1 Nieuwsbrief maart/april 2015 – jaargang 6 – nummer 2 Gelukkig hebben we wat vorst gehad met een beetje sneeuw, anders zou je denken dat het net als vorig jaar niet echt winter is geweest. Maar nu lijkt toch al heel langzaam al de lente in de lucht te zitten, we zien overal sneeuwklokjes en ook de krokussen beginnen voorzichtig te komen. Elk moestuinder krijgt nu de kriebels want we kunnen weer allemaal zaaien, planten e.d. Hier is alweer de nieuwsbrief voor maart en april 2015. De nieuwsbrief zit weer boordevol interessante artikelen en tips wat je in deze maanden in de tuin moet doen, nieuw is een overzicht van interessante tuinbeurzen en tuinmarkten door het hele land worden gehouden op het gebied van tuinieren. Ook wordt er bij elke nieuwsbrief een leuke tuinklus uitgelicht. En nog veel meer. Veel leesplezier! Veel leesplezier! Begin dit jaar is Koos van Leusden plotseling overleden. Koos tuinierde op complex het Klaphek. Nieuwsbrief maart/april 2015 Inhoud 1. Voorwoord Overlijden medetuinder Nieuwe tuinleden 2. De natuurlijke moestuin Intelligentie bij planten 3. Wat te doen in de tuin – Moestuin 4. Wat te doen in de tuin – Fruittuin en Algemeen 5. Wat te doen in de tuin - Algemeen 6. Tuinklus: Maak een kruidenspiraal! 7. Eetbare wilde plant en tuingezegden 8. Kruid of groente? 9. Wat knabbelt daar aan mijn planten! Tuinagenda Wij wensen zijn kennissen en nabestaanden heel veel sterkte toe in deze moeilijke tijd. Elk afscheid is de geboorte van een herinnering… Wil je ook een stukje in de volgende nieuwsbrief van mei/juni schrijven? Bijvoorbeeld over je tuin, over wat je graag kweekt of een lekker recept is ook altijd welkom! Stuur het dan in voor 25 april a.s. naar onderstaand mailadres. De afgelopen maanden zijn de volgende mensen lid geworden van onze vereniging, wij wensen ze veel succes en plezier toe op hun tuin! Dhr./Mw. van Maanen – tuin W31 Colofon Redactie: Janny Holzapfel / email: [email protected] Eindredactie: Bestuur ATV Ons Belang Website: www.onsbelang-nieuwegein.nl https://www.facebook.com/#!/TuindersverenigingOnsBelang Dhr./Mw. Mulder – W128 Dhr./Mw. Seidel-Marchal – W182B 2 Nieuwsbrief maart/april 2015 – jaargang 6 – nummer 2 DE NATUURLIJKE MOESTUIN Ook in de natuurlijke moestuin gaat het werk nu echt aan de gang. In het najaar zijn alle bedden extra bedekt (dus niet gespit) met een extra dikke laag compost, blad, stro, losgetrokken onkruid en hennepstrooisel om de natuur zijn gang te laten en de bodemdiertjes (zie artikel op de website van de vereniging www.onsbelang-nieuwegein.nl bij biologische tuinieren) voedsel te geven zodoende ze alles kunnen verteren en daardoor alles omzetten in meststoffen die de planten gaan voeden die later dit jaar erop komen te staan. Op de bedden waar pas later planten worden neergezet of wordt gezaaid, laat je de laag erop zodat het laatste wordt verteerd en om onkruid te voorkomen. Op de bedden waar je gaat zaaien daar haal je de resten wat nog niet verteerd is eraf en breng je dit naar de composthoop. Bovenop het bed stort je een flinke laag compost als je dat al niet eerder gedaan had, zodat het bodemleven nog steeds voldoende voeding heeft, werk een biologische of organische meststof in zoals gedroogde koeienmest, een beetje kalk om de zuurgraad van je grond te verlagen (weet je de zuurgraad van je grond niet? Koop dan een test van bijvoorbeeld Ecostyle om je ph te test) waardoor je planten beter groeien. Of gebruik een samengestelde meststof zoals van de merken Culterra, Ecostyle, Pokon Bio, Asef Naturen, Bio-Kultura, DCM Bio die langzaam vrijkomt (gebruik nooit verse mest op je tuin als je vlak daarna gaat zaaien of planten omdat dit veel te zuur is of het moet oude verteerde mest zijn maar dan ook alleen voor de winter op je bedden doen). Let wel op de mestbehoefte van je planten, niet iedere soorten groenten en fruit heeft dezelfde hoeveelheid mest nodig. Kijk hiervoor bij het overzichtje wat je later in de nieuwsbrief aantreft bij wat te doen in de tuin in maart en april. Daar boven op doe je om onkruid tegen te gaan en je compost te beschermen een laag natuurlijk afdekmateriaal, dit kan zijn stro of houtsnippers (daar is wel lastig in te zaaien) of hennepstrooisel wat je onder de merken Hemparade en Lavor kan kopen in grote balen, niet goedkoop