Afstemming banaba competentiematrices

Competentiematrices
banaba-opleidingen BuO en Zorg, postgraduaat ICO
Project uit de 1ste ronde (2007-2008) :“Afstemming van de banabaopleidingen op de implementattie van het leerzorgkader”
Inhoudstafel
1. Situering
1.1. Project
1.1.1. Opzet
1.1.2. Participanten
1.2. Stap 1 taakverschuivingen
1.3. Stap 2 verschuivingen in de competenties
1.4. Voorlopige vaststellingen
1.4.1. Initiële opleidingen
1.4.2. Onderzoek KH Sint Lieven
1.4.3. Verdiepen van competenties en nieuwe gedragsindicatoren
1.4.4. Haalbaarheid van het opleidingsprofiel
2. Competentiematrices banaba-opleidingen BuO en Zorg/ICO
2.1.
2.2.
2.3.
2.4.
2.5.
Toelichting bij de opbouw
Kerncompetenties
Een lijst van indicatoren
Veranderingen bij de implementatie van leerzorg
Woordenlijst
1. Situering
1.1. Project
1.1.1.Opzet
In het kader van het expertisenetwerk van de associatie KULeuven werken de
banaba’s uit het studiegebied onderwijs en de opleiding ICO samen aan het
project “samenwerking inzake de implementatie van het leerzorgkader”.
De ontwerptekst vermeldt als operationeel eindresultaat:
1.Inventaris van de accentverschuivingen in de competenties van leerkrachten en
therapeuten van het buitengewoon onderwijs en van de zorg- en GOK
coördinatoren in het gewone onderwijs ten gevolge van de invoering van het
leerzorgkader.
2.Kwaliteitscriteria omschrijven
Instrument om de kwaliteitscriteria (geformuleerd in punt 1) in de curricula van
de banaba’s door te lichten. M.a.w. een onderzoek naar de accentverschuivingen
in de competenties (nagaan in welke mate deze opleidingen conform de eisen van
het leerzorgkader aan scholen en leerkrachten zijn).
3.Doorlichting van de banaba’s aan de hand van dit instrument. Conclusies op het
gebied van competentieontwikkeling in deze opleidingen.
1.1.2.Participanten
De opleiding ICO EHSAL Brigitte Puissant
De opleiding VOBO KHBO Carl Catteeuw
De opleiding VOZO KHKempen Birgit Coninckx
De opleiding VOZO KHLim Fons Exelmans
De opleiding VOBO KHLim Martine Carmans
De opleiding VOZO KHMechelen Sofie Yserbit,
De opleiding VOBO Katho Cindy Leclerq
De opleiding VOBO KHleuven Inge Ranschaert
Coördinatie Lisette Vanhelmont KHLeuven
Met instemming van de raad van bestuur werden de overige twee banabaopleidingen, waarmee we in het kader van het VVKHO samenwerkten nl KdG en
Artevelde, uitgenodigd om tot het project toe te treden. KdG is ingegaan op dit
voorstel en wordt vertegenwoordigd door Mevrouw Griet Van Balen.
1.2. Stap 1 Onderzoek taakverschuivingen
We zijn gestart met een bronnenonderzoek en vergeleken de verschillende
taakprofielen van de zorgleerkrachten , de leerkrachten uit het buitengewoon
onderwijs en paramedici met hetgeen in het leerzorgkader verwacht wordt. We
hebben ons niet beperkt tot het leerzorgkader maar ook de nieuwe beroepsprofielen
doorgenomen.
Dit werk gebeurde in twee deelwerkgroepen: enerzijds de opleidingen zorgverbreding
en remediërend leren, anderzijds de opleidingen buitengewoon onderwijs, met
regelmatig onderlinge uitwisseling en afstemming.
In de literatuur wordt deze manier van werken - nl vertrekken van de
beroepsprofielen om zo een competentiegericht opleidingsprofiel (competentiematrix)
samen te stellen - “de koninklijke weg” genoemd.
1.3. Stap 2 Verschuivingen in de competenties
Vertrekkend vanuit de competentiematrix, die reeds door de KHLeuven gebruikt
wordt en vanuit de verschuivingen in de taken werden nieuwe competentiematrices
voor de banaba-opleidingen opgesteld.
Het werken vanuit een competentieprofiel is niet in alle opleidingen even sterk
uitgewerkt. We besloten om te vertrekken vanuit de matrix van de KHLeuven. Deze
matrix is ontwikkeld voor de opleiding buitengewoon onderwijs en kwam tot stand in
samenwerking met de werkgroep BOSAO1 van de KHLeuven, het opleidingsteam, de
cursisten en het werkveld.
Uitgaan van een bestaande matrix van een specifieke opleiding heeft voor- en
nadelen:
-
we konden vertrekken van een matrix die al in één opleiding werkt en hebben dus
een concreet werkinstrument
deze matrix is niet ingebed in de andere opleidingen, heeft er niet de juiste
ontstaansgeschiedenis. Bijgevolg slaan we stappen over. Bij het schrijven van de
projectvoorstellen waren we ons hiervan bewust. Net daarom werd een
projectvoorstel ingediend met als thema: de samenwerking tussen de banabaopleidingen in verband met de afstemming van de competenties en het EVC en
EVK beleid. Dit voorstel werd echter niet weerhouden.
Elke opleiding legt eigen accenten, vandaar dat deze matrix aangepast wordt aan de
beide opties VOZO/VOBO en aan elke banaba specifiek. We proberen hierin toch zo
veel mogelijk cohesie en afstemming te bereiken.
De verschuiving in competenties werd in de deelgroepen afgeleid uit de
taakverschuivingen.
1.4. Voorlopige vaststellingen
1.4.1. Initiële opleidingen
Als we de verschuiving in competenties in kaart brengen komen we voortdurend
tot de vaststelling dat wat de banaba-opleidingen als startniveau veronderstellen,
hogere verwachtingen inhoudt naar de initiële opleidingen.
1.4.2.
Onderzoek KH Sint Lieven
Aan de KH Sint-Lieven liep een onderzoeksproject over de competenties van
leraren binnen inclusief onderwijs. De onderzoekers komen tot de vaststelling dat
er niet echt nieuwe competenties moeten bereikt worden maar wel dat een aantal
bestaande moeten verdiept worden.
1.4.3. Verdiepen van competenties en nieuwe gedragsindicatoren
We komen tot de vaststelling dat de gedragsindicatoren zoals beschreven in de
oorspronkelijke matrix nog steeds gelden. Er zijn er echter een aantal die moeten
verdiept worden. Er vindt ook een verschuiving plaats van de indicatoren tussen
de verschillende niveaus. Zo zijn er heel wat gedragsindicatoren die nu van het
1
Brug tussen onderwijs, arbeid en onderzoek
expertniveau naar het integratieniveau verhuizen. Enkele kerncompetenties
werden geherformuleerd en passende gedragsindicatoren werden toegevoegd.
