Embolisatie of coiling van een cerebraal aneurysma

Richtlijnen en aanbevelingen voor thuis
Contact
Na toestemming van uw behandelende neurochirurg
mag u het ziekenhuis bij voorkeur in de voormiddag
verlaten. U krijgt een ontslagdocument waarop uw
volgende afspraak met uw arts vermeld staat. Hou
thuis zeker rekening met onderstaande
aanbevelingen:
Nuttige telefoonnummers

Wijziging van medicatie
Uw behandelende radioloog kan al voor de
ingreep medicatie opstarten die invloed
heeft op de bloedstolling. Na de interventie
kunnen de hoeveelheden en de soort
medicatie veranderen. Volg die richtlijnen
strikt op.

Mobilisatie
Bouw uw inspanningen geleidelijk op.
Vermijd het tillen /dragen van zware lasten.

Autorijden
Autorijden is alleen toegelaten na overleg
met uw behandelende arts.

Zwangerschap
Indien er een kans bestaat dat u zwanger
bent, moet u dat vooraf aan uw
behandelende arts melden.

Contraststof
Om alle bloedvaten goed in beeld te
brengen, gebruikt de behandelende arts
contraststof. Om dat product vlot uit uw
lichaam te verwijderen, raden we u aan om
de eerste dagen na de ingreep veel water te
drinken.

