosi, e anzi spesso s’incappa in offerte da acquolina in bocca che consentono di concedersi alberghi di fascia superiore o “b&b” di classe alla stessa cifra di un due stelle in zona stazione. Da consultare anche... Hotels.com e Booking.com. In alternativa: Venere, Trivago, ancora Expedia ed eDreams; vendono anche pacchetti viaggio a tariffe concorrenziali, così come Lastminute.com. Per gli ostelli provate hostels.com, per i “bed&breakfast” bbplanet, bed-and-breakast.it, il quasi omonimo bedandbreakfast.it. E fate sempre un giretto su Tripadvisor per leggere i commenti sulla sistemazione che state per prenotare. Per una soluzione ancora più elastica, tira molto airbnb, che rastrella il mondo a caccia di letti di qualunque tipo (di solito stanze o appartamenti). Per l'affitto di case vacanza consigliamo Homelidays, utile specialmente se siete con la famiglia o un gruppo di amici. STORIA Onder onze rubriek storia brengen we in 4 afleveringen het artikel van Angelo Nataloni PENELOPE VA ALLA GUERRA: (1) OVVERO LA PARTECIPAZIONE DELLE DONNE ALLA GRANDE GUERRA di Angelo Nataloni Fig. 1 – Antica rappresentazione di Penelope simbolo della donna che resta a casa in attesa Tra il maggio 1915 e il novembre 1918, milioni di uomini in armi vissero, combatterono e morirono nelle trincee della Grande Guerra. Ma non fu l’unico esercito impegnato. Un altro più silente combatté una guerra diversa, sicuramente meno cruente, Per finire... In genere, più si setacciano gli hotel a ridosso della data di arrivo, più si trovano offerte vantaggiose (cercano di smerciare le stanze vuote), ma occhio: per mete con scarsa dotazione di sistemazioni, o per quelle prese d'assalto dalle folle 365 giorni l'anno, meglio muoversi con un po' di anticipo anche a costo di rimetterci qualche euro. ma ugualmente faticosa e logorante in quel grande campo di battaglia che fu il fronte interno: l’esercito delle donne. La famosa Penelope di Ulisse rimase a casa mentre il marito guerreggiava a Troia (Fig. 1). Le moderne Penelopi saranno invece chiamate ad un’esperienza differente e spesso più tragica. Ma com’era la donna di inizio novecento? Per definirla sinteticamente decido di usare l’acronimo K.K.K. che non sta per Ku Klux Klan, ma per un meno aggressivo Küche, Kinder, Kirche ovvero Cucina, bambini, chiesa, così come comunemente si diceva in Germania di quei tempi. Nel 1915 anche donna italiana vive nei limiti imposti dalla regola perfettamente sintetizzata dal detto 36 13 STORIA VIAGGIARE tedesco. La società patriarcale (il dominio assoluto del maschio) resiste con tenacia ai mutamenti dei rapporti sociali ed umani non soltanto nel mondo contadino, ma anche nella germogliante società industriale. Sebbene il mondo corra l'apartheid femminile continua. Sono ai margini della società non potendo ancora esprimere la loro opinione quando ci sono le consultazioni elettorali. Nel 1912 Giovanni Giolitti è riuscito a imporre il suffragio universale, ma dalla legge ha escluso le donne. Possono votare soltanto gli uomini dai trent'anni in su, anche se analfabeti. Ma che sia chiaro, Giolitti non è contro le donne, esprime semplicemente l'atteggiamento del Paese e dice: “Una donna, pur se diplomata o laureata, non può capire le cose della politica". Persino Filippo Turati, apostolo del socialismo, tentenna nel 1910,quando l'adolescente movimento femminista spinge il partito a sostenere il riconoscimento del diritto di voto a tutto il popolo italiano donne comprese: ha dei dubbi e scrive: "temo che l'irrompere nell'arengo politico delle masse proletarie femminili dalla coscienza politica e di classe ancora così pigra possa portare a un peggioramento della situazione e ad un arresto di sviluppo nell'evoluzione democratica e sociale”. contare che viaggiare in treno è più comodo e in 7 ore si va da stazione a stazione dritti in centro città. Rimanendo alle principali destinazioni in Italia, non si può più fare grosso affidamento su regionali e InterCity, ormai specie in via di estinzione. I nuovi re della foresta sono le Frecce di Trenitalia e gli Italo, che ti portano da Roma a Milano in 3 ore o poco più. Velocissimi, ma non sono certo regalati, a meno di prenotare con largo anticipo: i prezzi allora si fanno assai appetitosi, come i 35 euro di Italo per la tratta MI-RO. Entrambi i siti inoltre propongono offerte particolari, ad esempio la formula A/R weekend di Trenitalia. Il ’900 ci mette molto a spuntare. Lo fa il 28 giugno 1914 quando tre pistolettate dell’irredentista Gavrilo Princip uccidono in un solo giorno l’Arciduca ereditario d’Austria, sua moglie e l’Ottocento. In pochi mese prima l’Europa e poi il mondo sprofondano nella guerra più grande che si sia mai vista. Ma come sappiamo l’Italia, per un anno, resta alla finestra. Nel frattempo Interventisti e Neutralisti si scontrano sempre più ferocemente. E anche le donne si dividono. Quelle dell'alta borghesia sono entusiaste della guerra: primo perché la loro classe vede nell'esito del conflitto forti vantaggi economici derivanti dall'apertura di nuovi mercati; secondo perché, nella maggioranza dei casi, i loro mariti alla guerra, quella vera, non ci andranno in quanto tecnici, dirigenti, industriali, nobili, politici o alti ufficiali. Viceversa le donne dei ceti inferiori, casalinghe mogli di operai, contadine, mondine sono assolutamente restie all’ipotesi di un conflitto perché sono donne normali, equilibrate, rese adulte dalla lotta quotidiana per sopravvivere in una realtà fatta di cibo scarso, di case umide e miserabili, di lavoro sfiancante. Sanno che la guerra non è come dicono i futuristi "la grande festa della giovinezza, della virilità, dell'energia fisica, il bagno di sangue che rigenera la stirpe", ma soltanto un orrido macello che si lascia dietro croci, mutilati e storpi abbandonati alla pietà pubblica, orfani, vedove e miseria che si somma alla precedente. Quando cominciano a tuonare i cannoni gli uomini partono per il fronte e centinaia di migliaia di donne restano a casa con nidiate di figli. Ma la macchina 14 In quanto ai traghetti... Per i traghetti nel Mediterraneo le indicazioni sono bene o male le stesse valide per gli aerei, sebbene qui viga la regola 'chi prima arriva meglio alloggia': prima sbrigate la pratica del biglietto, meglio è. Opodo, eDreams e Lastminute.com hanno una sezione apposita (Expedia no); ci sono anche Traghetti.com, Traghetti.it e Traghettionline.com. Su questi siti potete trovare anche promozioni e offerte. Come sempre fate il raffronto con il sito ufficiale delle compagnia di navigazione, un accorgimento che, a parità di tariffe, vi fa risparmiare i diritti di prenotazione. Le principali che coprono i collegamenti con la Sardegna e le altre isole italiane, il Nordafrica, la Spagna, la Croazia e la Grecia sono Tirrenia, Moby, Grandi Navi Veloci, Corsica Ferries, Snav, Grimaldi Lines, Minoan Lines. VACANZE “FAI DA TE” Siete alla ricerca di una crociera? Se siete invece in cerca di una crociera, sui siti delle principali agenzie di viaggio ‘online’ (sempre quelle: eDreams e soci) e sulle pagine delle compagnie (come Costa Crociere(http://www.costacrociere.it/it/ offerte-vacanze-crociere/economiche-tasse-incluse. html), MSC(http://www.msccrociere.it/it_it/Offerte/ 35 VIAGGIARE STORIA questione di ricalcolo delle tariffe in base ad arcani algoritmi. Ricordate che le singole tratte costano in proporzione molto di più del viaggio andata-ritorno. Le compagnie low cost sono appunto la prima opzione per risparmiare; attenzione però alle commissioni sulla carta di credito, alle tasse e ad altre spese extra aggiunte all'ultimo