1.4.4. Haalbaarheid van het opleidingsprofiel
De opvallende verschuiving van gedragsindicatoren naar het integratieniveau doet
vragen rijzen bij:
- de opleidingen:
o de haalbaarheid van de realisatie ervan binnen de huidige banabaopleidingen
o moeten we streven naar master-opleidingen, verlenging van studieduur?
o hoe zal de overgangsperiode verlopen ?
o …
- de organisatie van leerzorg zoals nu voorzien in de conceptnota:
o zullen de meeste leerkrachten in het gewoon onderwijs dit aankunnen?
o heeft de zorgcoördinator voldoende ruimte om zijn taak waar te maken?
o kan je van elke leerkracht BuO ook verwachten dat hij collega's in het
gewoon onderwijs kan coachen?
o moeten misschien bijkomend orthopedagogen, onderwijskundigen, … een
rol kunnen spelen?
o …
2.
Competentiematrices banaba-opleidingen BuO en
Zorg/ICO
Deze matrices zijn een herwerking van de matrix van de banaba BuO-opleiding van de
KHLeuven. In de oorspronkelijk matrix werd al gewerkt met functionele gehelen die
werden vertaald in kerncompetenties en die op hun beurt verder werden
geoperationaliseerd in indicatoren. De opleidingen Zorg/ICO en de opleidingen BuO
gingen hiermee verder aan de slag. Het resultaat van dat werk zijn twee matrices: één
voor de banaba BuO en één voor de banaba Zorg/ICO. Zij verschillen qua structuur en
inhoud niet fundamenteel. Toch opteerden wij voor twee versies omdat er verschillen in
taakinvulling zijn in de praktijk.
Hieronder lichten wij de opbouw van deze instrumenten toe.
2.1. Toelichting bij de opbouw
Er werd gekozen voor 5 functionele gehelen. Deze functionele gehelen of rollen zijn
afgeleid van de eerder bepaalde competenties voor VOBO(Babu)-VOZO, die sinds 2005
richtinggevend zijn voor de uitbouw van het programma.
Deze eerder bepaalde competenties zijn:
De afgestudeerde is in staat om:
1. planmatig te handelen ten aanzien van specifieke onderwijsbehoeften op
individueel, groeps- en schoolniveau, in duurzame interactie met alle betrokkenen, en
daarbij zorgvragen te formuleren en permanent bij te stellen met nadruk op observatie,
assessment en handelingsgerichte diagnostiek
2. positief en deskundig om te gaan met elke vorm van diversiteit door het
onderwijsaanbod, de leerlijnen en de inhouden uit de diverse leerdomeinen functioneel af
te stemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen
3. vanuit een gedeelde zorg constructief en emancipatorisch samen te werken met
de leerlingen, de ouders / gezinnen en met alle betrokkenen in het team / de omgeving
van de leerling met specifieke onderwijsbehoeften
4. het proces van handelingsplanning te implementeren door collegiale
consultatie, coaching van collega’s, beleidsondersteuning en coördinatie op schoolniveau
5. gestructureerd te leren uit eigen en andermans ervaringen via een cyclisch
proces en het eigen handelen dynamisch en creatief bij te sturen
2.2. Kerncompetenties
Uitgaande van de functionele gehelen die op kernachtige wijze de belangrijkste rollen van
de leerkracht weergeven, verwijzen deze kerncompetenties naar (geïntegreerde) kennis,
attituden en vaardigheden. De formulering ervan groeide in het academiejaar 2007-2008
vanuit intensieve en grondige besprekingen enerzijds per opleiding, anderzijds
opleidingsoverstijgend.
Deze kerncompetenties willen we als belangrijkste richtsnoer hanteren voor de verdere
uitbouw van onze opleidingen. BuO koos voor zestien kerncompetenties, Zorg/ICO voor
17.
2.1.
Een lijst van indicatoren
De lijst van indicatoren concretiseert vervolgens de kerncompetenties en geeft een
gradatie aan m.b.t. het beheersingsniveau van een competentie. We kiezen voor een
gradatie in 3 niveaus, waarvan het eerste niveau als instap- of vereist startniveau moet
gezien worden (het is immers een voortgezette opleiding) en de 2 volgende een
beheersingsniveau aangeven:
* startniveau = basisnoties van de competenties
* integratieniveau = voldoende beheersing van de competenties in een vertrouwde
praktijkcontext
* expertniveau = uitstekende, professionele beheersing van de competenties in
meerdere contexten
Wij wensen de lijst van indicatoren te hanteren als een voortdurend evoluerend gegeven,
dat vooral exemplarisch weergeeft hoe de student / cursist de verworven competentie
kan aantonen. Belangrijk is om vooral de kerncompetenties zelf als belangrijkste of
essentiële richtsnoer voor evaluatie te gebruiken. De indicatoren moeten helpen om de
betekenis van deze kerncompetenties en de vertaling ervan in de schoolcontext te
verhelderen.
2.2.
Veranderingen bij de implementatie van leerzorg
Na grondige besprekingen in de verschillende opleidingen komen we tot de vaststelling
dat de implementatie van het leerzorgkader geen essentieel verschillende
(kern)competenties vraagt van de zorgcoördinator of de leerkracht buitengewoon
onderwijs. Wel zien we dat verschillende indicatoren meer aandacht zullen moeten
krijgen (verdiepen) en dat de indicatoren van niveau veranderen. Dit wil zeggen dat het
niveau waarop de competenties zouden moeten bereikt zijn verandert. Indicatoren die
we vroeger op het niveau van de professional plaatsten, moeten we verschuiven naar het
integratieniveau m.a.w. de cursisten moeten dit niveau reeds bereiken na de banaba
waar ze deze, voor de invoering van leerzorg, slechts moesten bereiken na jaren
ervaring.
In de volgende competentiematrices hanteerden we de volgende werkwijze :
Vet = dit zal verdiept moeten worden bij de realisatie van het LZK
Cursief = dit zal verplaatst worden van beheersingsniveau bij de realisatie van het LZK
2.5. Woordenlijst
Wij kozen voor het gebruik van enkele opleidingsgebonden termen in de matrix, die bij
het lezen misschien enige toelichting vragen:
-
-
beeldvorming: hiermee wordt verwezen naar de beginsituatie of het beeld dat een
leerkracht of een team opbouwt van een leerling door het verzamelen van
gegevens; de beeldvorming maakt een welbepaalde fase uit in de individuele
handelingsplanning
handelingsplanning en ondersteuningsplanning worden als synoniemen gebruikt,
afhankelijk van de context
ondersteuningsvraag: hiermee verwijzen we naar de hulpvraag van de leerling
handelingsverlegenheid: de tekorten die een leerkracht ervaart in vaardigheden,
kennis en attitudes bij het omgaan met leerlingen met speciale noden
Competentiematrix Buitengewoon onderwijs
1.
Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden
Kerncompetenties
1.1.
