Klinische behandeling met radioactief jodium-131

Klinische behandeling
met radioactief
jodium-131-MIBG
(voor ouders)
In overleg met de behandelend arts van uw kind heeft u besloten uw kind
een behandeling met radioactief jodium-131-MIBG te laten ondergaan in het
Radboudumc te Nijmegen.
In deze folder wordt in grote lijnen uitleg gegeven over de gang van zaken voor,
tijdens en na de behandeling.
Voordat een behandeling met radioactief jodium-131-MIBG in gang wordt gezet,
zal eerst beeldvormend onderzoek op de polikliniek Nucleaire Geneeskunde
plaatsvinden middels een jodium-123-MIBG scan. Met dit onderzoek wordt in
beeld gebracht of er een adequate opname van de radioactieve stof is op de juiste
plaats(en). Informatie over dit vooronderzoek staat in de folder ‘MIBG-scan I-123’.
Voordat uw kind, na een jodium-123-MIBG scan, een behandeling met radioactief jodium-131-MIBG krijgt, zal eerst een informatief gesprek plaatsvinden met
de Medisch Beeldvormings- en Bestralingsdeskundige (MBB’er; persoon die de
onderzoeken en metingen uitvoert) en een nucleair geneeskundige (arts/specialist
van de afdeling Nucleaire Geneeskunde). Tijdens dit gesprek wordt ingegaan op
de verwachtingen tijdens de opname en praktische informatie.
Inleiding
Uw kind ondergaat deze behandeling in verband met een neuroblastoom of een
feochromocytoom. Naast deze twee (meest voorkomende) typen, zijn er nog
andere tumoren, welke voor deze behandeling in aanmerking komen. Deze behandeling moet klinisch (opname) worden uitgevoerd in verband met de hoogte
van de behandelingsdosering. Het ziekenhuis heeft hiervoor een speciale vergunning. De behandeling moet namelijk volgens bepaalde voorschriften worden
uitgevoerd. Bij ontslag mag uw kind naar huis, maar wordt u, als verzorgende, gevraagd zorg te dragen dat de ‘tijdelijke leefregels’ worden opgevolgd. Deze regels
worden verderop in de folder omschreven.
Nu volgt informatie over de voorbereiding voor uw kind op de behandeling
Overdraagbare ziekten en infecties
Het is voor een ziekenhuis heel belangrijk om te weten of uw kind behoort tot een
risicogroep voor infectie, virus, bacterie of andere overdraagbare ziekten, zoals
1
bijvoorbeeld MRSA, ESBL, VRE, HIV/AIDS, gastro enteritis (ontsteking aan maag
of darm), legionella, kinkhoest, waterpokken, gordelroos, TBC (Tuberculose) of
anderen.
MRSA
Uw kind kan tot de risicogroep MRSA of MRSA drager behoren, wanneer één of
meer van de volgende risicopunten op uw kind van toepassing is/zijn.
Risicopunten:
Uw kind is in de afgelopen twee maanden behandeld of opgenomen geweest
in een buitenlands ziekenhuis.
Uw kind is behandeld of opgenomen geweest in een Nederlands ziekenhuis
of zorginstelling waar MRSA heerst.
Uw kind heeft een MRSA positieve huisgenoot of verzorg(st)er.
Uw kind is, maximaal tot een jaar geleden, frequent in contact gekomen met
levende varkens, levende vleeskalveren en/of levende vleeskuikens in verband met werk en/of bent woonachtig op een dergelijk bedrijf.
•
•
•
•
Wanneer het u bekend is dat, of wanneer ze verdenken dat, uw kind een infectie, bacterie, virus of een andere overdraagbare ziekte zou kunnen hebben of
wanneer één of meer risicopunten betreffende MRSA op uw kind van toepassing is, vragen wij u dit zo snel mogelijk per telefoon aan de afdeling Nucleaire
Geneeskunde (telefoonnummer vindt u verderop in deze folder) te melden.
Mogelijk wordt u gevraagd uw kind hierop te laten testen middels bijvoorbeeld een
kweekafname.
