Artikel VO-magazine `Een veilige school maak je samen` - VO-raad

360 °
T HEMA Sociale veiligheid
Actieplan sociale veiligheid
EEN VEILIGE SCHOOL
MAAK JE SAMEN
Het onlangs gepubliceerde Actieplan sociale veiligheid op school helpt
onderwijsinstellingen om hun veiligheidsbeleid te versterken. Schoolleiders
en een schoolwijkagent vertellen wat hun ervaringen zijn en waar verbetering
mogelijk is. Werken aan een veilige omgeving is een permanent proces,
daar zijn ze het over eens.
Tekst: Carolien Nout / Fotografie: Dirk Kreijkamp
Heftige incidenten die de pers halen: een leerling die
een klasgenoot neersteekt, een homoseksuele docent die
geminacht wordt, een leerling die zich bekeert tot een
radicaal geloof, een onderwerp als de Holocaust dat in
multiculturele klassen tot zulke felle stellingnames leidt
dat sommige leraren dat gesprek liever mijden. Het leidt
tot discussie en zorgen: neemt de onveiligheid toe? Zijn
onze scholen wel veilig genoeg? Wat moet er gebeuren
om straks aan de wettelijke eis van een sociaal veilige
schoolomgeving te kunnen voldoen?
Nederland staat in de top vijf van de beste landen
om in te wonen, zo blijkt uit de Human Development
Index van de Verenigde Naties (2014). Welvarend,
democratisch, goed onderwijs: op al die punten scoren
we goed. Volgens de tweejaarlijkse veiligheidsmonitor
van ITS voelt bijna 90 procent van het onderwijs­
personeel zich veilig op school en datzelfde geldt voor
94 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs.
Mooi, maar niet mooi genoeg, zo vindt staatssecretaris
Dekker. Hij maakt zich zorgen over pesten op school,
waarbij homoseksuele leerlingen en leraren extra
kwetsbaar zijn, en over de (lichte) toename van
meldingen over wapens en drugs op scholen. Een
wetsvoorstel voor betere sociale veiligheid op school
ligt inmiddels in de Tweede Kamer. De kern: een
inspanningsverplichting van scholen, monitoring
daarvan, maar ook ruimte voor scholen om sociale
veiligheid op hun eigen manier aan te pakken.
24
VO-magazine 5 / maart • april 2015
Actieplan
Organisaties in het onderwijsveld hebben intussen niet
stilgezeten, mede na een motie in de Tweede Kamer
waarin scholen werden opgeroepen om pesten actiever
tegen te gaan en te zorgen voor een veiliger school­
klimaat. De VO-raad heeft met de PO-Raad en de
Stichting School en Veiligheid (SSV) het Actieplan
sociale veiligheid op school opgesteld. De komende
anderhalf jaar willen ze dit samen met de verant­
woordelijken binnen de scholen praktisch uitwerken.
Een veilige schoolomgeving is immers een essentiële
voorwaarde om te kunnen leren en je als jongere te
kunnen ontwikkelen.
‘Je kunt je niet afsluiten voor
incidenten, net zo min als voor
een gek met een kalasjnikov’
Moeten scholen het nu heel anders gaan aanpakken?
SSV-directeur Klaas Hiemstra zegt van niet: “Scholen
doen al veel aan veiligheid, gelukkig. Maar ik denk wel:
het kan zoveel beter! Veiligheidsplannen zijn vaak een
papieren tijger. De meeste scholen hebben wel
vertrouwenspersonen, zorgcoördinatoren en mentoren.
Maar zijn die rollen en verantwoordelijkheden wel
goed benoemd? Zit iedereen op dezelfde lijn? Wordt
een docent die een misstand signaleert, wel gehoord?
Deze foto is genomen op het OSG Sevenwolden in Heerenveen. De leerlingen van deze school en de school zelf komen niet in dit verhaal voor.
Werken de gekozen interventies als het om pesten gaat?
Het veiligheidsbeleid moet goed gestroomlijnd en
overzichtelijk zijn.”
Pest-App
Het actieplan pleit voor een brede aanpak op
individueel, klassikaal en schoolniveau: samenhang in
interventies en programma’s, betrokkenheid van de
omgeving - de ouders natuurlijk, maar ook andere
partijen - en duidelijke normen en waarden. Dat
strookt met de opvatting van conrector Thea Starmans
van het Rembrandt College in Veenendaal. Zij ontving
van docenten op haar school signalen dat een meisje het
doelwit was van anonieme pesterij via de zogeheten
‘Secret App’, waarin anoniem geroddeld kan worden.