Een positieve
grondhouding
bezitten met
betrekking tot de
mogelijkheden en
toekomstkansen
van de leerlingen
Startniveau
Integratieniveau
Expertniveau
Op zoek gaan naar kennis en
advies omtrent de
ontwikkelingsmogelijkheden
van kwetsbare leerlingen
Geloof tonen in de
mogelijkheden tot
ontwikkeling van iedere
leerling, hoe beperkt of
verstoord de ontwikkeling
ook mag zijn
Zich actief inzetten
tegen elke vorm van
achterstelling van
elke leerling
Verdedigen van het recht
op persoonlijke
ontwikkeling en de
ontplooiingskansen van
ieder kind
Getuigen van een
doordacht en
volgehouden
engagement t.a.v. elke
leerling in alle
omstandigheden
Actief op zoek gaan naar
ontwikkelingsmogelijkheden
via observatie, interactie en
via gebruik van beschikbare
hulpmiddelen
Het recht op communicatie en
sociaal contact erkennen als
fundamentele behoefte en als
voorwaarde tot leren
1.2.
Gegevens
verzamelen,
selecteren en ethisch
correct hanteren als
basis voor een goede
beeldvorming van de
leerling en
herkenning van zijn
noden
Signalen zien van problemen
bij leerlingen
Actief op zoek gaan naar
informatie om zich een
totaalbeeld te kunnen vormen
Herkennen en benoemen van van een leerling met een
signalen van
specifieke
leer-, gedrags- of
ondersteuningsvraag
ontwikkelingsproblemen bij
de leerling
Leerlingen kritisch en
gedetailleerd observeren
Beluisteren van het beeld over een langere periode
dat CLB, collega’s en
ouders geven van een
Kennis bezitten van
leerling met speciale
handelingsgerichte
noden
diagnostiek, diagnostische
instrumenten en hun
Bevragen van collega’s
toepassingen
omtrent diagnostische
gegevens, schoolloopbaan Gebruik maken van
en andere relevante
diagnostische gegevens,
informatie betreffende de observaties en informatie uit
leerlingen
de brede context
(schoolloopbaan, gezin, ruime
Zich bewust zijn van de
omgeving)
vereiste om deontologisch
om te gaan met gegevens
Gebruik maken van kennis van
van leerlingen
specifieke
ondersteuningsvragen als
In alle omstandigheden
duiding en als
deontologisch correct
achtergrondinformatie
omgaan met de gegevens
van individuele leerlingen Selecteren van de meest
en hun omgeving
relevante gegevens als basis
voor een voorlopige
beeldvorming van de leerling
Een hypothese kunnen
formuleren omtrent de
oorzaken en de aard van grote
leer-, gedrags- of
ontwikkelingsverschillen bij
individuele leerlingen,
rekening houdend met alle
beschikbare gegevens
De ondersteuningsvraag
steeds verder verfijnen,
rekening houdend met het
kind in zijn context, incl.
beperkende en
beschermende factoren
Een essentiële
ondersteuningsvraag
afleiden uit de
beeldvorming
De observaties correct
interpreteren vanuit
meerdere
referentiekaders in
overleg met het team
Een uitgebreide en
geïntegreerde
beeldvorming van de
leerling weergeven
op basis van
observaties in de
dagelijkse
schoolcontext en
nieuwe informatie uit
de omgeving
Uit de beeldvorming
verschillende mogelijke
ondersteuningsvragen
afleiden en beoordelen
vanuit verschillende
referentiekaders
1.3.
Individuele doelen
formuleren en
gebruiken als basis
voor de planning,
uitvoering en
opvolging van de
begeleiding en het
onderwijs van de
leerling met speciale
noden
Bereid zijn doelen aan te
passen aan de individuele
noden van leerlingen
De nood erkennen aan
systematische begeleiding
van individuele leerlingen
Op zoek gaan naar
voorschriften en tips omtrent
de aanpak van leerlingen
met speciale noden
Bereid zijn tot intensieve en
individueel aangepaste
evaluatie van leerlingen
Op basis van de
Het ondersteuningsplan
ondersteuningsvraag
dynamisch en creatief
relevante doelen selecteren bijsturen
uit ondermeer de
“eindtermen” en de
ontwikkelingsdoelen,
rekening houdend met een
breed toekomstperspectief
van de leerling en met de
gegeven context
Vanuit de geselecteerde
doelen prioritaire doelen
koppelen aan de
ondersteuningsvraag, op
individueel en op
groepsniveau
Steeds creatief op zoek
gaan naar nieuwe stappen,
hoe klein ook, in de
ontwikkeling die de
toekomstkansen zinvol
verruimen
1.4.
Coördineren van het
planmatig handelen
ten aanzien van
leerlingen met
specifieke
onderwijsbehoeften
Zich verantwoordelijk
voelen voor een
systematische opvolging
van leerlingen met
speciale noden
De betrokken partijen
aanspreken en uitnodigen
voor overleg
De verschillende fasen uit het
proces van handelingsplanning
kennen en hanteren met een
voortdurende bijsturing en
verfijning van elk van de
stappen (beeldvorming,
hulpvraag, prioritaire doelen
bepalen, uitvoering en
evaluatie).
Heldere en inzichtelijke
afspraken maken met
meerdere partijen die
betrokken zijn bij de opvolging
van de leerling
Erop toezien dat
afspraken die rond een
leerling gemaakt
werden in het team
worden nageleefd
binnen een redelijke
termijn
Op systematische wijze de
afspraken uitvoeren en
evalueren
Met het oog op een
lange termijn planning
afspraken evalueren en
bijsturen
Op klassenraden en bij
informeel overleg een correcte
en gepaste formulering
weergeven van de specifieke
onderwijsnoden, de
mogelijkheden en beperkingen
van de leerlingen en de
afspraken rond de aanpak en
de opvolging hiervan
De voorbereiding van een
leerlingbespreking op zich
nemen
Het planmatig werken
verantwoorden in een dossier,
dat de beeldvorming, de
hulpvragen, de doelen, de
aanpak en de opvolging
weergeeft
De functie van
gespreksleider
opnemen in een
multidisciplinair overleg
(MDO) of klassenraad
Toezien op de
coherentie en
continuïteit van het
handelingsplan
Het verslag van een
leerlingbespreking schrijven
2.
Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen,
rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen
Kerncompetenties
2.1.
Waarderen van de
diversiteit in de
klasgroep, als
uitdaging voor het
zoeken naar
aanpassingen en als
meerwaarde voor
het leerproces van
iedere leerling
Startniveau
Iedere individuele leerling in Een leerbevorderende,
de groep erkennen en
responsieve onderwijs- en
betrekken bij de activiteiten begeleidingsstijl hanteren
t.a.v. individuele leerlingen
Op zoek gaan naar het kind
achter het ‘label’
Spontaan in interactie gaan
met alle leerlingen, hoe
verschillend zij ook zijn
Het recht erkennen op
individualisering van de
aanpak bij leer-, gedragsen ontwikkelingsverschillen
in de klasgroep
2.2.
Differentiëren van
het aanbod en de
aanpak, op basis van
de leer-, gedrags- en
ontwikkelingsverschillen in de groep
Integratieniveau
Herkennen van grote
verschillen tussen kinderen
Zich bewust zijn van de
nood aan aanpassingen bij
grote verschillen tussen
leerlingen
Lezen van de
ondersteuningsvragen
als indicaties voor
aanpassingen van het
klasaanbod
Expertniveau
Model staan voor
onderwijs- en
begeleidingsstijlen die de
diversiteit van leerlingen
benutten bv co-teaching
De groepsdynamiek
gebruiken en versterken
als leerbevorderende
factor voor alle
leerlingen
Coöperatief leren gevarieerd
en doelgericht inzetten als
middel tot interactie en
samenwerking
Een brede waaier aan
differentiatievaardigheden hanteren en
gevarieerd en doelgericht
inzetten
Soepel omgaan met
differentiatiemaatregelen
(incl. pre-teaching,
tutoring...)
