Uitleg persoonsvorm (pv) - lesned.net | de website voor je

Uitleg samengestelde zin
Een zinsdeel (onderwerp, lijdend voorwerp,
meewerkend voorwerp, enz.) kun je vaak
vervangen door een zin. Zo’n zin noem je
dan een bijzin (in een andere zin).
Bij een zin die meer persoonsvormen bevat
(en dus meer zinnen), spreken we van een
samengestelde zin
Uitleg samengestelde zin
Een samengestelde zin bevat altijd een
hoofdzin.
Die is makkelijk te herkennen:
er kan niets tussen on en pv staan
(maar WEL tussen pv en on!!).
voorbeelden
Iemand heeft haar ‘s nachts ook gezien.
Hoofdzin, want er kan niets tussen on en pv.
‘s Nachts heeft ook iemand haar gezien.
Hoewel er ook tussen pv en on staat, is het
toch een hoofdzin. Je kunt dat controleren
door het on vooraan te zetten.
voorbeelden
Hij moet ook B zeggen.
Hoofdzin, met hij als onderwerp.
Wie A zegt, moet ook B zeggen.
Het on hij is vervangen door een bijzin. We
noemen dit daarom een onderwerpsbijzin
(on-zin).
voorbeelden
Het klopt.
Hoofdzin, met het als onderwerp.
Het klopt, dat hij dat heeft gezegd.
Het on het is vervangbaar door de bijzin.
We noemen dit daarom een onderwerpsbijzin
(on-zin), en het een voorlopig on:
Dat hij dat heeft gezegd, klopt. Nu is het verdwenen!
voorbeelden
Hij moet ook B zeggen.
Hoofdzin, met B als lijdend voorwerp.
Hij moet ook zeggen wat hij wil.
Het lv B is vervangen door een bijzin.
We noemen dit daarom een lijdend
voorwerpsbijzin (lv-zin).
voorbeelden
Ik begrijp het.
Hoofdzin, met het als lijdend voorwerp.
Ik begrijp het, dat dit moeilijk voor je is.
Het lv het is vervangbaar door de bijzin.
We noemen dit daarom een lijdend voorwerpsbijzin (lv-zin) en het een voorlopig lv:
Dat dit moeilijk voor je is, begrijp ik. Nu is het verdwenen!
voorbeelden
Ze hoopt dat.
Hoofdzin, met dat als lijdend voorwerp.
Ze hoopt, dat ze op tijd komt.
Het lv dat is vervangen door een bijzin.
We noemen dit daarom een lijdend voorwerpsbijzin (lv-zin).
Er had ook kunnen staan: Ze hoopt op tijd te komen.
Dan zijn on en pv in de bijzin verdwenen. We noemen het
dan een beknopte bijzin, in dit geval een beknopte lv-zin.
voorbeelden
Dat zeiden ze tegelijk.
Hoofdzin, met dat als lijdend voorwerp.
“We komen op tijd,” zeiden ze tegelijk.
Het lv dat is vervangen door een hoofdzin.
Maar omdat die hoofdzin tussen aanhalingstekens staat,
beschouwen we hem toch als een bijzin.
We noemen dit daarom een lijdend voorwerpsbijzin (lv-zin).
voorbeelden
Hem moet hij het morgen vertellen.
Hoofdzin, met hem als meewerkend voorwerp.
Wie het wil weten, moet hij het morgen vertellen.
Het mv hem is vervangen door een bijzin.
We noemen dit daarom een meewerkend
voorwerpsbijzin (mv-zin).
voorbeelden
Hem moet hij het morgen vertellen.
Hoofdzin, met morgen als bijwoordelijke bepaling.
Hem moet hij het vertellen, als het tijd is.
De bwb morgen is vervangen door een
bijzin. We noemen dit daarom een
bijwoordelijke (bepalings)bijzin (bwb-zin).
voorbeelden
Ik verbaas me erover.
Hoofdzin, met erover als bijwoordelijke bepaling.
Ik verbaas me erover, dat ze komt.
