EESC European Economic and Social Committee

ISSN 1830-6357
Europees Economisch en Sociaal Comité
EESC info
Europees Economisch en Sociaal Comité
Een brug tussen Europa en het maatschappelijk middenveld
Maart 2015 | NL
HOOFDARTIKEL
Beste lezers,
“
Het is een feit dat jongeren
vandaag de dag te kampen hebben
met werkloosheid en een gebrek
aan zekerheid, maar ze hebben ook
een positieve boodschap voor alle
Europese besluitvormers, namelijk dat
ze gemotiveerd zijn en bereid om hard
te werken voor een Europa waar ze zich
thuis kunnen voelen. Een boodschap van
optimisme, waaruit blijkt dat als jonge
mensen steun ontvangen voor hun studie
en bij het creëren van kwaliteitsbanen,
ze zich ook echt zullen inzetten voor een
krachtig en verenigd Europa.
Ideeën uitwisselen, openstaan voor
nieuwe voorstellen en de handen ineenslaan voor een gemeenschappelijk streven – een beter leven en een betere
toekomst voor alle Europeanen – is
belangrijker dan ooit. Het is erg verheugend om te vernemen dat de Europese
Commissie bereid is verder samen te
werken met het EESC. De Europeanen
verwachten dat Europa nieuw leven wordt
ingeblazen, ze verwachten snelle en doeltreffende aanpassingen. Het EESC staat
klaar om deze uitdaging aan te gaan, en
wenst de samenwerking met de Europese
Commissie en het Europees Parlement te
intensiveren en doeltreffender te maken.
In deze dialoog zal het EESC zich altijd
opwerpen als spreekbuis van het maatschappelijk middenveld en proberen om
„een positieve houding over te brengen”,
zoals de heer Juncker suggereerde.
Wat is een betere manier om een positieve houding over te brengen dan door
te luisteren naar wat jongeren te zeggen
hebben? In februari ontving het Comité
in totaal 50 ondernemers, vertegenwoordigers van vakbonden en sociale ondernemers onder de 35 jaar. Het is een feit
dat jongeren vandaag de dag te kampen
hebben met werkloosheid en een gebrek
aan zekerheid, maar ze hebben ook een positieve boodschap voor alle Europese besluitvormers, namelijk dat ze gemotiveerd zijn en bereid om hard te werken voor een Europa
waar ze zich thuis kunnen voelen. Een boodschap van optimisme, waaruit blijkt dat als
jonge mensen steun ontvangen voor hun studie en bij het creëren van kwaliteitsbanen,
ze zich ook echt zullen inzetten voor een krachtig en verenigd Europa.
”
Voorzitter Jean-Claude Juncker tijdens
de EESC-zitting: de Europese Commissie
en het EESC werken eendrachtig
aan oplossingen voor Europa
Jean-Claude Juncker, voorzitter
van de Europese Commissie, heeft op
18 februari 2015, tijdens de 505e zitting
van het EESC, duidelijk laten blijken het
maatschappelijk middenveld te steunen. De nieuw aangetreden voorzitter
pleitte voor meer samenwerking tussen beide instellingen, met name bij
de uitvoering van het werkprogramma
voor 2015, waaraan hij het EESC graag
ziet bijdragen.
Voorafgaand aan de zitting sprak JeanClaude Juncker met EESC-voorzitter
Henri Malosse over het investeringsplan waarmee de Europese Commissie
de werkgelegenheid en de economie
in de EU wil stimuleren.
Wijzend op de steun van het EESC
voor dit initiatief zei Henri Malosse:
„De mensen in Europa willen dat wij
20 maart 2015 /
EESC, Brussel:
Conferentie over het bevorderen
van de betrokkenheid van
economische en sociale actoren
bij ontwikkelingssamenwerking
22-23 april 2015 /
EESC, Brussel:
EESC-zitting
23-25 april 2015 /
EESC, Brussel:
„Jouw Europa, jouw mening” 2015
3
3
4
Tijd voor actie – Herziene
2020-strategie moet
worden uitgevoerd
Spaarbanken en
kredietcoöperaties:
een onmisbare andere
vorm van zakendoen
Goede landbouw –
goed milieu – goede
voeding – goede
gezondheid – goed leven
Voorzitter Jean-Claude Juncker
tijdens de zitting van het EESC
hun zorgen over werkloosheid, deindustrialisering, stagnerende groei
en klimaatverandering wegnemen.
Zij verwachten snelle veranderingen
die zoden aan de dijk zetten.” In reactie hierop zei Jean-Claude Juncker: „Ik
denk dat Europa iets kan betekenen
en ook nodig is. Het is tijd om een
positieve houding aan te nemen.
De EESC-leden kunnen ons daarbij
In het debat dat hierop volgde toonden EESC-leden zich ingenomen met
Junckers vaste voornemen om de
sociale partners en het maatschappelijk middenveld bij de hervormingen te betrekken. De drie groepen van
het EESC (werkgevers, werknemers
en diverse werkzaamheden) benadrukten hoe belangrijk een spoedig
en duurzaam economisch herstel is.