Differentiëren in
instructie en verwerking
in functie van de noden
van de leerlingen
Flexibel ondersteunen
van de klaspraktijk
Vorming bieden over
differentiatievormen ,
aanpassingen ed
Handleidingen maken
in verband met de
specifieke
leertrajecten aan
leerlingen
Tips verzamelen van
collega’s
Moeilijk gedrag begrijpen
in een gegeven context
Nascholingsbeleid van
de school onderzoeken
De eigen
in functie van het
begeleidingsstijl
zorgaanbod, zorgbeleid
aanpassen aan grote
en beter
verschillen in gedrag
klasmanagement
Duidelijk en helder
Nascholingsbeleid
rapporteren en evalueren op helpen uitvoeren
een manier die recht doet
aan het individuele
leertraject van elke leerling
2.3.
Actief op zoek gaan
naar hulpmiddelen
en ondersteuning die
de communicatie- en
interactiemogelijkheden van de
leerling bevorderen
Het belang kennen van
communicatie en interactie
voor de sociale en
cognitieve ontwikkeling
De
communicatiemogelijkheden van de leerlingen
kennen
Geen pestgedrag tolereren
in de klas- of schoolgroep
Werk maken van
verbondenheid in de klas
Waarderen van spontane
Actief op zoek gaan naar
aangepaste
communicatiemiddelen
en –ondersteuning voor
De
communicatiemogelijkheden van de
leerlingen uitbreiden
via een doelgerichte en
consequente aanpak
interacties en open
communicatie tussen
leerlingen
leerlingen met
communicatieve
beperkingen
Bevragen van de ouders en
ondersteuners naar
verbetering van de
communicatiemogelijkheden
Het eigen aandeel
erkennen in het
ontwikkelen van de
communicatievaardigheden van de leerlingen
Actief gevarieerde
sociale contacten en
interacties tussen de
leerlingen en met
bredere netwerken
bevorderen
Specifieke
communicatiemiddelen
kennen
Gebruik maken van een
interactiestijl en beschikbare
middelen die de
communicatie bevorderen
van leerlingen met
communicatieve
beperkingen
2.4.
Een deskundige en
evenwichtige
afstemming bieden
van het
onderwijsaanbod –
incl. de leerlijnen op de specifieke
onderwijsnoden van
de leerlingen,
rekening houdend
met een breed
toekomstperspectief,
maatschappelijke
participatie en alle
leerdomeinen
Bereid zijn het tempo, het
aanbod en de instructie aan
te passen aan de individuele
verwerkingsmogelijkheden
van de leerling met speciale
noden
Verkennen en toetsen van
kleine aanpassingen van het
programma aan de noden
van de leerling
Zich bewust zijn van de
nood aan afstemming van
een geïndividualiseerd
aanbod op het
groepsprogramma, met het
oog op aansluiting bij de
klasgroep
De verschillende niveaus
van planmatig handelen
benoemen en gebruiken
(individueel, groeps- en
schoolniveau)
Vanuit de verschillende
ondersteuningsvragen
doelen selecteren voor
het groepswerkplan
De beschikbare leerlijnen
kritisch benaderen,
aanvullen en wijzigen
Blijvend op zoek gaan
naar maximale
participatiekansen voor
leerlingen met specifieke
onderwijsbehoeften, in
de huidige context en in
de toekomst
Individualiseren en
aanpassen van het
onderwijsaanbod,
rekening houdend met
het kind in zijn context
Leerlijnen aanpassen
voor de individuele
afstemming van het
onderwijsaanbod
Het geïndividualiseerd
aanbod weer afstemmen
op de groepsaanpak met
het oog op maximale
participatie
Leeftijdsadequaat
handelen ten aanzien van
leerlingen met specifieke
onderwijsnoden
Het eigen didactisch
handelen ten aanzien van
de individuele leerling en
de groep creatief en
dynamisch bijsturen
3.
Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de
leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid
Kerncompetenties
3.1.
In de samenwerking
model staan voor een
toekomstgerichte en
emancipatorische
begeleiding
Startniveau
Opkomen voor
kwetsbare leerlingen
Bevragen van
collega’s naar
procedures voor
samenwerking
Herkennen van
problematische
opvoedingssituaties
Openstaan voor
vragen en
bekommernissen van
alle partijen rond
leerlingen met
specifieke
onderwijsnoden
Integratieniveau
Dromen en toekomstplannen
beluisteren die ouders voor
hun kinderen koesteren
Erkennen en waarderen van
het geloof dat ouders tonen in
de mogelijkheden van hun
kind
Een positieve kijk hebben op
de eigen inbreng van ouders
en leerlingen
Expertniveau
Met het team actief naar
hulp zoeken voor
kinderen en gezinnen in
een problematische
opvoedingssituatie
Actief op zoek gaan naar
alle partijen die een rol
kunnen spelen in de
begeleiding op langere
termijn
In het schoolteam
opkomen voor de mening
van de ouders en de
leerling
Op de hoogte zijn van de
maatschappelijke structuren
van achterstelling
De kansen om ouders en
leerlingen weerbaar te maken
tegen achterstelling, zien en
benutten
Een brede kijk hebben op
factoren kennen die tot
problematische
opvoedingssituaties kunnen
leiden
Informatie kennen en ter
beschikking stellen omtrent
schooleigen procedures,
netwerken en
samenwerkingsverbanden
rond het omgaan met
problematische
opvoedingssituaties
3.2 Planmatig werken
aan
ouderbetrokkenheid
en ouderparticipatie
3.3.
Een duurzame en
gelijkwaardige
interactie voeren met
alle betrokken
partijen bij de
begeleiding van
leerlingen met
speciale noden
2
3
Uitbouwen van
informele contacten
met alle ouders
De betrokken partijen
kennen
Begrijpen van de
kwetsbaarheid van
ouders van leerlingen
Ouders betrekken bij de
klaswerking
Diversiteit van de ouders
benutten
Toegankelijk maken van
mondelinge en schriftelijke
informatie
Uitwisselen van ervaringen
onder ouders
(opvoedingsondersteuning)
Doelgericht informele en
formele contacten
onderhouden met alle
betrokken partijen 2
Op betrokken en actieve
wijze de leerling, de
ouders en het team
bevragen met betrekking
tot een wenselijke en
mogelijke aanpak
De principes van open
communicatie kennen3
Communicatievaardigheden
bezitten die een constructieve
samenwerking ondersteunen
Zou naar startniveau moeten maar is voor jonge mensen niet evident
Idem
met speciale noden
en hun nood aan
overleg
Met alle betrokken partijen
een voortdurende dialoog
aangaan rond de
handelingsplanning en de
dagelijkse begeleiding van de
leerlingen
De principes van open
communicatie toepassen bij
de meeste oudercontacten en
contacten met andere partijen
3.4.
