Q&As regulier werkproces Pgb

Q&As regulier werkproces Pgb
In dit overzicht volgen we de zes stappen naar toekenning van een Pgb:
1. Melding
2. Inbreng persoonlijk plan
3. Het “keukentafelgesprek”
4. Verslag gesprek – keuze Pgb
5. Aanvraag Pgb als individuele – of maatwerkvoorziening
6. Toekennen Pgb – beschikking – akkoord op zorgovereenkomst naar SVB
1.
Melding
Q: Welke consequenties heeft de doorverwijzing van huisartsen naar niet-gecontracteerde
aanbieders voor de mogelijkheid van een Pgb?
A: Huisartsen mogen in principe naar alle aanbieders doorverwijzen. Als het gaat om partijen die niet
gecontracteerd zijn door de gemeente, dienen deze aanbieders contact op te nemen met de
betreffende gemeente om er voor te zorgen dat deze zorg gefinancierd wordt. De gemeente moet
deze zorg betalen. Het ligt anders als een huisarts niet doorverwijst naar een aanbieder, maar alleen
een indicatie afgeeft. Als de cliënt deze hulp wil afnemen bij een aanbieder die niet gecontracteerd is,
kan de cliënt hier een Pgb voor aanvragen bij de gemeente. De huisarts kan geen Pgb toekennen.
2.
Inbreng persoonlijk plan
Q: Is de gemeente verplicht om een persoonlijk plan van zorgvragers mee te nemen in het
keukentafelgesprek?
A: Het persoonlijk plan heeft een eigen status in de Wmo wetgeving (Artikel 2.3.2 Wo). Door een
kameramendement is in de wet opgenomen dat zorgvragers, zowel voor zorg in natura als Pgb, zelf
een eigen plan in mogen dienen dat vervolgens door de gemeente verplicht moet worden gebruikt als
uitgangspunt voor het keukentafelgesprek.
Dit is vormvrij, de zorgvrager kan dus zelf bepalen hoe het persoonlijk plan eruit ziet. Gemeenten
hanteren voor het keukentafelgesprek vaak een vragenlijst, en sommige sturen deze vooraf toe naar
de aanvrager. Het is goed om dit af te stemmen met de zorgvragen.
Zorgvragers kunnen in de workshop ‘Hoe bereid ik mij voor op het keukentafelgesprek’ hun persoonlijk
plan verder uitwerken. Deze workshop wordt georganiseerd door Per Saldo.
Q: Gebruiken alle gemeenten dezelfde terminologie voor plannen die budgethouders moeten
opstellen?
A: Nee, er zijn verschillende termen in omloop. Wat bij de ene gemeente het ondersteuningsplan heet,
heet bij de ander het persoonlijk plan of het zorgplan.
3.
Het “keukentafelgesprek”
Q: Zijn er verschillen tussen de motivering voor een Pgb binnen Jeugd en Wmo?
A: Er is een nuanceverschil in de motivering. Bij de Wmo moet een burger motiveren waarom hij een
Pgb wil. Bij Jeugd moet een burger motiveren waarom zorg in natura niet passend is.
1
Q: Wat zijn hulpmiddelen om vast te stellen of iemand in staat is een Pgb te beheren?
A: De consulent beoordeelt dit grotendeels in het (keukentafel)gesprek. Naarmate de consulent de
hulpvrager beter kent, zal dit ook makkelijker te beoordelen zijn. Er zijn een aantal hulpmiddelen die
de consulent kan gebruiken:

De zelftest van Per Saldo [http://www.Pgb-test.nl/]. De gemeente Rotterdam heeft in haar
beleidsregels opgenomen dat deze test door iedereen moet worden ingevuld die een Pgb wil
aanvragen. Het vormt een hulpmiddel bij het gesprek met de professionals, geen toets. Als je
het als gemeente lastig vindt dat er een ‘ja’ of ‘nee’ uit de test komt, kun je ook de vragen uit
de test los gebruiken als leidraad voor het gesprek. De zelftest geeft inzicht in de rollen die de
Pbg aanvrager moet kunnen spelen.