Toiletbezoek
Ga tijdens een toiletbezoek NOOIT persen.
We raden u aan om voldoende te drinken en
vezelrijke voeding in te nemen.
Hebt u nog vragen?
Hebt u vragen tijdens uw verblijf op de
verpleegeenheid, aarzel dan niet om een
medewerker aan te spreken.
Dienst medische beeldvorming: t. 056 63 40 03
 dr. Olivier François
 prof. dr. Tommy Andersson
Intensieve zorg 2: t. 056 63 16 40
Recovery - ontwaakzaal: t. 056 63 51 55
Afdeling neurochirurgie: t. 056 63 24 60
Consultatie neurochirurgie: t. 056 63 34 00
 dr. Thierry Vandenberghe
 dr. Luc Fidlers
 dr. Jeroen Ceuppens
Dienst cardiologie: t. 056 63 13 00
Klinisch laboratorium: t. 056 63 42 10
Sociale dienst: t. 056 63 68 52
vzw az groeninge
zetel: Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk
t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69 | www.azgroeninge.be
vu: Jan Deleu, Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk
doc. 55410 - maart 2015
Embolisatie of coiling van
een cerebraal aneurysma
Welkom
De ingreep
Na overleg met uw behandelende arts hebben we beslist om
een coiling van een cerebraal aneurysma uit te voeren.
Na uw consult bij de behandelende radioloog verwijzen
we u door naar een verpleegkundige voor een
vooropnamegesprek. Tijdens dat gesprek maken we
afspraken over:
- preoperatieve onderzoeken,
- invullen van het patiëntenboekje,
- thuismedicatie …
In onze schedel bevinden zich onder andere onze hersenen,
hersenvocht en een kluwen van bloedvaten.
Een aneurysma in de hersenen is “een uitstulping van de
wand van een hersenslagader”.
De opname zelf vindt plaats de avond voor de ingreep.
Nadat u zich hebt aangemeld aan het onthaal begeleidt de
verpleegkundige u naar uw kamer op de verpleegafdeling.
De oorsprong van een aneurysma kunnen we doorgaans
toewijzen aan één van onderstaande zaken:
- een niet-aangeboren zwakke plek van de vaatwand,
meestal ter hoogte van een bloedvatsplitsing;
- in zeldzame gevallen door een infectie op de vaatwand;
- in een ander zeldzaam geval door de veranderde
bloedstroming bij een arterio-veneuze vaatmisvorming.
De symptomen waarvan u last kan hebben bij een
hersenaneurysma zijn zeer uiteenlopend, gaande van alleen
hoofdpijn en nekpijn tot uitvalsverschijnselen.
Om de diagnose te stellen, brengen we de
hersenbloedvaten in beeld zodat we het aneurysma ook
visualiseren. Dat kan met behulp van een MRI- of een CTscan (al dan niet in combinatie met de toediening van
contraststof).
De verpleegkundige die op dat moment voor u
verantwoordelijk is, komt bij u langs en geeft u
aanvullende informatie over:
- de preoperatieve voorbereiding (overtollig haar ter
hoogte van uw rechterlies verwijderen we met behulp
van een medische tondeuse),
- de noodzaak om nuchter te zijn op de dag van de
interventie,
- ons pijnbeleid …
De interventie zelf vindt plaats op het cathlab. Die
onderzoeksruimte is uitgerust met de modernste
apparatuur om bloedvaten in beeld te brengen en
vaatafwijkingen met behulp van coiling of stenting te
behandelen.
Voor de start van de interventie krijgt u een infuus en een
blaassonde. Vervolgens brengt de anesthesist u onder
narcose. Dat is ook de reden waarom u de dag van de
ingreep nuchter moet zijn. Vervolgens brengt de arts een
vaatkatheter in de liesslagader in en dirigeert die naar de
hals van het aneurysma.
Via die katheter brengt hij spiraaltjes van platina in het
aneurysma. De spiraaltjes krullen daarin op en vullen de
holte van het aneurysma geheel op waardoor het
afgesloten is van de bloedaanvoer en niet meer kan
bloeden.
Bij een aneurysma bestaat het gevaar dat het kan leiden tot
een scheurtje in de wand met een hersenbloeding als
gevolg. Met een ‘coiling-procedure’ willen we een
hersenbloeding voorkomen.
Tijdens de interventie gebruikt de radioloog contraststof in
combinatie met röntgenstralen. Op die manier worden de
bloedvaten en het aneurysma zichtbaar.
Aansluitend op dat ’coilen’ kan een vernauwing van het
bloedvat optreden. Om een goede doorbloeding naar
de achterliggende zones te blijven garanderen, kan de
radioloog opteren om een ondersteunende stent te
plaatsen.
Aan het einde van de interventie verwijdert de
radioloog de katheter uit de liesslagader. Om te
vermijden dat de liesslagader blijft nabloeden, brengt
de radioloog ter hoogte van de bloedvatwand
(inwendig) een ‘angioseal’ aan. Hierbij reduceert een
fibrineprop (stimuleert de stolling) de kans op arteriële
bloedingen. Ter hoogte van de lies brengt hij ten slotte
nog een drukverband aan.
Na de ingreep
Na de ingreep verblijft u korte tijd op recovery of
intensieve zorg. We houden uw bloeddruk,
hartfrequentie, bewustzijn en pijnscore nauwlettend in
het oog. Doorgaans wordt u na één overnachting terug
naar uw kamer gebracht.
Om de kans op bloedingen ter hoogte van de lies te
reduceren, moet u onderstaande adviezen opvolgen:
- De eerste 6 uur na de ingreep moet u platte
bedrust houden en mag u uw been (de zijde die
de arts aanprikte) niet optrekken
- De eerste 12 uur na de ingreep moet u in bed
blijven. Na die periode wordt u bij het opstaan
begeleid door een verpleegkundige. Aansluitend
wordt de blaassonde verwijderd.
In uitzonderlijke gevallen kan één van onderstaande
neveneffecten zich voordoen:
- wondinfectie en/of bloeduitstorting ter hoogte
van de prikplaats (lies)
- een vaatkramp ter hoogte van het aneurysma
- het scheuren van de wand (<1%) van het
aneurysma waardoor een hersenbloeding
ontstaat.
- een allergische reactie en/of nierproblemen door
het gebruik van contraststof.
Bij een geplande procedure kan u doorgaans de
tweede dag na de interventie het ziekenhuis verlaten.