Constructief
samenwerken met het
begeleidingsteam of
met meerdere
begeleidingsteams
Zich informeren over
betekenisvolle
relaties voor de
leerling
Initiatief nemen in de
samenwerking met ouders
van leerlingen met speciale
noden
Bereid zijn tot
langdurige
samenwerking
Een netwerk van
betrokken partijen
opzoeken, uitnodigen of
samenstellen, rekening
houdend met
betekenisvolle relaties
voor de leerling
Zich informeren over
de rol van
paramedici,
vakcollega’s,
ondersteuners en
andere professionelen
in de begeleiding van
leerlingen met
speciale noden
Erkennen van ieders rol en
bijdrage in het team
Het gelijkgericht denken in
een groep die handelt vanuit
verschillende
referentiekaders bevorderen
Leerlingen, ouders en familie
ruimte en tijd geven om
constructief om te gaan met
aanvaarding en verwerking
van de functiebeperking
Planmatig samenwerken aan
een duurzame interactie met
de buurt en de
schoolomgeving
In oudercontacten de
behoeften van ouders en
omgeving achterhalen en
integreren in de aanpak
Actief streven naar een
transdisciplinaire aanpak
in de samenwerking
Oog hebben voor de
aanvaardings- en
verwerkingsprocessen bij
leerlingen, ouders en familie
De inbreng van de
teamleden (paramedici,
vakcollega’s,
ondersteuners en anderen)
beluisteren en integreren
in de afspraken en aanpak
Een gesprek en een groep
leiden bij overleg
(klassenraden,
multidisciplinair overleg,
informele contacten)
4.
Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de
implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau
Kerncompetenties
Startniveau
4.1.
Ruime
De onderwijspraktijk
coachingsvaardigheden observeren in
Integratieniveau
Expertniveau
De kenmerken erkennen van
een eigen schoolcultuur
Conflicthantering bij
verschillende meningen
ontwikkelen en
collegiale
ondersteuning bieden
meerdere scholen
Informatieve vragen
stellen over de
onderwijspraktijk en
–ervaringen van
anderen
Zelf openstaan
voor en
aanvaarden van
collegiale
ondersteuning
De expertise van
anderen erkennen
Delen van
ervaringen uit de
eigen
onderwijspraktijk
De expertise van anderen
integreren in het eigen
functioneren
Kennis hebben van meerdere
referentiekaders rond de
begeleiding van leerlingen met
specifieke onderwijsbehoeften
Aansluiten bij de opvattingen,
ervaringen, kennis en
vaardigheden van de betrokken
scholen, leerkrachten en andere
partijen
Zicht hebben op de krachten en
weerstanden bij
veranderingsprocessen in een
schoolteam
Eigen expertise effectief
inzetten en delen met collega’s
en teamleden
4.2.
Beleidsondersteuning
bieden met betrekking
tot
onderwijsvernieuwing,
projecten en
schoolvisie
Een ondersteunende
rol opnemen in
schoolprojecten die
onderwijsvernieuwing
en visie-ontwikkeling
nastreven
van de diverse
betrokkenen
Bewust en kritisch kijken
naar het eigen
referentiekader omtrent
de begeleiding van
leerlingen met speciale
noden
In overleg zinvolle taken
afspreken voor de leerling
Gepast inspelen op
krachten en
weerstanden bij
veranderingsprocessen
in meerdere
schoolteams
Initiatieven nemen in het
vormgeven van aangepaste
leerlijnen voor
groepswerkplanning in het team
Een constructieve
bijdrage leveren in het
vormgeven van
schooleigen leerlijnen
Deelnemen aan werkgroepen
die de visie van de school
bevragen en bijsturen
Een nascholingsplan
vanuit de noden van het
schoolteam uitstippelen
Initiatieven nemen in
onderwijsvernieuwingsprojecten
op school ten aanzien van
leerlingen met speciale noden
of diversiteit
In het team een
wezenlijke bijdrage
leveren tot het tot
standkomen, bijsturen
en actualiseren van het
schoolwerkplan
Een constructieve bijdrage
leveren in het (her)formuleren
van schoolvisie en
onderwijsvernieuwingsprojecten
Met collega’s in team
werken aan een
schoolklimaat waarin
verdraagzaamheid,
communicatie,
conflicthantering,
openheid en respect tav
diversiteit belangrijke
waarden zijn
5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans
ervaringen en uit meerdere bronnen
Kerncompetenties
5.1.
Bereid zijn zich
voortdurend te
informeren en bij te
scholen met betrekking
tot de begeleiding van
leerlingen met specifieke
onderwijsnoden
5.2.
Bevragen, overleggen en
voortdurend bijsturen
van het eigen handelen
Startniveau
Integratieniveau
Expertniveau
Zich aangesproken en
betrokken voelen wanneer
informatie over leerlingen met
speciale noden, hun onderwijs,
begeleiding en
maatschappelijke positie in de
actualiteit is
Actief op zoek gaan
naar actuele
informatie over
leerlingen met
specifieke
onderwijsnoden via
literatuur en
bijscholing
Zich actief inzetten
om de kennis over
leerlingen met
specifieke
onderwijsnoden te
verspreiden door
deelname aan
werkgroepen e.d.
De noodzaak erkennen van
open communicatie rond het
eigen handelen als middel tot
leren in de praktijk
Voortdurend
bevragen van het
eigen handelen t.a.v.
leerlingen met
speciale noden via
mentoring en
intervisie
Bewust en kritisch
kijken naar de eigen
begeleidingsstijl
Zich bewust zijn van zijn
handelingsverlegenheid t.a.v.
leerlingen bij wie het
toekomstperspectief bedreigd is
Geloven in het eigen aandeel in
de ontwikkeling van leerlingen
met speciale noden
Het eigen aandeel zien
in het tot standkomen
van moeilijk of positief
gedrag van de
leerlingen
Handelen in
voortdurend overleg,
open voor tips en
kritische bemerkingen
van andere partijen
Het eigen handelen
bijsturen vanuit een
reflectie over het
eigen aandeel in het
gedrag van leerlingen
Competentiematrix zorg/ICO
1.Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden
Kerncompetenties
1.1.
Een
positieve
grondhouding
bezitten met
betrekking tot de
mogelijkheden en
toekomstkansen
van de leerlingen
Startniveau
Integratieniveau
Op zoek gaan naar kennis
Geloof tonen in
en advies omtrent de
ontwikkelingskansen van
ontwikkelingsmogelijkheden iedere leerling
van kwetsbare leerlingen
Het recht op communicatie
en sociaal contact erkennen
als fundamentele behoefte
en als voorwaarde tot leren
Verdedigen van het recht
op persoonlijke
ontwikkeling en de
ontplooiingskansen van
ieder kind
Expertniveau
Getuigen van een doordacht en
volgehouden engagement t.a.v.
elke leerling in alle
omstandigheden
Zich actief inzetten tegen
elke vorm van achterstelling
van elke leerling
Actief op zoek gaan naar
ontwikkelingskansen via
observatie, interactie en
via gebruik van
beschikbare hulpmiddelen
1.2.