Ook werd beklemtoond dat Europa,
dat vrede en verzoening tussen de
Europese volkeren als uitgangspunt
heeft in zijn streven naar integratie,
sterk en eensgezind moet reageren
op door haat ingegeven terreurdaden. (cad)
●
A New Generation 4 A New Europe
treden met Europese beleidsmakers.
Het Comité ontving 50 ondernemers,
vertegenwoordigers van vakbonden en
sociale ondernemers jonger dan 35 jaar.
In april zal het EESC zijn deuren openen voor jongeren uit heel Europa om hen de kans
te geven om – in het hart van Europa – hun stem te laten horen in het debat over het
Europees burgerinitiatief. Ik ben ervan overtuigd dat zij opnieuw met een positieve
boodschap zullen komen, ook voor de andere EU-instellingen. Hopelijk zijn die bereid
te luisteren en te handelen!
Henri Malosse
voorzitter van het EESC
VOOR IN UW AGENDA IN DIT NUMMER
helpen: we moeten een dialoog aangaan met de Europeanen, en jullie
moeten hun laten zien wat Europa
precies doet.”
aldus EESC-voorzitter Henri Malosse
bij de opening van de discussie met
de jonge deelnemers.
Het EESC heeft op 3 en 4 februari
in Brussel een seminar georganiseerd
onder de titel „A New Generation
4 A New Europe” (Een nieuwe generatie voor een nieuw Europa), waarin
jongeren hun standpunt en ideeën
konden ventileren over de toekomst
van Europa.
De jonge deelnemers aan het seminar
hebben praktische voorstellen gedaan
voor de manier waarop Europa kan helpen om de situatie van jongeren op het
vlak van werkgelegenheid en zakelijke
kansen te verbeteren. Dit interactieve
seminar gaf 50 vertegenwoordigers van
Europa’s nieuwe generatie de kans om
hun mening te geven en in contact te
Jonge deelnemers aan het seminar „A New Generation 4 A New Europe” presenteerden
hun voorstellen voor de manier waarop Europa kan helpen om de situatie
van jongeren verbeteren
>>> Bladzijde 2
„Zeg ‘nee’ tegen degenen die spreken
van een ‘verloren generatie’. Europeanen moeten de kans krijgen om hun
innovaties in Europa te ontwikkelen”,
ww
www.eesc.europa.eu
2015 – Een beslissend jaar voor het TTIP
(ve r vo l g v a n b l z . 1)
Jacek P. Krawczyk, voorzitter van de groep Werkgevers, EESC-rapporteur inzake het TTIP
A N e w G e n e r at i o n 4 A
New Eu r o p e
nabije toekomst rond te krijgen. Moet er meer vaart
achter worden gezet? Als EESC-rapporteur voor het
TTIP, zeg ik van wel, maar niet tot elke prijs.
Op 6 februari werd de 8e onderhandelingsronde
te Brussel afgesloten. De EU-hoofdonderhandelaar, de heer Bercero, wees erop dat aan beide
zijden van de Oceaan de politieke wil aanwezig
is om het tempo van de onderhandelingen op
te voeren. De onderhandelingsteams hebben
geluisterd naar de standpunten van ruim 80 organisaties die het maatschappelijk middenveld
vertegenwoordigen: werkgevers, vakbonden,
milieu- en consumentenorganisaties en andere
ngo’s. Volgens hen is de input van deze instanties
van onschatbare waarde.
Jacek P. Krawczyk, voorzitter van de groep
Werkgevers, EESC-rapporteur inzake het TTIP
Het is nu of nooit volgens tal van deskundigen
die zich over het tijdschema voor het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen
(TTIP) hebben uitgesproken. Als de onderhandelingen over de tekst van de overeenkomst niet
worden afgerond vóór het einde van dit jaar, zal
het moeilijk, zo niet onmogelijk zijn om, gelet op
de politieke agenda van de VS, het akkoord in de
Het EESC, evenals de groep Werkgevers, was van
meet af aan nauw betrokken bij het TTIP. Het
Comité werkt thans aan twee specifieke adviezen: het eerste over ISDS (Investor-to-State Dispute Settlement – beslechting van geschillen
tussen investeerders en staten), het tweede over
het mkb-hoofdstuk in het TTIP (met mevrouw
Butaud-Stubbs van de groep Werkgevers als
rapporteur). Op 9 maart 2015 heeft de groep
Werkgevers op Malta een conferentie over het
TTIP gehouden. Eind 2014 heeft de groep een
rondetafelgesprek georganiseerd, waaraan zowel
belangrijke Europese bedrijfsorganisaties als de
EU-hoofdonderhandelaar hebben deelgenomen.
De bijeenkomst heeft geleid tot een gezamenlijke
verklaring waarin steun wordt betuigd aan het
TTIP en waarin de verwachtingen van het bedrijfsleven ten aanzien van de overeenkomst worden
uiteengezet.