Ook zou er een vechtpartij met leerlingen van een
andere school op stapel staan. Starmans: “We hebben
direct de wijkagent gebeld, contact opgenomen met die
school en onze leerlingen en ouders geïnformeerd over
de app. Wij hebben ouders geadviseerd om samen met
hun kind over dit soort apps te praten en deze te
verwijderen.”
Het probleem was daarmee snel opgelost, aldus
Starmans. Zij denkt niet dat zulke incidenten te
voorkomen zijn. “Je kunt je er niet voor afsluiten, net
zo min als voor een gek met een kalasjnikov. Anders
zou je in een bunker moeten trekken. Wij hebben wel
regels en afspraken waar we onze leerlingen aan houden.
Sommigen vinden ons wel eens streng. Ik noem het
liever duidelijk.”
Het Rembrandt College trekt wat veiligheid betreft
samen op met scholen in het samenwerkingsverband
passend onderwijs. Een paar jaar geleden bleken er
loverboys op te duiken in de regio. Een moeilijk
onderwerp; sommige scholen aarzelden om er aandacht
aan te besteden omdat dit hun goede naam zou kunnen
aantasten. “Onzin”, vindt Starmans, “je moet geen
struisvogel zijn. Bij ons hebben mentoren het in de
klas met leerlingen besproken. We hebben op school
voorlichtingsavonden georganiseerd voor docenten en
ouders, zodat zij goed weten waar ze op moeten letten.
Zo’n alerte houding wordt juist gewaardeerd.” Starmans
is niet van plan het veiligheidsbeleid van de school
ingrijpend te veranderen. Het gaat goed op school,
Veenendaal is een rustige gemeente. Problemen
bespreek­baar maken oplossen maakt een school veilig,
stelt zij.
Openheid en snel handelen zijn inderdaad belangrijk,
beaamt Klaas Hiemstra (SSV). “Maar sociale veiligheid
is meer dan reageren op incidenten. Ik pleit voor een
koppeling met burgerschap. Het gaat om een pedago­
gisch proces dat je als school moet begeleiden. In het
onderwijs ligt de nadruk vaak op kennisover­dracht en
cognitie. Begrijpelijk misschien, maar jongeren moeten
ook leren goed en verantwoordelijk met elkaar en de
samenl­eving om te gaan. En dat is iets wat je elke dag,
VO-magazine 5 / maart • april 2015
25
T H E M A Sociale veiligheid
Aanpak online pesten
Stichting School en Veiligheid biedt scholen
hulp bij allerlei vormen van online pesten. Op
www.schoolenveiligheid.nl zijn handreikingen
te vinden voor het omgaan met cyberpesten en
om ongewenst gedrag te voorkomen.
Meldpunt voor leerlingen
Behalve op meldpunten in de school is het ook
goed om leerlingen te wijzen op de website
www.meldpunt.nl, waar zij vervelende
ervaringen op internet kunnen melden. Het is
een initiatief van stichting Veilig internetten,
Pestweb en de politie. Leerlingen kunnen ook
terecht bij de politie voor vragen over loverboys,
drugs, geweld, boetes, internet of vernielingen
waar ze geen raad mee weten. Ze kunnen
mailen en twee keer per week chatten op
www.vraaghetdepolitie.nl.
in elke situatie moet oefenen. Docenten en mentoren
hebben daar tijd en ruimte voor nodig.”
Niets laten lopen
Een docent die op Rsg ’t Rijks in Bergen op Zoom
te laat aanschuift voor een vergadering omdat hij
onderweg leerlingen aansprak op onwenselijk gedrag,
krijgt geen boze blik. Integendeel, zegt rector Leon
de Rond: “In de meer dan 130 jaar dat onze school
bestaat, is er een cultuur gegroeid die diepgeworteld is.
Attitudevorming vinden wij essentieel. Het gaat om
zorgzaamheid, jezelf mogen zijn en je leren verplaatsen
in de ander. Iedereen op onze school draagt dat uit en
heeft een toezichthoudende rol. Je spreekt leerlingen
aan op hun gedrag, ook buiten de school. Het is
belangrijk dat je niets laat lopen.”
’t Rijks, dat 2700 leerlingen telt, heeft het keurmerk
Veilige School. Vier gemeenten en dertien scholen in
de regio werken nauw samen op veiligheidsgebied. Zij
hebben een protocol ondertekend waarin de afspraken
staan tussen de gemeente, de politie en het onderwijs.
De scholen leren van elkaar door wederzijdse audits.
