Focus op woordenschat HOTEL HALLO door Peter Schoenaerts Waar zitten we? Gebouw Kaaitheater (7de verdieping) Sainctelettesquare 19 1000 Brussel tel: + 32 2 203 6673 fax: + 32 2 203 6675 e-mail: [email protected] website: www.nvt.taalunieversum.org Focus op woordenschat HOTEL HALLO Kim Koelewijn schoolachterstand woordenschatachterstand We think with words; therefore, to improve thinking, teach vocabulary (Draper & Moeller, 1971) woordenschatopbouw = • leren van nieuwe betekenissen • uitbreiding van het achterliggende kennissysteem !!! Intensiever en effectiever woordenschatonderwijs leidt tot grotere woordkennis, beter taalbegrip, beter lezen en beter leren. Hoe onderwijs van woordenschat aanpakken? 1 intentioneel (expliciet aanleren) versus incidenteel (ongemerkt oppikken) Hoe onderwijs van woordenschat aanpakken? 1 intentioneel (expliciet aanleren) versus incidenteel (ongemerkt oppikken) 2 geen precieze dwingende volgorde Hotel Hallo: de praktijk Hotel Hallo: de praktijk Hotel Hallo: de strip Hotel Hallo: de verhalen Hotel Hallo: de vertelkoffer Hotel Hallo: de radioshows Hotel Hallo: de liedjes didactische praktijk viertakt: 1 voorbewerken 2 semantiseren 3 consolideren 4 controleren 1 voorbewerken = de introductie 2 semantiseren = betekenis geven aan de woorden via de drie uitjes: uitbreiden, uitleggen, uitbeelden de drie uitjes de drie uitjes • uitbreiden: je zorgt voor context en clustering: meerdere woorden worden bij elkaar aangeboden in een logische betekenisstructuur (bij start hoort finish, bij koorts hoort temperatuur en thermometer, bij bus en tram hoort openbaar vervoer, bij briesje hoort wind, storm en orkaan...) de drie uitjes • uitbreiden: je zorgt voor context en clustering: meerdere woorden worden bij elkaar aangeboden in een logische betekenisstructuur (bij start hoort finish, bij koorts hoort temperatuur en thermometer, bij bus en tram hoort openbaar vervoer, bij briesje hoort wind, storm en orkaan...) • uitleggen: dit is het geven van een korte kindvriendelijke betekenisomschrijving (bv horizon = de lijn die je ziet tussen de zee en de lucht) de drie uitjes • uitbreiden: je zorgt voor context en clustering: meerdere woorden worden bij elkaar aangeboden in een logische betekenisstructuur (bij start hoort finish, bij koorts hoort temperatuur en thermometer, bij bus en tram hoort openbaar vervoer, bij briesje hoort wind, storm en orkaan...) • uitleggen: dit is het geven van een korte kindvriendelijke betekenisomschrijving (bv horizon = de lijn die je ziet tussen de zee en de lucht) • uitbeelden: maakt de betekenis visueel, dat kan met een foto, plaatje, tekening, of door iets voor te doen (bv kruipen, blaffen, verplaatsen) het vierde uitje uitproberen: Actieve verwerking Interactieve activiteiten 3 consolideren = speels en gevarieerd herhalen (woordmuur) 4 controleren Label of concept? Passief of actief? samenvattend: In de praktijk leer je de kinderen • een nieuwe woordvorm bij een bekend begrip (bijlabelen), bv: een arts is een dokter samenvattend: In de praktijk leer je de kinderen • een nieuwe woordvorm bij een bekend begrip (bijlabelen), bv: een arts is een dokter • nieuwe betekenisaspecten bij een bekend woord (dit is het verdiepen van woordkennis), bv: het woord lijn samenvattend: In de praktijk leer je de kinderen • een nieuwe woordvorm bij een bekend begrip (bijlabelen), bv: een arts is een dokter • nieuwe betekenisaspecten bij een bekend woord (dit is het verdiepen van woordkennis), bv: het woord lijn • een nieuwe woordvorm bij een nieuw concept (diepe semantisering en dus robuuste instructie), bv: genoeg te veel - te weinig oom tante, vader, moeder, broer, zus Hotel Hallo: oefenen, oefenen, oefenen
© Copyright 2024 ExpyDoc