College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de

Statistisch analisten van het Openbaar Ministerie
College van Procureurs-generaal
BRUSSEL
College van Procureurs-generaal stelt
jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten voor
Persconferentie 2 april 2015
Het College van Procureurs-generaal publiceert vandaag, 2 april 2015, de jaarstatistiek 2014 van de
correctionele parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg. Deze jaarstatistiek biedt een
kwantitatief overzicht van de instroom, uitstroom en stock. U kan de jaarstatistiek 2014 raadplegen op
www.om-mp.be/stat.
De instroom van strafzaken op de correctionele parketten is tussen 2009 en 2014 met 6%
gedaald. Niettegenstaande deze globale afname is er een toegenomen instroom van een
aantal specifieke materies zoals financiële dossiers, informaticabedrog, milieu en
volksgezondheid. Het aantal zaken dat door de correctionele parketten tussen 2009 en
2014 werd afgesloten is met 7% gedaald, vnl. door de evolutie van het aantal zaken
afgesloten via een zondergevolgstelling en door het dalende aantal rechtstreekse
dagvaardingen en gerechtelijke onderzoeken beëindigd door een vaststelling voor
regeling van de rechtspleging door de raadkamer. Daartegenover staat een opvallende
toename van het aantal zaken afgesloten via betaalde minnelijke schikking of voltooide
bemiddeling in strafzaken.
De instroom van geopende of heropende strafzaken op de correctionele parketten is de voorbije jaren
gedaald van 724.612 zaken in 2009 naar 681.996 zaken in 2014. Dit komt overeen met een afname
van 6%. De instroom kende weliswaar een lichte toename tussen 2009 en 2011 (+1%), gevolgd door
een afname tot 2014 (-7% t.o.v. 2011). Vooral het voorbije jaar was er een grote daling. In
vergelijking met 2013 betrof het een afname van 3%.
De evolutie van de instroom vertoont echter opmerkelijke verschillen naargelang de voornaamste
tenlastelegging van de zaken1.
Zo is er tussen 2009 en 2014 onder andere een opvallende daling voor zaken met betrekking tot:
 vernielingen, beschadigingen en brandstichting (-36%), met o.a. vandalisme, graffiti;
 slagen & verwondingen (-11%);
 drugsdelicten (-8%), met weliswaar een opvallende stijging van 17% tussen 2012 en 2014;
 diefstal met geweld (-8%).
1
Een overzicht van de verschillende tenlasteleggingsrubrieken en de inbreuken die zij omvatten, vindt u op de
website van de jaarstatistieken van de correctionele parketten (www.om-mp.be/stat) in de rubriek
“documentatie”.
College van Procureurs-generaal – Ernest Allardstraat 42 – 1000 Brussel
T 02/500 86 01 – F 02/500 86 13 – [email protected]
Jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten
Ondanks de globale afname van de instroom op de correctionele parketten toont onderstaande figuur
aan dat er tussen 2009 en 2014 toch een toename was in volgende materies:
 volksgezondheid (+100%), met o.a. voedselveiligheid en rookverbod;
 informaticabedrog (+50%);
 milieu (+36%), met o.a. sluikstorten;
 financiële dossiers:
 financiële aangelegenheden (+9%), met weliswaar een opvallende daling van 17% van
het aantal dossiers met betrekking tot fiscale fraude;
 heling en witwas (+19%).
Figuur 1: Evolutie van de instroom van correctionele zaken, per type tenlastelegging (index2)
220
volksgezondheid (+100%)
200
informaticabedrog (+50%)
180
milieu (+36%)
160
heling & witwas (+19%)
140
financiële aangelegenheden
(+9%)
120
drugs & doping (-8%)
100
diefstal met geweld (-8%)
slagen & verwondingen (-11%)
80
vernielingen, beschadigingen
en brandstichting (-36%)
60
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Het aantal strafzaken dat jaarlijks door de correctionele parketten wordt afgesloten, evolueert min of
meer gelijk met de evolutie van de instroom. Tussen 2009 en 2010 was er een lichte toename van
719.695 naar 723.740 afgesloten zaken (+1%) om vervolgens te dalen naar 667.039 afgesloten zaken
in 2014 (-8% t.o.v. 2010). Dit resulteert in een daling van de uitstroom met 7% in 2014 t.o.v. 2009.
Uit onderstaande figuur blijkt dat tussen 2009 en 2011 de uitstroom van de correctionele parketten
lager lag dan de instroom. In 2012 was de uitstroom echter hoger dan de instroom. Er werden dat
jaar dus meer zaken afgesloten dan er binnenkwamen. In 2013 lagen instroom en uitstroom ongeveer
op hetzelfde niveau terwijl in 2014 de uitstroom opnieuw lager lag dan de instroom.
