Leidraad voor het opstellen van een projectplan voor de subsidieaanvraag Lokaal Economisch Fonds (LEF) Uw aanvraag wordt in behandeling genomen als het projectplan minimaal voldoet aan de hieronder genoemde onderdelen. 1. Activiteitenplan Hierin beschrijft u: De activiteiten waarmee het werkgelegenheidseffect gerealiseerd moet worden en beargumenteert u hoe de activiteiten leiden tot een structureel werkgelegenheidseffect. Hoe de activiteiten passen binnen de speerpunten van de Economische Agenda Utrecht 20122018. 2. Omschrijving werkgelegenheidseffect (resultaat) Hierin geeft u aan: Het beoogde werkgelegenheidseffect moet kwantitatief worden weergegeven in nieuwe structurele banen (in Fte’s) en/of stageplekken en/of leerwerkbanen, waarbij wordt beargumenteerd waarom deze schatting reëel is. Van de te realiseren banen moet worden aangegeven (in Fte’s) welke geschikt zijn voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Of de te realiseren banen, stage- en of leerwerkplekken worden gerealiseerd binnen de Utrechtse gemeentegrenzen. 3. Planning Hierin geeft u aan: Wanneer welke activiteiten worden verricht en wanneer welke resultaat wordt bereikt. Houdt u er rekening mee dat de activiteiten uiterlijk in 2020 moeten zijn afgerond. Vanuit de planning moet duidelijk worden wanneer de activiteiten ( zoals genoemd in punt1) worden uitgevoerd en wanneer de resultaten (zoals genoemd in punt 2) worden behaald. U geeft duidelijk aan wanneer de activiteiten beginnen en eindigen. Hiermee wordt ook duidelijk wanneer het project beëindigd wordt. 4. Begroting Hierin neemt u op: De totale projectenkosten die samenhangen met het beoogde werkgelegenheidseffect weergegeven per activiteit. Op welke wijze de kosten worden gefinancierd. De bijdrage van co-financiers en de wijze waarop de bijdrage wordt ingebracht. Uit de begroting moet duidelijk worden op welke manier de activiteiten (zoals genoemd onder punt 1) gefinancierd worden. U geeft de kosten per activiteit aan en op welke wijze alle activiteiten gefinancierd worden. 5. Risicoparagraaf Hierin beschrijft u welke factoren van invloed kunnen zijn op het realiseren van het beoogde werkgelegenheidseffect. Hierbij dient u onderscheid te maken tussen: Interne c.q. externe effecten, en; Beïnvloedbare en niet beïnvloedbare effecten. Bij ieder van de geïnventariseerde risico’s dient een beheersmaatregel te worden opgenomen. De gemeente Utrecht gebruikt de risicoanalyse om et beoordelen of u een realistisch beeld heeft van de omstandigheden waarin de gesubsidieerde activiteit wordt ondernomen en uw beïnvloedingsruimte. U geeft ook aan of voor de uit te voeren activiteiten nog specifieke vergunningen worden aangevraagd en op welke wijze hier nog risico’s aan zijn verbonden. 6. Paragraaf noodzaak subsidie In deze paragraaf omschrijft u de noodzaak van de subsidie. Hieruit moet duidelijk blijken dat de subsidie niet redelijkerwijs kan voortvloeien uit normale bedrijfsinvesteringen c.q. normale bedrijfsvoering (zoals gebruikelijk in de sector zijn). De te subsidiëren activiteiten moeten dus een extra stap zijn en een onrendabele top veroorzaken. 7. Schriftelijke intentieverklaring cofinanciering Schriftelijke intentieverklaring van de co-financiers (niet zijnde gemeente Utrecht).
© Copyright 2024 ExpyDoc