maar wel heel zuinig in gebruik. Laat je niet verleiden om vlasstrooisel te nemen, dit is namelijk niet geschoond en zit vol zaad. Geen probleem hoor want de bloemen zijn prachtig en aan geen een plant verwant in je tuin maar niet heel handig als je er in gaat zaaien. Om de bedden op te warmen is het het beste om al van te voren plastic, tunnels of vlies op het betreffende bed te doen omdat bedekte bedden langer koud blijven dan gewone aarde. Als je gaat zaaien maak je kleine geultjes in je bedekking en strooi je zaad daarin. Bedek het met een dun laagje aarde. Als je plantjes opgekomen zijn en ze zijn iets groter dan bedek je opnieuw je bed met een laag strooisel. Op de blog van www.natuurlijkemoestuin.be kan je enorm veel informatie vinden over allerhande onderwerpen rond het natuurlijk moestuinieren, je kan er ook je vragen stellen. Ook kan je je inschrijven voor een nieuwbrief die je wekelijks een aantal keer op de hoogte houdt van alle ontwikkelingen van het natuurlijk moestuinieren. Veel succes deze lente! INTELLIGENTIE BIJ PLANTEN De afgelopen jaren heeft een internationale groep onderzoekers gewerkt aan een nieuw wetenschappelijk onderzoeksveld: de neurobiologie van planten. De ontdekkingen die zij hebben gedaan verleggen de grenzen die zijn gelegd tussen het dierenrijk en de plantenwereld. Al staat het in de kinderschoenen, de ontdekkingen die nu al gedaan zijn, zijn zeker bijzonder te noemen. Planten zijn in staat om cognitieve processen te ontwikkelen die normaal gesproken alleen bij dieren en mensen worden gezien. Planten doen meer dan alleen zuurstof produceren. Ze denken en hebben interactie met de omgeving. Sommigen stellen dat planten in bepaalde opzichten verder ontwikkeld zijn dan mensen. Er zijn meer dan 600 vleesetende plantensoorten op aarde en bepaalde bomen kunnen chemische stoffen afscheiden om dieren die ervan eten te doden. Hieronder twee links naar Engelse documentaires die je een heel ander zicht zal geven op de wereld van planten. https://www.youtube.com/watch?v=u2GWd2j3qJ8 https://www.youtube.com/watch?v=Q-4w5xYLwiU - BBC 3 Nieuwsbrief maart/april 2015 – jaargang 6 – nummer 2 Moestuin Je teeltplan en goede bemesting heeft tot doel dat je beter rendement krijgt door gevarieerde voedingsbehoefte van de diverse gewassen, hogere weerkstand tegen schadelijke insekten, voorkomt bodemmoeheid, werkt preventief tegen schimmels en aaltjes, preventieve werking tegen virussen, verminderde omkruidontwikkeling, betere opbrengsten en een goede invloed op de bodemstructuur. Al zullen steeds meer mensen wisselteelt toedienen om soorteigen ziektes proberen te voorkomen woekert de ziekteverwekker van de knolvoetschimmel helaas op alle groenten uit de familie van de kruisbloemigen. Naast de koolsoorten zijn ook bijvoorbeeld wortelgroenten als radijs en raap er ook gevoelig voor. Er wordt daarom steeds meer een andere methode toegepast. Dit is het systeem van vruchtwisseling waarbij alle kruisbloemigen bij elkaar worden geteeld. Er ontstaat dan een groep van wortel-, knol- en bladgroenten, een groep van peulvruchten en een groep van kruisbloemigen. Haal de aardappels uit de wortelgroep en zet het apart in het schema. Tuingrond die nooit extra voedsel krijgt, wordt op den duur steeds armer! Bemest daarom met organische (meng) mestkorrels of gedroogde koemestkorrels. Gebruik nooit meer dan op de verpakking staat, zelfs iets minder is beter. Niet elke plant heeft nl. dezelfde mestbehoefte. Want als planten teveel mest krijgen worden ze slap en worden ze sneller ziek. De mest werkt pas na ongeveer 6 weken op zijn best. Dus doe het zo snel mogelijk. Ook compost (eventueel zelfgemaakt) is een goede bodemverbeteraar en daar mag je zo veel van gebruiken als je wil. Compost zorgt ervoor dat grond luchtig wordt en zorgt voor een rijk bodemleven. Bodemleven is belangrijk omdat microorganismen ervoor zorgen dat planten ook daadwerkelijk de beschikbare voedingsstoffen op kunnen nemen. Let goed op de volgende stoffen bij het mesten: N = stikstof, P – fosfor, K – kali, Mg – Magnesium en sporenelementen per gewasgroep. Bemestingsbehoefte per soort plant is: bloemen – veel, knolgewassen – weinig, koolgewassen – veel, aardappelen – veel, vlinderbloemigen – weinig, wortelgewassen – weinig, bladgewassen – veel en komkommer