De bwb erover is vervangbaar door de bijzin. We noemen dit daarom een bijwoordelijke (bepalings)bijzin (bwb-zin), en erover
een voorlopige bwb.
voorbeelden
Die vervelende jongen liet zij links liggen.
Hoofdzin, met vervelende als bijvoeglijke bepaling.
Die jongen die zo vervelend doet, liet zij links liggen.
De bvb vervelende is vervangen door een
bijzin. We noemen dit daarom een
bijvoeglijke (bepalings)bijzin (bvb-zin).
Uitleg samengestelde zin
Er zijn twee soorten voegwoorden:
nevenschikkende en onderschikkende
De nevenschikkende voegwoorden zijn:
want – maar – en – of.
Ze verbinden:
• of twee hoofdzinnen
• of twee gelijke bijzinnen
Uitleg samengestelde zin
Naast want – maar – en – of zijn alle andere
voegwoorden onderschikkend.
Let op: OF kan beide zijn!
Onderschikkende voegwoorden verbinden
altijd een hoofdzin met een bijzin, of een bijzin
met een lagere bijzin.
Hij zegt, dat ze niet weet, of Jan ook komt.
of Jan ook komt = lv in dat ze (dat) niet weet.
Daarom noemen we of Jan ook komt een bijzin
van de 2e graad (een lagere bijzin).
Uitleg samengestelde zin
Naast want – maar – en – of zijn alle andere
voegwoorden onderschikkend.
Let op: OF kan beide zijn!
Hij zegt, dat ze niet komt, of dat ze misschien
later komt.
dat ze niet komt en dat ze misschien later komt
zijn beide lv in Hij zegt (dat).
Daarom is of in deze zin een nevenschikkend
voegwoord (het verbindt twee gelijke bijzinnen
van de 1e graad).
Uitleg samengestelde zin
Een bijzin die een zinsdeel is in een hoofdzin,
noemen we een bijzin van de 1e graad.
Een bijzin die een zinsdeel is in een bijzin van
de 1e graad, noemen we een bijzin van de 2e
graad.
Een bijzin die een zinsdeel is in een bijzin van
de 2e graad, noemen we een bijzin van de 3e
graad.
enzovoort.
veel gemaakte fout
De jongen die zo vervelend doet, liet zij links liggen.
De jongen die zo vervelend doet kun je vervangen door hem.
Hem is lv in de hoofdzin, dus is dit een lijdend voorwerpsbijzin(?).
In de bijzin is dan de jongen onderwerp, maar die ook, en dat kan
natuurlijk niet.
De jongen hoort dus bij de hoofdzin, en de bijzin is: die zo
vervelend doet. De bijzin kun je vervangen door vervelende, en
dat is een bvb.
De bijzin is dus een bijvoeglijke (bepalings)bijzin (bvb-zin).
Hulpmiddel: een bvb-zin begint vaak met een betrekkelijk vnw.
nog een veel gemaakte fout
Het was er koud en Willem schrok meerdere malen wakker uit een droom
waarin hij werd meegesleurd door een zwarte stroom die geluidloos door de
buis aan kwam zetten en verdronk. (Uit: Isa’s droom van Marco Kunst)
De schrijver bedoelt natuurlijk dat Willem droomt dat hij verdronk.
Maar dat staat er niet!
Als een onderwerp wordt weggelaten (zoals bij verdronk), vullen we
automatisch het laatst genoemde onderwerp aan. Dat is hier die, en dat
verwijst naar een zwarte stroom.
Hier staat dus, dat de zwarte stroom verdronk!!
Meteen sloot ook hij de deur, want dat
deden de anderen ook.
twee hoofdzinnen
antwoord
uitleg
Meteen sloot ook hij de deur, want dat
deden de anderen ook.
Als je de eerste zin met het on hij begint,
kan er niets tussen on en pv. Het zijn dus
twee hoofdzinnen, wat ook al te zien was
aan het nevenschikkend voegwoord want.