In een in juni goedgekeurd advies verheugt het
EESC zich over het TTIP omdat volgens hem „een
veelomvattende handelsovereenkomst tussen
de EU en de VS aanzienlijke mogelijkheden biedt
zowel vanuit het oogpunt van uitbreiding van de
handel en investeringen aan weerszijden van de
Atlantische Oceaan als wat betreft de mogelijke
bijdrage tot de ontwikkeling van betere mondiale
regels en normen, die het multilaterale handelssysteem ten goede zouden komen”. De groep
Werkgevers steunt het TTIP en de inspanningen
van de onderhandelaars ten volle. Een ambitieuze overeenkomst zal talloze mogelijkheden
voor bedrijfsactiviteiten creëren en bijgevolg ook
duizenden nieuwe banen opleveren. Ik moedig
de twee onderhandelende partijen aan om een
rationeel debat aan te gaan, op basis van feiten en
niet van verzinsels. Het TTIP zal zonder publieke
steun niet worden geratificeerd en ik verzoek de
Europese Commissie met klem haar inspanningen
op te voeren en het publiek op een duidelijke en
transparante wijze te informeren en voor te lichten over het TTIP.
●
„De toekomst van Europa hangt af van de keuzes
die we nu maken. Het nieuwe Europa van morgen
hangt af van het succes van de zakelijke ideeën van
ondernemers”, voegde Europarlementariër Eva Paunova, tevens aanwezig bij het debat, hieraan toe.
Tijdens het seminar werd ingegaan op de vraag
wat jongeren van de EU verwachten, en hoe jonge
Europeanen willen dat het investeringsplan van
de Commissie ter waarde van 315 miljard euro
wordt besteed. Ook werd gesproken over de
behoefte aan hoogwaardige banen, over financiering en alternatieve financieringsmethodes, over
de bevordering van het ondernemerschap en de
rol van sociale ondernemingen voor de Europese
groei en werkgelegenheid.
Er werden diverse aanbevelingen gedaan, zoals:
● Onderwijs: de noodzaak van technisch onderwijs en de kennis van leerkrachten over het
ondernemerschap.
● Hoogwaardige banen: bescherming van
stagiairs en leerlingen dankzij een Europees
kader dat vooruitzichten op een goede loopbaan biedt.
● Alternatieve financiering: bevordering van
crowdfundingplatforms voor het financieren
van projecten van de burgers en bedrijven met
behulp van elektronische valuta. (hb) ●
Presentatie EESC-advies over het Europees minimuminkomen in Madrid
studie die zojuist verschenen is en volgens welke
27,3% van de bevolking in Spanje, d.w.z. meer dan
12,8 miljoen mensen, in armoede leeft en in bijna
1 800 000 gezinnen geen van de volwassen gezinsleden werk heeft.
Op 12 februari 2015 is in de kantoren van de
vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Madrid het EESC-advies over het Europees
minimuminkomen gepresenteerd. De directeur
van de vertegenwoordiging van de Commissie in
Madrid, Francisco Fonseca, opende de vergadering
met een welkomstwoord en bedankte de Spaanse
leden van het EESC voor hun hulp bij de presentatie
van dit advies.
Het woord was eerst aan Marcos Peña, voorzitter
van de Spaanse Sociaaleconomische Raad, die in
zijn toespraak nader inging op de toenemende
ongelijkheid en de noodzaak van een grotere
cohesie in Spanje en Europa.
De vakbonden waren vertegenwoordigd door
de secretarissen-generaal van de twee grootste vakbondcentrales, de CCOO (Comisiones
Obreras de Comisiones Obreras) en de UGT
Presentatie van het EESC-advies over een Europees minimuminkomen bij de vertegenwoordiging
van de Europese Commissie in Madrid
(Unión General de Trabajadores, de heren
Ignacio Fernandez Toxo en Cándido Méndez.
Beiden zijn uitdrukkelijk voorstander van onderhandelingen om samen met de overheid tot een
overeenkomst te komen. Zij willen alles in het
werk stellen en, zo nodig, campagne voeren, om
hierover een debat op gang te brengen in het
Spaanse parlement.
Graciela Malgesini van het Europees Netwerk voor
armoedebestrijding (EAPN) volgde de lijn van de
vakbonden en haalde enkele cijfers aan uit een
Tot slot mochten de drie leden van het EESC, Luca
Jahier (voorzitter van de groep Diverse Werkzaamheden), Eduardo del Pueyo (lid van de groep
Werkgevers) en Georges Dassis (voorzitter van de
groep Werknemers en rapporteur van het advies)
het advies toelichten. Zij zetten de belangrijkste
punten en voorstellen van het EESC-advies uiteen.
140 mensen namen deel aan de vergadering, waaronder nationale en Europese parlementsleden,
afgevaardigden van politieke partijen, vertegenwoordigers van vakbonden en werkgeversorganisaties alsook vertegenwoordigers van tal van ngo’s
uit de sociale sector en diverse media. (fs/cad) ●
Groep Diverse Werkzaamheden brengt in Ieper eerbetoon aan de slachtoffers van de Grote Oorlog
Eerste schepen (locoburgemeester) Jef Verschoore, die de groep verwelkomde in het stadhuis, wees erop dat Ieper vandaag bekend staat
als de vredesstad. Om de drie jaar reikt de stad een
internationale vredesprijs uit aan een persoon of
organisatie die zich op uitzonderlijke wijze heeft
ingezet voor een vreedzamere wereld. Daarnaast
speelt Ieper een actieve rol in het internationale
netwerk Mayors for Peace (Burgemeesters voor
Vrede). Het aantal leden van dit netwerk, dat ijvert
voor de volledige afschaffing van kernwapens, is
sinds 2005 gestegen van 600 tot 6 000 steden.
