Eindtermen geschiedenis en methodologische onderbouw

2de en 3de graad

De leerlingen kunnen op het einde van de 2de graad
 Doelgericht informatie opzoeken over het verleden en het heden
op basis van duidelijk afgebakende opdrachten met gevarieerd
en gedifferentieerd leermateriaal (ET14).
 Tekstuele, auditieve, visuele, audiovisuele en multimediale
informatie ordenen op basis van de criteria historische bron of
historiografisch materiaal, met vermelding van de referentie
(ET15).
 Op basis van duidelijk afgebakende opdrachten een
verantwoorde en doelgerichte selectie maken uit het
informatieaanbod. Hiertoe kunnen ze een werkplan opmaken en
een overzicht opstellen van te raadplegen informatiekanalen
(ET16).

De leerlingen kunnen op het einde van de 3de graad
 Doeltreffend informatie selecteren uit gevarieerd
informatiemateriaal rond een ruim geformuleerde historische of
actuele probleemstelling (ET 14).
 Hun selectie van informatie kritisch verantwoorden (ET15).

De leerlingen kunnen op het einde van de 2de graad
 Aan de hand van vragen en op het niveau geformuleerde opdrachten, de
nodige gegevens voor het beantwoorden van een historische
probleemstelling halen uit allerhande informatiemateriaal (ET17).
 In historische informatie hoofd- en bijzaken onderscheiden in een
duidelijk op hun niveau omschreven probleem (ET 18)
 Aan de hand van vragen en op hun niveau omschreven opdrachten,
informatie interpreteren en mogelijke betekenislagen achterhalen (ET
19).
 Uit historische informatie een standpunt halen en hieromtrent een vraag
formuleren (E20).

De leerlingen kunnen op het einde van de 3de graad
 Zelfstandig de nodige gegevens voor het beantwoorden van een
historische probleemstelling halen uit allerhande informatie (E16).
 Een vraagstelling ontwikkelen om de historische informatie kritisch en
vanuit verschillende standpunten te benaderen (E17).
 Argumenten weergeven die gebruikt worden om standpunten i.v.m.
problemen uit het verleden en heden te onderbouwen (ET18).

De leerlingen kunnen op het einde van de 2de graad
 Aan de hand van vragen en op hun niveau geformuleerde
opdrachten, historische documenten met elkaar vergelijken, uit
die vergelijking de draagwijdte van die informatie bepalen en
een besluit formuleren (ET21).
 Met coherente argumenten hun eigen standpunt tegenover een
historisch of actueel maatschappelijk probleem verdedigen
(ET22).

De leerlingen kunnen op het einde van de 3de graad
 Verschillende argumentaties tegen elkaar afwegen (ET19).
 Een redenering opbouwen vanuit de studie van verleden en
heden om hun standpunt t.o.v. een maatschappelijk probleem
te verdedigen (ET20).
 Bij hun historisch onderzoek de aangewende methode evalueren
en eventueel bijsturen (ET21).

De leerlingen kunnen op het einde van de 2de
graad
 Informatie uit historisch bronnenmateriaal en
historiografische documentatie structureren en synthetiseren
(ET23).
 Het resultaat van een beperkt historisch onderzoek onder
vorm van een eigen deelopdracht of van een groepswerk op
een heldere manier weergeven in een mondelinge of
schriftelijke uiteenzetting, of uitbeeldend of grafisch (ET24).

De leerlingen kunnen op het einde van de 3de
graad
 Omtrent een maatschappelijk relevante (actuele of
historische) probleemstelling initiatieven nemen, met hun
medeleerlingen een doelmatige historische methodiek
afspreken, de deelconclusies evalueren en een
samenhangende rapportering brengen (ET22).