“EEN BETER RENDEMENT IS VOOR 80% EEN KWESTIE VAN MANAGEMENT.” Albert Hadderingh en Hendrie Dijk van Varkenshandel Dijk Wie investeert in biggen, investeert in de toekomst. Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Hendrie Dijk en Albert Hadderingh van Varkenshandel Dijk kunnen erover meepraten: “Biggenkwaliteit begint met voeding, gezondheid en genetica, maar vraagt tegelijkertijd om kritisch management. Op dat laatste punt gaat het soms mis, waardoor er veel kansen voor ondernemers blijven liggen.” Sinds de oprichting in de jaren ’80 heeft Varkenshandel Dijk de markt in rap tempo zien veranderen. Hendrie Dijk: “Door fusies en overnames zijn er heel veel spelers verdwenen. Sterker nog: in 10 jaar tijd hebben we er een geheel nieuw klantenbestand bij gekregen. Wie wil overleven in de huidige markt, kiest voor slim partnerschap. Samenwerken leidt tot rendement.” “In Nederland wantrouwen we elkaar soms.” Duurzame relatie “Biggenkwaliteit moeten we samen realiseren, zodat het mes aan twee kanten snijdt. Een duurzame relatie tussen vermeerderaar en mester is wat ons betreft een vereiste. Dat stimuleren we ook. Met elkaar analyseren we de classificaties en de slachtafwijkingen van de varkens. Vallen de technische resultaten tegen? Dan overleggen we onder meer met de voerleverancier hoe we een zo optimaal mogelijke spier/spekverhouding kunnen krijgen. Vervolgens evalueren we met de dierenarts de gezondheidsstatus en de mogelijke invloed hiervan op het resultaat van de varkenshouder. Ieder kijkt vanuit z’n eigen expertise en ervaring mee en zorgt voor toegevoegde waarde”, licht Hadderingh toe. Ik heb sowieso de indruk dat bedrijven die aan structureel onderzoek doen, een betere diergezondheid bereiken. Meten is weten”, aldus Dijk. Preventief ingrijpen “Voor een optimale biggenkwaliteit is ook een aantal entingen van belang. Bij onze klanten zijn alle biggen geënt tegen circo. In de praktijk heeft het merendeel van de biggen tevens een enting tegen mycoplasma. Gezonde varkens klassen nu eenmaal beter”, vervolgt Dijk. “Waar het om gezondheid gaat, maken we veel gebruik van ResPig. Met ResPig is de gezondheidsstatus van met name vermeerderingsbedrijven te allen tijde te achterhalen, waardoor we het ontstaan van eventuele problemen bij vleesvarkens exact kunnen lokaliseren en evalueren. Dit maakt preventief ingrijpen mogelijk.” Onderzoek drinkwaterkwaliteit “Sectorbreed kan het management nog volop verbeterd worden”, vindt Hadderingh. “Een simpel voorbeeld? Op dit moment doen we onderzoek naar de drinkwaterkwaliteit, waarbij we controleren op schimmels en gisten. Er zitten monsters bij die zwaar verontreinigd zijn. Toch wordt er vaak niets structureel aan dat water gedaan. Terwijl goed, schoon water soms nog belangrijker is dan voer.” Samen optrekken “ResPig is voor ons een waardevol instrument, maar toont tegelijkertijd aan hoe gesloten de Nederlandse varkenssector is”, vertelt Hadderingh. “In Denemarken kan je op elk moment de gezondheidsstatus van een vermeerderingsbedrijf inzien. Hier wantrouwen we elkaar soms. Stel je voor dat de buurman weet wat je doet.“ Dijk: “Ook dierenartsen houden soms informatie voor zichzelf. Zonde! Juist als we transparant zijn en samen optrekken komen we het verst. Zeker wat betreft export.” De relatie tussen vermeerderaars en afnemers die gebruik maken van ResPig is in de regel ook hechter dan bij bedrijven die niet aan monitoring of structureel onderzoek doen. “De rendementsverschillen tussen diverse bedrijven zijn enorm.” Onbenut potentieel “Als het aankomt op rendement, blijven we praten over halve centen, maar laten we de dubbeltjes liggen. We zien bijvoorbeeld heel veel onderlinge verschillen in slachtdata en -gewicht. Veel potentie blijkt door de ondernemers nog niet benut te worden. Een beter rendement is voor 80% een kwestie van management. Alleen daarom al moeten we samenwerken en de handen ineen slaan. Samen bereiken we zoveel meer”, besluit Hadderingh.
© Copyright 2024 ExpyDoc