2
Om een duidelijk zicht te geven op de evolutie over de tijd, wordt de index berekend waarbij het jaar 2009 als
referentiepunt wordt gekozen. De index voor het jaar 2009 wordt dus vastgelegd op 100 en verdere stijgingen of
dalingen worden als een proportie van deze referentie-index uitgedrukt. Een index van bijvoorbeeld 72 in 2014
betekent dus een daling van 28% op vijf jaar tijd.
2/7
Jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten
Figuur 2: Evolutie van de instroom en uitstroom op de correctionele parketten
Instroom
uitstroom
750.000
725.000
700.000
675.000
650.000
2009
2010
2011
2012
2013
2014
De evolutie van de uitstroom wordt hoofdzakelijk bepaald door het aantal zaken afgesloten via een
zondergevolgstelling. Dit aantal is immers, na een toename tussen 2009 en 2010, met 8% afgenomen
tussen 2010 en 2014.
Binnen de zonder gevolg gestelde zaken valt vooral op dat de proportie zondergevolgstellingen
omwille van opportuniteitsmotieven, waarbij strafvervolging niet opportuun wordt geacht, gedaald is
van 34% in 2009 naar 30% in 2014. Zo lag onder meer het aantal zaken dat werd geseponeerd
omwille van andere prioriteiten 24% lager in 2014 dan in 2009. Daartegenover staat wel dat er in
2014 ongeveer 53% meer zaken werden geseponeerd omwille van te weinig recherchecapaciteit dan
in 2009. Dit houdt verband met de hierboven vermelde toename van het aantal zaken met betrekking
tot specifieke (complexe) materies, die vaak gespecialiseerde kennis vereisen van zowel
politiediensten als magistraten.
De kleinere proportie zondergevolgstellingen op grond van een opportuniteitsmotief gaat gepaard met
een stijging van de proportie zondergevolgstellingen omwille van andere motieven van 4% in 2009
naar bijna 8% in 2014. Deze toename van de zondergevolgstellingen omwille van andere motieven is
bijna volledig toe te schrijven aan het groter aantal zaken dat is overgemaakt aan de ambtenaar
belast met het opleggen van een administratieve geldboete. Het aantal zaken dat omwille van dit
motief werd afgesloten is tussen 2009 en 2014 meer dan verdrievoudigd. Hoewel deze zaken als
zonder gevolg geklasseerd worden, beoogt het Openbaar Ministerie dat aan deze zaken – weliswaar
niet op parketniveau – wel degelijk een verder gevolg wordt gegeven door de administratieve
ambtenaar.
De proportie seponeringen op grond van een technisch motief tenslotte, waarbij strafrechtelijke
vervolging niet mogelijk is (bv. wegens onbekende dader, onvoldoende bewijzen, geen misdrijf), is
nagenoeg stabiel gebleven tussen 2009 en 2014.
Tenslotte stellen we een verschuiving vast van de klassieke vormen van strafvervolging (rechtstreekse
dagvaarding en gerechtelijk onderzoek) naar een meer intensieve uitstroom via alternatieve
afhandelingsmogelijkheden. Er is immers een opmerkelijke toename van het aantal zaken afgesloten
via een betaalde minnelijke schikking (+10% t.o.v. 2009) of via een voltooide bemiddeling in
strafzaken (+19% t.o.v. 2009). Daartegenover staat een afname van het aantal
3/7
Jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten
opsporingsonderzoeken afgesloten door een rechtstreekse dagvaarding (-11% t.o.v. 2009) en van het
aantal gerechtelijke onderzoeken afgesloten via een vaststelling voor regeling van de rechtspleging
door de raadkamer (-15% t.o.v. 2009), zo’n vaststelling leidt bijvoorbeeld tot een verwijzing naar de
correctionele rechtbank of tot een buitenvervolgingstelling van de verdachte.
