Vak van leraar is moeilijker geworden

12 maart 2015 , pag. 30
INTERVIEW WIM VAN DE GRIFT
Leraar zijn is hard werken. Beginnende leraren stoppen er soms snel mee.
Steeds meer moeten ze les op maat geven en dat is het moeilijkste dat er is,
zegt lerarenopleider Wim van de Grift van de Rijksuniversiteit Groningen.
‘Vak van leraar is moeilijker geworden’
Gea Meulema
zich drie slagen in de rondte werken
om dat voor elkaar te krijgen. Het is
heel anders lesgeven dan jaren geleden toen je op het vwo alleen slimme vwo’ers had.’’
Als leraren leerlingen niet op het
juiste niveau weten te krijgen, blijven jongeren zitten of zakken ze.
Dan krijgt de school met de Inspectie
te maken. Die vindt dat een school
die leerlingen op de havo plaatst ze
ook op dat niveau moet krijgen.
,,Lukt dat niet dan krijgen leraren op
hun kop, terwijl ze misschien toch
een aantal vmbo-leerlingen op havoniveau afleveren en het goed doen.’’
Van de Grift vindt het een troost
dat de meeste leraren in het onderwijs blijven werken, omdat ze lesgeven ‘het mooiste vinden dat er is’.
,,Ze zien leerlingen op school binnen
komen en zien hun ontwikkeling. Ze
zien dat het kwartje valt bij een leerling en ze merken dat hij groeit. Daar
hebben zij een bijdrage aan geleverd
en daar zijn ze terecht trots op.’’
N
oordelijke havo- en vwoscholen die nauwelijks
nog leraren kunnen vinden. Wim van de Grift (63)
directeur van de lerarenopleiding
van de Rijksuniversiteit Groningen
kan het zich bijna niet voorstellen.
,,Voor wis- en natuurkunde en Duits
is het inderdaad zo, maar voor de
meeste andere eerstegraads vakken
moet het gaan.’’
Hij heeft een papiertje met het
huidig aantal studenten voor zich op
tafel liggen. Voor het vak Nederlands
zijn 18 leraren in opleiding om les te
geven aan de bovenbouw van havo/
vwo. Voor Duits 6, scheikunde 6 en
Engels 14. Een deel van deze studenten stopt voortijdig met de opleiding, omdat het toch niet iets voor
ze is. ,,Als ze niks met pubers hebben, of het werk valt ze tegen is het
goed dat ze stoppen. Het selecteert
zichzelf uit.’’ Zo’n driekwart van zijn
studenten studeert af als leraar,
schat Van de Grift. Ze komen meestal
op een van de 73 havo- of vwo-locaties in het Groningen, Friesland of
Drenthe terecht.
Van de beginnend docenten stopt
een kwart binnen vijf jaar met hun
baan. Een deel bezwijkt al snel onder
de hoge werkdruk, meldt het ministerie van Onderwijs. Scholen moeten jonge docenten niet in het diepe
gooien en hen juist intensief begeleiden. Hoogleraar Van de Grift nuanceert de cijfers. ,,Wij hebben ruim
driehonderd beginners onderzocht.
Van de 25 procent stoppers verlaat 13
procent het beroep, de anderen gaan
naar een andere school. Deze ‘hoppers’ zijn dus niet voor het onderwijs verloren.’’
¬ Leraren moeten steeds vaker lessen op maat geven.
‘Er zitten meer
vmbo’ers op de
havo en meer
havo’ers op vwo’
Voor de klas staan is hard werken.
,,Ga maar na: twintig lessen per week
keer 25 kinderen. Elk uur moet je je
geven, elke leerling bij de les houden
en je moet de hele dag op je qui-vive
zijn. Kun je geen orde houden of be-
Foto ANP/Koen Suyk
heers je je vak niet, dan kom je doodmoe thuis en bestaat de kans dat je
het voor gezien houdt. Heb je na vijf
lessen nog puf om wat anders te
doen, dan sta je heel anders in je
vak.’’
De reden te stoppen met het vak is
in ieder geval niet het salaris, zegt
hij. ,,Iemand die na zijn afstuderen
op de universiteit gaat werken, komt
in schaal 10 en als hij promoveert in
schaal 11. Als eerstegraads leraar
kom je, als je in de havo/vwo-bovenbouw werkt, vrij snel in schaal 12. Het
verdient best goed.’’ Punt is alleen
dat een leraar minder snel doorgroeit. Na schaal 12 is er niet veel
meer. ,,In het onderwijs heb je minder carrièremogelijkheden dan elders.’’
Het vak van leraar is de afgelopen
jaren moeilijker geworden, zegt hij.
Er zijn meer kinderen met gezinsen/of persoonlijke problemen.
,,Daarnaast is het aantal havo- en
vwo-leerlingen gegroeid. Dat komt
doordat er meer vmbo-leerlingen op
de havo zitten en meer havo’ers op
het vwo. Leraren moeten daardoor
meer lessen op maat geven. Dat is
het moeilijkste dat er is. Ze moeten ’s
avonds nadenken over hoe ze die
ene leerling er bij kunnen trekken.
Dat kost tijd en energie. Ze moeten
¬ Van de Grift