Luca Jahier, voorzitter van de groep Diverse Werkzaamheden, samen met andere leden van de groep in Ieper
Luca Jahier, voorzitter van de groep Diverse
Werkzaamheden, heeft samen met een aantal
andere groepsleden een bezoek gebracht aan Ieper,
een middeleeuwse stad in de Belgische provincie
West-Vlaanderen, ter gelegenheid van de herdenking van de 37 miljoen mensen die op tragische
wijze het leven lieten tijdens de Grote Oorlog.
2
De Eerste Wereldoorlog heeft een onuitwisbare
stempel gedrukt op Ieper. De stad was het decor
van een aantal gruwelijke veldslagen, waarvan de
derde slag om Ieper – de slag om Passendale –,
de hoogste tol aan mensenlevens heeft geëist:
600 000 soldaten kwamen bij deze gevechten om
het leven.
Piet Chielens, coördinator van het In Flanders
Fields Museum en verantwoordelijk voor de
tentoonstellingen en de publieksprogrammering, belichtte deze tragische dagen en weken in
Ieper niet alleen vanuit historisch maar ook vanuit
menselijk oogpunt, en stond onder meer stil bij
het leed dat de dood van individuele soldaten
berokkende aan ouders, geliefden en kinderen.
De heer Jahier maakte in zijn toespraak pijnlijk
duidelijk hoe onvoorstelbaar hoog het aantal
gesneuvelde soldaten is, met de opmerking dat
de klaroenen van de Last Post in Ieper meer dan
27 000 jaar lang dagelijks zouden moeten weerklinken om hulde te brengen aan elke jonge man die
tijdens de Eerste Wereldoorlog het leven verloor.
Verzoening en vrede tussen de lidstaten zijn de
grootste overwinning op het palmares van de
Europese Unie, aldus de heer Jahier. Ook wees
hij erop hoe belangrijk het is dat jongeren de
geschiedenis kennen: het is onze gezamenlijke
verantwoordelijkheid hen te doordringen van
de gevolgen van oorlog en de onschatbare
waarde van vrede. Dat geldt vooral in deze tijden, nu oorlog niet langer helemaal ondenkbaar
is en we brutaal wakker zijn geschud door de
gebeurtenissen aan de EU-grenzen, het opduiken van extremistische groeperingen en aanslagen in onze eigen landen, zo besloot de heer
Jahier. (sma)
●
De klaproos, symbool van oorlogsherdenking
Tijd voor actie – Herziene 2020-strategie moet worden uitgevoerd
De 505e zitting van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) stond vooral
in het teken van de economische en sociale
toekomst van de EU. Guntram Wolff, directeur
van de Europese denktank Bruegel, pleitte
met het oog op de 2020-strategie voor de
tenuitvoerlegging van een concurrentiekader
op EU-niveau, niet in de laatste plaats om verschillen op het gebied van loonbeleid onder
controle te houden. In zijn commentaar op
de Jaarlijkse Groeianalyse 2015 merkte EESCrapporteur Gonçalo Lobo Xavier op: „Zowel
op Europees als nationaal niveau moeten we
toewerken naar meer doelgericht beleid.” De
Europese sociale partners en het maatschappelijk middenveld zijn bereid
om bij te dragen en compromissen te sluiten, mits deze duurzaam zijn en
Europeanen helpen om weer degelijke banen te vinden.”
Het EESC betreurt dat er geen publieke pijler is opgenomen in het Investeringsplan van de Commissie en breekt opnieuw een lans voor de bevordering van de sociale economie die tot een belangrijke derde pijler van de
Europese economie kan uitgroeien.
DE ZITTING IN EEN NOTENDOP
Hoewel het EESC voorstander is van de consolidatie van de begroting, is het van mening
dat groei om openbare en particuliere investeringen vraagt: „Zelfs in tijden van financiële
crises kun je niet in het wilde weg bezuinigen
op onderwijs, onderzoek en innovatie en
duurzame investeringen”, zei Etele Barath.
Het EESC wil dat er hervormingen worden
doorgevoerd waarin rekening wordt gehouden met de situatie van de individuele lidstaten. Indicatoren en benchmarks moeten
betrekking hebben op meer dan alleen het
BBP, en de EU-financiering moet gekoppeld
worden aan nationale hervormingsprogramma’s. Bij het Europees Semester moet meer aandacht worden besteed aan
het concurrentievermogen, en de inspanningen van de lidstaten moeten
hierbij worden ondersteund, bijvoorbeeld door vaststelling van bindende
termijnen. Ook moet de begrotingsintegratie worden versterkt en de strijd
tegen fraude en belastingontduiking worden opgevoerd.
Hoe ver is de EU met de Europa 2020-strategie en hoe
kunnen de doelstellingen ervan worden verwezenlijkt?
Het EESC ziet in dat het vlaggenschipinitiatief „De
digitale agenda voor Europa” van belang is voor de
vergroting van het concurrentievermogen van Europa.