en pompoenen – veel. Op het zakje van het zaad wat je wil zaaien staan vaak allerlei termen die we hierbij begrijpbaar willen maken: tuindersselectie – professioneel ras dat een goede opbrengst en uniform gewas oplevert, gepileerd – zaden zijn verpakt in een soort korstje waardoor het makkelijk te zaaien is, traagschietend – doorschieten kom nog wel eens voor bij planten waar vaak de weersomstandigheden een belangrijke rol in spelen,, warmteminnend – heeft een kasje of nodig voor een goede oogst, broei – komkommers moeten in bak of kas terwijl buitenkomkommers in de volle zon ook tevreden zijn. Stam – planten zoals peulen en erwten groeien aan korte, stevige planten nadeel is dat bij slecht weer de bonen onder de modder zitten en op de grond terecht komen, stok – bonen groeien langs stokken maar hebben in het begin een steuntje nodig, rijs – gewas wat langs rijshout of gaas kan groeien. Uitzaaien in rijen – span een touwtje en zaai je gewas langs het touwtje en vormt een rijtje. Zelftoppend – bij tomaten die laag blijven vaak is dieven ook niet nodig. Zaaien onder glas is het voorzaaien in huis of in een kas of bak. Houdt in je teeltplan nog rekening met de volgende goede combinaties: aardappel en afrikaan, ui en wortel, biet en ui, knoflook en komkommer en peterselie naast tomaat. Goudsbloemen trekken sluipwespen aan die luizen eten en het plantje is bijzonder geneeskrachtig. De meeste aardappelen gaan in april de grond in als het weer het natuurlijk toe laat. De allervroegste kan al eind maart en de late uiterlijke begin mei. Laat planten is niet aan te bevelen omdat de aardappelteelt een vroege teelt nodig heeft om snel aardappeltjes aan de uitlopers te laten ontstaan. Daardoor is een redelijke productie verzekerd op het moment dat, vroeg of laat, de Aardappelziekte toeslaat en een eind maakt aan de teelt. Als je vroeg poot laat dan alle aardapelen ook de late rassen, voorkiemen in het licht. Plant ze uit op een afstand van 60 x 40 cm en zorg dat de poters net onder het maaiveld komen te liggen. Dek ze vervolgens af met een dun laagje grond. De warmte dringt nu goed tot de poter door en de eerste blaadjes zullen snel uitgroeien. Zodra de stengels van de aardappelplanten zich goed ontwikkelen, kan je twee of drie keer aanaarden om een rug op te bouwen tegen de stengels. Zo blijft het ook onkruidvrij. Slazaad kiemt het beste bij een temperatuur van 15°C. Boven deze temperatuur gaat sla langzamer kiemen en bij temperaturen tot ver boven de 20°C komt er geen plantje meer op. Let dus op als je in de kas of bak gaat voorzaaien want door de zon kan de temperatuur in de kas of bak al snel flink oplopen. Wil je toch zaaien doe dit dan zo laat mogelijk in de middag en bedek je bed niet met plastic of glas maar met schermdoek. Zodra de puntjes van plantjes zichtbaar worden, moet je de bedekking verwijderen. Zaai na half april de vorstgevoelige en warmtebehoeftige gewassen als bonen, pompoenen en suikermais. Je kan het beste zaai- of stekgrond nemen. Vanaf half mei kunnen de planten de grond in (wel afharden). Ga met de cultivator door de grond om een goede beluchting van de grond tussen de blijvende gewassen te krijgen. Het sjalotje is een lekker uitje die makkelijk te telen is zolang je je aan bepaalde regels houdt. Zo kan je op zware grond de sjalot het beste in maart planten, ze houden van volle zon, houdt van grond die niet onlangs gemest is en wil met de neus boven de grond blijven. Als je iets meer plant dan je nodig denkt te hebben, dan heb je prima plantgoed voor het jaar erop want ze zijn goed te bewaren. 4 Nieuwsbrief maart/april 2015 – jaargang 6 – nummer 2 Fruittuin Vul aardewerken potjes (geen kunststof want die wordt in de zon te heet) met stro voor de oorwormen en hang ze in je appelboom. Ook kan je potjes met stro op een stok zetten op verschillende plekken in je tuin. Oorwormen zijn namelijk erg goede bestrijders van allerhande ongedierte. Er bestaan ook oorwormpotten met grotere sierwaarde die over het algemeen behoorlijk prijzig zijn. Het kan nog net: bij vorstvrij weer appels en peren snoeien maar let erop dat de sapstromen nu snel op gang komen als het warmer wordt. Fruitbomen en -struiken planten. Zorg ervoor dat plantgat breder is dan de wortelkluit en dat de aarde onderin lost is, spreidt de