Mensen moeten een zorg- en budgetplan opstellen. Volgens verschillende gemeenten is dit
direct een check of iemand in staat is een Pgb te beheren. Je kunt als gemeente daarin
standaard vragen opnemen zoals: hoe gaat u het Pgb beheren? Hoe toetst u de kwaliteit van
zorg van uw aanbieder?
Q: Wat kun je doen als je als gemeente twijfelt of iemand in staat is een Pgb te beheren?
A: Bij twijfel kun je besluiten om de indicatie voor een kortere periode af te geven en de vinger aan de
pols te houden door bijvoorbeeld na zes weken al een vervolg gesprek in te plannen om te kijken hoe
het gaat.
Q: Wat doe je als gemeente als zorg in natura niet pas bij een hulpvraag, maar de hulpvrager
ook niet in staat is een Pgb te beheren?
A: Je kunt in eerste instantie kijken of er iemand in het sociale netwerk bereid is om met de hulpvrager
mee te denken en het Pgb mede te beheren.
Als dit geen optie is kun je kijken of er aanvullende afspraken kunnen worden gemaakt met een van
de gecontracteerde aanbieders. Je kunt er ook voor kiezen om de zorg op declaratiebasis in te kopen
bij niet-gecontracteerde aanbieders.
Q: Kan iemand die in de schuldsanering zit toch een Pgb aanvragen?
A: Dit verschilt per gemeente. Sommige gemeenten hebben schuldenproblematiek aangemerkt als
uitsluitingscriterium. Andere gemeenten vinden dat dit niet per se een uitsluitingscriterium hoeft te zijn,
want mensen kunnen in de schulden raken door oorzaken die niet samenhangen met het feit of ze wel
of niet een Pgb kunnen beheren. Denk aan een scheiding. En met het trekkingsrecht is er geen risico
meer dat geld voor zorg door schuldeisers Pgb opgeëist, omdat het geld niet op de eigen rekening
wordt overgemaakt. Uitzondering is als het Pgb wordt uitgekeerd als loon voor informele zorg.
Schuldeisers kunnen daar dan, net als op loon uit werk, beslag op leggen. De vraag is of de
zorglevering hiermee in gevaar komt, aangezien ouders bijvoorbeeld voor hun kinderen zullen blijven
zorgen.
De oorzaak van schuldenproblematiek moet dus goed in kaart worden gebracht, alvorens een
uitspraak te doen over het wel of niet toekennen van een Pgb.
2
4.
Verslag gesprek – keuze Pgb
Q: Moeten budgethouders het verslag van het keukentafelgesprek dat door de consulent is
opgesteld tekenen?
A: Dit verschilt per gemeente, maar in principe hoeft dit niet. Het ondersteuningsplan is geen officieel
document. Als mensen het niet eens zijn met het ondersteuningsplan, dan dienen zij toch een
aanvraag in. Als er een beschikking is afgegeven kunnen ze daar bezwaar tegen maken.
Q: Sommige mensen hebben meer dan 15 hulpverleners. Hun zorgvraag en zorginzet (soms
formeel, dan weer informeel) zal wisselen over de tijd. Moeten zij steeds terug naar het
wijkteam om hun Pgb te laten bepalen?
A: Als je als gemeente het aantal zorguren bepaalt voor informele en formele zorg, dan zal je
inderdaad terug moeten naar de consulent als hier veranderingen in zijn. Als je als gemeente stuurt op
resultaten, dan is het bedrag leidend en kan binnen het bedrag geschoven worden met aantal uren en
aanbieders.
Helaas kan op dit moment bij de SVB nog niet geregistreerd worden op resultaatgebieden. Registratie
vindt hoofdzakelijk op kostensoorten of een verzameling ervan plaats. Als het een verzameling is, dan
kun je wel een overall budget afspreken dat binnen die verzameling vrij te besteden is. Wisseling van
zorgverleners is voor de trekkingsrechten wel een extra aandachtspunt omdat er ook zorgcontracten
onder liggen. Meestal zijn deze qua uren gemaximeerd.
Om de noodzakelijke flexibiliteit te handhaven in tijd is het verstandig om het budget niet per maand af
te laten rekenen, maar het mogelijk te maken om te variëren in tijd mits het jaarbudget niet
overschreden wordt. Daarnaast is het verstandig om een zekere marge te hebben voor onvoorziene
inzet. Wanneer daar geen beroep op hoeft te worden gedaan, blijft het geld bij de SVB en vloeit het
terug naar de gemeente.
5.
Aanvraag Pgb als individuele – of maatwerkvoorziening
Q: Hoe stuur je als gemeente op de kwaliteit van de zorg die budgethouders zelf inkopen?
A: Dit is bij uitstek een thema dat de komende jaren bij gemeenten verder doorontwikkeld moet
worden. Gemeenten vullen de sturing op kwaliteit verschillend in.
In het kader van de Jeugdwet hoeft de gemeente niet de individuele aanbieders waarmee de Pgbhouder een contract afsluit individueel te beoordelen. Dat is de verantwoordelijkheid van de Pgbhouder. De gemeente moet wel beoordelen dat de Pgb-houder dat zelf goed kan (bekwaam is) en de
Pgb-houder moet een goed plan indienen. De gemeente Rotterdam heeft voor de inkoop van formele
zorg bijvoorbeeld een afvinklijst opgesteld met kwaliteitseisen waaraan aanbieders moeten voldoen.
Het is aan de budgethouder zelf om deze eisen te checken bij de aanbieder.
De gemeente moet wel beoordelen of de jeugdhulp die wordt geboden van goede kwaliteit is (artikel
8, tweede lid onder c Jeugdwet. Deze eis richt zich op de professional. Hiervoor heeft de gemeente
verschillende mogelijkheden:
3

