ZATERDAG 4 APRIL 2015 Verhaal van de dag ZATERDAG 4 APRIL 2015 Gemeenten en ondernemers in de Leidse regio en Katwijk werken samen aan nieuwe manieren om het de klant zo goed mogelijk ter wille te zijn, onder de noemer Economie071. Deze week bracht bureau Retail Management Center advies uit: van de 41 winkelgebieden zijn er zo’n 30 ’toekomstvast’, vermits zij zich sterker profileren als een bepaald type winkelgebied: voor recreatie, doelgericht shoppen of boodschappen doen. Retailvisie: samen de De dreiging van het internet is er, maar blijkt mee te vallen. Zeker, er zijn er die eigenlijk alleen nog vanuit de leunstoel winkelen, maar veel mensen zoeken toch nog graag de echte winkels op. Dat betekent echter niet dat winkeliers op hun lauweren kun rusten. De consument heeft de macht in handen, kan altijd en overal terecht. En ook in de fysieke wereld is de concurrentie groot. De klant gaat de Leidse binnenstad niet meer in om winkel na winkel af te zoeken, maar wil een gezellig struindagje. Het winkelcentrum in zijn wijk is er voor boodschappen in een bij voorkeur zo groot mogelijke supermarkt en voor een bank of film gaat hij naar een goed bereikbare plek waar hij goed kan parkeren. Dat althans denkt Huib Lubbers, directeur van het bedrijf Retail Mana- consument van de toekomst paaien gement Center, dat onderzoek doet voor het project Economie071 van Leiden, Leiderdorp, Voorschoten, Zoeterwoude, Katwijk en Oegstgeest. En dus moet er wat veranderen. Want anders, zo is Lubbers’ overtuiging, verliest de regio de klanten aan buitenregionale winkelcentra. Hij stelt voor meer op elkaar af te stemmen en overgebleven winkelcentra en -straten een duide- lijk profiel te geven. En te verkleinen, want er is nu te veel winkelruimte. Per saldo wordt de hele regio daar beter van, denkt hij. Vijf centra krijgen wat hem betreft een ’recreatief’ profiel. Dat zijn de centrums van Leiden, Voorschoten en Katwijk, en Winkelhof Leiderdorp en de De Kempenaerstraat in Oegstgeest. ’Doelgericht winkelen’ grote artikelen, vermaak/ontspan- ning met veel vierkante meters blijft voorbehouden aan ’t Heem in Katwijk, De Baanderij in Leiderdorp, Wooon Leiderdorp en de Zoeterwoudse Rijneke Boulevard. De rest krijgt het profiel ’boodschappencentrum’. Behalve uiteraard de winkelcentra die volgens Lubbers geen plek hebben in de nieuwe regionale structuur. Dat zijn Koopcentrum Oegst- geesterweg in Rijnsburg, Oranjegallerij Leiderdorp, Boerhaaveplein Oegstgeest, Rijnstraat Katwijk, Van Beethovenlaan Voorschoten, en in Leiden de Van ’t Hoffstraat, Herenstraat, Beatrixstraat en Hoge Rijndijk. Verder hebben supermarktcentrum Asterstraat in Katwijk, en de grootschalige bedrijvigheid aan de Leidse Lammenschansweg geen plek in de retailvisie. Verhaal van de dag ’Snelwegwinkels geen bedreiging’ ,,Een bredere visie, daar ben ik het absoluut mee eens. Je kunt beter naar een kleiner aantal winkelgebieden. Maar dat heeft natuurlijk wel wat voeten in de aarde’’, zegt Didos van Dam (Leiderdorpse ondernemersvereniging). ,,Op de hele Lammenschanslocatie zouden helemaal geen winkels meer kunnen, bijvoorbeeld. Moet je ondernemers en eigenaars daar compenseren? Ik denk niet dat de markt zo werkt. Maar het lijkt me wel noodzakelijk dat de gemeente in dat soort gebieden dan de voorwaarden in het bestemmingsplan verruimt anders kom je daarin gevangen te zitten.’’ De Leidse economiewethouder Robert Strijk (D66) vindt dat ook niet meer dan logisch. Hij wijst er verder op, dat Economie071 en de regionale retailvisie die daaruit moet voortkomen, geen keurslijf wordt. ,,Het hoeft natuurlijk geen Tomtom te zijn die je precies vertelt wat je moet doen. Maar wel een kompas dat aangeeft in welke richting we willen gaan.’’ Huib Lubbers van Retail Management Center benadrukt dat het ontbreken van een winkelgebied in de nieuwe retailvisie Uitgelicht Rijneke Boulevard, Zoeterwoude. Doelgericht niet betekent, dat de boel er gelijk maar dicht moet. ,,Het is uiteindelijk aan de moed van de winkelier om door te gaan. De strategie is om te focussen op minder, maar sterkere winkelgebieden. Dat betekent niet dat de anderen geen toekomst hebben. Maar wel dat we denken dat de aandacht van de regio er niet zou moeten liggen.’’ Bij de vier overblijvende doel- In deze wekelijkse rubriek beschrijft Broer Roolvink het leven van onlangs overleden bekende en minder bekende mensen uit deze regio. Hebt u een tip of wilt u reageren? Mail dan naar [email protected] of bel 06-18888168. ARCHIEFFOTO HIELCO KUIPERS gerichte gebieden mogen de regels versoepeld, stelt Lubbers. De vrees dat grote winkelgebieden aan de snelweg binnensteden kapot concurreren, is volgens hem ongegrond. ,,Het zijn plekken waar mensen doelgericht naartoe gaan. Voeg ’leisure’ toe of andere zaken die veel meters vragen. En doe daar, op die goed bereikbare plekken pick-up points voor internetaankopen. Niet op bedrijventerreinen, maar daar waar winkels zijn. Maar maak wel samen keuzes over minder meters.’’ Oog voor wat mooi is Jeanette Ravensbergen - Driebergen 7 juli 1961 - 14 januari 2015 Rijnsburg / Katwijk ’Je moet altijd kijken of je nog goed zit’ Nogal wat wijkwinkelcentra proberen hun klanten te lokken met een breed assortiment en kunnen daarmee volgens het advies maar beter stoppen en focussen op zo groot mogelijke supermarkten en dagelijkse boodschappen. ,,Ik ken in Katwijk wel een paar plekken, ja’’, merkt Nicole Schuitemaker van de plaatselijke ondernemersvereniging op. ,,En ik dénk dat de winkeliers in die gebieden daar nog wel over zullen willen discussiëren. Maar het is prettig dat de analyse er nu is, het is een Boodschappen goede manier om mensen te laten nadenken.’’ Dat is een veelgehoorde opvatting. ,,Het sluit allemaal aardig aan. Er zijn te veel vierkante meters, en een grotere supermarkt trekt meer volk aan’’, zegt Barry Ridder van de winkeliersvereniging Diamantplein in Leiden. ,,Maar tussen dingen bepraten en dingen doen zit veel verschil, en een hoop tijd. Wij hebben hier ook winkels met Hoe groter hoe beter, luidt het advies voor de supermarkten. ARCHIEFFOTO AFP niet-dagelijkse zaken. En ons winkelcentrum is van een kleine belegger waarvan ik me afvraag of hij zich laat zeggen welke kant hij op moet.’’ Een zaak die volgens het profiel niet langer op het Diamantplein hoort, is het Hollands Stoffenhuis van Wim Schut. ,,Maar ik zit hier goed, met een relatief lage huur, goede bereikbaarheid en gratis parkeergelegenheid voor klanten. Als ik in het centrum zou zitten, zou dat mijn concurrentiepositie bemoeilijken. Klanten komen naar mijn idee vaak specifiek naar mijn winkel toe, het is nadelig als ze dan extra parkeerkosten op hun rekening krijgen. Wat kleine ondernemers vooral nekt is het steeds meer verruimen van openingstijden. ’s Avonds en op zondagen, daar kunnen wij niet aan meedoen.’’ ,,Een winkelier moet zich altijd zelf afvragen of hij nog goed zit’’, zegt Didos van Dam van de Leiderdorpse ondernemersvereniging . ,,In de vrije markt is het ook zo dat een gebied ineens niet langer ’hot’ is. Zo is de Oranjegalerij in Leiderdorp eigenlijk al een soort van opgeofferd ten gunste van een supermarkt op het Amaliaplein. De nieuwe profielen maakt het voor gebieden in ieder geval wel duidelijk. Maar het moet uit zichzelf gaan. Je kunt het niet opleggen.’’ De Nieuwe Rijn op een zonnige dag. Daarvoor komen mensen naar de stad. FOTO HIELCO KUIPERS Stad werkt al aan gevraagd profiel ’Uiteindelijk bepaalt de klant’ Binnert Jan Glastra [email protected] Leiden ✱ Eigenlijk is Leiden al jaren bezig de historische binnenstad zo goed mogelijk in het nieuwe profiel te passen. Eettentjes, ijssalons en koffiezaken schieten als paddenstoelen uit de grond tussen - en ín - de winkels. Straten worden opgeknapt, monumenten schoongemaakt, musea en muziekcentra uitgebreid. Het ’zwerfmilieu’ van steegjes en aparte winkeltjes wordt veelvuldig geprezen. De stad wil een dagje uit zijn en dat is precies wat verwacht wordt van een ’recreatief’ winkelgebied. Wat Leiden ook al jaren weet, is dat het winkelcentrum eigenlijk te groot is. Al jaren ook probeert de gemeente van de langgerekte ’H’vorm (Breestraat en Haarlemmerstraat, verbonden via Hoogstraat) een compacte ’O’ te maken, een winkelrondje met gezellige aanlooproutes vanaf Leiden Centraal en Garenmarkt. In de nieuwe retailvisie missen bijvoorbeeld de Herenstraat en de Doezastraat. Te ver weg, te solitair om deel uit te maken van de regionale winkelstructuur. Daar zijn ze voorlopig nog niet van plan de witte vlag te tonen, blijkt uit de reactie van Ger Roos, plaatsvervangend woordvoerder van de winkeliersvereniging Doezastraat. ,,Goed dat dit soort grote onderzoeken gedaan worden, laat ik dat voorop- stellen. Als winkeliers hebben we daar zelf geen geld voor natuurlijk. Maar dat de Doezastraat niet mee is genomen, daar ga ik zeker wat aan doen! We zijn weliswaar niet zo’n groot winkelgebied, maar wel heel belangrijk. Deze straat is ontzettend vitaal, hier komt voorlopig geen leegstand. Ons wapen tegen het internet is dat we geen ketens hebben, maar alleen vakmensen. We vertellen klanten iets leuks als ze in de winkel komen, geven tips of recepten.’’ Koen de Wit van winkelcentrum Luifelbaan is er nog niet helemaal uit. Hij snapt natuurlijk best dat zijn winkelcentrum geen historisch centrum is, maar beschouwt De Luifelbaan wel als meer dan het geadviseerde profiel van bood- Recreatief schappengebied. Ook bij De Luifelbaan hangen mensen wat langer rond, drinken ze een kopje koffie. De vraag is dus wat ze bedoelen met ’een boodschap doen’. Dat is nu nog erg vaag.’’ De Wit kijkt daarom met belangstelling uit naar de discussie die er de komende maanden over gevoerd wordt. En dat doen veel ondernemers. Economie071 begint zo langzamerhand te leven onder de winkeliers, al zijn er nog altijd die geen weet hebben van de nieuwe winkelstructuur waaraan sinds medio vorig jaar gewerkt wordt. Het belooft een interessante discussie te worden. Aan de ene kant beseffen de winkeliers heel goed dat het koopgedrag van de klanten veranderd is en nog altijd verandert. Dat merken ze in de kassa. Maar gezamenlijk een nieuwe structuur opzetten voor de hele regio, waarbij ze eigen belangen wellicht eventjes een ondergeschikte rol moeten geven? Een onderneemster die woensdag de presentatie van de analyse bijwoonde, heeft daar een hard hoofd in. ,,Als dat kan, zou er ook geen oorlog meer zijn.’’ Maar als ze het zelf niet doen, dan de klant wel. Dat beseffen de meeste winkeliers best, zegt Sjaak Scheffer van het Centrummanagement. ,,Het is een groeiproces waarin de markt gewoon zijn werk moet doen. Maar het is uiteindelijk de consument die bepaalt.’’ Een prachtig oud huis in het centrum van Katwijk aan den Rijn. Hier droeg Kees Ravensbergen jaren geleden zijn bruid over de drempel. Nu valt bij binnenkomst onmiddellijk een groot bloemstuk in de hal op. Het lijkt een maand of wat oud. Nog duidelijk zijn een kruis, een anker en een hart te onderscheiden: geloof, hoop en liefde. ,,Ja, dat heeft Jeanette van haar liturgische bloemschikgroep gekregen’’, zegt Kees. Er staan in huis meer prachtige bloemstukken. En in de woonkamer op tafel haar tas. Vol met kaarten die zij heeft gekregen. Allemaal mooie en persoonlijke dingen. Het is alsof zij er zelf nog is. Jeanette werkte onder andere bij wat tegenwoordig de Sociale Verzekeringsbank heet. Maar daarnaast is zij een zeer actieve vrijwilligster in de Protestantse ’Open Hof’ Gemeente. Haar persoonlijke geloofsovertuiging is haar drive. Zij beschikt over het talent om daar op een mooie manier vorm aan te geven. Niet alleen in de bloemschikkunst, maar ook in haar pastorale werk. En als bestuurslid van het Protestants Christelijk Onderwijs. Zij geeft op een markante en gedecideerde wijze inhoud aan die functie. Daarbij valt haar empathie op. Wie bij het christelijk onderwijs in Katwijk betrokken zijn, die kunnen hun verhaal aan haar kwijt. En zij weet de juiste snaar bij hen te raken. Echt een flinkerd, die haar verantwoordelijkheid neemt. Eerlijk en oprecht. Scherp en ad rem. Eigenzinnig. Misschien soms wel een tikje té. Maar niet krampachtig. Zij kan ook relativeren. Ook zichzelf. Ze heeft gevoel voor humor. En kan genieten van wat mooi is. Niet alleen van bloemen, maar ook van het trekken met de caravan door Italië. ,,Ik maak mij om mijzelf geen zorgen’’, zei ze. ,,Ik weet waar ik naar toe ga.’’ ,,Met jou, Kees, komt het ook wel goed.’’ ,,Maar wat zou ik graag de jongens groot willen zien worden.’’ Ja, wat is het verschrikkelijk jammer dat niet alleen haar man, maar ook hun beide zoons Lucas en Aron, haar al zo vroeg moeten missen. Maar hoe opgewekt en belangstellend naar anderen Jeanette ook blijft, tegen die fatale ziekte, die twee jaar duurde, is op den duur niets bestand. Het werd een indrukwekkende uitvaartdienst. Tot in details door Jeanette zelf voorbereid. En wat een prachtige bloemstukken. Maar Kees en zijn jongens dragen eerst de opvallend mooie populierenhouten kist over de drempel, zoals die bruidegom ooit met zijn bruid deed. Daarna in eigen auto met Jeanette naar de kerk. Dan op een door hen zelf geduwde antieke houten wagen naar de begraafplaats. Echt met oog voor wat mooi is. Helemaal in de geest van Jeanette. Maar wat voor Jeanette het belangrijkste was: met geloof, hoop en liefde. Broer Roolvink
© Copyright 2024 ExpyDoc