wortels – dus niet op een kluitje, rond gelegd of omhoog wijzend). Gooi geen mest op de wortels want dit geeft schade. Zet de boom eerst wat dieper om het daarna met kleine rukjes, schuddend, op de juiste hoogte te trekken, dit is in verband met inklinken van de grond , vul het plantgat iets hoger af. De grond niet aanstampen met je hak maar hou de grond luchtig. Let op bij je bestaande bomen of het steunmateriaal goed is en dat de boomband niet ingroeit. Als je fruit door te zachte omstandigheden al te sterke knopvorming heeft voor de tijd van het jaar kan je dit remmen door je gewas te beschermen door het af te dekken met bijvoorbeeld vitrage of insektengaas. Dek de bodem af met grof materiaal om opwarming van de bodem tegen te gaan. Let bij klein fruit zoals frambozen, aardbeien e.d. bij schraal weer erop dat de bovenlaag van de grond niet te droog wordt, dit is schadelijk voor de oppervlakkige wortels. Controleer het dus regelmatig en geef eventueel water. Wanneer adventief knoppen zich ontwikkelen (onwenselijke knopvorming) dan moet je deze wegwrijven. Dit moet waarschijnlijk enkele keren worden herhaalt. Hierdoor gaat er geen extra energie verloren door te veel knoppen en de kroon blijft luchtiger. Algemeen Als je heel snel bent kun je nu nog de nestkastjes schoonmaken maar vogels zijn nu al volop aan het kijken voor geschikte nestelplekken. Begin nu met onkruid wieden. Als je gaat zaaien in kas of kweekkasje in huis zorg er dan voor dat het zaad en de zaaigrond op dezelfde temperatuur zijn. Dus niet – zaaigrond heeft buitentemperatuur en zaad heeft nog de binnentemperatuur. Let hier op want als het gelijkwaardig is, kiemt de het zaad veel beter. Let ook of je met een gewas te maken heeft wat een koud kiemer is, een gewas wat een hogere kiemtemperatuur nodig heeft, een licht- of donker kiemer is (moet het zaad wel of niet afgedekt worden (dit zijn bijvoorbeeld basilicum – licht kiemer, sla – koud kiemer of prei – donker kiemer). Zeker bij vroege teelt moet je opletten dat omstandigheden gunstig zijn. Dus is het minder gunstig stel het zaaien dan nog even uit. Waar let je dan op? Op te lage luchttemperatuur, te lage bodemtemperatuur en te natte bodem. Hierdoor voorkom je dat je gewas gaat kwarren (achterblijven of niet goed groeien). Gewassen die onder goede omstandheden zijn gezaaid geven de vroegste en beste opbrengst! Wil je vergeten groenten zoals pastinaak, schorseneren, meirapen, rammenas, aardpeer en oerpeen gaan kweken, vergeet dan niet dat ze niet voor niets in de vergetelheid zijn geraakt. Vaak zijn er gewassen in de plaats gekomen die smakelijker, makkelijker te telen en meer resistent zijn tegen ziektes. Maar het is wel altijd leuk om het uit te proberen! Bijvoorbeeld de schorseneer – lange, zwarte wortel die wel meer dan 30 cm lang kan worden – die op de kleigrond van de Wiers moeilijk te telen is maar bijvoorbeeld op het Klaphek met zijn luchtige grond zeker het proberen waard is. De teelt is niet moeilijk en het is een lekkere groente. Schorseneer houdt niet van veel bemesting en zeker niet van verse mest want daarvan gaan ze vertakken. Tussen half april en half mei zaai je de aparte zaden die lijken op lucifers. Zaai op rijen met een rij-afstand van 25 cm en tussen de zaadjes 4 cm. Later nog uitdunnen op 8 cm. Je kan oogsten vanaf half oktober. De wortels zijn winterhard dus ze kunnen in de grond blijven tot het moment van oogsten. Haal het beschermmateriaal van vorstgevoelige gewassen bij gunstig omstandigheden weg maar plaats het terug als het weer omslaat. Probeer eens perkplanten te stekken van planten die straks in het voorjaar gaat kopen. Het gaat heel gemakkelijk bij bijvoorbeeld vlijtig liesjes. Snijd een 5 cm lange kopstek en steek ze in potjes met stekgrond. Zet ze in de kas of buiten op een warme en beschutte plek maar niet in de zon. Zijn ze aangeslagen top ze dan voor een betere verpakking. Plant ze pas na 15 mei in de tuin. Begin nu met de slakkenbestrijding door middel van: Plankjes, dakpannen, vochtig karton neer te leggen en elke dag even deze plekken langs te lopen om de slakken eronder weg te vangen. Als je slakkenkorrels gebruikt dan moet je wel in je achterhoofd houden dat je vooral de natuurlijke vijanden treft van de slak, terwijl die de belangrijkste slakkenverdelger maar ook andere schadelijke insekten in je tuin zijn! Ongeveer 90% van de populatie naaktslakken bevindt zich in de grond. Voor de ondergronds levende slakken zijn slakkenkorrels, die op de grond worden uitgestrooid, niet effectief. Met het inzetten van nematoden (aaltjes) worden naaktslakken doeltreffend in de grond bestreden. Nematoden (Phasmarhabditis hermaphrodita) zijn kleine aaltjes van 0,1 mm lang die met het blote oog niet waarneembaar zijn. Zij gaan in de grond zelf op zoek naar de slakken, dringen deze binnen en scheiden er een bacterie af. Kort na aantasting stopt de slak met vreten. 