het gedicht (pdf, 4 MB) - Waterschap Vallei en Veluwe

GREBBELINIEDIJK
We gingen fietsen om de Eem te zien.
Je koos het nieuwe pad. Bij de laatste
woonboot liet de stad ons gaan, de vrede
in. We koersten hoog over de dijk
onder de hemel, tussen aarde en rivier,
een landschap dat in zes of zeven lijnen
past, met hier en daar een kazemat.
We reden verder richting Krachtwijk.
‘O’, bloosde een grenspaal in het gras,
omdat een vijand al zo lang afwezig was.
‘Voor zover we er iets van begrijpen,’
zei je bij het gemaal, ‘komt leven neer
op deze bewegingswijze: we rijden tussen
tijd van klei en eeuwigheid van water.’
Ingmar Heytze