passaggio, giusto prima di concludere l'acquisto. Ryan Air e Easyjet dominano la scena, ma ci sono anche Blu Express, Air One, Volotea, Vueling, eccetera. Non escludete a priori nemmeno le compagnie più 'chic' (tipo British Airways, Lufthansa e pure Alitalia), che spesso praticano prezzi ribassati e propongono interessanti pacchetti volo più albergo. produttiva del Paese ha bisogno. I posti di molti contadini ed operai lasciati vuoti devono essere coperti da chi è resta e non sarà mai chiamato al fronte: le donne. Ed allora di colpo reggimenti di donne, lasciata la cucina, vanno a lavorare. Un momento molto importante per la storia sociale del nostro Paese: da "angelo del focolare domestico" a membro attivo dell'economia e della società produttiva. E proprio le “piccole donne” del popolo che rifiutavano la guerra, abituate però fin da sempre a lottare, si buttano con coraggio a risolvere le enormi difficoltà che la guerra crea sul fronte interno, vale a dire nei campi, nelle fabbriche, nel settore dei servizi. Fate sempre un raffronto Alcuni siti svolgono per voi una ricerca comparata selezionando tra le varie offerte disponibili, come per esempio le agenzie di viaggio online eDreams, Expedia, Opodo. Molto comodi, senza dubbio, ma non fermatevi qui e fatesempreunraffronto con le pagine delle compagnie aeree: potreste trovare qualche bella sorpresa. E di solito noi preferiamo, a parità di prezzo, acquistare direttamentesuisitiufficiali, senza intermediari, per evitare possibili disavventure con i servizi clienti. Un'avvertenza: alcune compagnie caricano sulla carta di credito il doppio del prezzo del volo, senza preavviso, come sgradevole metodo di conferma della solvibilità (ci è successo con Alitalia). I soldi extra non vengono effettivamente addebitati, ma risultano comunque 'spesi' sulla carta; sono depennati dopo qualche settimana, ma lo scherzetto potrebbe rovinarvi la vacanza se avete una disponibilità economica limitata. Con una carta prepagata il problema non si pone. Migliaia e migliaia di donne diventano campanare, tassiste, cancelliere di tribunale, telegrafiste, cantoniere, barbieri, postine, boscaiole, impiegate amministrative, direttrici d'orchestra, tranviere e tanto altro ancora. Senza contare le occupazioni tradizionali nelle scuole o negli ospedali nonché il superlavoro domestico che sempre si accompagna a tutte le altre attività. Durante la guerra, in Italia, così come negli altri paesi belligeranti, le donne sostituiranno gli uomini in ogni settore della produzione e dell'economia: alla fine della guerra, nel novembre del 1918, il 75% della produzione italiana sarà in mani femminili. Tuttavia, a parità di lavoro, le donne italiane, diversamente da quelle inglesi, francesi o tedesche, continueranno ad essere pagate meno degli uomini e ad essere guardate con sospetto e ostilità per aver invaso campi tradizionalmente maschili. Con lo scoppiare delle ostilità molte femministe che inizialmente non avevano appoggiato l’entrata in guerra cominciano invece ad impegnarsi in attività di supporto al conflitto. L’orgoglio e la soddisfazione che provano nel sentirsi per la prima volta socialmente utili e soprattutto la consapevolezza che la guerra possa rivelarsi un’opportunità, fanno loro dimenticare i primi istinti neutralisti. Alcune donne appartenenti ai movimenti femministi si spingeranno oltre, supportando apertamente il conflitto con attività di informazione politica, propaganda e iniziative patriottiche fino addirittura a chiedere al governo di rendere obbligatoria la mobilitazione sul fronte interno per le donne dai 14 ai 48 anni che ricevette però un netta riposta negativa. Ma questa è un’altra storia, semmai parallela, ma fuori argomento, almeno rispetto a quelli affrontati da quest’articolo; anche se un accenno era dovuto. E perché no un viaggio in treno? Nei tempi antichi i giovani poveri e belli attraversavano l'Europa in treno con l'InterRail. Anche per i viaggi singoli verso mete estere il treno può rivelarsi un'ottima soluzione. Un esempio: avendo un buon margine per prenotare, sul sito Voyages-sncf.com si trovano biglietti Milano-Parigi a 45 euro a tratta, in seconda classe o a volte anche in prima. Può sembrare che in aereo si spenda meno, ma tenete presente che al prezzo del volo bisogna aggiungere i mezzi da/ per l'aeroporto, che fanno impennare il totale. Senza 34 La Grande Guerra allora può anche essere letta come una piccola, grande storia di donne. Una storia di contraddizioni e ambiguità, una storia variegata di contadine, di operaie, di impiegate, ma anche di prostitute, di manovalanza al fronte in prima linea o di crocerossine. Un elenco questo redatto con il semplice criterio di avvicinamento al fronte. Una storia di 15 STORIA VIAGGIARE emancipazione femminile che non si esaurirà nel ’18. Per meglio comprendere però queste tante storie che cambieranno profondamente la dimensione della donna, vale la pena entrare un po’ più nel dettaglio di ognuna di esse, magari con qualche numero esemplificativo a supporto. Vacanze fai da te. Come risparmiare con internet. Segue una panoramica di consigli e accorgimenti per confezionare la vostra vacanza, dagli spostamenti all'alloggio, senza massacrare il conto in banca Se siete tipi da villaggio vacanze o da viaggio organizzato, vi basta andare in agenzia e la settimana a Sharm è sistemata. Chi ama il fai da te, invece, e ha a disposizione un budget limitato, può contare su un alleato magico al limite del sovrannaturale: Internet. Banale? Certo che sì, a patto però di sapere come muoversi. Avete le ferie, ovvio. Se però vi è concesso un margine decisionale e riuscite a evitare luglio e agosto, il vostro portafoglio ringrazierà sentitamente. Non serve nemmeno dirlo, che in alta stagione i prezzi subiscono un'impennata da brivido rispetto agli altri mesi dell'anno. Idem per le vacanze comandate: Natale, Pasqua e i vari ponti si attaccano come sanguisughe ai vostri risparmi. Per l'acquisto dei biglietti, sia che si tratti di un viaggio lungo o solo di una toccata mordi e fuggi, l'ideale sarebbe puntare sui giorni infrasettimanali, da lunedì a venerdì (meglio ancora martedì-giovedì); nel weekend i costi aumentano, fosse anche solo per dispetto. Non scordate che nell'altro emisfero le stagioni sono invertite e così pure l'afflusso di turisti: per esempio, in Argentina a dicembre e gennaio siamo nel cuore dell'estate, e dovete aspettarvi una densità di viaggiatori assai maggiore che negli altri mesi dell'anno. Fate bene i calcoli: novembre o febbraio potrebbero rivelarsi soluzioni vincenti, se sognate di andare da quelle parti. La combinazione Internet – compagnie low cost ha rimpicciolito il mondo come una decina di anni fa non ci saremmo nemmeno immaginati: volare a Londra per andare a vedere l'Arsenal o un concerto degli Snow Patrol a volte costa meno di un Milano-Bologna in treno. Con pazienza e un pizzico di abilità nel destreggiarsi tra i siti delle compagnie e le agenzie di viaggio online, si possono strappare tariffe onestissime. E magari si riesce pure a volare decentemente (Easyjet è ok, Lufthansa è meglio). Evitare di prenotare a pochi giorni della partenza In generale meglio evitare di cercare un volo a pochi giorni dalla partenza; prenotare con anticipo eccessivo però non è garanzia automatica di trovare le tariffe migliori. Indicativamente, un buon margine è sulle tre/quattrosettimane. Una curiosità da non prendere come oro colato: pare che i giorni migliori per prenotare siano il martedì e il mercoledì, per una 16 33 VIAGGIARE STORIA Goedkoop en trendy hotel in Venetië? Het