Bij veiligheid hoort ook antirookbeleid en een gezonde
kantine, aldus De Rond.
‘Scholen hebben de neiging om na
een incident streng te zijn, maar dat
zakt weg als alles weer goed loopt’
“Attitudevorming gaat verder dan veiligheid alleen,
het gaat er ook om leerlingen genuanceerd na te leren
denken. Ik laat me niet afschrikken door hun manier
360 °
van praten – als pubers zijn ze wel eens grof – maar
luister juist naar de intentie. Als er een schokkend
incident is, zoals destijds de aanslag op de Pakistaanse
Malala, dan grijp ik dat aan voor een gesprek over de
vrijheid van onderwijs. Ik ben trots op onze leerlingen
en over hoe ze discussiëren over de actualiteit.”
Een schoolcultuur van zorgzaamheid vergt voortdurende
aandacht, meent De Rond. In de docententeams wordt
bewust gewerkt aan omgangsvormen en ook alle onder­
steuners hebben een pedagogische training gekregen.
Van iedereen wordt verwacht dat hij problemen
signaleert en leerlingen aanspreekt, ook buiten het
schoolplein. De Rond: “Als onze teams iets verbieden,
moeten ze leerlingen ook uitleggen waarom. Dat kost
wel iets meer tijd, maar als je het niet doet, heeft het veel
minder effect.”
‘Soms bereik je met een gesprek
meer dan met een aangifte’
De Rond kent het Actieplan sociale veiligheid en ziet
een paar punten waarop zijn school zich kan verbeteren,
zoals meer back-up en steun organiseren voor mentoren
die met een lastige kwestie zitten. “Verder zou ik graag
zien dat attitudevorming meer aandacht krijgt op de
lerarenopleiding en in de nascholing. Het raakt het
vlak van de opvoeding. Dat is weliswaar de eerste
verantwoordelijkheid van ouders, maar soms kunnen
wij als school toch net iets meer afdwingen omdat
pubers zich nu eenmaal tegen hun ouders afzetten. In
elk geval moeten school en ouders samen optrekken.”
Kom naar de regionale bijeenkomsten!
Met het gezamenlijke Actieplan sociale veiligheid
willen de PO-Raad en de VO‑raad scholen
ondersteunen bij de verbetering van de sociale
veiligheid in de school. Op drie bijeenkomsten
kunnen scholen informatie en kennis delen over
sociale veiligheid. Actuele thema’s zoals pesten,
sociale media, geweld, discriminatie en
radicalisering komen aan bod en er zijn workshops
over preventieve en curatieve maatregelen. Ook
kunt u kennis­maken met een model-veiligheidsplan.
U bent van harte welkom op:
– 31 maart in Zwolle
– 2 april in Amsterdam
– 9 april in Eindhoven.
Deze bijeenkomsten zijn de opmaat
naar de landelijke conferentie ‘Met alle respect!
Samen werken aan sociale veiligheid’ op 16 april
2015. Meer informatie en aanmelding:
www.schoolenveiligheid.nl
VO-magazine 5 / maart • april 2015
27
360 °
T HEMA Sociale veiligheid
De school ademt rust uit, vindt hij. Dat is bijvoorbeeld
te merken bij de leswisseling, als 2700 leerlingen naar
andere lokalen gaan. Hoe is dat te bereiken? “Zorg
voor een goed rooster met korte stromen en zorg dat
er genoeg leraren in de gang en voor hun lokaal staan,
zo houd je het relaxt. Wij zorgen bewust voor duidelijk­
heid: in gedragsregels, maar ook door zo veel mogelijk
met vaste plekken in de school te werken. Bijvoorbeeld
een taallokaal, de EHBO-post en de plek waar je je moet
melden als je eruit wordt gestuurd.”
een gesprek meer dan met een aangifte. De gevolgen
van een strafblad kunnen immers groot zijn.”
Van Duijn is iemand die graag met leerlingen in de
puber­leeftijd praat. “In de pauzes ga ik vaak naar
school of naar winkels waar ze rondhangen. Ik geef
aan waarom ik ze daar niet wil hebben en dat doe ik
op mijn manier: met humor, niet al te strak, maar wel
duidelijk. Sommige jongens reageren extra stoer op
mijn uniform, maar over het algemeen zijn leerlingen
gevoelig voor oprechte belangstelling.”
Schoolwijkagent
Structureel streng
Voor een veilige school zijn rust en duidelijkheid in
de school belangrijk, evenals tijd en ruimte voor docenten.
