GREBBELINIEDIJK We gingen fietsen om de Eem te zien. Je koos het nieuwe pad. Bij de laatste woonboot liet de stad ons gaan, de vrede in. We koersten hoog over de dijk onder de hemel, tussen aarde en rivier, een landschap dat in zes of zeven lijnen past, met hier en daar een kazemat. We reden verder richting Krachtwijk. ‘O’, bloosde een grenspaal in het gras, omdat een vijand al zo lang afwezig was. ‘Voor zover we er iets van begrijpen,’ zei je bij het gemaal, ‘komt leven neer op deze bewegingswijze: we rijden tussen tijd van klei en eeuwigheid van water.’ Ingmar Heytze
© Copyright 2024 ExpyDoc