kan. I 3 giorni della merla Een hotelkamer met eigen badkamer op vijf minuten varen van het San Marcoplein in Venetië en dat voor een prijs vanaf 22,50 euro per persoon? Dat is wat het Generator biedt. Waar? Venetië in Italië. Waarom? Carnaval van 31 januari tot 17 februari 2015, maar het feest kent zijn hoogtepunt vanaf 7 februari, in het bijzonder de laatste dagen. Het extravagante carnavalsfeest bestaat al sinds 1296 en staat bekend om de maskers en prachtige kostuums. De maskers waren oorspronkelijk bedoeld om anonimiteit tijdens het wilde feest te garanderen. Nu zijn de maskers hét handelsmerk van Venetië. Wat valt er te beleven? Talloze optochten, gemaskerde bals, concerten en optredens van straatartiesten en een grote finale met een knallend vuurwerk boven het San Marcoplein. Hotel Generator Hostel: een hotelkamer met eigen badkamer op vijf minuten varen van het San Marcoplein in Venetië en dat voor een prijs vanaf 22,50 euro per persoon? Dat is wat het Generator biedt. Het kan zelfs nog goedkoper wanneer u genoegen neemt met een bed in een slaapzaal, eventueel eentje enkel voor vrouwen, met gedeelde badkamer. Dan betaalt u slechts 16 euro. De missie van de Generator (er zijn er 9 in 8 Europese steden) is het opnieuw tot leven brengen van oude gebouwen. Daar zijn ze met de Generator op het eilandje Giudecca, tegenover het San Marcoplein, uitstekend in geslaagd. Een 19e-eeuws graanwarenhuis werd met behoud van authentieke elementen zoals de bakstenen muur, houten balken en vloeren, omgevormd tot een hip, eclectisch en knus hotel. Het resultaat is een ratjetoe van oud en nieuw, modern en klassiek: op antieke vloerkleden staan moderne poefs met trendy prints en tussen barokke stoelen voor een open haard in renaissancestijl staan een biljarttafel en barkrukken. Maar het is een warme ambiance waar iedereen, jong en oud, zich thuis zal voelen. Niet alleen de kamers, ook het ontbijt (4,50 euro), dineren (zoals pasta met pesto voor 6 euro) en drankjes (espresso voor 1 euro en een cocktail voor 5 euro) zijn spotgoedkoop. Houd ook de Hotdeals op de website in de gaten voor nog extra kortingen. Nuttige links : Het carnaval Toeristische Dienst van Venetië Adres : Generator Venetië, Fondamenta Zitelle 86, 30133 Venetië, tel: +39-418778288 http://weekend.knack.be/lifestyle/reizen/hotels/goedkoop-entrendy-hotel-in-venetie-het-kan/diaporama-normal-515195. html?utm_source=Newsletter-05/01/2015&utm_medium=Email&utm_ campaign=Newsletter-RNBWKREIS 32 De 3 dagen van het wijfje merel, een oud Italiaans sprookje De 3 dagen van het wijfje van de merel zijn volgens de traditie de laatste 3 dagen van januari, 29, 30, 31 ofwel de 2 laatste dagen van januari en de eerste dag van februari. Traditiegetrouw zouden ze de 3 koudste dagen van het jaar moeten zijn. Er zijn 2 versies van de legende over de dagen van het wijfje merel. Eerste versie: "Once upon a time" was er in Milaan een zeer strenge winter. De sneeuw viel met pakken en overdekte de hele stad, de straten en de parken. Onder de goot van een gebouw bij Porta Nuova, een van de antieke poorten van de stad, hing het nest van een merelgezin, die in die tijd sneeuwwitte pluimen hadden. Er was mama merel, papa merel en 3 kleine mereltjes die na de zomer werden geboren. Zij hadden het koud en waren hongerig. Het was moeilijk om enkele broodkruimels te vinden, want de weinige kruimels die uit de tafels van de mensen naar de grond vielen werden onmiddellijk door de vallende sneeuw bedekt. Na enkele dagen nam papa merel een beslissing en zei tegen zijn vrouw: "Hier is er niets om te eten, als het zo verder gaat zullen we allemaal van honger en kou sterven. Ik heb een idee, ik zal jou helpen ons nest tot op het dak van het gebouw te verhuizen, naast die schouwpijp, zo zullen jullie het niet koud hebben terwijl ik eten ga zoeken. Ik ga nu zoeken waar er nog geen sneeuw ligt". Zo gebeurde het. Het nest werd naast de schouwpijp gezet en papa merel vloog weg. Mama merel en de mereltjes bleven in het nest zitten en konden zich onder elkaar verwarmen ook dankzij de rook die uit de schouw kwam. 17 STORIA VIAGGIARE 3 dagen later kwam papa merel terug en kon zijn gezin bijna niet herkennen ! De zwarte rook die uit de schouwpijp kwam had al de pluimen van de vogeltjes zwart gekleurd ! Gelukkig werd na die dag de winter minder streng en de merels konden voldoende voedsel vinden om tot de lente te overleven. Maar vanaf die dag worden alle merels met zwarte pluimen geboren en, ter herinnering aan dat gezinnetje witte merels die zwart waren geworden, worden de laatste 3 dagen van januari "de 3 dagen van het wijfje merel" genoemd. en is versierd met vele fresco’s van Mantegna. Spijtig genoeg zijn niet alle ruimtes te bezichtigen: een hoognodige restauratie is aan de gang na de zware aardbeving van 2012. Er zijn ook 15 tuinen te bewonderen, verbonden door vele cortili. Het Palazzo Ducale is heden ten dage ingericht als museum, een groot complex waaraan zowat 500 jaar gewerkt werd (van de 13de tot de 18de eeuw). Een paleis, zo groot als een stad… 24.000 m²! Tweede versie: Op de Piazza delle Erbe is het aangenaam toeven onder de arcades, meestal ingenomen door restaurants en bars. Men kan er het dertiende-eeuwse Palazzo del Podestà, het Palazzo della Ragione (twaalfde-eeuws) en de romaanse Rotonda di San Lorenzo uit de elfde eeuw, gewild door Matilde di Canossa, bewonderen. De Torre dell’Orologio is van 1473. Een wijfje merel met prachtige witte pluimen werd altijd door januari gepest. Het was net of deze maand niets anders deed dan afwachten tot zij uit haar nest zou komen om voedsel te zoeken, om dan kou en ijs te ontketenen. Doodmoe van die achtervolging, stapelde de vogel op een keer proviand genoeg op voor een hele maand en sloot zich op in haar nest. Daar bleef ze, verscholen, voor de hele maand januari, die toen maar 28 dagen duurde. Op de laatste dag van de maand kwam het wijfje merel, die dacht de stoute januari te hebben belazerd, uit haar nest en begon te zingen om hem te pesten. Januari was woedend en vroeg februari om 3 dagen te mogen lenen. Hij kreeg ze en hij ontketende sneeuwstormen, wind, ijs en regen. Maar het wijfje merel verstopte zich in een schouwpijp in afwachting dat de stormen zouden voorbijgaan. Na de 5 dagen toen de storm over was kwam de vogel uit de schouwpijp maar, door het roet, waren al haar pluimen zwart geworden. Zodoende bleef zij voorgoed zwart en sindsdien worden alle merels zwart geboren. Zoals in alle legendes bestaat er hier ook een bodem van waarheid: in de Romeinse kalender bestond januari net uit 29 dagen. Altijd volgens de legende : indien de dagen van de merel koud zijn zal de lente mild zijn; zijn ze warm dan zal de lente op zich laten wachten. Achille Ziccardi (met dank aan Internet...) Het Palazzo Te (1525 – 1535) nu Museo Civico - Galleria d’Arte Moderna, ligt iets minder centraal. Het is een viervleugelig complex met een vierkante binnenhof. De gevels aan de buitenzijde zijn opmerkelijk strak gehouden. Het interieur van het paleis is echter rijkelijk gedecoreerd, vooral met mythologische taferelen. www.turismo.mantova.it Mantova is te situeren in één van de vruchtbaarste regio’s van de pianura Padana. Het is, ondanks de hoge historische waarde, toch een vrij rustige stad, zonder busladingen toeristen en de daarbij behorende “menu turistico”. De fiets is ook hier, zoals in vele vlakke Italiaanse steden, aan een stevige opmars bezig. Grote delen van de stad zijn trouwens autoluw en dat helpt natuurlijk… Het is een prettige stad in Lombardije, op mensenmaat ( 48.000 inwoners!), waar men heerlijk kan eten! Een