5 Nieuwsbrief maart/april 2015 – jaargang 6 – nummer 2 Een aangetaste slak is te herkennen aan een typische zwelling achter zijn kop. Na 1 à 2 weken zullen de slakken sterven en gaat een nieuwe generatie nematoden op zoek naar een nieuwe prooi. Eén toepassing van nematoden garandeert een werking van minimaal 6 weken. De bodem moet wel voldoende vochtig zijn en een temperatuur van minimaal 5 graden hebben. De nematoden zijn volkomen onschadelijk voor de mens, het gewas en andere dieren en kunnen zelf geen plaag vormen. Ook composthopen kunnen worden behandeld met nematoden, aangezien veel slakken zich verstoppen onder compost. Probeer ze zelf te kweken al is dat niet altijd succesvol, voor info kijken op volgende webpagina of koop ze bij: Rood met zwarte stippen en Tuinkenner Koper rond een plant leggen op de grond. Lok natuurlijke vijanden zoals egels, padden, kikkers en vogels naar de tuin. Laat wat blad en restmateriaal liggen als voedsel zo ver mogelijk van je plantjes vandaan Verhoogde bedden met strakke, stijle wanden Cacaodoppen, kattenbakgrit, gebroken eierschalen, koffiedik, scherpzand tussen de planten strooien Slakkenkraag rond de plant zetten. Geef geen water in de avond als de slak actief wordt maar in de ochtend. Bepaalde planten weren ook slakken zoals Oost-Indische Kers (Tropeolum majus). Wanneer egels door te hoge temperaturen actief zijn geworden is het goed ze bij te voeren omdat er nu nog maar weinig voedsel voor ze is (zie nieuwsbrief januari/februari 2015). Pas op bij het omzetten van de composthoop, stapels hout, grof materiaal want daar kunnen egels onder en in zitten. Als je nog geen egelhuis hebt geplaatst doe het dan nu. Binnenkort gaan de vrouwtjes op zoek naar een goede plaats voor hun nest. Iedereen wil toch graag een leger aan insektenvreters in de tuin!!! Als je je kuipplanten gaat verpotten hou er dan rekening mee dat de verse potgrond voor ongeveer 4 tot 6 weken (of als anders vermeld op de verpakking) voeding heeft. Daarna moet er dus bemest worden. Hou je dan aan de volgende regels: geef nooit plantenvoeding als de grond erg droog is, zorg dat de kluit eerst voldoende vochtig is gemaakt eventueel kan je de kluit onderdompelen. Let ook goed op de dosering van de voeding. De Brugmansia (vroeger viel de plant onder de Datura maar is inmiddels in een andere plantenfamilie geplaatst vanwege de manier waarop de bloemen aan de plant zitten) mag nog niet naar buiten maar het mag al wel verpot worden. De plant houdt van een mengsel van kleigrond en gewone potgrond met wat organische mest. Snoei de plant dan meteen terug, het voorjaar is daar beter geschikt voor. Weggesnoeide scheuten kan je stekken. Let op dat je snoeihout nooit mag verbranden op onze complexen. Ten eerst is er een verbod vanuit de gemeente volgens de Wet Milieubeheer – wordt gehanteerd door de milieudienst – en ten tweede is het erg vervelend voor je medetuinders. Zorg dus dat je snoeihout composteert – wat erg lang duurt -, versnippert of afvoert naar de gemeentewerf. Snoei de vlinderstruik, Caryopteris, Ceanothus, Deutzia, pluimhortensia, hertshooi, boerenjasmijn, potentilla e.d. Kijk voor nog meer tips en klussen op de website van de vereniging www.onsbelang-nieuwegein.nl onder de Tuin per maand. 