De Europa 2020-strategie zou aan doeltreffendheid
winnen als er een hechter verband met het investeringsplan wordt gelegd. Ook zouden met behulp van
de structuurfondsen en het Cohesiefonds gedane
investeringen op het Europees fonds voor strategische
investeringen moeten worden afgestemd. Hoe dan ook
moeten alle projecten worden ingegeven door het streven naar duurzaamheid. De governance van de Europa
2020-strategie kan worden verbeterd door de invoering
van „één loket” waardoor de diverse taken en procedures voor de tenuitvoerlegging van beleid daadwerkelijk
kunnen worden gecoördineerd en gerationaliseerd.
Stemuitslag: 182 stemmen vóór, 5 stemmen tegen,
6 onthoudingen
Meer informatie over de voorstellen van het Comité is te vinden in de
EESC-adviezen EUR/007 en EUR/008. (sma)
●
Jaarlijkse Groeianalyse
Het EESC is ingenomen met het door de Commissie in de
jaarlijkse groeianalyse 2015 aangekondigde voornemen
om het Europees beleid „een opknapbeurt te geven” waardoor er weer meer vaart achter de economie wordt gezet
en duurzame groei wordt gestimuleerd. Dat neemt niet
weg dat beslist de nodige voorwaarden moeten worden
geschapen waardoor investeringen in het kader van het
investeringsplan op partnerschappen worden gebaseerd,
met dien verstande dat daarbij zowel de overheidssector
als particuliere ondernemingen worden betrokken. Gezien
hun budgettaire verantwoordelijkheid zouden de lidstaten hun begrotingssituatie volgens een gelijkvormiger
model moeten presenteren. Dan wordt het gemakkelijker
om hun begrotingssituaties met elkaar te vergelijken en
kunnen de diverse procedures voor de tenuitvoerlegging
van hun begrotingen worden gestroomlijnd.
Stemuitslag: 174 stemmen vóór, 8 stemmen tegen, 1 onthouding (hb)
●
Spaarbanken en kredietcoöperaties: een onmisbare andere vorm van zakendoen
door Carlos Trias Pintó, lid van het EESC (Spanje, groep Diverse Werkzaamheden)
Tijdens de „grote recessie” (2008) ging
er een schokgolf door de financiële markten. Om te voorkomen dat banken in de
toekomst opnieuw gered zouden moeten
worden, werd besloten een overkoepelend
beschermingsmechanisme op te zetten –
een lovenswaardig streven, waarbij echter
een hele verzameling prudentiële voorschriften werd aangenomen, die – als ze
niet goed worden uitgevoerd – het voortbestaan van bepaalde, voor de financiële
sector zeer belangrijke marktdeelnemers
in gevaar kunnen brengen.
Carlos Trias Pintó, EESC-lid
Binnen de banken waar stakeholderswaarde centraal staat, onderscheiden spaarbanken en kredietcoöperaties zich door een aantal zeer belangrijke specifieke kenmerken die van grote waarde zijn voor economie en
maatschappij: hun banden met de lokale productiestructuur, hun lokale
verankering, hun fijnmazige commerciële netwerk, de korte afstand tot
de klant, de financiering van specifieke sectoren, de nauwe betrekkingen
met lokale belangen en maatschappelijke actoren, en hun solidariteit.
Deze eigenschappen, die perfect aansluiten bij de beginselen en waarden
van de sociale economie, leiden ertoe dat spaarbanken en kredietcoöperaties
Het advies „De rol van spaarbanken en kredietcoöperaties in het licht
van territoriale samenhang – voorstellen voor een aangepast financieel
regelgevingskader”, dat onlangs met ruime meerderheid door het EESC
is goedgekeurd, heeft dan ook als hoofdboodschap dat de „biodiversiteit” van het financiële bestel behouden moet blijven: er moet worden
voorkomen dat alle financiële instellingen bij de toepassing van de door
het Comité van Bazel vastgestelde regels over één kam worden geschoren,
d.w.z. dat het evenredigheidsbeginsel in acht genomen moet worden,
uitgaande van de specifieke kenmerken van ieder bankmodel.
hun investerings- en kapitalisatieprocessen afstemmen
op het beleid voor de ruimtelijke ontwikkeling van hun
regio. Daarmee leveren zij een cruciale bijdrage aan de
financiële inclusie (van kleine en middelgrote ondernemingen en huishoudens) en aan een intelligente ruimtelijke ordening, door de basis voor economische en sociale
samenhang te leggen.
●
Meebouwen aan een Europa van vertrouwen:
op 23 april 2015 doet de Lente
van het Optimisme zijn intrede
in het Europees Economisch en Sociaal Comité
ps
em
int
Pre
d
l
imis
t
p
’O
me
© svetikd
The Festival of Positive Energy
De Europese Commissie heeft een verslag over
corruptiebestrijding gepubliceerd waaruit blijkt
dat geen van de lidstaten van de EU volledig vrij
is van corruptie. Dit heeft enorme gevolgen voor
het Europese maatschappelijk middenveld. Vandaar dat de CCMI dit initiatiefadvies opstelt, om
de broodnodige discussie op gang te brengen
over corruptieproblemen bij het zakendoen, om
transparantie te bevorderen en de informatieuitwisseling tussen alle belanghebbenden en
consumenten te stimuleren.