Belangrijke aspecten ter voorbereiding op de behandeling
De schildklier neemt jodium-131-MIBG ook op. Dit is niet wenselijk tijdens deze
behandeling en daarom wordt geprobeerd de schildklier zo goed mogelijk te
beschermen tijdens de behandeling. Daarom is het belangrijk dat vanaf twee
dagen voor het krijgen van de behandeling wordt gestart met kaliumperchloraat
en kaliumjodide. Kaliumperchloraat kan op de derde dag na het krijgen van de
behandeling worden gestaakt (totaal gebruik van vijf dagen). Kaliumjodide kan
op de dertiende dag na het krijgen van de behandeling worden gestaakt (totaal
2
gebruik van zestien dagen). De capsules worden door de afdeling Nucleaire
Geneeskunde verstrekt. Deze kunt u open maken en de inhoud oplossen in water.
Voor een duidelijk schema zal het middenblad van deze folder ingevuld worden,
wanneer de datum omtrent de opname is vastgelegd.
Medicijnen
Als uw kind medicijnen gebruikt, kan uw kind deze innemen op de gebruikelijke
manier. In een heel enkel geval kan een medicijn een interactie hebben met het
jodium-131-MIBG, maar of uw kind deze medicijnen vanwege deze reden moet
stoppen is ook afhankelijk van de noodzaak van het medicijn zelf. Dit wordt duidelijk besproken tijdens het informatieve gesprek met de nucleair geneeskundige.
Het is belangrijk dat er van uw kind altijd een actueel geneesmiddelenpaspoort
bekend is. Zo kan een arts zien welke medicijnen uw kind gebruikt en in welke
doseringen. U kunt een geneesmiddelenpaspoort laten maken bij de apotheek.
Hier zijn geen kosten aan verbonden
Nu volgt informatie over de toediening van de behandeling.
Radioactief jodium-131-MIBG
Het MIBG stapelt zich in de tumorcellen en eventuele uitzaaiingen. Omdat het
radioactief jodium aan het MIBG zit gekoppeld, kan de radioactieve stof deze
tumorcellen en uitzaaiingen bestralen. Met een jodium-123-MIBG scan is vooraf
gebleken of het MIBG goed en op de juiste plaatsen wordt opgenomen. Het
jodium-123 heeft echter geen behandelend karakter; jodium-131 wel.
Toediening van de behandeling
De toediening van het radioactief jodium-131-MIBG gebeurt middels een lopend
infuus van ongeveer vier uur. Hiervoor wordt bij uw kind een infuussysteem in een
bloedvat aangebracht of wordt een bestaande ‘centrale lijn’ gebruikt. De radioactieve vloeistof wordt langzaam toegediend en daarna wordt het infuus goed
nagespoeld. Na zo’n vier uur zit de volledige behandeling erop. Voorafgaand aan
de behandeling en tijdens het inlopen van de behandeling wordt uw kind regel-
3
matig gecontroleerd wat betreft pols, bloeddruk en temperatuur. Dit zal met een
mindere frequentie ook gebeuren tijdens de overige dagen van het verblijf.
Bijwerkingen
•
•
•
•
Tijdens de toediening van het jodium-131-MIBG kan de bloeddruk stijgen en/
of een polsstijging plaatsvinden. Om deze reden wordt uw kind dus met regelmaat gecontroleerd op deze condities.
De hoeveelheid radioactief jodium, die wordt toegediend, is kleiner dan de
dagelijkse hoeveelheid in het voedsel. Hierdoor zal in de meeste gevallen
geen allergische reactie optreden van het jodium, zelfs niet bij een jodiumallergie. Een allergische reactie van het MIBG is wel mogelijk, maar echter niet
waarschijnlijk.
Tijdens de eerste twee dagen (met name de eerste 24 uur) na toediening kunnen bijwerkingen als misselijkheid en braken optreden. Er kunnen medicijnen
voorgeschreven worden door de nucleair geneeskundige om te proberen dit
te onderdrukken.
Op de langere termijn (vier tot zes weken) na de behandeling kunnen bloedwaarden dalen (beenmergsuppressie). Hiervoor is het belangrijk dat in deze
periode met regelmaat de bloedwaarden worden gecontroleerd. Dit gebeurt
via de behandelend kinderarts.
Nu volgt informatie over het verblijf van uw kind ten tijde van de opname.