6 Nieuwsbrief maart/april 2015 – jaargang 6 – nummer 2 Vindt je kruiden ook zo heerlijk om te kweken. Dan is een kruidenspiraal een ideale plek voor je kruiden want hier kan je rekening houden met de behoefte van elk kruid. Ook neemt het minder ruimte in beslag als een gewone kruidentuin en het is een echte blikvanger in je tuin. Zoals bovenstaand te zien is kan je een kruidenspiraal van allerlei materialen maken zoals borderrollen van hout, allerlei stenen van verschillende maten, stenen met holtes erin voor nuttige insekten, glazen flessen en strakke van dezelfde bakstenen. Bij kruiden moet je er op letten dat je planten daar neer zet waar ze zich het allerbeste voelen, zie onderstaande opsomming: Bovenin: Rozemarijn en tijm die van volle zon en schrale droge grond houden, oregano, hysop en salie houden van halfschaduw Midden: Meerjarig bonenkruid, majoraan en dragon aan oostzijde, eenjarig bonenkruid en basilicum aan zuidzijde in iets rijkere grond, bieslook en selderij aan de noordzijde Onderaan: Knoflook en peterselie aan oostzijde, koriander en dille aan zuidzijde, kervel en Oost-Indische kers aan westzijde, munt helemaal onderaan planten, het liefst in een pot emmer tegen het woekeren, heb je een vijver zat daar de lavas en waterkers neer. STAP VOOR DE STAP Waar moet de spiraal komen, kies de plek zorgvuldig want er moet zeker per dag 6 uur zon opschijnen, zoek materiaal bij elkaar en daar kan je heel creatief in zijn want eigenlijk is alles goed, bakstenen, dakpannen, stoeptegels, kapotte stenen, natuursteen, e.d. Bepaal waar je de spiraal wilt hebben en maak de ondergrond vlak en leg een fundering van stenen of puin. Om overal bij te komen op de spiraal is het verstandig om deze niet groter te maken dan 2,5-3 meter in doorsnede. De terrassen waar de planten in staan mogen niet smaller zijn dan 30 cm. Begin met de opbouw. Maak het muurtje niet helemaal rond maar draai, voordat je weer bij het begin bent, een stukje naar binnen. Ga verder met stapelen totdat twee of drie etages hebt en vul dan de binnenruimte op met aarde met zand, dit zeker in verband met het voorkomen van het wegspoelen van de aarde en dat de meeste kruiden van een schrale droge grond houden. Doe beneden er wat compost in voor de planten die van wat rijkere grond houden. Is de spiraal klaar laat de grond dan nog eerst een paar dagen inklinken voordat je gaat planten. Houdt bij het planten rekening met het bovenstaand lijstje. 7 Nieuwsbrief maart/april 2015 – jaargang 6 – nummer 2 EETBARE WILDE PLANT De Teunisbloem – Oenothera biennis De teunisbloem is een tweejarige plant die van oorsprong uit Amerika komt en veelal als tuinplant wordt gebruikt en door de moestuinder als een lastig onkruid werd gezien. De bloemen gaan aan het eind van de middag open. Voor de moderne moestuinder is de teunisbloem echter een gast- en waardplant voor beschermde nachtvlinder de teunisbloempijlstaart, het is een goede snijbloem die ’s avonds een heerlijke geur verspreid. De jonge bladeren kunnen worden gebruikt in salades evenals de bloemen en de knoppen. De wortel (enigszins lichtrose van kleur) kunnen als groente worden gegeten. Ze hebben een aparte smaak, ze smaken namelijk naar ham. Vandaag dat hun bijnaam “plantaarde ham” is. In Duitsland wordt de plant ook wel “hamwortel” genoemd. De plant is ook geneeskrachtig, de zaden bevatten namelijk het gamma-linoleenzuur, een essentieel verzadigd vetzuur, wat bloeddrukverlagend werkt. De rest van de plant helpt als medicijn bij stofwisselingstoornissen, reumatische klachten, klachten die te maken hebben hart- en vaatziekten, luchtwegproblemen en de olie uit de zaden wordt tegen menstruatiepijn gebruikt. Ook wordt teunisbloemolie in diverse cosmetische produkten gebruikt. De teunisbloem houdt in de tuin niet van natte voeten en groeit het liefst op een lichte, losse en goed ontwaterde grond, die niet bemest is. Teunisbloemwortelgroente Recept: 750 g teunisbloemwortel, 1 el bloem, 1 beetje azijn, 1 beetje zout, 1 beetje citroensap, 30 g boter en peterselie. Doe een beetje azijn in een pan met koud water. Schil de teunisbloemwortel, was ze, snij ze in stukjes en doe ze vervolgens in het azijnwater. Laat dit een paar minuutjes staan, daarna de stukjes in kokend water met een scheutje citroensap stomen, totdat ze gaar zijn. Het kookwater niet weggooien, het kan prima voor een sausje gebruikt worden. Daarvoor de boter licht bruin laten worden, de bloem toevoegen en roeren, totdat dit een soort balletje is. Vervolgens langzaam met kleine hoeveelheden het kookwater toevoegen en steeds blijven roeren, totdat het een gladde saus is. Daarna met zout en peterselie kruiden. Eet smakelijk! Ken je deze gezegden nog? In de bonen zijn Iemand om de tuin