Corruptiebestrijding in de EU
Het doel van deze hoorzitting is de aandacht te
vestigen op zowel de problemen als de goede
praktijken in de EU. Het uiteindelijke doel is om
te komen met aanbevelingen en antwoorden
op de vraag hoe strenge anticorruptienormen
kunnen worden gepromoot, en hoe tegemoet
kan worden gekomen aan de bezorgdheid van
het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld over de aanpak van corruptie. (hb)●
De adviescommissie Industriële Reconversie (CCMI) zal op 26 maart 2015 van 9.30 tot
13 uur een openbare hoorzitting houden over
„Bestrijding van corruptie in de EU: antwoord
op de bezorgdheid van het bedrijfsleven en het
maatschappelijk middenveld”.
Gedeprimeerde Europeanen, een tanend vertrouwen in de instellingen, heimwee naar „vroeger”? Het is mogelijk om deze vicieuze cirkel te
doorbreken, aan te tonen wat wèl werkt, om
vernieuwers en ondernemers in het zonnetje te
zetten en te focussen op oplossingen. Juist als
we voor een crisis staan, is het goed om positieve energie uit te stralen. Dat is het streven
van de Lente van het Optimisme, een groot publieksevenement dat op 23 april a.s. in het
gebouw van het Comité zal plaatsvinden.
De hoorzitting is onderdeel van de voorbereidingen voor een initiatiefadvies over corruptiebestrijding in de EU (rapporteur: Filip
Hamro-Drotz, groep Werkgevers).
© stevanovicigor
De jongere generatie zal hierbij centraal staan,
met een 100-tal jongeren die actief deelnemen
aan het evenement „Jouw Europa, jouw mening
2015”. De dag is pedagogisch van opzet, met
conferenties, stands en rondetafeldiscussies,
en wordt begeleid door een multidisciplinair
team van voorzitters van bedrijfsorganisaties,
ondernemers, communicatiespecialisten, deskundigen, journalisten en filosofen.
Op het programma staat met name een persdebat, getiteld „Hoe anders communiceren
over Europa?”, en een breed maatschappelijk
debat over „Het optimistische Europa dat wij
willen vormgeven”, met deelname van EESCvoorzitter Henri Malosse, Belgisch vicepremier
Didier Reynders en mensen uit de industriesector en Belgische schrijvers. Ook voorzitters en
vicevoorzitters van andere EU-instellingen zijn
uitgenodigd. (cad)
●
Tentoonstelling: Ontdek het Samische volk
Van 18 maart tot 16 april 2015 vindt in het
gebouw van het EESC een openbare tentoonstelling plaats over Samische kunst en handwerk. Kunst en ambachtelijk werk hebben altijd
een belangrijke rol gespeeld in het leven van het
Samische volk, dat traditioneel een nomadisch
bestaan leidde en duurzaam gebruik moest
maken van natuurlijke hulpbronnen. Dit komt
tot uiting in de tentoongestelde werken, die ook
laten zien dat de Samen een aangeboren gevoel
voor esthetiek hebben.
© Jan-Eerik Paadar
BINNENKORT IN HET EESC
De totale Samische bevolking wordt momenteel
geschat op ongeveer 80 000. Daarvan wonen er zo’n
50 000 in Noorwegen, 20 000 in Zweden en 9 000 in
Finland. Een klein aantal Samen woont in Rusland.
De Samen leefden traditioneel van rendierhouderij, visserij en jacht. Zij verzamelden producten uit de natuur
en maakten daar ambachtelijke producten van. Tegenwoordig voorzien zij veelal in hun levensonderhoud
door traditionele activiteiten te combineren met toerisme en aanverwante diensten. Natuurgerelateerde
activiteiten leveren misschien relatief weinig geld op,
maar hebben een grote culturele betekenis omdat zij
een ‘way of life’ zijn.
Samische kunst en cultuur, zoals Samisch handwerk
of duodji, en Samische muziek, de zogenaamde joik
of luohti, zijn nauw verbonden met de culturele achtergrond van het nomadische Samische volk. Hedendaagse kunstenaars en handwerklieden combineren
hun roots met invloeden van overal ter wereld.
Meer informatie is te vinden op: http://www.eesc.
europa.eu/?i=portal.en.events-and-activities-samipeople (sg)
●
3
De grootste bezorgdheid van de voorstanders van een milieuvriendelijke
landbouw betreft de ongelijke verdeling van baten en kosten en het ontbreken van transparante kosten, waardoor
het moeilijk is om eerlijke prijzen vast
te stellen.
alle externe kosten, met inbegrip van
schade aan het milieu en de uitgaven
voor de volksgezondheid, zouden nietduurzame producten en praktijken niet
meer lonend zijn. Anderzijds zouden de
voordelen voor collectieve goederen die
het resultaat zijn van duurzame landbouw moeten worden beloond.