Wat betreft de doorlooptijden voor het afsluiten van de strafzaken door de correctionele parketten,
valt op dat de gemiddelde duur voorafgaand aan het afsluiten van een gerechtelijk onderzoek via een
vaststelling voor de raadkamer voor regeling van de rechtspleging gedaald is tussen 2009 en 2014,
van 484 naar 443 dagen. Dit is een afname van 8%. Ook de gemiddelde duur voorafgaand aan een
rechtstreekse dagvaarding is tussen 2009 en 2014 licht afgenomen met 2%. Niet alleen stromen er
dus minder zaken uit via deze twee afsluitende beslissingen, de duur ervan is ook korter. Tenslotte
hebben ook de zaken afgesloten door een betaalde minnelijke schikking een kortere gemiddelde
doorlooptijd in 2014 dan in 2009. De duur tot het betalen van een minnelijke schikking bedroeg in
2009 nog gemiddeld 228 dagen terwijl dit in 2014 nog maar 161 dagen was (-29%). Deze gemiddelde
doorlooptijd wordt echter ook bepaald door de snelheid van betaling door de verdachten.
Eind december 2014 waren er 236.998 hangende zaken op de correctionele parketten. Dit is 8%
minder dan eind 2009, toen er nog 256.947 zaken in behandeling waren. Deze afname is onder meer
het gevolg van een technisch nazicht van de hangende zaken.
Bijlagen:
1. Hoe de cijfers van het Openbaar Ministerie correct interpreteren?
2. Jaarstatistieken van de correctionele parketten: welk cijfermateriaal kan je online
raadplegen?
Vanaf vandaag (2 april 2015) is de jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten bij de
rechtbanken van eerste aanleg en deze samenvattende nota beschikbaar op de website van het
Openbaar Ministerie: www.openbaarministerie.be.
Voor bijkomende inlichtingen en specifieke vragen over het cijfermateriaal of over de
interpretatie ervan kan u terecht bij het College van Procureurs-generaal, via het e-mailadres
[email protected].
4/7
Jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten
Bijlage 1:
Hoe de cijfers van het Openbaar Ministerie
correct interpreteren?
Het belang van een correcte interpretatie en contextualisering van de statistische
gegevens van het Openbaar Ministerie kan niet genoeg benadrukt worden. Volgende
principes zijn daarbij essentieel:

De jaarstatistiek van de correctionele parketten is volledig en uitsluitend opgebouwd aan de
hand van de gegevens geregistreerd door de correctionele afdelingen van de parketten bij
de rechtbanken van eerste aanleg in het REA/TPI-informaticasysteem, hetgeen staat voor
“rechtbank eerste aanleg/tribunal de première instance”. Bijgevolg ligt de kwaliteit en
uniformiteit van deze registratiegegevens aan de basis van een betrouwbare en kwaliteitsvolle
statistiek.

Het cijfermateriaal van de statistisch analisten vormt dus slechts een beeld van wat door de
correctionele parketten wordt geregistreerd en kan niet beschouwd worden als een
weergave van de werkelijk gepleegde criminaliteit.

De parketstatistieken vormen evenmin een middel om de werklast van de
correctionele parketten te evalueren. Zij weerspiegelen weliswaar een deel van de
activiteiten van de parketten, maar omvat niet het geheel van hun taken en activiteiten.
Bovendien mag een evaluatie van de werklast geen abstractie maken van de complexiteit van
de te behandelen zaken, noch van de middelen die aan de parketten ter beschikking worden
gesteld voor de realisatie van de verschillende opdrachten die hen zijn toegekend. De evaluatie
van de werklast van de verschillende geledingen van het Openbaar Ministerie wordt uitgevoerd
door het Vast Bureau voor Werklastmeting en Organisatieontwikkeling binnen het College van
Procureurs-generaal.

De statistieken van het Openbaar Ministerie moeten gesitueerd worden binnen het
conceptueel kader van de geïntegreerde criminologische statistiek. De doelstelling van
zulke geïntegreerde statistiek is een zo volledig en coherent mogelijk inzicht te verschaffen in
de gegevensstroom van feiten, zaken en personen die in de strafrechtsbedeling zijn
opgenomen, vanaf het moment dat een proces-verbaal wordt opgesteld tot en met de
strafuitvoering. Dit vereist de creatie van een statistisch instrument waarvan de verschillende
onderdelen op elkaar zijn afgestemd en waarvan elk deel geënt is op een specifieke fase van de
strafrechtsketen.
5/7
Jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten
Bijlage 2:
Jaarstatistieken van de correctionele parketten:
welk cijfermateriaal kan je online raadplegen?
De jaarstatistieken van de correctionele parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg kan men –
vanaf het jaar 2003 – raadplegen via de website van het Openbaar Ministerie: www.om-mp.be/stat.
Deze jaarstatistieken geven een globaal beeld weer van de opsporing en vervolging van strafzaken
door de correctionele parketten.