•
Melden voor opname
Op de dag van opname meldt u zich met uw kind om 8.00 uur op verpleegafdeling E30 (route 504). De verpleegkundige zal u uitleg geven over de kamer en de
verpleegkundige handelingen. Daarna zal de nucleair geneeskundige ook nog
langskomen. Wanneer alles gereed is, zal tegen 11.00 uur de behandeling in gang
worden gezet.
•
Duur van de opname
De duur van het verblijf in het ziekenhuis is onder andere afhankelijk van de
behandelingsdosering. De opnameduur varieert van één week tot twee weken;
4
afhankelijk van de opname in het lichaam en de dosis. Bij ontslag moet de hoeveelheid straling, welke buiten het lichaam te meten is, beneden een door de
overheid vastgestelde norm zijn.
•
Kamer
Tijdens de opname verblijft uw kind op een eenpersoonskamer. Uw kind mag na
het toedienen van de behandeling deze kamer niet verlaten tot de hoeveelheid
straling beneden een bepaalde grens is gedaald. De hoeveelheid straling wordt
iedere dag door de MBB’er gemeten.
Als ouder(s), familie of andere verzorger(s) verblijft u, wanneer dit noodzakelijk
is, op een eenpersoonskamer met één of twee bedden op de kamer naast de
kamer van uw kind. Beide kamers staan middels een voorportaal met elkaar in
verbinding. In verband met besmettingsrisico is het de bedoeling dat uw kind op
zijn of haar eigen kamer verblijft tijdens de opname. U, als (groot)ouder, familie of
andere verzorger kunt op beiden kamers komen. Gelieve spullen uit de kamer van
uw kind op die kamer te laten.
Foto 1: Dit is één van onze éénpersoonskamers
5
Er mogen geen (andere) kinderen of zwangere vrouwen op bezoek of als
verzorger komen in verband met de radioactieve straling. Wanneer de kamer van
uw kind wordt betreden, is het belangrijk om voorzorgsmaatregelen te treffen om
besmetting van de radioactieve stof te voorkomen. Zie het kopje ‘bezoek’ verder
op in deze folder.
De kamers (foto 1) zijn beiden ongeveer 12m2 (4x3 meter). De kamers hebben vrij
uitzicht door grote ramen die u open kunt zetten. Als ouder(s), familie of andere
verzorger(s) willen wij u vragen alleen gebruik te maken van het bezoekerstoilet bij het trappenhuis/liftenblok op de afdeling. Het toilet en de douche in
het voorportaal van de kamers wordt alleen gebruikt door behandelde patiënten
en om besmetting van radioactieve stoffen te voorkomen, willen wij vragen om als
bezoekers daar geen gebruik van te maken. De kamers zijn voorzien van een TVtoestel, radio, telefoon, draadloos internet (u dient hiervoor zelf een laptop mee te
nemen) en koelkastje. Het gebruik van TV en internet is gratis. De gesprekskosten
van de door u gepleegde telefoongesprekken komen voor uw kosten. De rekening
wordt achteraf toegestuurd. U kunt ook uw mobiele telefoon meenemen. Verder
is er een hometrainer en DVD-speler voor gemeenschappelijk gebruik beschikbaar. U kunt gebruiksvoorwerpen, zoals (voorlees)boeken, puzzels, speelgoed en
spelletjes van huis meebrengen. Realiseert u zich wel dat door middel van contact
met lichaamsvloeistoffen deze spullen een kans lopen om besmet te raken.
Wanneer dit te veel is, krijgt u deze spullen niet (direct) mee naar huis. U kunt
het dan twee tot vier maanden later terug krijgen. Neemt u dus uit voorzorg een
vervangbare knuffel en dergelijke mee. Alle spullen worden gecontroleerd, voordat
uw kind en u naar huis gaan.
•
Medicijnen
Als uw kind medicijnen gebruikt, is het belangrijk dat u deze in voldoende aantallen mee neemt. U kunt voor uw kind de medicijnen in eigen beheer houden en ze
geven op de gebruikelijke tijdstippen.
•
Bezoek
Het is aan te raden om de verzorging van uw kind over meerdere personen te
verdelen. Zo beperkt u de stralenbelasting (de hoeveelheid opgevangen straling
6
tijdens het verblijf van uw kind) voor uzelf en de anderen. Wanneer de kamer van
uw kind betreden wordt, is het belangrijk om een meetapparaatje bij u te dragen.