De gemeente kan controles invoeren in de vorm van periodieke gesprekken na bijvoorbeeld 3
of 6 maanden om te checken of de gestelde doelen in het plan zijn gehaald en de geleverde
kwaliteit er inderdaad is.

De gemeente kan (zeker de eerste keer ) een niet te langdurende beschikking afgeven.

De gemeente kan voor bepaalde vormen van hulp bij een PGB in de verordening verplicht
stellen dat daarvoor een professional moet worden ingehuurd. Het sociale netwerk mag dat
type hulp niet geven. De Jeugdwet eist nl. dat voor jeugdhulp in principe een geregistreerde
professional moet worden ingezet. Deze eis geldt ook voor aanbieders die jeugdhulp via een
Pgb verlenen.
Bij de Wmo heeft de gemeente wel een toezichthoudende rol. De gemeente moet zelf kwaliteitseisen
stellen voor aanbieders. Zie ook:
http://www.vng.nl/onderwerpenindex/decentralisaties-sociaal-domein/wmo-2015/nieuws/voorbeeldkwaliteitseisen-ondersteuning-zeer-kwetsbaren
Q: Welke kwaliteitseisen gelden er voor informele hulp die wordt ingekocht met een Pgb?
A: De kwaliteitseis in de Jeugdwet voor het verlenen van jeugdhulp geldt voor professionele
hulpverleners. Dit betreft de eis dat er geregistreerde professionals moeten worden ingezet. Deze eis
geldt niet voor informele hulpverleners, bijvoorbeeld het sociale netwerk. Er zijn geen wettelijke eisen
t.a.v. professionals in de Wmo. Wel is er een eis waaraan de hulp moet voldoen (Art. 3.1.)
Er waren tijdens de werkateliers geen richtlijnen voor de kwaliteit waaraan informele hulp moet
voldoen van gemeenten beschikbaar. Ook hier geldt vooral de inschatting of de gestelde doelen
worden gehaald. De VNG heeft voor de Wmo een basisset kwaliteitseisen ontwikkeld.
6.
Toekennen Pgb – beschikking – akkoord op zorgovereenkomst naar SVB
Q: Mag een zorgcorporatie beschikkingen afgeven voor een Pgb?
A: Een zorgcoöperatie is, indien formeel vastgelegd, een rechtspersoon die je als gemeente mandaat
kunt geven. In die zin staat de zorg coöperatie gelijk aan een aanbieder, die je ook mandaat kunt
geven omdat het een rechtspersoon is.
4