juweeltje om te ontdekken! Op de officiële site van de toeristische dienst zijn wandelingen en uitstappen volgens een bepaald thema terug te vinden, zoals o.a. de stad van Virgilio, de stad van Rigoletto, de bouwwerken van de Mantegna familie, de historische bezienswaardigheden, enz. http://www.comune.mantova.gov.it/index.php/turismo/scopriremantova/itinerari-tematici http://www.comune.mantova.gov.it/index.php/scoprire-mantovatop/itinerari/mantova-citta-d-arte-e-cultura Voor de liefhebbers van de Italiaanse meren: Peschiera (Gardameer) is nog geen 60 km. ver! Kris Werts 18 31 VIAGGIARE STORIA MANTOVA PEPPONE, DON CAMILLO (juni 2014) Mantova is een zeer romantische locatie, met prachtige pleinen in de middeleeuwse binnenstad. De oorsprong van de stad is Etruskisch. Later, onder Augustus werd het een veteranenkolonie!!! Na de ineenstorting van het Romeine Rijk, volgden de Goten, de Byzantijnen, de Longobarden en de Franken elkaar op. In de 12de en 13de eeuw maakte Mantova, als vrije stad deel uit van de beide Lombardische stedenbonden. Mantova, in de Po-vlakte, ligt ingesloten tussen drie meren: Lago Superiore, di Mezzo en Inferiore, die allemaal gevormd worden door de Mincio rivier. In juli en augustus zijn deze meren bedekt met witroze lotussen, die daar zo weelderig bloeien dat men verplicht is ze te snoeien! Boottochten zijn mogelijk. Het waren de Gonzaga’s die Mantova haar huidige vorm gaven. Zij heersten over de stad van 1328 tot 1707, tot de stad naar Oostenrijk overging. Er werden grootse paleizen gebouwd en ruim geld besteed aan meubelen en kunst. Hier schreef Monteverdi de eerste opera uit de geschiedenis: ” Orfei”, in 1607. “La Casa di Rigoletto” (piazza Sordello) verwijst naar de gelijknamige opera van Giuseppe Verdi, die zich in Mantova afspeelt. Het centrale Piazza Sordello wordt gedomineerd door de barokke Duomo, (San Pietro) niet ver van de Basilica di Sant’ Andrea en het Palazzo Ducale. Dit laatste is een ware doolhof. Het telt 500 vertrekken 30 Due grandi amici e nemici in un mondo di confine di Elena Galloni ( da “Corriere Europeo” - n° 183 di mercoledì 10 Settembre 2014) È una terra di frontiera, Brescello. Sta in mezzo alla piana, sulle rive dell'Enza che si butta nel Grande Fiume Po, tra Emilia e Lombardia: di qua il Reggiano, di là il Mantovano. E' il cuore della Bassa. La cittadella fu fondata dai Celti nel VII secolo a.C., poi fu conquistata dai romani, decadde con la crisi dell'impero – Sant'Ambrogio la definì “cadavere di città” - e poi, con l'arrivo dei longobardi, fu contesa – vista la posizione di confine - tra i nuovi invasori e i bizantini. Lì combattè anche il celebre Droctulfo, svevo di origine ma comandante dei bizantini, cui Brescello fu strappata dal re longobardo Autari per poi essere ripresa e distrutta. E precipitare nell'oblio. Complici le piene del Po e le paludi malsane, fu dimenticata per secoli finché finì prima nell'orbita del Comune di Parma, poi della Repubblica di Venezia, del signore di Milano Ludovico il Moro e infine degli Estensi. E la sua vita si fossilizzò fino a ben oltre l'Unità d'Italia. Finché nel 1948 il grande scrittore Giovannino Guareschi (1908- 1968) non fece di Brescello – lui era di Arzenoldo, oggi Roccabianca, in provincia di Parma – l'epicentro (pur non nomi nandolo) della famosa saga di Peppone e Don Camillo. Capolavoro immortale della letteratura di tutti i tempi, foriero di personaggi icastici che rappresentano i due cardini sui cui ruotava la vita della Bassa dopo la guerra: il parroco impegnato generosamente nella cura d'anime della sua piccola comunità rurale, mite ma deciso, e il sindaco comunista, burbero ma buono, la cui vita ruotava in maniera non dogmatica intorno al Partito. “Don Camillo. Mondo piccolo” (titolo originale del marzo 1948: “Mondo Piccolo. Don Camillo”) è la più nota raccolta di racconti (o romanzo a episodi) di Guareschi sul tema. Ma prima di diventare un successo planetario per i tipi della Rizzoli – Guareschi è l'autore italiano più tradotto nel mondo – le vicende di Peppone (alias Giuseppe Bottazzi) e don Camillo apparvero sul settimanale umoristico “Candido”, fondato dall'autore con Giovanni Mosca: 347 racconti raccolti poi in otto libri, il cui successo travolgente fu ulteriormente spinto dalla mitica trasposizione 19 STORIA VIAGGIARE cinematografica che, dal 1952, avrebbe definitivamente identificato i due protagonisti in altrettanti attori-icona, Fernandel e Gino Cervi. Se Peppone è personaggio di invenzione, don Camillo nasconde l'ispirazione a uomini in carne ed ossa: il prete don Camillo Valota, partigiano e detenuto nei campi di concentramento di Dachau e Mauthausen, e don Ottorino Davighi, parroco di Polesine Par mense conosciuto personalmente da Guareschi. E infatti il don Camillo di Guareschi non ha affatto l'aria del mite pretino appena uscito dal seminario: viene anzi descritto come un prete gigantesco, con le mani grosse, i piedi taglia 45, un "tipo di diretto al mento capace di abbattere un bue, ammesso che un bue abbia un mento", e che spesso ricorre alla forza fisica per risolvere questioni che a prima vista parrebbero irrisolvibili. Don Camillo parla inoltre direttamente col Cristo raffigurato nel crocefisso dell'altare, che gli risponde saggiamente in tutte le situazioni (particolare che fece irritare molti cristiani che disprezzavano Guareschi, che parlavano di bestemmia); e non esita a risolvere a modo suo (facendo all'occorrenza roteare vorticosamente qualche panca) anche le discussioni più accese. Peppone dal canto suo è un sindaco comunista sui generis: scarsamente istruito, è credente e patriota, a volte prega in chiesa e non ragiona per dogmi. Entrambi sono sempre pronti a litigare, graniticamente convinti della bontà della proprie posizioni. Ma sono profondamente buoni. E la bontà d'animo, in Val Padana, si vede nei momenti di necessità. Eccoli allora correre l'uno dall'altro quando l'avversario è in pericolo, quando l'alluvione mette a dura prova l'intero paese, quando la morte porta con sé una persona cara e in molte altre occasioni, in cui si dimostra che i due "nemici politici" hanno reciproca stima e lottano fianco a fianco per gli stessi ideali, anche se in pubblico devono recitare la loro parte. Oggi a Brescello i due si salutano in piazza. Due statue di bronzo posta l'una davanti all'altra. Dopo cinque film il sesto - “Don Camillo e i giovani d'oggi” - non venne terminato per la malattia di Fernandel, poi risultata fatale. La pellicola fu poi realizzata nel 1972 con Gastone Moschin nella parte di Don Camillo e Lionel Stander in quella di Peppone. Ma per tutti, Camillo e Peppone sono e saranno sempre Fernandel e Gino Cervi. E il luogo delle loro piccole-grandi vicende Brescello. Visitare in loco il Museo Peppone e Don Camillo, tra foto e cimeli, biciclette e abiti del set, per credere. 