Zij zou vanmiddag komen, of zij zou een
vervangster sturen.
twee hoofdzinnen
antwoord
uitleg
Zij zou vanmiddag komen, of zij zou een
vervangster sturen.
In beide zinnen kun je niets tussen on en
pv zetten. Het zijn dus twee hoofdzinnen,
en of is hier nevenschikkend.
Weet jij of het waar is, wat zij zegt?
of het waar is = lv-zin1e graad
wat zij zegt = on-zin 2e graad
het = voorlopig on
antwoord
uitleg
Weet jij of het waar is, wat zij zegt?
of het waar is kun je vervangen door dat
in de hoofdzin, en is dus een lv-zin van de
1e graad.
wat zij zegt kun je vervangen door het in
de lv-zin, en is dus een on-zin van de 2e
graad, en het is voorlopig on.
Als het waar is, wat ze zegt, heeft hij gelijk.
als het waar is = bwb-zin 1e graad
wat ze zegt = on-zin 2e graad
het = voorlopig on
antwoord
uitleg
Als het waar is, wat ze zegt, heeft hij
gelijk.
als het waar is kun je vervangen door dan
in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin van
de 1e graad.
wat ze zegt kun je vervangen door het in
de bwb-zin, en is dus een on-zin van de
2e graad, en het is voorlopig on.
Heb je de jongen met wie ze stond te praten
al eens eerder gezien?
met wie ze stond te praten =
bvb-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Heb je de jongen met wie ze stond te
praten al eens eerder gezien?
met wie ze stond te praten kun je vervangen door die (jongen) in de hoofdzin,
en is dus een bvb-zin van de 1e graad.
Hij hoopt van haar de waarheid te horen.
van haar de waarheid te horen =
beknopte lv-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Hij hoopt van haar de waarheid te horen.
van haar de waarheid te horen kun je vervangen door dat in de hoofdzin, en is dus
een lv-zin van de 1e graad.
Omdat on en pv ontbreken, is het een
beknopte lv-zin van de 1e graad.
(Hij hoopt dat hij van haar de waarheid hoort)
Als je het mij vraagt, bedoelen ze precies
hetzelfde.
als je het mij vraagt = bwb-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Als je het mij vraagt, bedoelen ze precies
hetzelfde.
als je het mij vraagt kun je vervangen
door dan in de hoofdzin, en is dus een
bwb-zin van de 1e graad.
Toen ze die boom hadden omgezaagd,
zagen ze pas, dat er een schat onder lag.
toen ze die boom hadden omgezaagd
= bwb-zin 1e graad
dat er een schat onder lag
= lv-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Toen ze die boom hadden omgezaagd,
zagen ze pas, dat er een schat onder lag.
toen ze die boom hadden omgezaagd kun
je vervangen door toen in de hoofdzin, en
is dus een bwb-zin van de 1e graad.
dat er een schat onder lag kun je vervangen door dat in de hoofdzin, en is dus een
lv-zin van de 1e graad.
Het is gemeen, als je zonder bewijs zegt,
dat zij het heeft gedaan.
als je zonder bewijs zegt
= bwb-zin 1e graad
dat zij het heeft gedaan
= lv-zin 2e graad
antwoord
uitleg
Het is gemeen, als je zonder bewijs zegt,
dat zij het heeft gedaan.
als je zonder bewijs zegt kun je vervangen door dan in de hoofdzin, en is dus
een bwb-zin van de 1e graad.
dat zij het heeft gedaan kun je vervangen
door dat in de bwb-zin, en is dus een lvzin van de 2e graad.
In de vakantie zie je vaak, dat mensen naar
het buitenland gaan, omdat het weer daar
warmer is.
dat mensen naar het buitenland gaan
= lv-zin 1e graad
omdat het weer daar warmer is
= bwb-zin 2e graad
antwoord
uitleg
In de vakantie zie je vaak, dat mensen
naar het buitenland gaan, omdat het weer
daar warmer is.
dat mensen naar het buitenland gaan kun
je vervangen door dat in de hoofdzin, en
is dus een lv-zin van de 1e graad.
omdat het weer daar warmer is kun je
vervangen door daarom in de lv-zin, en is
dus een bwb-zin van de 2e graad.