leiden Goed voeder kost veel ,slecht voeder nog meer Goed gereedschap is het halve werk Een kruiwagen met springende kikkers voortduwen. Ook tussen de mooiste bloemen groeien brandnetels Aan de vrucht kent men de boom Van elzenhout kan men geen eikenspaanders maken Hij klaagt de stenen uit de grond Geen kwaal zo erg of er is wel kruid tegen gewassen Wie zijn eigen tuintje wiedt ziet het onkruid van een ander niet gebruikt 8 Nieuwsbrief maart/april 2015 – jaargang 6 – nummer 2 KRUID OF GROENTE? VENKEL EN KNOLVENKEL Al sinds de oudheid is de venkel gebruikt als groente, keukenkruid, medicinaal kruid en in cosmetica. De gehele plant kan gebruikt worden: de wortel, het blad, de bloemen en het zaad. Bij de oude beschavingen van Egypte, China, Grieken en Romeinen was het kruid volop in gebruik als groente en kende men er een heilzame werking aan toe. In het Engeland van Shakespeare was het een belangrijk ingrediënt van de populaire drank “sack” (een soort zoete wijn). Ook werd het gebruikt als tegengif voor giftige planten, paddestoelen en slangenbeten. Onder goede omstandigheden kan de plant tot ongeveer twee meter hoog worden. Het heeft een anijsachtig aroma. De bloei valt in juli-augustus met gele bloemschermen. In de 16e eeuw is in Italië uit de venkel de knolvenkel ontstaan. De knol is eigenlijk een schijnknol, gevormd door de brede verdikte basis van de bladstelen en wordt zowel rauw als gekookt gegeten. DE TEELT Voor beide geldt dat als je van venkel – zaad wil oogsten dat je het al in maart en april moet zaaien. Er moet wel op gelet worden dat er geen dille en koriander in de buurt staat. Dit in verband met kruisbestuiving wat de smaak beïnvloed. Bij het zaaien moet er rekening worden gehouden met het feit dat het zaad langzaam kiemt bij een temperatuur van ongevee r 20 °C. Vandaar dat men pas laat in juni/juli in de volle grond kan zaaien. Voor het gebruik van jong lof dient men vaker te zaaien per seizoen. Voor de vroege teelt van knolvenkel kan men maart en april in de kas of in huis zaaien, direct na opkomst moet er verspeend of opgepot worden. Na verspenen is de opgroeitemperatuur ongeveer 17°C. De plantjes pas uitplanten als de kans op vorst voorbij is. Bescherm ze wel tegen lage temperaturen anders schiet de plant gelijk door. De plantafstand in de volle grond is 20 cm op de rij en 40 cm tussen de rijen. Voor de herfstteelt zaait men in de volle grond rond eind juni. De grond moet nog voldoende op temperatuur zijn. Venkel kan niet tegen natte voeten, maar verlangt wel veel water of te wel een altijd, vochtige, luchtige grond. De grond moet voedselrijk zijn maar mag beslist niet bemest zijn met verse stalmest. Het gewas is gevoelig voor kalium- en magnesiumgebrek waardoor de groei achteruit gaat en het doorschieten. De plant is gevoelig voor aardrupsen, taxuskever, slakken, bladluizen, wortelvlieg en mineervlieg. Zorg dus voor een goede vruchtwisseling (zaai en plant venkel nooit nadat de volgende planten op het zaaibed hebben gestaan: wortel, peterselie, selderie, kervel of and ere schermbloemigen) en combinatieteelt kan voor sommige insekten een oplossing zijn. Gebruik anders biologische bestrijdingsmiddelen. Wanneer knolvenkel geoogst is, kan je de wortel laten zitten. De wortel ontwikkeld dan zijscheuten die je als keukenkruid kan gebruiken. De knollen moeten jong worden geoogst, omdat ze anders taai en vezelig worden. Het kruid kan als het de winter overleefd heeft in maart en april gedeeld worden. Plant de vitale delen op een ander bed. VENKELWEETJES - Venkel verminderd het hongergevoel De geur verdrijft motten, vliegen en muggen Venkelzaad maakt deel uit van het Chinese 5 kruidenmengsel Venkel wordt medicinaal gebruikt en in cosmetica Het bevordert een frisse adem Het bevordert een goede spijsvertering (denk aan de venkelthee voor pasgeborenen die darmkrampjes hebben). Italianen zijn dol op venkel, per persoon eten ze 7 kilo venkel per jaar. De Nederlanders zijn goed voor 100 gram per persoon. HARTIGE TAART MET VENKEL EN OUDE KAAS Ingrediënten: 350 g venkel, olijfolie, 1 ui, in plakjes gesneden, 2 teentjes knoflook, in plakjes gesneden, 50 ml slagroom, 2 eetlepels yoghurt, 3 eieren, 100 g geraspte oude kaas. Voor het volkorendeeg: 150 g volkorenmeel, ½ theelepel (wijnsteen)bakpoeder, 75 g kwark, 