20 een onooglijk steegje niet ver van het universiteitsgebouw ‘mijn’ trattoria gevonden: Da Rosa, zo simpel kan de wereld zijn. Eén familie: vader en moeder achter het fornuis, twee dochters (allebei weldoorvoed) in de bediening. Piepklein: soms moest je even wachten voor er een stoel (geen tafel, nee: je schoof aan bij de al zittende eters) vrijkwam. En zodra ze je na een tijdje herkenden, kwam zo’n stoel wat makkeljker vrij. Ik heb er twee maanden lang bijna dagelijks gegeten, en niet één keer minder lekker. En bovendien spotgoedkoop: ook al had ik op mijn flatje een keukentje, dankzij Rosa hoefde ik dat zelden te gebruiken. Vergeet ook niet dat Napels de vaderstad is van de pizza. Het stedelijk reglement schrijft voor dat die alleen in een houtoven gebakken mag zijn, zoals het hoort. En probeer zeker ook eens een pizza fritta uit, iets wat ik alleen nog maar in Napels geproefd heb: een soort gefrituurde calzone met diverse vullingen. Klinkt vettig, maar is dat niet. ‘Een week lijkt me het minimum,’ schreef ik hierboven. Reken alvast twee. Terwijl ik dit alles neerschrijf, slaat heimwee toe: ik zou zó op zoek gaan naar een vliegtuigticket. Ik betrap mezelf erop dat ik op Google.it het weerbericht voor Napels opzoek. Het blijkt daar te regenen, net als hier. Maar een paar graden zachter is het wél. Frans Denissen 29 VIAGGIARE STORIA funiculì funiculà werd geschreven ter gelegenheid van de inhuldiging van de eerste ervan in 1880). Vanuit de chaos van het historische centrum kom je dan in luttele minuten in een wereld – de wijk Vomero – die volstrekt contrasteert met degene die je net verlaten hebt: kraaknette straten, chique winkels, prachtige tuinen, helemaal volgens de regels geparkeerde auto’s. Ga bijvoorbeeld naar het voormalige kartuizerklooster, thans museum San Martino, met zijn schitterende collectie historische presepi oftewel kerststallen, een echte Napolitaanse specialiteit. Vanuit de kloostertuin heb je een adembenemend gezicht op de oude stad, waar je de Spaccanapoli, de reeks straten die deze als met een mes in tweeën snijdt, haarscherp kunt waarnemen. Of naar Capodimonte, een van de rijkste musea van Italië, waar je – ongestoord – even veel Vlaamse meesters kunt bewonderen als in Antwerpen en Brussel samen, en dat bovendien omringd is door een weelderig park, een andere geliefde pleisterplaats voor Napolitaanse families. Maar misschien wil je wel meteen het échte Napels in duiken, en dan is de eerder genoemde Spaccanapoli the place to be. De straten dragen er verschillende namen, maar hier, en in de zijstraatjes ervan, vind je op een kluitje méér bezienswaardige kerken dan zelfs een diepgelovig mens op één dag aankan. Als je begint bij de Via dei librai, kun je ook nog de Dom, met de van zilver en goud blinkende kapel van de plaatselijke heilige San Gennaro schuin daartegenover meepikken. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de Napolitaanse koffie, de lekkerste van het hele schiereiland. Ristrettissimo in vergelijking met die van bijvoorbeeld Milaan. Geserveerd in gloeiend hete kopjes. De eerste keer verbrandde ik bijna mijn lippen. Toen ik dat opmerkte, zei de niet onfraaie jongedame achter de banco dat koffie toch ‘cccc’ moest zijn, en toen ik bekende dat ik als forestiero die uitdrukking niet kende, legde ze niet zonder een lichte aarzeling uit dat het staat voor Caldo Come Cazzo Cuoce, wat ik voor de goede orde maar onvertaald laat. En de Napolitaanse keuken! Laat je niet verleiden tot de ‘toeristenvallen’ op de meest bezochte plekken, maar stap met gerust gemoed in een anoniem straatje een trattoria of pizzeria binnen waar je inboorlingen aan formica tafeltjes en met een nooit ontbrekende tv (waar geen hond naar kijkt) op de achtergrond, ziet smikkelen. Er hangt geen kaart uit, hooguit is er een bord met wat er die dag op tafel komt. Dáár eet je gegarandeerd lekker. Zelf had ik al na een week, in EX-COLONIA ITALIANA A SINT-NIKLAAS 28 Il sabato 7 febbraio, nell’ambito della Giornata DKODeeltijds Kunstonderwijs, si svolse uno spettacolo gratuito nella cappella del Centro di Accoglienza della Croce Rossa a Sint-Niklaas; con i colleghi studenti della classe ‘Folkzang’ sotto la direzione di Elly Aerden, vi abbiamo cantato quattro brani dal nostro ‘repertorio’. Dopo aver goduto degli applausi entusiastici e mentre parlavamo del più e del meno, venni a sapere della presenza in quel centro di una decina di abitanti provenienti dall’Eritrea su un totale di 130 residenti. A spiegare il loro numero piuttosto elevato c’è fra l’altro il fatto che secondo una legge eritrea del 1993 il servizio militare è obbligatorio, indistintamente per uomini compresi tra i 18 e i 40 anni e donne fino a 27 anni. Dal 2003 tutti gli studenti delle scuole superiori effettuano l'anno conclusivo del loro percorso di studi presso un campo di addestramento militare situato a Sawa, circa 300 km dalla capitale Asmara. Un'estesa rete di prigioni e centri di detenzione ospita tutti coloro che tentano di fuggire dal servizio nazionale, frequenti le uccisioni di fuggitivi alla frontiera. Le Nazioni Unite hanno sconsigliato il rimpatrio di profughi eritrei. Dopo lo spettacolo si annunciò una serata per scoprire alcuni aspetti di quel paese africano sconosciutissimo che vede partire in Europa tanti giovani. La sera del 13 febbraio, introdotta da Jolijn Raes -parla perfettamente italiano-, iniziò con due testimonianze eritree: quella di Robel, un sedicenne appena insediatosi a Sint-Niklaas e poi Joëlle, un abitante eritreo stabilitosi parecchio tempo fa a Gent. Seguì poi un ascolto di musica tradizionale della cantante Almaz Ahabra e l’assaggio di quantità abbondanti di specialità eritree. Ciò che mi colpì nella presentazione di Joëlle è che chiamò la loro capitale Asmara ‘la Roma dell’Africa’. E mi misi in cerca. Ecco in riassunto alcuni elementi trovati su Wikipedia: ‘Nel novembre 1879 è iniziata l'occupazione italiana con un padre lazzarista che per conto della società di navigazione Rubattino di Genova avviò le trattative per la cessione della Baia di Assab al Governo italiano. Fu il primo atto della presenza ufficiale italiana nel continente africano. Venne siglato con il sultano locale l'accordo per l'acquisizione da parte dell'armatore della baia, allo scopo di farne un porto di servizio alle sue navi. Nel 1882 il governo italiano acquistò il possedimento di Assab, che il 5 luglio dello stesso anno diventò ufficialmente italiano. Negli anni dal 1885 al 1890 fu acquisita l'importante città portuale di Massaua -poi capitale provvisoria del possedimento d'oltremare- e il controllo italiano si estese nell'entroterra. Nel 1890 l'Eritrea fu ufficial- 21 STORIA VIAGGIARE mente dichiarata colonia italiana. Napels zien en… genieten Dopo il trattato di Uccialli del 1893 con il negus etiopico, l’Italia continuò la sua espansione verso l'entroterra (Axum, Macallè, Adua) e nel settembre 1895 si svolse la battaglia dell’Amba Alagi. Il 1º marzo 1896 gli italiani furono sconfitti ad Adua. Con il trattato di Addis Abeba, l'Italia riconobbe l'indipendenza dell'impero d'Abissinia e quest'ultimo riconobbe la colonia italiana d'Eritrea. Durante il dominio italiano, specie negli anni trenta, l'Eritrea fu la colonia maggiormente ammodernata: furono costruiti migliaia di km di strade, ponti, la ferrovia Massaua-Asmara... Le città furono sistemate anche con la creazione di numerosi quartieri italiani (ancora visibili). Bisogna sottolineare che l'Eritrea, rispetto all'Etiopia e alla Somalia italiana, fu la colonia con la più forte presenza di italiani. Infatti nel censimento del 1939 solo ad Asmara furono censiti 53.000 Italiani su una popolazione totale di 98.000 abitanti. Il 5 dicembre 1934 avvenne un incidente tra Somalia italiana ed Etiopia, che fornì il pretesto al regime fascista per aggredire l’Abissinia, partendo il 3 ottobre 1935 dalle basi dell'Eritrea. L'Abissinia venne conquistata e tutte le colonie italiane del Corno d'Africa furono unificate da Mussolini nella cosiddetta AOIAfrica Orientale Italiana. Nella primavera del 1941, ancor prima della resa agli inglesi di Amedeo di Savoia, l'Eritrea venne occupata da un esercito britannico a seguito della battaglia di Cheren. Con la perdita nel novembre 1941 di Gondar -ultimo ridotto italiano in Africa orientale- si dissolsero le ultime speranze di riconquista della colonia. Dopo quella data, per i quasi 100.000 Italiani della comunità italiana dell'Eritrea iniziò un periodo difficile che porterà alla loro quasi totale scomparsa in pochi decenni. L'Eritrea rimase sotto occupazione militare alleata fino al 1947 e divenne per cinque anni un protettorato britannico. La Nazioni Unite la dichiareranno federata con l'Impero etiope nel 1952.’ Per descrivere gli ultimi sessant’anni di tragedie in quel angolo d’Africa -6.086.495 abitanti per una superficie di quatrro volte il Belgio, mi ci vorrebbero ancora pagine e pagine di questo notiziario. (Herman COLE - 13 febbraio 2015) 22 Wie in Napels wel eens in de (niet meteen idyllische) havenbuurt flaneert, zal zich meermalen het volgende schouwspel zien afspelen: er meert een huizenhoog cruiseschip af, daaruit stroomt een dichte drom toeristen, die als de bliksem naar een lange rij klaarstaande bussen wordt gedirigeerd met als bestemming Pompeji, of Herculaneum, of Sorrento en Amalfi, of desnoods de hellingen van de Vesuvius. In het andere geval gaan ze regelrecht naar de vertrekplaats van de ferry’s richting Capri, Ischia of Procida. En Napels laten ze zorgvuldig links liggen, want de gids heeft hun gezegd dat ze daar maar beter weg kunnen blijven. Ze hebben ongelijk. Al zullen de echte liefhebbers zich daar alleen maar in verkneukelen: voor geen enkel van de ontelbare musea en monumenten hoeven ze in een lange wachtrij te gaan staan, en ze zullen niet voortdurend worden lastiggevallen door opdringerige verkopers van prullaria. Voor mijn Napolitaanse studenten – niet gespeend van enig chauvinisme, dat geef ik graag toe – leed het in elk geval geen twijfel: Napels was voor hen zonder meer de mooiste stad ter wereld. Laat dus je Rolex, halskettingen en armbanden thuis of minstens in je hotelkluis, hang je camera en je handtas schuin over je borst (a tracolla heet dat in het Italiaans), steek niet méér dan de strikt nodige contanten op zak, trek stevige wandelschoenen aan, want het plaveisel van zwarte lavasteen is aan de ruwe kant, en ga op verkenning uit. Nog één hint: neem voor Napels de tijd. Een week lijkt me het minimum. Een blitzbezoek – ju, ju, van het Museo Archeologico naar de Duomo, van de Certosa di San Martino naar het Palazzo Reale di Capodimonte – kan in mijn ogen alleen op een teleurstelling uitlopen. Napels is een stad die je langzaam, slenterend moet savoureren. Waar te beginnen? Kom je aan op een zonnige zondag, neem dan onverwijld de metro tot aan het station Mergellina. Dan ben je op een paar honderd meter van de autovrije Lungomare, die je helemaal kunt aflopen tot aan het Castel dell’Ovo, waarvan je in de verte de contouren al ziet. Dat is de plek waar hele Napolitaanse families ontspannen hun zondag doorbrengen, wandelend langs ijsjesventers en vu cumprà. Vóór je ligt de hele tijd het indrukwekkende silhouet van de Vesuvius, rechts zie je overzee Capri en Ischia liggen, links krijg je een voortdurend wisselende blik op het amfitheater dat Napels is. Ongeveer halverwege kun je even verpozen in de belendende Giardino Comunale of neerstrijken op een van de talrijke terrasjes. Aan het einde van de tocht ligt het historische centrum dan voor je klaar, tenminste als je voeten nog meewillen. Je kunt, als je voor het eerst de stad bezoekt, ook van boven uit kennismaken. Neem dan een van de vier funicolari die je in een oogwenk de hoogte in brengen (het zowat beroemdste Napolitaanse lied 27 STORIA STORIA haar om te schrijven en vond haar werk zo goed dat hij haar aanraadde het uit te geven. Ze had een voorliefde voor lezen en verdiepte zich ook in de lokale folklore en legendes. Deledda had een kleurrijke familie, die ze later ook in haar verhalen zou gebruiken, net als de lokale, Sardijnse gebruiken. Oeuvre Het eerste verhaal dat Deledda publiceerde was ‘Sangue sardo’ (Sardijns Bloed). Ze stuurde het naar een modetijdschrift dat het onmiddelijk publiceerde. Daarna werden verhalen van haar gepubliceerd in tijdschriften in Rome en Milaan. Haar eerste boek was ‘Fior di Sardegna’ (Bloem van Sardinië). Daarna schreef ze nog tal van boeken. Haar beste werk schreef Deledda nadat ze Sardinië verliet. De boeken weerspiegelden het leven en de mensen van Sardinië. Haar eerste echte grote succes was ‘Elias Portolu’, dat in diverse talen vertaald werd. In dit boek houdt ze zich bezig met de vrije wil en het lot. Ze gebruikte diverse mensen uit haar familie en directe omgeving voor het verhaal. In 1904 verscheen ‘Cenere’ (Assen), over een moeder die haar kind ter adoptie afstaat. Het boek was een groot succes en werd later verfilmd. De film werd een klassieker in het genre stille film. Er is geen duidelijk grote invloed op haar werk aan te wijzen. Wat haar het meest beïnvloedde was Sardinië en het naturalisme uit die periode. Een schrijver die ze zelf noemt is Giovanni Verga, die ze zelf aanwees als een terechtere Nobelprijswinnaar dan zijzelf. Nobelprijs voor Literatuur In 1900 trouwde Deledda met Palmiro Mardiesani uit Cagliari, de Sardijnse hoofdstad. Het echtpaar kreeg twee zonen. Ze verhuisden later naar Rome. Deledda sprak vrij in haar werk, maar in het openbaar was ze een gesloten, verlegen vrouw. Haar toespraak tijdens de uitreiking van de Nobelprijs in 1926 was een van de kortste ooit. De reis naar Zweden was de enige keer dat Deledda haar vaderland verliet. Deledda stierf op 15 augustus 1936 aan borstkanker. Ze werd begraven bij Monte Ortobone, vlakbij haar geboorteplaats Nuoro. Posthuum werden er nog twee van haar werken uitgegeven, onder andere ‘Cosima’, een autobiografisch werk. Deledda schreef 30 romans, 400 korte verhalen en daarnaast nog gedichten, een opera-libretto, enkele artikelen en een toneelstuk. Haar boeken worden tot op de dag van vandaag gelezen in Italië. ‘Genobelde’ Italianen (deel 1) (Bron: http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/biografie/91136-graziadeledda-nobelprijswinnares.html) Teksten bewerkt door Anne-Marie Neckebroeck 26 De Nobelprijs is een jaarlijkse prijs voor wetenschappelijke onderzoekers die een opmerkelijke prestatie hebben geleverd op het gebied van de natuurkunde, scheikunde en fysiologie of geneeskunde, voor auteurs die belangrijke bijdragen hebben geleverd aan de literatuur en voor personen en organisaties die belangrijk hebben bijgedragen aan bevordering van de vrede. De prijs werd ingesteld in 1895 in het testament van Alfred Nobel, en werd in 1901 na zijn overlijden voor het eerst uitgereikt. Daarnaast wordt sinds 1969 jaarlijks de Prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie, ter nagedachtenis aan Alfred Nobel uitgereikt, die vaak kortweg de Nobelprijs voor de Economie wordt genoemd. Hoewel het met de prijs verbonden bedrag niet onaanzienlijk is, is het prestige en de erkenning die men door het winnen van een Nobelprijs krijgt, voor de meeste winnaars de belangrijkste beloning. De prijs voor de Vrede wordt toegekend door een commissie van vijf leden van het Noorse parlement (de Nobelcommissie). De andere prijzen worden toegekend door verschillende Zweedse wetenschappelijke instellingen: de Zweedse Academie: Literatuur het Karolinska Instituut: Fysiologie of Geneeskunde de Koninklijke Academie voor de Wetenschappen: Natuurkunde en Scheikunde. In deze Notizie en in de Notizie van juni 2015 en september 2015 zullen we de aandacht vestigen op telkens drie Italianen die een Nobelprijs hebben gewonnen. Giosuè Carducci (1835-1907) Gosuè Carducci werd geboren in Val di Castello, een kleine stad in het Noord–Westen van Toscane, vlakbij Pisa. Zijn vader, een dokter, was een voorstander van de hereniging van