Als PDF - Bij de zondag

Johannes 21: 15-24
Jezus spreekt met Petrus
15
Na het eten begon Jezus tegen Simon Petrus te
spreken. Hij zei: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je
van mij, meer dan de
andere leerlingen?’ Petrus antwoordde: ‘Ja Heer, u
weet dat ik van u houd.’ Toen zei Jezus: ‘Zorg dan
goed voor mijn volk, zoals een herder voor zijn
kudde zorgt.’
16
Voor de tweede keer vroeg Jezus: ‘Simon,
zoon van Johannes, houd je van
mij?’ Petrus antwoordde: ‘Ja Heer, u weet dat ik van
u houd.’ Toen zei Jezus: ‘Pas dan goed op mijn volk,
zoals een herder op zijn schapen past.’
17
En voor de derde keer vroeg Jezus: ‘Simon,
zoon van Johannes, houd je van mij?’ Petrus werd
verdrietig, omdatJezus het voor de derde keer vroeg.
Hij zei: ‘Heer, u weet alles. U weet dat ik van u
houd!’ Toen zei Jezus: ‘Zorg dan goed voor mijn volk,
zoals een herder voor zijn schapen zorgt.’
18
Jezus zei verder: ‘Luister heel goed naar mijn
woorden: Toen je jong was, kon je zelf beslissen
waar je naartoe ging. Je ging overal heen waar je
wilde. Maar als je straks oud bent, zal dat anders
zijn. Dan zul je je handen uitsteken en anderen
zullen ze vastbinden. Ze zullen je als gevangene
meenemen, naar een plaats waar je niet heen
wilt.’ 19 Daarmee bedoeldeJezus dat Petrus om zijn
geloof gedood zou worden, tot eer van God.
Toen zei Jezus tegen Petrus: ‘Volg mij.’
Jezus spreekt over de andere leerling
20
Petrus draaide zich om. Hij zag dat de leerling van
wie Jezusveel hield, Jezus volgde. Die leerling had
naast Jezus gezeten bij de laatste maaltijd voor zijn
dood. Hij had zich toen dicht naar Jezus toe gebogen
en gevraagd: ‘Heer, wie is het die u zal uitleveren?’
21
Toen Petrus die leerling zag, vroeg hij
aan Jezus: ‘En wat gaat er met hem
gebeuren?’ 22 Jezus antwoordde: ‘Misschien wil ik
wel dat hij blijft leven totdat ik terugkom. Maar dat
is niet jouw zaak! Jij hoeft mij alleen maar te volgen.’
23
Door die woorden ontstond bij de christenen
het verhaal dat die leerling niet zou sterven. Maar
dat had Jezus niet gezegd. Hij had alleen gezegd:
‘Misschien wil ik wel dat hij blijft leven totdat ik
terugkom. Maar dat is niet jouw zaak.’
Slot
24
De leerling van wie Jezus veel hield, heeft
dit boekgeschreven. Daarin vertelt hij
wat Jezus gezegd en gedaan heeft. En wij weten dat
alles wat hij vertelt, waar is.
Uit: Bijbel in Gewone Taal
© 2014 Nederlands Bijbelgenootschap
Bijdezondag.nl
Johannes 21: 15-24
Jezus spreekt met Petrus
15
Na het eten begon Jezus tegen Simon Petrus te
spreken. Hij zei: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je
van mij, meer dan de
andere leerlingen?’ Petrus antwoordde: ‘Ja Heer, u
weet dat ik van u houd.’ Toen zei Jezus: ‘Zorg dan
goed voor mijn volk, zoals een herder voor zijn
kudde zorgt.’
16
Voor de tweede keer vroeg Jezus: ‘Simon,
zoon van Johannes, houd je van
mij?’ Petrus antwoordde: ‘Ja Heer, u weet dat ik van
u houd.’ Toen zei Jezus: ‘Pas dan goed op mijn volk,
zoals een herder op zijn schapen past.’
17
En voor de derde keer vroeg Jezus: ‘Simon,
zoon van Johannes, houd je van mij?’ Petrus werd
verdrietig, omdatJezus het voor de derde keer vroeg.
Hij zei: ‘Heer, u weet alles. U weet dat ik van u
houd!’ Toen zei Jezus: ‘Zorg dan goed voor mijn volk,
zoals een herder voor zijn schapen zorgt.’
18
Jezus zei verder: ‘Luister heel goed naar mijn
woorden: Toen je jong was, kon je zelf beslissen
waar je naartoe ging. Je ging overal heen waar je
wilde. Maar als je straks oud bent, zal dat anders
zijn. Dan zul je je handen uitsteken en anderen
zullen ze vastbinden. Ze zullen je als gevangene
meenemen, naar een plaats waar je niet heen
wilt.’ 19 Daarmee bedoeldeJezus dat Petrus om zijn
geloof gedood zou worden, tot eer van God.
Toen zei Jezus tegen Petrus: ‘Volg mij.’
Jezus spreekt over de andere leerling
20
Petrus draaide zich om. Hij zag dat de leerling van
wie Jezusveel hield, Jezus volgde. Die leerling had
naast Jezus gezeten bij de laatste maaltijd voor zijn
dood. Hij had zich toen dicht naar Jezus toe gebogen
en gevraagd: ‘Heer, wie is het die u zal uitleveren?’
21
Toen Petrus die leerling zag, vroeg hij
aan Jezus: ‘En wat gaat er met hem
gebeuren?’ 22 Jezus antwoordde: ‘Misschien wil ik
wel dat hij blijft leven totdat ik terugkom. Maar dat
is niet jouw zaak! Jij hoeft mij alleen maar te volgen.’
23
Door die woorden ontstond bij de christenen
het verhaal dat die leerling niet zou sterven. Maar
dat had Jezus niet gezegd. Hij had alleen gezegd:
‘Misschien wil ik wel dat hij blijft leven totdat ik
terugkom. Maar dat is niet jouw zaak.’
Slot
24
De leerling van wie Jezus veel hield, heeft
dit boekgeschreven. Daarin vertelt hij
wat Jezus gezegd en gedaan heeft. En wij weten dat
alles wat hij vertelt, waar is.
Uit: Bijbel in Gewone Taal
© 2014 Nederlands Bijbelgenootschap
Bijdezondag.nl