40 ml olijfolie Meng voor het volkorendeeg het meel met een snufje zout en het bakpoeder. Roer hier de kwark, olijfolie en 40 ml water door en vorm een stevig deeg. Laat minstens 30 minuten ingepakt in plasticfolie rusten in de koelkast. Verwarm de oven voor tot 200 °C. Snijd de venkel in dunne plakjes. Bak de venkel met ui en knoflook in wat olijfolie aan en laat even verder stoven tot zacht en bruin. Breng op smaak met zout en peper. Laat even afkoelen. Meng intussen room, yoghurt en eieren met de helft van de geraspte kaas in een kom. Rol het deeg vrij dun uit en bekleed de taartvorm hiermee. Leg de gestoofde venkel op het deeg en giet het roommengsel hier overheen. Bestrooi met de overige kaas en zet ongeveer 30 minuten in de oven. 9 Nieuwsbrief maart/april 2015 – jaargang 6 – nummer 2 WAT KNABBELT DAAR AAN MIJN PLANTEN GEGROEFDE LAP SNUITKEVER levenscyclus door het jaar Andere namen voor deze kever zijn: taxuskever, pruimesnuitkever, elzensnuitkever, druivenhaantje e.d. Het is een zeer lastig te bestrijden insectenplaag. De larven zijn 2 mm – 1 cm, maanvormig, pootloos, enigszins behaard, wit van kleur met een bruinige kop. De poppen zijn wit van kleur en de pootjes zijn al zichtbaar aanwezig. Het imago (volwassen stadium) is ongeveer 1 cm groot, grauwgrijs van kleur met vaalgele vlekjes. Doordat de dekschilden vergroeid zijn kunnen ze niet vliegen. Door het veranderende klimaat en de zachte winters overleven tegenwoordig ook de volwassen kevers, waardoor de periode van ei-afzetting is verlengd, dit is nu van maart tot en met november. De populatie is nagenoeg geheel vrouwelijk, waardoor de voorplanting eigen parthenogenetisch (er komt geen seks bij kijken). Per seizoen kunnen per volwassen dier ongeveer 1000 eieren worden gelegd. Het insekt wordt gemiddeld enkele jaren oud en met wel uitzonderingen tot wel 8 jaar. De schade kan in sommige gewassen, zoals aardbeien, enorm zijn. Vreet het volwassen dier alleen maar aan het blad, de larven vreten aan alle ondergrondse delen. Het bestrijden van dit insekt is zeer last, doordat er steeds verschillende stadia aanwezig zijn en de bestrijdingsmiddelen e en bepaalde optimale temperatuur nodig hebben. Ook is het insekt vooral ’s nachts actief. Bestrijding is mogelijk door de planten ruim te gieten met bijvoorbeeld het biologische middel Spruzit (Ecostyle). Ook kan je ze bestrijden via aaltjes (nematoden) – te bestellen bij Ecostyle en Biocontrole. Lijmbanden kunnen alleen de volwassen dieren vangen. Als je je planten verpot let dan op de potkluit op de aanwezigheid van de larven en verwijder ze. Om de kevers weg te vangen kan je plankjes tussen je planten leggen. Tegen de ochtend kruipen ze daar onder en dan kan je ze makkelijk wegvangen. TUINAGENDA Televisieprogramma over moestuin en koken – Van Hollandse Bodem – vanaf 12 maart om 20.15 uur op NPO1 – website Groenmoesmarkt (markt over alles wat met natuurlijke tuinieren te maken heeft) – 22 maart – website Gaaf Groen Beurs (Kom naar Gaaf Groen voor de leukste evenementen aller tijden met biologisch tuinieren, vergeten groenten, kruiden, fruit & bloemen, oerkruiden, permacultuur, alternatieve energie, kleurrijke kleding, natuurlijke cadeautjes, puur natuur, duurzaam doe het zelf, groene kunst, (h)eerlijke proeverijen, fantastische boeken, zelfvoorzienend leven, boeiende bedrijven, lokaal voedsel, leuke beestjes, elfjes en kabouters, enthousiaste mensen & nog veel meer eigentijdse inspiratie – 3 mei (Hortus Alkmaar), 20 & 21 juni (Uithof Den Haag) en 30 augustus (Hortus Alkmaar) – website Lente tuindagen Beervelde te Beervelde (België) – Een begrip voor elke tuinbeurs liefhebber. Beerveld is een prachtig kasteelpark waar jaarlijks meerdere open tuindagen worden gehouden met meerdere thema’s. – 8, 9 en 10 mei – website Tuinmarkt Slot Zeist De tuinen van Slot Zeist staan met Hemelvaart weer in het teken van de Tuinmarkt. Donderdag 14 mei 2015 Tuinbraderie Odijk Ook dit jaar wordt er weer de Tuinbraderie langs de Singel in Odijk gehouden. Aan beide zijde van het fietspad kunt u genieten van alles voor in en rondom de tuin. Zaterdag 16 & zondag 17 mei 2015 Fleurig 2015 in Appeltern – 14 t/m 21 juni – website Kijk voor meer tuinmarkten, tuinbeurzen en open tuinen op deze website en deze tuinagenda
© Copyright 2024 ExpyDoc