Italie. Vanwege zijn politieke betrokkenheid, moest hij tijdens zijn jeugd verschillende keren verhuizen, waarna hij voor een aantal jaar in Florence verbleef. Tijdens zijn tijd op de universiteit, was hij gefascineerd door de terughoudende stijl van de Griekse en 23 STORIA STORIA Romeinse oudheid, waardoor zijn stijl erg klassiek was, vaak gekenmerkt door de meetinstrumenten zoals Latijnse dichters als Horatius en Virgilius. Hij ontving zijn doctoraat in de filosofie in 1856 van de "Normal High School" van Pisa en begon les te geven. Het daaropvolgende jaar publiceerde hij zijn eerste collectie gedichten met de titel "Rijm". Dit waren moeilijke jaren voor Carducci; zijn vader kwam te overlijden en zijn broer pleegde zelfmoord. In 1859 trouwde hij Elvira Menicucci. Zij kregen vier kinderen. Hij gaf Griekse les op een school in Pistoia voor een korte periode, waarna hij professor werd aan de Universiteit van Bologna. Hij was daar een populair leraar en een sterke bekritiseerder van literatuur en van de samenleving. Zijn politieke kijk was over het algemeen christelijk en hij was vooral gekant tegen de macht van de katholieke kerk. "Ik ken geen waarheid van god noch vrede met welke priester dan ook. Zij zijn de echte en onverandelijke vijand van Italië", sprak hij in zijn latere jaren. Deze anti-klerikale revolutionaire geestdrift is prominent te zien in zijn meest beroemde gedicht, de opzettelijk godslasterlijke en provocerende "Hymne aan Satan". Het gedicht werd gemaakt in 1863 als dinner party toast, voor het eerst geplubiceerd in 1865, daarna in 1869 door Bologna's radicale krant, Il Popolo, als provocatie verbonden met de twintigste-eeuwse Vaticaanse wereldraad; Het was de tijd waarin een revolutionaire woede heerste tegen het pausdom, en de republikeinen een einde voor de politieke en militaire overheersing van het Vaticaan over de pauselijke staten wilden. Terwijl "Inno a Satana" een grote revolutionaire impact had, kwamen Carducci's beste dichtkunsten later. Zijn collecties ‘Rime Nuove’ en ‘Odi Barbare’ bevatten zijn beste werken. Hij was de eerste Italiaan die de Nobelprijs voor literatuur won in 1906, voor zijn “grote scheppingskracht en spontane stijl”. Hij werd ook gekozen als senator van Italië. Alhoewel hij bekend is om zijn gedichten, produceerde hij ook lange rijmloze werken, zoals literatuurkritiek, biografieën, speeches en opstellen. Carducci was ook een uitstekend vertaler en vertaalde onder andere enkele werken van Goethe en Heine in het Italiaans. (Bron: http://www.aboutversilia.com/nl/versilia-bekende-mensen. html) Guglielmo Marconi Markies Guglielmo Giovanni Maria Marconi (1874-1937) Guglielmo Marconi werd in 1874 te Bologna, Italië, geboren in een welgestelde familie. Hij genoot privéonderwijs en ging daarna naar het Technisch Instituut te Livorno. Daar las hij een artikel dat hem wel 24 interesseerde... Dit artikel ging over de mogelijkheid om radiostraling te gebruiken om te communiceren zonder de toen noodzakelijke draden. Marconi legde zich hier dadelijk op toe. Hij begon in zijn ouderlijk huis, vlakbij Bologna, te experimenteren. Binnen een jaar had hij al signalen verzonden en ontvangen op korte afstand (bijvoorbeeld ook over een heuvel heen) en daarna over steeds grotere afstanden, zelfs tot drie kilometer. In 1896 vroeg hij een patent aan. De Italiaanse regering was niet geïnteresseerd in zijn werk, maar de Britse admiraliteit wel. Deze vroeg dan ook aan Marconi om radiotoestellen op een aantal van hun schepen te installeren. De transmissies werden steeds succesvoller op grote afstand, en in 1899 had Marconi al een bericht verzonden over het Bristol Channel heen, zo'n 13,5 kilometer ver en iets later 31 mijl ver, om het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk te overbruggen. De meeste mensen geloofden dat de bolling van de aarde zou verhinderen dat de signalen veel verder dan 300 kilometer zouden kunnen komen, dus toen Marconi er in 1901 in slaagde een bericht over de Atlantische oceaan te versturen was dit groot nieuws. Het opende de deur voor een zich snel ontwikkelende draadloze industrie. Marconi bleef zijn ontdekking verfijnen tijdens de daaropvolgende jaren, en legde zich daarna toe op het zakelijke aspect van zijn werk. In 1909 won hij de Nobelprijs, samen met Karl Braun wiens verfijningen aan Marconi's zendtoestellen hun bereik aanzienlijk verhoogden. (Bron: http://www.spacepage.be/artikelen/natuurkunde/nobelprijswinnaars/nobelprijs-1909-marconi-en-braun) Grazia Deledda (1871-1936) Grazia Deledda was de eerste Italiaanse vrouw die de Nobelprijs voor Literatuur ontving. Ze werd geboren op Sardinië en het eiland en haar bewoners spelen in vrijwel haar gehele oeuvre een grote rol. Sardinië Deledda werd geboren in Nuoro op Sardinië op 27 september 1871. Haar vader was een rijke boer en had een voorliefde voor literatuur. Hij had een pers waarmee hij een lokale krant en zijn eigen gedichten uitgaf. Deledda ging naar de lokale basisschool en kreeg daarna privélessen. Haar leraar stimuleerde 25 UIT DE OUDE DOOS lijk druk geworden. De bloemenverkopers hebben zich geïnstalleerd, de eerste bezoekers gaan naar binnen, de chauffeur van de Mercedes meldt zich bij de administratie en ik loop de brede trappen op die met gele chrysanten zijn omzoomd. Onder de koepel van de hoofdingang, 20-25 meter hoog misschien, bij de sombere graftombe van Manzoni is geen mens te zien. Hier geen bloemen, zeker niet zo vroeg in de morgen. Het borstbeeld van Verdi staat wat verloren in een hoek van deze immense ruimte. Links en rechts gangen waar in de muren tot vijf, zes meter hoog de grafnissen zijn aangebracht. Sommige grafstenen zijn meer dan een eeuw oud, andere vrij recent. Hier en daar een paar verse bloemen, maar meestal een paar die niet zo snel verwelken. Van gips of een of andere natuursteen. Een zijgang biedt een wat vriendelijker aanblik. Hier liggen misschien de wat minder begoeden. De nissen zijn wat kleiner, de stenen wat kleuriger. Van veraf lijkt het wel een bibliotheek, een indruk die nog wordt versterkt door de laddertjes die hier en daar tegen de muren staan. Zo is iedereen, ook driehoog bereikbaar. Ik ben op het Cimitero Monumentale, niet ver van het centrum van Milaan, aangelegd rond 1850-1860, op een oppervlakte van 25 hectare. Een informatiepaneel aan het begin van het eigenlijke kerkhof geeft aan waar de beroemde doden liggen of waar de opvallendste monumenten te vinden zijn. En die zijn er in overvloed. Zo te zien is er toch weinig vertrouwen in de kwaliteit van het hiernamaals. De aardse bouwsels die hier opgetrokken zijn duiden toch op de wens hier nog wat langer te verblijven. Cemento Monumentale lijkt me een betere benaming. Als ik na een half uurtje op de terugweg ben, is de overledene in zijn Mercedes bij zijn voorlaatste rustplaats aangekomen. De chauffeur krijgt hulp. Met vereende krachten wordt de ksit op een wagentje gezet. Maar nee, hij staat niet goed, dus weer opgetild, omgedraaid en weggereden. Bij de uitgang loop ik de "Bookshop" binnen voor de aangeprezen viertalige gids. Geen mens te zien, geen boek te vinden. Wel mooie panelen met informatie over de verschillende bouwstijlen die op het kerkhof te vinden zijn. Ideaal voor de studenten "architectuur" met scriptieproblemen. Op een stoel een blad papier: T-shirt : Lit. 10.000. Geen T-shirt te zien. Uitverkocht? Als ik weer op straat sta, valt het me op dat ik iets mis. Regen, wind, rondvliegende bladeren. Het is toch Allerzielen? Hier zon, een prachtige herfstdag. De weergoden zijn in Italië zelfs de doden goedgezind. MAX Een reeks artikels opgevist uit