Maar een school staat niet op een eiland. Joeri van Duijn,
schoolwijkagent in Den Haag, merkt dat dagelijks als hij
met leerlingen praat. Den Haag was een van de eerste
gemeenten die ongeveer tien jaar geleden speciale school­
wijkagenten aanstelde. Enkele gemeenten in de regio zijn
gevolgd. Van Duijn werkt in Segbroek, een veelzijdige
Haagse buurt, bevolkt door kakkers en rakkers en alles
wat daar tussenin zit. Samen met een collega heeft hij
acht middelbare scholen onder zijn hoede.
De schoolwijkagent is het aanspreekpunt voor de veilig­
heidscoördinatoren en de schakel tussen de politie, de
wijk en de school, bijvoorbeeld bij een incident. Van
Duijn geeft een voorbeeld: “Er was een klap uitgedeeld
door een leerling. Samen met het slachtoffer, maat­schap­
pelijk werk en de veiligheids­coördinator hebben we de
mogelijkheden besproken. Is bemiddelen beter, of
aangifte doen? In dit geval kozen we voor de aangifte,
want het was niet de eerste keer. Voor mij staat steeds
voorop: wat helpt in deze situatie? Soms bereik je met
Nu er ook politieke aandacht is voor de inzet van de
schoolwijkagent om radicalisering tegen te gaan, is de
vraag actueel: is dat een praktische oplossing? Als
leerlingen dreigen af te glijden naar criminaliteit zeker
wel, vindt Van Duijn. “Onze politie-expertise voegt veel
toe. Zo maakten docenten zich onlangs zorgen over een
leerling. Als schoolwijkagent kan ik onderzoeken waar
dit kind zich naast school mee bezighoudt, in welke
vriendenkring hij zich beweegt. Ik ben op huisbezoek
gegaan en heb met de ouders gesproken. Als schoolwijk­
agent kun je een goed gesprek voeren en tegelijkertijd
streng zijn. Het mooie is dat de gescheiden werelden
van school en thuis daardoor meer bij elkaar komen.
Naar mijn mening zouden scholen dat ook vaker
moeten doen. Met een goed beeld van de thuissituatie
kun je een kind beter op het rechte spoor zetten.”
Voorlichting over wat wel en niet strafbaar is, blijft hard
nodig, aldus Van Duijn. “Leerlingen onderschatten de
impact en gevolgen van een bedreiging die via een app
zo gemakkelijk wordt geuit. Veel scholieren weten niet
precies hoe het zit met verboden wapenbezit. Iemand
HEFTIG DEBAT IN DE KLAS
SEKSUELE DIVERSITEIT IN DE LES
Nieuwsberichten bespreken in de klas: er zijn
docenten die het uit de weg gaan, want het roept
heftige emoties op. Voor je het weet wordt de
Holocaust ontkend, discrimineren leerlingen elkaar
en ontaardt een debat in een scheldpartij. Hoe leid
je actuele discussies in goede banen? De organisatie
Nieuws in de klas helpt docenten om nieuwsmedia
in hun lesprogramma te gebruiken. Het is heel goed
mogelijk om aan de hand van nieuwsberichten met
leerlingen te werken aan taalvaardigheid, mediawijs­
heid en burgerschap. Tips en handleidingen staan op
www.nieuwsindeklas.nl Ook de website Leraar 24
geeft veel praktische tips (www.leraar24.nl).
In opdracht van de VO-raad ontwikkelden SLO en
Edudivers een handreiking met tips voor leraren
en uitgevers om seksuele diversiteit in lessen en
leermiddelen te integreren. Uit interviews met
scholen blijkt dat lang niet altijd onderwijs wordt
gegeven over seksualiteit en seksuele diversiteit,
terwijl dat wel in de kerndoelen staat. Sommige
leraren zeggen vaardigheden te missen, ze zijn
bang voor kwetsende opmerkingen van leerlingen
of voor religieuze bezwaren van ouders en leerlingen.
De handreiking geeft tips om zulke valkuilen te
omzeilen. Meer informatie in het themadossier
Veiligheid op www.vo-raad.nl.
28
VO-magazine 5 / maart • april 2015
‘Met een goed beeld van
de thuissituatie kun je een
kind beter op het rechte
spoor zetten’
Instrumenten
Structurele aandacht, duidelijke afspraken
en goede contacten met de buitenwereld
zijn dus essentieel voor een veilige school.