Gegevens
verzamelen,
selecteren en
ethisch correct
hanteren als basis
voor een goede
beeldvorming van
de leerling en
herkenning van zijn
noden
Signalen zien van
problemen bij leerlingen
Herkennen van signalen
van
leer-, gedrags- of
ontwikkelingsproblemen bij
de leerling
Beluisteren van het beeld
dat CLB, collega’s en
ouders geven van een
leerling met speciale noden
Bevragen van collega’s
omtrent diagnostische
gegevens, schoolloopbaan
en andere relevante
informatie betreffende de
leerlingen
Benoemen van signalen
van
leer-, gedrags- of
ontwikkelingskansen en problemen bij de leerling
De observaties correct
interpreteren vanuit meerdere
referentiekaders in overleg met
het team
Leerlingen kritisch en
gedetailleerd observeren
over een langere periode
Herkennen en benoemen
van kansen en problemen
in de brede context
Actief op zoek gaan naar
informatie om zich een
totaalbeeld te kunnen vormen
van een leerling met een
specifieke
ondersteuningsvraag
Zich bewust zijn van de
vereiste om deontologisch
om te gaan met gegevens
van leerlingen
Kennis bezitten van
handelingsgerichte
diagnostiek, diagnostische
instrumenten en hun
toepassingen
In alle omstandigheden
deontologisch correct
omgaan met de
gegevens van
individuele leerlingen en
hun omgeving
Gebruik maken van
diagnostische gegevens,
observaties en informatie uit
de brede context
(schoolloopbaan, gezin, ruime
omgeving)
Gebruik maken van kennis
van specifieke
ondersteuningsvragen en
maatschappelijke
achterstellingmechanismen
Een uitgebreide en
geïntegreerde beeldvorming
van de leerling weergeven
op basis van observaties in
de dagelijkse schoolcontext
en nieuwe informatie uit de
omgeving
als duiding en als
achtergrondinformatie
Selecteren van de meest
relevante gegevens als basis
voor een voorlopige
beeldvorming van de leerling
Rapporteren van relevante
gegevens die kunnen
bijdragen in de
beeldvorming
In overleg hypothesen
kunnen formuleren
omtrent de oorzaken en de
aard van grote leer-,
gedrags- of
ontwikkelingsverschillen
bij individuele leerlingen,
rekening houdend met alle
beschikbare gegevens
De verschillende mogelijke
ondersteuningsvragen afleiden
en beoordelen vanuit
verschillende referentiekaders
De ondersteuningsvraag
steeds verder verfijnen,
rekening houdend met het
kind in zijn context, incl.
beperkende en
beschermende factoren
Ondersteuningsvragen
kunnen afleiden uit de
beeldvorming.
1.3.
Individuele doelen
formuleren en
gebruiken als basis
voor de planning,
uitvoering en
opvolging van de
begeleiding en het
onderwijs van de
leerling met
speciale noden
Bereid zijn doelen aan te
passen aan de individuele
noden van leerlingen
De nood erkennen aan
systematische begeleiding
van individuele leerlingen
Op zoek gaan naar
voorschriften en tips
omtrent de aanpak van
leerlingen met speciale
noden
In overleg en op basis van
een ondersteuningsvraag
relevante doelen
selecteren, uit ondermeer
de “eindtermen” en de
ontwikkelingsdoelen,
rekening houdend met een
breed toekomstperspectief
van de leerling en met de
gegeven context
Bereid zijn tot intensieve en In overleg prioritaire
individueel aangepaste
doelen koppelen aan de
evaluatie van leerlingen
ondersteuningsvraag, op
individueel niveau, gelinkt
aan de doelen op
groepsniveau
Op basis van de verschillende
mogelijke
ondersteuningsvragen en vanuit
de verschillende
referentiekaders relevante
doelen selecteren uit ondermeer
de eindtermen en de
ontwikkelingsdoelen rekening
houdend met een breed
toekomstperspectief van de
leerling en met de gegeven
context
Vanuit de geselecteerde
doelen, prioritaire doelen
koppelen aan de
ondersteuningsvraag, op
schoolniveau
Steeds creatief op zoek gaan
naar nieuwe stappen in de
ontwikkeling die de
toekomstkansen zinvol
verruimen
Het ondersteuningsplan
dynamisch en creatief bijsturen
1.4.
Coördineren van
het planmatig
handelen ten
aanzien van
leerlingen met
specifieke
onderwijsbehoeften
Zich verantwoordelijk
voelen voor een
systematische opvolging
van leerlingen met
speciale noden
De betrokken partijen
aanspreken en uitnodigen
voor overleg
De verschillende fasen uit het
proces van
handelingsplanning kennen en
hanteren met een
voortdurende bijsturing en
verfijning van elk van de
stappen (beeldvorming,
hulpvragen, prioritaire doelen
bepalen, strategie bepalen,
uitvoering en evaluatie)
Heldere en inzichtelijke
afspraken maken met
meerdere partijen die
betrokken zijn bij de
opvolging van de leerling
Erop toezien dat de
zorgafspraken die rond een
leerling gemaakt werden in het
team worden nageleefd binnen
een redelijke termijn
Met het oog op een lange
termijn planning de
verschillende fasen in de
handelingsplanning evalueren
en bijsturen
Op klassenraden en bij
informeel overleg een correcte
en gepaste formulering
weergeven van de specifieke
onderwijsnoden, de
mogelijkheden en beperkingen
van de leerlingen en de
afspraken rond de aanpak en
de opvolging hiervan
De voorbereiding van een
leerlingbespreking op zich
nemen
De functie van voorzitter
opnemen in een vergadering of
overleg
Het planmatig werken
verantwoorden in een dossier,
dat de beeldvorming, de
hulpvragen, de doelen, de
aanpak en de opvolging
weergeeft
Toezien op de coherentie en
continuïteit van de
handelingsplanning
Het verslag van een
leerlingbespreking schrijven
2.Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening
houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen
Kerncompetenties
2.1.
Waarderen van de
diversiteit in de
klasgroep, als
uitdaging voor het
zoeken naar
aanpassingen en als
meerwaarde voor
het leerproces van
iedere leerling
Startniveau
Iedere individuele leerling
in de groep erkennen en
betrekken bij de
activiteiten
Spontaan in interactie
gaan met alle leerlingen,
hoe verschillend zij ook
zijn
Kennis hebben van
volgsystemen
Objectief observeren in
verschillende situaties en
op verschillende
ontwikkelingsdomeinen
2.3.
Differentiëren van
het aanbod en de
aanpak, op basis van
de leer-, gedrags- en
ontwikkelingsverschillen in de groep
Een leerbevorderende,
responsieve onderwijs- en
begeleidingsstijl hanteren
t.a.v. individuele leerlingen
Op zoek gaan naar het
kind achter het ‘label’
Het recht erkennen op
individualisering van de
aanpak bij leer-, gedragsen
ontwikkelingsverschillen in
de klasgroep
2.2.