de oude doos als bijdrage voor Jubileumjaar 25 - wordt vervolgd .. volgt u mee ? IV UIT DE OUDE DOOS ALGEMENE LEDENVERGADERING p.5, 2de kwartaal, 1995, n°14 Op 12 mei 1995 werd te 19u45 de jaarlijkse algemene ledenvergadering gehouden. Mevrouw K. De Brant-Van doorslaer had haar ontslag aangeboden. Als nieuw lid van het dagelijks bestuur werd de kandidatuur van de Heer Antoon De Meyer voorgesteld. Hij neemt reeds sinds enkele maanden deel aan de vergaderingen. Met algemene stemmen werd dit gewijzigd bestuur aanvaard. De samenstelling is dus als volgt: Voorzitter Paul De Maeyer OndervoorzitterRomain Van Hautekerke Penningmeester -secretaris René Van Bel Werkende leden: de dames Brigitte Van Kogelenberg Carine Tavernier Inge Van doorslaer de herenAlfred Adriaenssens Antoon De Meyer Met vernieuwde moed kunnen we weer aan de slag. Het vijfde werkjaar belooft aan activiteiten rijk te worden, zoals blijkt uit de rubriek "Cosa faremo?". VIJF JAAR ANFITEATRO kwartaal, 1995, n°15 p.5, 4de Op 17 november vond de lustrumviering plaats in het prachtige kader van de Salons voor Schone Kunsten, Stationsstraat te Sint-Niklaas. Deze feestelijke zitting werd muzikaal opgeluisterd door het ensemble Cerelli van de Heer Matthynssens. foto We hadden er geen flauw idee van met hoeveel "ze" zouden komen, maar het waren er héél veel. Meer dan 130 leden en sympathisanten woonden deze feestelijke receptie bij. EEN AZIJN ALS BALSEM kwartaal, 1997,n°19. (naar Patricia Catellani) p.10, 2de Enkele beschouwingen over aceto balsamico (A.B.) van een betrokkene. De auteur is apotheker in Modena. "A.B. wordt aangetroffen in enkele farmacopees (geneesmiddelenboek) uit Modena, als ingrediënt in medicinale bereidingen, gastronomische recepten en actueel in menu's van de allerhoogste etiquette. A.B. wordt oorspronkelijk bereid uit druivenmost en sinds eeuwen zijn druiven, wijn, olie, bier, melk, zout enz. zowel als voedsel en als geneesmiddel aangewend. I UIT DE OUDE DOOS UIT DE OUDE DOOS Het verschil met gewone azijn is dat A.B. verkregen wordt door langzame verzuring van de most van gekookte druiven en vervolgens de veroudering op vat (houten vaten uit eik, kastanje, kersenhout, moerbei, es, jeneverbes of accacia). Door de oude techniek worden de aanwezige micro organismen (bacteriën, enzymen, schimmels en gisten) geactiveerd in de most en bekomt men een natuurlijke verzuring. Plaatselijke cepages (druivenras) worden gebruikt : Trebbiano, Ancellotta, Occhio di Gatta, Chiocchella, Spergola, Pellegro, Berzerino en enkele Lambruschi. Na een bepaalde periode wordt de most gekookt om de verdere alcoholische gisting te stoppen. Het volgende stadium in het proces is "riposare" en " respirare" (rusten en ademen) in houten vaten. Het microklimaat van Modena en Reggio is hiervoor bijzonder gunstig en uniek in zijn soort. De plaats waar dit gebeurt wordt in Modena "l'acetaia" (azijnkelder) genoemd : een ruimte onder het dak die Z-O georiënteerd is. Tijdens deze fase varieert de temperatuur tussen zomer en winter tot 60°C. Nu enkele woorden over het gebruik van A.B. : De antieken gebruikten de A.B. als specerij: om de maaltijden beter verteerbaar te maken, als drank en dan verdund met water in gelijke delen, tenslotte als ontsmettingsmiddel. De most daarentegen werd als zoetmiddel gebruikt en was veel goedkoper dan honing. Maar wat met de medicinale eigenschappen? Vooreerst is het een antioxidans (gaat de veroudering der cellen tegen), verder is het eupeptisch (verterend), antiartritisch, werkt normaliserend op het kalkmetabolisme, is het antitrombotisch, voorkomt bloedstolling, leverbeschermend in de juiste hoeveelheden en zelfs stimulerend voor de schildkleir. Tegenaangewezen is A.B. echter bij levercirrose en ernstige insectenbeten. De auteur eindigt met de lapidaire zin :"Se tutti i cuochi conoscessero l'aceto balsamico, i farmascisti ed i medici non avrebbero piu lavoro!" (indien al de koks de aceto balsamico zouden kennen dan zouden de apothekers en de dokters geen werk meer hebben). Romano carda niet zonder boosaardigheid het beeld dat de anderen van hem hebben, stelselmatig af te breken. Aan de hand van de grondig voorbereide notities van Marie-Ange Debeer die de avond begeleidde en animeerde, kregen alle deelnemers een uitgebreide documentatie en inzicht in deze merkwaardige auteur. Dat het initiatief geslaagd was mocht blijken uit het feit dat we reeds een volgend programma hebben voorbereid. Op 2 februari 1998 bespreken we het historisch werk van Boccacio "Il Decamerone". Er wordt gebruik gemaakt van het onlangs uitgegeven werk "De beste verhalen uit de Decamerone", bijeen gebracht door Tom Naegels, vertaald door Frans Denissen en uitgegeven bij Manteau. Prijs: 795 BEF. Wie interesse heeft om het boek aan te schaffen en al dan niet aan de leesclub deel te nemen, stellen we voor het boek in "pool" aan te koepen ten einde een lagere prijs te bekomen. Bel zo vlug mogelijk naar Romain Van Hautekerke. In april '98 bespreken we het boek "Palomar" van Italo Calvino (een hedendaags auteur). En nogmaals voor alle duidelijkheid: de boeken worden in het nederlands gelezen en besproken. Wie nu reeds interesse heeft, kan zich vrijblijvend bekend maken bij Romain Van Hautekerke (03) 771 00 21. Romano ITALIAANSE LETTERKUNDE kwartaal, 1997, n°21 p.4, 4de De leesclub van Anfiteatro startte op donderdag 30 oktober met een roman van de Nobelprijswinnaar L.Pirandello : Iemand, niemand en honderdduizend. In het gezellige kader van de zolder van het Castrohof ontwikkelde zich tussen koffie en andere drank een boeiende dialoog tussen de deelnemers rond het leven en werk van Pirandello. De inhoud van het boek is als volgt samen te vatten. De 28-jarige bankier V. Moscarda leidt een zorgeloos leven, tot op een dag zijn vrouw tegen hem zegt dat zijn neus een beetje scheef staat. Moscarda is verbijsterd: de iemand die hij zelf altijd had gedacht te zijn, blijkt niet te bestaan. Hij is een niemand geworden. Hij is alleen maar de honderdduizend verschillende iemanden, zoals anderen hem zien. Om achter zijn eigen ware identiteit te komen besluit Mos- II BUTTACHICCHI 1998, n°24 p.8, 3de kwartaal, Vrijdag 16 oktober om 20u vergaderen de Buttachicchi in "De Klavers" te Belsele. Deze groep ontstond 2 jaar geleden na een proeverij antipasti. De inzet van de medewerkers toen en de kwaliteit van de schotels heeft menigeen er aan doen denken dat ze zelf ook wel eens iets konden bereiden. Daarvoor moesten we op zoek gaan naar een zaaltje met keuken dat neit te duur is. "De Klavers" bleek een oplossing te bieden.: een zaaltje met keuken. Maar één voorwaarde: alles schoon maken na de maaltijd. Enig nadeel is dat je er maar met maximum 20 mensen kunt werken en eten. De opzet van Buttachicchi is dat er wordt gekookt met goedkope ingrediënten. Voor een prijs van 500BEF wordt gekookt en gedronken (aperitief, wijn, water en koffie inbegrepen). De koks krijgen de prijs van de eetwaren terugbetaald en eten gratis (desgevallend één persoon per echtpaar). Van de anderen wordt verwacht dat ze mee helpen bij het opdienen en afruimen en bij de vaat. Wil je meekoken, wil je mee-eten? Telefoneer of fax naar René Van Bel zo snel mogelijk en tot uiterlijk 10 oktober op het nummer: (03) 776 46 85 MILAAN - ALLERZIELEN 1998 4de kwartaal, 1998, n°25 p.18, De overledene in de glimmende, extralange, luxe Mercedes van de begrafenisonderneming, moet net als ik wachten. De poorten van het Cimitero Monumentale gaan pas om half negen open. Ook voor de doden. Regels zijn regels. Als de poorten dan eindelijk opengaan, is het al behoor- III
© Copyright 2024 ExpyDoc