Klaas Hiemstra (SSV) wijst op nieuwe
instrumenten die zijn aangekondigd in het
actieplan. Die instrumenten, bijvoorbeeld
een nieuw model voor een veiligheidsplan,
kunnen scholen verder helpen bij een goed
veiligheidsbeleid, De VO-raad, PO‑Raad
en SSV werken met experts van onder
andere het Nederlands Jeugdinstituut en
het RIVM aan een database met inter­
venties en programma’s voor sociale
veiligheid. Die zal in de loop van 2015
beschikbaar komen. Verder komen er
ambassadeurs die scholen ondersteunen
bij de verbetering van hun veiligheids­
processen en methoden. Hiemstra: “Ik
verheug me op de bijeen­komsten met
schoolleiders, veiligheids­coördinatoren
en mentoren en ben benieuwd naar hun
vragen en ervaringen, zodat we samen
kunnen werken aan een veiliger
schoolomgeving.” COLUMN
die een blootfoto van een klasgenoot
verspreidt, maakt zich schuldig aan
kinderporno. En dat is dus strafbaar.”
Scholen moesten in het begin best even
wennen aan de schoolwijkagent, denkt
Van Duijn, misschien omdat ze bezorgd
zijn voor hun reputatie. Maar inmiddels
willen ze hem niet meer kwijt. Van Duijn
is tevreden over de samenwerking, maar
zou wel graag zien dat docenten en
mentoren consequenter melding maken
van incidenten, ook de kleine, en dat ze
blijvend aandacht aan veiligheid besteden.
“Scholen hebben de neiging om na een
incident streng te zijn, maar dat zakt weer
weg als alles na een week of twee goed
loopt. Tot het volgende probleem zich
voordoet. Ik pleit voor een structu­relere
aanpak, dat heeft meer effect.”
­H ENDRIK-JAN VAN ARENTHALS
TROTS
Aan de andere kant van het plein was het havo/vwo-gebouw
vrolijk verlicht. Het was het Open Huis van 2001, drie
weken nadat ik als vmbo-directeur begonnen was. Ook onze
docenten waren daar, met kraampjes werk van de leerlingen
uit de praktijkafdelingen. Na de rondleidingen zou ik de
groep 8-leerlingen en hun ouders in de aula een voorlichting
geven over de toen nog nieuwe leerwegen. Nu wachtte ik
samen met de decaan in het halfdonker of er ook mensen
het vmbo-gebouw zouden willen zien.
Toen wist ik het al. We zouden het vmbo aandacht gaan
geven die het verdiende. Vanaf het jaar daarna werkten we
aan ons eigen feest. Wat is het mooi om te laten zien wat
kinderen in de leerwegen kunnen. Wat is het prachtig
wanneer jongens en meisjes met een praktische leerstijl het
beste uit zichzelf halen. Wat heeft het vmbo vaak bruisende
allure, waarin trotse leerlingen laten zien wat ze kunnen, in
een enorme diversiteit van programma’s en afdelingen.
Het beroepsonderwijs plaats je niet in een ‘donker gebouw’;
het verdient de schijnwerpers vol op zijn kanjers gericht te
hebben. In de afgelopen jaren heeft deze sector zich het meest
innovatief, coöperatief en gericht op samenwerking getoond
van alle sectoren binnen het voortgezet onderwijs. Het beroeps­
onderwijs heeft aanvallen doorstaan van de Haagse kaasstolp;
de zinloosheid van de structuurdiscussies, onverant­woorde
bezuinigingen, de krampachtigheid van de onderwijstijd, de
vervlakking van het rendementsdenken, incidentgestuurde
politiek en de terreur van ‘lijstjes’ en talloze hypes.
Nog steeds wordt het negatieve van het beroepsonderwijs
door ‘ons soort mensen’ gemakkelijk benadrukt. De rode pen
waarmee we de fouten aanstrepen, zit nog in ons hele systeem.
Gelukkig erkennen we echter steeds meer dat we met een
positieve psychologie veel verder komen. Nieuwe wetgeving
gaat uit van wat mensen nog wél kunnen. In passend
onderwijs kijken we naar de talenten van kinderen, in plaats
van alleen maar naar hun ondersteuningsvragen. Je mag er
zijn, zoals je bent. We blijven optimistisch. Deze nieuwe,
positieve grondhouding gaat leiden tot eenzelfde, positieve
kijk op het beroepsonderwijs. Wees trots op de sector, trots
op elkaar en vooral: trots op je leerlingen.
Dit was na veertien jaar de laatste column van Hendrik-Jan
van Arenthals, omdat hij het vo verlaat voor het mbo.
Lees het interview met hem op pagina 20.
VO-magazine 5 / maart • april 2015
29