Diversiteit breed
observeren en in kaart
brengen
Integratieniveau
Herkennen van grote
verschillen tussen
kinderen
Expertniveau
Model staan voor
onderwijs- en
begeleidingsstijlen, die
de diversiteit van
leerlingen benutten, bv
co-teaching
De groepsdynamiek
gebruiken en versterken
als leerbevorderende
factor voor alle
leerlingen
Coöperatief leren gevarieerd
en doelgericht inzetten als
middel tot interactie en
samenwerking
Analyseren van objectief
verzamelde gegevens in
verschillende situaties en op
verschillende
ontwikkelingsdomeinen
Anticiperen op wijzingen in
de diversiteit van het
schoolpubliek
Hanteren van
observatiemethoden in de
schoolcontext
Lezen van de
ondersteuningsvragen
als indicaties voor
aanpassingen van het
klasaanbod
Zich bewust zijn van de
nood aan aanpassingen bij
grote verschillen tussen
Een brede waaier aan
leerlingen
differentiatievaardigheden hanteren en
Lezen van de
gevarieerd inzetten
ondersteuningsvragen
als indicaties voor
Soepel omgaan met
aanpassingen van het
differentiatiemaatregelen
klasaanbod
(incl. pre-teaching,
tutoring...)
Differentiatiemaatregelen
tav de individuele
Differentiëren in
leerlingen hanteren
instructie en verwerking
in functie van de noden
van de leerlingen
In functie van leer-,
gedrags- en
ontwikkelingsverschillen
een schoolvisie
uitbouwen en bijsturen
Moeilijk gedrag van een
groep begrijpen in een
gegeven context
De eigen
begeleidingsstijl
aanpassen aan grote
verschillen in gedrag
2.4.
Het ontwerpen van
een krachtige
Het belang kennen van
communicatie en
De
communicatiemogelijk-
De
communicatiemogelijk-
Kerncompetenties
leeromgeving om de
taalvaardigheid,
communicatie- en
interactiemogelijkheden van de
leerling te
bevorderen
Startniveau
Integratieniveau
interactie voor de sociale
heden van de leerlingen
en cognitieve ontwikkeling kennen
Geen pestgedrag tolereren Actief op zoek gaan naar
in de klas- of schoolgroep aangepaste
communicatiemiddelen
en –ondersteuning voor
Werk maken van
leerlingen met
verbondenheid in de klas
communicatieve
beperkingen
Waarderen van spontane
interacties en open
Het eigen aandeel
communicatie tussen
erkennen in het
leerlingen
ontwikkelen van de
communicatievaardigBevragen van de ouders
heden van de leerlingen
en ondersteuners naar
verbetering van de
Actief gevarieerde
communicatiemogelijkhe- sociale contacten en
den
interacties tussen de
leerlingen en met
bredere netwerken
bevorderen
Expertniveau
heden van de leerlingen
uitbreiden via een
doelgerichte en
consequente aanpak
Specifieke
communicatiemiddelen
kennen
Gebruik maken van een
interactiestijl en beschikbare
middelen die de
communicatie en
taalvaardigheid bevorderen
van leerlingen met
beperkingen op vlak van
communicatie en / of
taalvaardigheid
2.5.
Een deskundige en
evenwichtige
afstemming bieden
van het
onderwijsaanbod –
incl. de leerlijnen op de specifieke
onderwijsnoden van
de leerlingen,
rekening houdend
met een breed
toekomstperspectief,
maatschappelijke
participatie en alle
leerdomeinen
Bereid zijn het tempo, het
aanbod en de instructie
aan te passen aan de
individuele
verwerkingsmogelijkheden
van de leerling met
speciale noden
Verkennen en toetsen van
kleine aanpassingen van
het programma aan de
noden van de leerling
Zich bewust zijn van de
nood aan afstemming van
een geïndividualiseerd
aanbod op het
groepsprogramma, met
het oog op aansluiting bij
de klasgroep
De verschillende niveaus
van planmatig handelen
benoemen en gebruiken
(groepsniveau)
De verschillende niveaus
van planmatig handelen
benoemen en gebruiken op
schoolniveau
Vanuit de verschillende
ondersteuningsvragen
doelen selecteren voor
het groepswerkplan
Vanuit de verschillende
ondersteuningsvragen
doelen selecteren voor
het schoolwerkplan
Aanbieden van leerinhouden
die recht doen aan
diversiteit in de
maatschappij
Op zoek gaan naar
authentieke en realistische
leercontexten, zoals de
brede school
Individualiseren en
aanpassen van het
onderwijsaanbod,
rekening houdend met
het kind in zijn context
Leerlijnen aanpassen
De beschikbare
leerlijnen kritisch
benaderen, aanvullen en
wijzigen op
schoolniveau
Het eigen didactisch
handelen ten aanzien
van de individuele
leerling en de groep
creatief en dynamisch
bijsturen
Blijvend op zoek gaan
naar maximale
participatiekansen voor
leerlingen met
specifieke
onderwijsbehoeften, in
de huidige context en in
Kerncompetenties
Startniveau
Integratieniveau
voor de individuele
afstemming van het
onderwijsaanbod
Het geïndividualiseerd
aanbod weer afstemmen
op de groepsaanpak met
het oog op maximale
participatie
Leeftijdsadequaat
handelen ten aanzien van
leerlingen met specifieke
onderwijsnoden
Expertniveau
de toekomst
3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de
leerling met
specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid
Kerncompetenties
3.1.
In de samenwerking
model staan voor een
realistische en
emancipatorische
begeleiding
Startniveau
Opkomen voor kwetsbare
leerlingen
Bevragen van collega’s
naar procedures voor
samenwerking
Herkennen van
problematische
opvoedingssituaties
Openstaan voor vragen en
bekommernissen van alle
partijen rond leerlingen
met specifieke
onderwijsnoden
Een brede kijk hebben op
factoren die tot
problematische
opvoedingssituaties
kunnen leiden
3.2
Planmatig werken aan
ouderbetrokkenheid en
ouderparticipatie
Integratieniveau
Dromen en
toekomstplannen
beluisteren die ouders voor
hun kinderen koesteren
Expertniveau
Actief op zoek gaan naar
alle partijen die een rol
kunnen spelen in de
begeleiding op langere
termijn
Erkennen en waarderen van
het geloof dat ouders tonen
in de mogelijkheden van
hun kind
Een positieve kijk hebben
op de eigen inbreng van
ouders en leerlingen
In het schoolteam opkomen
voor de mening van de ouders
en de leerling
De kansen om ouders en
leerlingen weerbaar te maken
tegen achterstelling, zien en
benutten
Op de hoogte zijn van de
maatschappelijke
structuren van
achterstelling
Informatie kennen en ter
beschikking stellen omtrent
schooleigen procedures,
netwerken en andere
vormen van ondersteuning
(In)formele contacten met
alle ouders kunnen
aangaan.
