Voorlopig recht op vergoeding door gemeente Lochem voor

Voorlopig recht op vergoeding door gemeente Lochem voor
huishoudelijke hulp
Zutphen , 8-4-2015
De gemeente Lochem mag de indicaties voor huishoudelijke hulp op grond van de nieuwe Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) niet zonder meer beëindigen, zonder dat er eerst
onderzoek wordt verricht naar de persoonlijke omstandigheden van de hulpbehoevenden.
Dit heeft de bestuursrechter van de rechtbank Gelderland vandaag bepaald.
Voorlopig vergoeding huishoudelijke hulp
Vijf inwoners van de gemeente Lochem die al geruime tijd huishoudelijke hulp op grond van de oude
Wmo ontvingen, houden voorlopig recht op hun huishoudelijke hulp. Zij hebben bezwaar gemaakt tegen
het besluit van de gemeente dat zij met ingang van 1 april 2015 geen recht meer hebben op
huishoudelijke hulp. De gemeente moet nog op deze bezwaarschriften beslissen. De verzoekers vroegen
aan de bestuursrechter om te beslissen dat zij voorlopig, tot dat de gemeente op de bezwaarschriften
heeft beslist, huishoudelijke hulp moeten krijgen van de gemeente Lochem. De bestuursrechter heeft
deze verzoeken toegewezen.
Toelichting
Gemeenten zijn op grond van de Wmo 2015 verplicht om mensen met een beperking of psychische
problematiek te compenseren voor de beperkingen die zij ondervinden bij hun zelfredzaamheid en
participatie wanneer zij, zoals deze inwoners, geen hulp kunnen krijgen van hun sociaal netwerk.
De bestuursrechter is van mening dat er eerst onderzoek naar de persoonlijke omstandigheden van de
verzoekers moet worden gedaan, voordat wordt vastgesteld of de huishoudelijke hulp al dan niet kan
worden beëindigd.
Het schoonmaken van een woning moet als een algemeen dagelijkse levensverrichting worden gezien.
Wanneer er geen schoon huis is, bestaat er een risico op vervuiling en aantasting van de gezondheid.