Zij blijven de hele vakantie in Nederland,
omdat volgens het KNMI het hier ook warm
wordt.
omdat volgens … warm wordt
= bwb-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Zij blijven de hele vakantie in Nederland,
omdat volgens het KNMI het hier ook
warm wordt.
omdat volgens het KNMI het hier ook
warm wordt kun je vervangen door
daarom in de hoofdzin, en is dus een
bwb-zin van de 1e graad.
Als je daar je rijbewijs wilt verliezen, hoef je
alleen maar dronken achter het stuur te
gaan zitten.
Als je daar je rijbewijs wilt verliezen
= bwb-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Als je daar je rijbewijs wilt verliezen, hoef
je alleen maar dronken achter het stuur te
gaan zitten.
Als je daar je rijbewijs wilt verliezen kun je
vervangen door dan in de hoofdzin, en is
dus een bwb-zin van de 1e graad.
Er wordt blindelings van uitgegaan, dat het
waar is, wat ze daarover verteld hebben.
dat het waar is = bwb-zin 1e graad
wat ze daarover verteld hebben = on-zin 2e graad
ervan = voorlopige bwb, het = voorlopig on
antwoord
uitleg
Er wordt blindelings van uitgegaan, dat
het waar is, wat ze daarover verteld
hebben.
dat het waar is is vervangbaar door erover in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin
van de 1e graad.
wat ze daarover verteld hebben is vervangbaar door het in de bwb-zin, en is
dus een on-zin van de 2e graad.
ervan is voorlopige bwb, het is voorlopig on.
Er wordt blindelings van uitgegaan, dat
het waar is, wat ze daarover verteld
hebben.
In dit geval is het moeilijk te bepalen wat
de hoofdzin is, omdat het een hoofdzin is
zonder onderwerp.
Werk in zo’n geval achterstevoren: bepaal
eerst wat de bijzinnen zijn, dan houd je de
hoofdzin vanzelf over.
(elke samengestelde zin bevat een hoofdzin!)
Wie dat heeft gezegd, is niet bekend, maar
je kunt het wel raden.
wie dat heeft gezegd = on-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Wie dat heeft gezegd, is niet bekend,
maar je kunt het wel raden.
wie dat heeft gezegd kun je vervangen
door dat in de hoofdzin, en is dus een onzin van de 1e graad.
Wie je vertrouwt, vertel je het, maar dat lijkt
me logisch.
wie je vertrouwt = mv-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Wie je vertrouwt, vertel je het, maar dat
lijkt me logisch.
wie je vertrouwt kun je vervangen door
hem of haar in de hoofdzin, en is dus een
mv-zin van de 1e graad.
Wil je het meisje van wie je dit hebt
gehoord, mijn hartelijke groeten doen?
van wie je dit hebt gehoord
= bvb-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Wil je het meisje van wie je dit hebt
gehoord, mijn hartelijke groeten doen?
van wie je dit hebt gehoord kun je vervangen door dit (meisje) in de hoofdzin, en is
dus een bvb-zin van de 1e graad.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik
samen spelen.
dat ik twee hondjes was
= lv-zin 1e graad
antwoord
uitleg
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon
ik samen spelen.
dat ik twee hondjes was kun je vervangen door dat in de hoofdzin, en is dus een
lv-zin van de 1e graad.
“Je moet je mond houden,” hoorde ik haar
zeggen, toen ze hem zag.
je moet je mond houden = lv-zin 1e graad
toen ze hem zag = bwb-zin 1e graad
antwoord
uitleg
“Je moet je mond houden,” hoorde ik haar
zeggen, toen ze hem zag.
je moet je mond houden (hoofdzin als citaat!!) kun
je vervangen door dat in de hoofdzin, en
is dus een lv-zin van de 1e graad.
toen ze hem zag kun je vervangen door
toen in de hoofdzin, en is dus een bwb-zin
van de 1e graad.
einde