De basisgegevens zijn de registraties door de correctionele afdelingen van de parketten bij de
rechtbanken van eerste aanleg in het REA/TPI-informaticasysteem. Enkel het parket van Eupen
registreert geen dossiergegevens in het REA/TPI-systeem, bij gebrek aan een Duitstalige versie. De
cijfergegevens zijn beschikbaar op drie verschillende aggregatieniveaus: nationaal, per rechtsgebied
en per gerechtelijk arrondissement. De gegevens per gerechtelijk arrondissement worden
gepresenteerd op basis van de indeling die van toepassing was voorafgaand aan de gerechtelijke
hervorming die in werking trad op 1 april 2014.
De jaarstatistiek van de correctionele parketten is opgedeeld in twee delen. In het eerste deel – de
transversale analyse – worden de in- en uitstroom van de correctionele zaken per burgerlijk jaar
geanalyseerd, in samenhang met de invloed die deze uitoefenen op de stock (d.i. het aantal hangende
zaken) bij het begin en het einde van elk kalenderjaar. In het tweede deel van de jaarstatistiek – de
longitudinale analyse – wordt telkens een cohorte geanalyseerd van zaken die tussen vijf en zes jaar
oud zijn. Deze analyse bevat onder meer gegevens over doorlooptijden, uitgedrukt in aantal dagen
dat aan een bepaalde beslissing voorafging. Deze longitudinale analyse wordt o.a. gepresenteerd aan
de hand van twee stroomdiagrammen die de opeenvolging van de beslissingen weergeven op het
niveau van de verdachte en op het niveau van de zaak.
Hieronder geven we een schematisch overzicht van de tabellen en stroomdiagrammen die u kan
raadplegen in de jaarstatistiek van de correctionele parketten:
RUBRIEK
Algemeen
TRANSVERSALE ANALYSE
Hangende zaken
Instroom
van zaken
Uitstroom
van zaken
TABEL
BESCHRIJVING
1
overzicht van de correctionele zaken: hangende zaken op 01/01 en 31/12,
nieuwe, heropende en afgesloten zaken
2
volgens jaar van instroom
3
volgens type tenlastelegging
4
naargelang minstens één vs. geen enkele gekende verdachte
5
volgens wijze van instroom
6
per type tenlastelegging
7
naargelang minstens één vs. geen enkele gekende verdachte
8
volgens wijze van instroom
9
afsluitende beslissing: aantal, percentage en gemiddelde duur die aan het
afsluiten van de zaak voorafging
10
afsluitende beslissing per type tenlastelegging
11
zonder gevolg geklasseerde zaken: motief van seponeren
12
ter beschikking gestelde zaken: bestemmeling
13
rechtstreeks gedagvaarde zaken: type dagvaarding
14
zaken vastgesteld voor de raadkamer: beschikking van de raadkamer bij de
eerste vaststelling voor regeling van rechtspleging
6/7
Jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten
Overzicht cohortes
Stroomdiagrammen
LONGITUDINALE ANALYSE
Kenmerken cohorte
Stand op 31/12
Beslissingen
Procedurefases
15
vooruitgangsstaat op 31 december van elk jaar
1
opeenvolging van beslissingen t.a.v. de verdachten
2
opeenvolging van beslissingen in de correctionele zaken
16
per type tenlastelegging
17
naargelang minstens één vs. geen enkele gekende verdachte
18
volgens wijze van instroom
19
in vooronderzoek: per type tenlastelegging
20
zonder gevolg: volgens motief van seponeren
21
zonder gevolg: per type tenlastelegging en volgens motief van seponeren
22
zonder gevolg: volgens voorafgaandelijke beslissing
23
voeging: per type tenlastelegging
24
voeging: naargelang vooruitgangsstaat van de moederzaak
25
betaalde minnelijke schikking: per type tenlastelegging
26
voltooide bemiddeling in strafzaken: per type tenlastelegging
27
gerechtelijk onderzoek: per type tenlastelegging
28
duur voorafgaand aan voorstel tot minnelijke schikking
29
duur voorafgaand aan voorstel tot bemiddeling in strafzaken
30
duur voorafgaand aan rechtstreekse dagvaarding
31
duur voorafgaand aan adiëren onderzoeksrechter
32
duur voorafgaand aan verwijzing door raadkamer
33
duur tussen adiëren onderzoeksrechter en eerste vaststelling voor de
raadkamer voor regeling van rechtspleging
34
duur tussen rechtstreekse dagvaarding en eerste vaststelling voor de
correctionele rechtbank
35
duur tussen eerste vaststelling voor de correctionele rechtbank en eerste
vonnis uitgesproken door de rechtbank
7/7