Moeilijk bereikbare ouders
betrekken bij de klaswerking
Diversiteit van de ouders
benutten
Toegankelijk maken van
mondelinge en schriftelijke
informatie voor alle ouders
Schoolvisie uitbouwen mbt
ouderparticipatie en
ouderbetrokkenheid
Uitwisselen van ervaringen
onder ouders
(opvoedingsondersteuning)
3.3
Planmatig samenwerken
aan een duurzame
interactie met de buurt
en de school-omgeving
Bewust zijn van de risicoen beschermende factoren
van de betrokken partijen
Doelgericht informele en
formele contacten
onderhouden met de
betrokken partijen
De principes van open
communicatie kennen
Communicatievaardigheden
bezitten die een constructieve
samenwerking ondersteunen
Op betrokken en actieve
wijze de leerling, de ouders
en het team bevragen met
betrekking tot een
wenselijke en mogelijke
aanpak
Schoolvisie uitbouwen op
het planmatig en duurzaam
samenwerken met de buurt
en de schoolomgeving
Kerncompetenties
Startniveau
Integratieniveau
Expertniveau
Met de betrokken partijen
een voortdurende dialoog
aangaan rond de
handelingsplanning en de
dagelijkse begeleiding van
de leerlingen
De principes van open
communicatie toepassen bij de
meeste oudercontacten en
contacten met andere partijen
3.4
Constructief
samenwerken met het
hulpverleningsnetwerk
(welzijn, gezondheid..)
Zich informeren over
betekenisvolle relaties
voor de leerling
Initiatief nemen in de
samenwerking met ouders van
leerlingen met speciale noden
Bereid zijn tot langdurige
samenwerking
Een netwerk van betrokken
partijen opzoeken,
uitnodigen of samenstellen,
rekening houdend met
betekenisvolle relaties voor
de leerling
Zich informeren over de
rol van paramedici,
vakcollega’s,
ondersteuners en andere
professionelen in de
begeleiding van leerlingen
met speciale noden
Oog hebben voor de
aanvaardings- en
verwerkingsprocessen
bij leerlingen, ouders en
familie
In oudercontacten de
behoeften van ouders en
omgeving achterhalen en
integreren in de aanpak
De inbreng van de
teamleden (paramedici,
vakcollega’s, ondersteuners
en anderen) beluisteren en
integreren in de afspraken
en aanpak
Erkennen van ieders rol en
bijdrage in het team
Het gelijkgericht denken in
een groep die handelt
vanuit verschillende
referentiekaders
bevorderen
Actief streven naar een
transdisciplinaire
aanpak in de
samenwerking
Ondersteuning bieden aan
leerlingen, ouders en
familie in hun aanvaardingen verwerkingsproces
Een gesprek en een groep
leiden bij overleg
(klassenraden,
multidisciplinair overleg,
informele contacten)
4.
Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de
implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau
Kerncompetenties
4.1.
Ruime
coachingsvaardigheden
ontwikkelen en
collegiale
ondersteuning bieden
Startniveau
Integratieniveau
Expertniveau
De expertise van
anderen
(h)erkennen
Draaischijf zijn in de
uitwisseling van expertise
tussen collega’s
Met collega’s in team
werken aan een
schoolklimaat waarin
verdraagzaamheid,
communicatie,
conflicthantering,
openheid en respect tav
diversiteit belangrijke
waarden zijn
Informatieve vragen
stellen over de
onderwijspraktijk en
–ervaringen van
anderen
Delen van
ervaringen uit de
eigen
onderwijspraktijk
De onderwijspraktijk
observeren in
meerdere scholen
Kennis hebben van meerdere
referentiekaders rond coaching
Aansluiten bij de opvattingen,
ervaringen, kennis en
vaardigheden van de betrokken
scholen, leerkrachten en andere
partijen
Bewust en kritisch
kijken naar het eigen
referentiekader
omtrent coaching
Zicht hebben op de krachten en
weerstanden bij
veranderingsprocessen in een
schoolteam
Gepast inspelen op
krachten en
weerstanden bij
veranderingsprocessen
in meerdere
schoolteams
Stimuleren van reflectieve
vaardigheden bij collega’s
4.2.
Beleidsondersteuning
bieden met betrekking
tot
onderwijsvernieuwing,
projecten en
schoolvisie
Een ondersteunende
rol opnemen in
schoolprojecten die
onderwijsvernieuwing
en visie-ontwikkeling
nastreven
Bestaan en belang
van een
schoolcultuur
onderkennen
Een constructieve bijdrage
leveren in het (her)formuleren
van schoolvisie en
onderwijsvernieuwingsprojecten
Een constructieve
bijdrage leveren in het
vormgeven van
schooleigen leerlijnen
Deelnemen aan werkgroepen die de
visie van de school bevragen en
bijsturen
Uitbouwen en
coördineren van
werkgroepen
De kenmerken duiden van een eigen Een nascholingsplan
schoolcultuur
vanuit de noden van
het schoolteam
uitstippelen
Initiatieven nemen in het
vormgeven van aangepaste
leerlijnen in het team
In het team een
wezenlijke bijdrage
leveren tot het tot
standkomen, bijsturen
Initiatieven nemen in
en actualiseren van
onderwijsvernieuwingsprojecten het schoolwerkplan
op school ten aanzien van
leerzorg
5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans
ervaringen en uit meerdere bronnen
Kerncompetenties
Startniveau
Integratieniveau
Expertniveau
5.1
Bereid zijn zich
voortdurend te
informeren en bij te
scholen( mbt
zorgbreed werken op
leerling-, klas- en
schoolniveau)
Zich aangesproken en
betrokken voelen wanneer
informatie over zorgbreed
werken op leerling-, klasof schoolniveau in de
actualiteit is
Actief op zoek gaan naar
actuele informatie over
zorgbreed werken op
leerling-, klas- of
schoolniveau via literatuur
en bijscholing
Zich actief inzetten
om de kennis over
zorgbreed werken op
leerling-, klas- of
schoolniveau te
verspreiden door
deelname aan
werkgroepen e.d.
De noodzaak erkennen van
open communicatie rond
het eigen handelen als
middel tot leren in de
praktijk
Vanuit introspectie over eigen
biografie, referentiekader en
normen zich inleven en
respect tonen voor anderen
Bewust en kritisch
kijken naar de eigen
begeleidingsstijl
5.2
Bevragen, overleggen
en voortdurend
bijsturen van het
eigen handelen
Zich bewust zijn van zijn
handelingsverlegenheid
t.a.v. specifieke zorgnoden
op leerling-, klas- en
schoolniveau
Geloven in het eigen
aandeel in de ontwikkeling
van het zorgbrede werk op
leerling-, klas- en
schoolniveau
De eigen maatschappelijke
verantwoordelijkheid t.a.v.
specifieke zorgnoden op
leerling-, klas- en
schoolniveau zien
Voortdurend bevragen van het
eigen handelen t.a.v. alle
leerlingen via mentoring en
intervisie
Het eigen aandeel zien in het
tot stand komen van moeilijk
of positief gedrag van de
leerlingen
Open staan voor en
aanvaarden van collegiale
ondersteuning
Handelen in voortdurend
overleg, open voor tips en
kritische bemerkingen van
andere partijen
De expertise van anderen
integreren in het eigen
functioneren
Handelen vanuit een
maatschappijgericht
verantwoordelijkheidsgevoel
t.a.v. specifieke zorgnoden op
leerling-, klas- en
schoolniveau
Het eigen handelen
bijsturen vanuit een
reflectie over het
eigen aandeel in het
gedrag van
leerlingen en
teamgenoten