Cor Jaring en Hans Wöhlken fotografeerden samen

Cor Jaring en Hans Wöhlken fotografeerden samen
Tijdens het archiefonderzoek ter voorbereiding van de tentoonstelling Cor Jaring Fotograaf, waarin
het roemruchte decennium 1965­1975 centraal staat, kwam een aantal tegenstrijdigheden aan het
licht. Zo kwam conservator Anneke van Veen tot de ontdekking dat niet alle beelden door Cor Jaring
zijn gemaakt. Hoe ging dat in zijn werk?
Het archief van Cor Jaring bevat beelden die iconisch zijn geworden voor de roerige jaren 60 waarin een
groep oproerkraaiers het nog gezapige Nederland wakker schudde. Na overdracht van dit archief aan het
Stadsarchief Amsterdam zijn de negatieven en dia's geïnventariseerd en gedigitaliseerd, waarna Van Veen
ze één voor één onder de loep nam. Daarbij bleek dat één negatiefvel soms meerdere gebeurtenissen
toonde, zelfs van verschillende data. Een nauwkeurige beeldanalyse was daarom noodzakelijk. Het viel op
dat Jaring zelf regelmatig te zien is op de foto’s in zijn eigen archief. Daarna kwamen ook andere
tegenstrijdigheden aan het licht.
In eerste instantie viel het niet op, twee vergelijkbare beelden op hetzelfde negatiefvel, zoals bij de
arrestaties van Hans Metz of Anthon Beeke. Pas bij een nadere beschouwing kwam Van Veen tot de
ontdekking dat ze vanuit twee verschillende standpunten op vrijwel hetzelfde moment waren gemaakt.
Zou het kunnen dat Cor Jaring snel van links naar rechts was gelopen? Onwaarschijnlijk. Zo'n arrestatie
gaat razend snel. In een fractie van een seconde is het moment voorbij. De fotograaf moest snel reageren.
Het werd duidelijk dat de beelden op twee verschillende kleinbeeldfilms waren geschoten. Er bleef maar
één optie over: er waren twee fotografen in het spel.
Met deze ontdekking in het achterhoofd, gingen Van Veen en assistent­conservator Laura van Roemburg
nog nauwkeuriger naar de beelden kijken en naar de originele negatiefbladen en contactvellen. Die bleken
de sleutel tot de oplossing te zijn. Meermalen stonden daar de initialen H.W. of H.Wö op en eenmaal zelfs
een stempel met de naam Hans Wöhlken en een adres in Amsterdam. Opeens viel alles op zijn plaats. Met
behulp van de woningkaart van dat adres en het telefoonboek werd Wöhlken snel opgespoord. Hij vertelde
een vriend en collega­fotograaf van Jaring te zijn.
Wöhlken vertelde zijn verhaal aan het Stadsarchief. Jaring en Wöhlken waren twee zelfstandige fotografen
wier paden zich geregeld kruisten tussen 1965 en 1967. Voor zeer korte duur hebben ze samengewerkt
onder Groep 45, het persbureau van Cor Jaring en Henk J. Meijer. Al is het onduidelijk of het ‘voorlopig
contract’ ooit echt geldig is geweest. Ze kwamen bij elkaar over de vloer en waren bevriend. Beiden
konden een telefoontje van één van de provo’s verwachten als er iets te gebeuren stond. Ter plekke liepen
ze elkaar dan soms tegen het lijf bij het fotograferen. De ene keer schouder aan schouder, de andere keer
nadrukkelijk vanuit een andere hoek.
Tegenwoordig hechten we meer waarde aan auteurschap en intellectueel eigendom van foto’s. Destijds
was dat anders. Als ze samen een evenement hadden gefotografeerd, dook Jaring de doka van De
Telegraaf in om de filmrollen van beiden te ontwikkelen. Als één van de foto’s vervolgens werd
gepubliceerd in de krant, werd zelden de naam van de fotograaf vermeld. Dat maakte ook niet uit.
Fotograferen was bovenal een manier om brood op de plank te krijgen.
Najaar 1967 stopte Wöhlken met fotograferen. Hij verkocht zijn donkere kamer­uitrusting en ging andere
dingen doen. In 1969 vroeg Jaring aan Wöhlken diens negatieven te leen, omdat hij plannen had voor een
boek over Provo dat er nooit is gekomen. De negatieven bleven bij Jaring. Zo zijn ze voor het nageslacht
bewaard gebleven als onderdeel van een fotoarchief dat een ongewoon rijk document is van de Provotijd.
Het werk van beide fotografen vult elkaar aan en is een verrijking voor onze kennis hoe fotografen toen
werkten. Naar schatting zijn een kleine 2000 negatieven van het circa 70.000 negatieven tellende archief
van de hand van Hans Wöhlken.
Het archief van Cor Jaring is een rijke bron van informatie voor de stad Amsterdam waarin niet één, maar
twee mensen aan het woord zijn. Of eigenlijk, aan het beeld.
Het archiefonderzoek voorafgaand aan de tentoonstelling leidde tot deze mooie ontdekking. Wellicht
brengen ook de tentoonstelling in het Stadsarchief en de publicatie van alle beelden het archief op de
Archiefbank en de Beeldbank straks weer nieuwe feiten naar boven.
Afb. 1. Cor Jaring, Fotografen op de Dam, 1 mei 1967. Cor Jaring / Stadsarchief Amsterdam
Afb. 2. Hans Wöhlken, Fotografen op de Dam, 1 mei 1967. Hans Wöhlken / Stadsarchief Amsterdam
Afb. 3. Maker onbekend, Fotografen op de Dam, 1 mei 1967. Stadsarchief Amsterdam