Een belangrijke stap zou zijn om onderzoek naar de kosten te verrichten op een
gedegen wetenschappelijke basis. Er is
behoefte aan meer transparante informatie over de externe effecten: indien
rekening zou worden gehouden met
Duurzaamheid zou een drijfveer moeten zijn voor landbouwsystemen, en
landbouwers zouden permanent moeten worden gestimuleerd om hun duurzaamheid te verbeteren. Dit zou kunnen
worden bereikt door bijvoorbeeld de te
betalen belasting afhankelijk te maken
van de door de landbouwbedrijven veroorzaakte schade, of door het vastleggen van koolstof in de bodem financieel
te belonen.
“
Consumenten
Op de conferentie Good Food – Good
Farming, die het EESC in partnerschap
met de Landbouw- en plattelandsconventie ARC 2020, Friends of the Earth
Europe en IFOAM EU heeft georganiseerd, hebben 150 deelnemers
afkomstig uit landbouw-, milieu- en
voedselorganisaties, alsook vertegenwoordigers van Europese, nationale
en regionale autoriteiten, het startsein
gegeven voor het ARC2020-stappenplan voor de volgende hervorming van
IN HET KORT
Sociale economie –
de kracht van samenwerking
Op 29 januari jl. hebben deskundigen
van grote internationale organisaties als de OESO, de IAO en de FAO,
vertegenwoordigers van de belangrijkste Europese organisaties op het
vlak van de sociale economie en
het GLB. De voorzitster van de afdeling
Landbouw, Plattelandsontwikkeling
en Milieu (NAT), Dilyana Slavova, zei
in haar toespraak tot de aanwezigen
dat de voorstanders van een duurzaam
landbouw-, voedsel- en plattelandsbeleid betrokken moeten worden bij de
huidige beleidsprocessen zodat hun
boodschap wordt overgebracht aan
de relevante besluitvormers.
Belangrijkste drijfveren voor
een milieuvriendelijke landbouw –
transparante kosten en duurzaamheid
De voorzitter van de afdeling REX, José
María Zufiaur Narvaiza, benadrukte dat
2015 – dat is uitgeroepen tot Europees
Jaar voor ontwikkeling – een bijzonder
productief jaar moet worden waarin
nieuwe Europese ideeën en initiatieven
worden gelanceerd om de ontwikkeling
van de sociale economie te bevorderen.
In veel landen wordt het potentieel van
de sociale economie nog niet optimaal
benut. Dat is grotendeels te wijten aan
het ontbreken van een ondersteunend
rechtskader waarin de rol van de sociale
de nodige informatie
te verstrekken – over
voedselketen, oorsprong,
© Flory
economie en de specifieke kenmerken
van de bedrijven die hierin actief zijn
worden omschreven en bijv. fiscale
oplossingen worden aangereikt. Steun
is cruciaal, maar moet op weloverwogen wijze worden geboden. Europa kan
bijv. helpen door structurele steun te
verstrekken, markttoegang te bevorderen en kapitaal toegankelijk te maken,
maar kan ook voor de nodige beroepsopleidingen en managementtrainingen
zorgen.
Hoofdredacteur:
Leszek Jarosz (lj)
Milen Minchev (mm)
Siana Glouharova (sg)
Silvia M. Aumair (sma)
Béatrice Ouin – vertegenwoordiger
van de EESC-leden binnen het redactieteam
(groep Werknemers, Frankrijk)
Peter Lindvald-Nielsen (hoofdredacteur)
Siana Glouharova (sg)
Algemene coördinatie:
Agata Berdys (ab)
Aan deze uitgave werkten mee:
Caroline Alibert Deprez (cad)
Francisco Soriano (fs)
Henry Borzi (hb)
Adres:
Europees Economisch en Sociaal Comité
Jacques Delorsgebouw
Belliardstraat 99, B-1040 Brussel (BE)
Tel. (+32 2) 546.94.76
Fax (+32 2) 546.97.64
E-mail: [email protected]
Internet: http://www.eesc.europa.eu/
Consumenten de nodige informatie
te verstrekken – over de productiemethode, voedselketen, oorsprong,
enz. – zal helpen om hun koopgedrag
te veranderen. Er zijn nu reeds allianties
gesloten tussen landbouwers en consumenten in Europa, die hebben geleid tot
lokale en regionale voedselinitiatieven.
enz. – zal helpen
om hun koopgedrag
”
te veranderen.
Op 28 januari 2015 hebben het Europees Economisch en Sociaal Comité
(EESC) en het CONSIDER-project (Civil
Society Organisations in Designing
Research Governance) gezamenlijk als
gastheer opgetreden voor de in Brussel gehouden conferentie „Het maatschappelijk middenveld in onderzoek
en innovatie”. Het evenement, waaraan
zo’n 200 vertegenwoordigers uit heel
Europa en daarbuiten hebben deelgenomen, was bedoeld om een debat
op gang te brengen tussen vertegenwoordigers van de belangrijkste stakeholdergroepen die betrokken zijn bij
de integratie van het maatschappelijk
middenveld in de onderzoekssector.
Beleidsmakers, vertegenwoordigers
van het maatschappelijk middenveld
Rol van het EESC in de discussies
over duurzame landbouw
Het EESC heeft in zijn adviezen over het
landbouwbeleid herhaaldelijk gepleit
voor de bescherming van het Europese
landbouwmodel, dat gestoeld is op de
beginselen van voedselsoevereiniteit
en duurzaamheid en moet uitgaan van
de reële behoeften van landbouwers
en consumenten. Maatschappelijke
organisaties spelen een centrale rol in
de discussies over de toekomst van het
landbouwbeleid van de EU, en het EESC
zal samen met hen blijven werken aan
voorstellen inzake de bevordering van
een duurzame landbouw. (sma) ●
multi-stakeholderprojecten (zoals het
KP7 en Horizon 2020). Het project is
toegespitst op de huidige samenwerkingspraktijken, en observeert verschillende onderzoeksteams in real time.
In veel landen zijn collectieve en
communautaire ondernemingen vrij
gewoon. Maar bij gebrek aan institutionele steun komen zij niet helemaal
uit de verf. De voorzitter van de groep
Diverse Werkzaamheden, Luca Jahier,
wees er tijdens het debat op dat de
sociale economie een doorslaggevende rol kan spelen bij de geleidelijke ontwikkeling en verbetering van
leef- en arbeidsomstandigheden. Dit
is vooral het geval in regio’s waar 80%
van de mensen in de informele sector
werkt. Daarom moet de EU haar steun
verhogen en verruimen. (sma) ●
Overbrugging van de kloof tussen
onderzoek en samenleving
EU-ambtenaren gedebatteerd over
de externe dimensie van de sociale
economie. Het debat vond plaats in
het gebouw van het EESC te Brussel,
tijdens een vergadering van de afdeling Externe Betrekkingen (REX). Doel
van het debat was na te gaan op welke
gebieden de EU meer steun kan bieden om deze sector, die zo belangrijk
is voor de economie van ontwikkelings- en opkomende landen, te helpen
groeien en efficiënter te maken.
Consumenten zijn
de belangrijkste bondgenoten
de productiemethode,
© dmbaker
Stappenplan voor 2020
Maar dergelijke allianties kunnen ook
buiten de landbouw- en voedselsector
worden gesmeed, bijvoorbeeld met verzekeringsmaatschappijen en nationale
gezondheidsstelsels, aangezien ziekten
ten gevolge van ongezonde voeding
steeds meer voorkomen in de moderne
samenlevingen, en een extra kostenpost
worden voor de maatschappij. Tot slot,
maar daarom niet minder belangrijk:
hoe duurzamer het landbouwsysteem
wordt, hoe minder afhankelijk het zal
zijn van fossiele brandstoffen en dus
hoe minder CO2 het zal produceren.
QE-AA-15-003-NL-N
Goede landbouw – goed milieu – goede voeding – goede gezondheid – goed leven
en universitaire onderzoekers hebben gesproken over de recente
werkzaamheden van het EESC en het
CONSIDER-project, waarbij zowel huidige als mogelijke toekomstige acties
de revue passeerden. EESC-voorzitter
Henri Malosse, de directeur-generaal
van het Gemeenschappelijk Centrum
voor Onderzoek Vladimir Šucha en
EP-lid Herbert Reul behoorden tot de
sprekers tijdens de conferentie.
Het CONSIDER-project (www.consider-project.eu) is vooral gefocust
op de integratie van maatschappelijke organisaties in gezamenlijke onderzoeksprojecten, met
name de door de EU gefinancierde
Uit de bestudering van het CONSIDERproject blijkt dat: ● er bij slechts 27 % van de Europese samenwerkingsprojecten
voor onderzoek maatschappelijke
organisaties zijn betrokken;
● de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties bij Europese
projecten het beste werkt wanneer zij een centrale rol spelen
in het project, door een brug te
slaan tussen het onderzoeksproject enerzijds en een deel van de
samenleving anderzijds;
● CONSIDER degelijk opgezet en
empirisch rijk onderzoek heeft
uitgevoerd en een model voor de
deelname van maatschappelijke
organisaties aan onderzoek tot
stand heeft gebracht.
Desalniettemin is de deelname van
maatschappelijke organisaties niet „de
enige goede manier” om onderzoek te
doen; in de ene context kan het nuttig
zijn, in de andere niet. Niet alle onderzoeksprojecten hebben baat bij de
betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld. Het heeft alleen zin als
er een duidelijke behoefte is aan een
brede maatschappelijke betrokkenheid. (sg)
●
EESC Info staat in pdf-formaat in 23 talen op de website van het EESC:
ESC: htt
http://www.eesc.europa.eu/?i=portal.en.eesc-info
EESC Info verschijnt negen keer per jaar – telkens ter gelegenheid van een EESC-zitting.
Gedrukte versies van EESC Info in het Duits, Engels of Frans kunnen gratis worden verkregen
bij de persdienst van het EESC.
EESC Info staat in pdf-formaat in 23 talen op de website van het EESC:
http://www.eesc.europa.eu/?i=portal.en.eesc-info
EESC Info is niet het officiële verslag van de werkzaamheden van het EESC. Daarvoor zij verwezen
naar het Publicatieblad van de Europese Unie en naar andere publicaties van het EESC.
Reproductie – onder vermelding van EESC Info – is toegestaan, op voorwaarde
dat de redactie een kopie wordt toegestuurd.
Oplage: 8 230 stuks.
Volgende uitgave: april 2015
Maart 2015/3