Noteer voor en na elk bezoek de waarde, die op het apparaat af te lezen is en noteer daarbij uw naam. Na de opname kan er bijgehouden worden hoeveel straling
alle verzorgers hebben opgelopen.
Het advies is altijd:
o Wanneer het mogelijk is, is het beter om zoveel mogelijk uit de kamer van uw
kind te blijven. Immers wanneer u niet in de buurt van uw kind bent, ontvangt
u ook geen straling. In de deur en de ruit van de kamers zit lood. Op deze
manier houdt de deur en het raam straling tegen. U kunt dus zonder veel straling op te vangen, wel de kamer in kijken en uw kind op afstand in de gaten
houden.
o Wanneer u of anderen bij uw kind aanwezig zijn in de kamer, is het beter om
afstand te nemen wanneer het moment dit toelaat. Wanneer de afstand beperkt is, probeer dan de tijd zo kort mogelijk te houden.
•
Urine
De radioactieve stof die niet wordt opgenomen, verlaat het lichaam via de urine.
Daarom is het belangrijk dat uw kind genoeg drinkt om uit te plassen. Om niet in
contact te komen met de radioactieve urine, is het belangrijk dat u handschoenen draagt bij het verschonen van luiers of wanneer u uw kind helpt met plassen
op het toilet. Bij dit laatste is het belangrijk dat uw kind zelf ook handschoenen
draagt. De handschoenen laat u achter in de ruimte, waar ze zijn gebruikt. De
luiers worden opgeslagen in loden tonnen. Deze zijn op de kamer van uw kind
aanwezig.
• Kleding
Gebruikte kleding kan eventueel besmet zijn geraakt door contact met radioactieve urine, door (overmatig) zweten of braaksel. Daarom zal de MBB’er het wasgoed controleren op eventuele aanwezigheid van radioactief jodium-131-MIBG.
Het advies is daarom om uw kind wat ‘oudere’ kledingstukken te laten dragen
tijdens de opname. Als kleding besmet is geraakt, moet het twee tot vier maanden
ongewassen apart gehouden worden, voordat u het terug kunt krijgen.
7
Neemt u voor uw kind een vervangbare knuffel mee. Mocht hij besmet raken,
dat u een vervanging heeft voor thuis.
Informatie voor de ouders tijdens het verblijf
•
•
•
•
•
•
•
De afdeling oncologie E30 is een verpleegafdeling voor volwassenen. Daarom
is de bezetting en ervaring van het personeel en inrichting van de afdeling /
kamer niet gericht op het verblijf van kinderen.
In verband met de stralenbelasting (de hoeveelheid opgevangen straling
tijdens het verblijf van uw kind) is het niet mogelijk dat de verpleging volledig
zorg draagt voor de verzorging van uw kind. Daarom wordt, aan u als ouders,
gevraagd mee te helpen in de verzorging. Door af te wisselen met meerdere
personen, kan de stralenbestraling voor iedereen zo laag mogelijk blijven.
Met betrekking tot de verzorging en de verdeling ervan, is het voor u als
ouders ook fijn wanneer u misschien familie of vrienden in kunt schakelen.
In verband met de stralenbelasting wordt geadviseerd om uw aanwezigheid
bij uw kind zo kort mogelijk te houden en alleen de nodige verzorging toe te
passen.
Wanneer u de mogelijkheid heeft om uw ouders te betrekken in de verzorging
van uw kind, heeft u een bijkomend voordeel dat zij meestal, afhankelijk van
leeftijd, soepelere omgangsregels toe kunnen passen dan u.
Als ouder(s), familie of andere verzorger(s) willen wij u vragen alleen gebruik
te maken van het bezoekerstoilet bij het trappenhuis/liftenblok op de afdeling.
Er is helaas geen toilet- en / of douchefaciliteit voor u als ouders, familie of
andere verzorger(s) aanwezig. De doucheruimte in het voorportaal van uw
verblijfkamer wordt namelijk gebruikt door mensen, die een radioactieve behandeling hebben ondergaan. Om die reden willen wij niet dat u daar naar het
toilet gaat of douchet. Het bezoekerstoilet bij het trappenhuis / liftenblok op de
afdeling kunt u wel gebruiken. Voor een doucheruimte is helaas op de gehele
afdeling E30 geen faciliteit als ‘bezoeker’ zijnde. Alle douchefaciliteiten zijn op
patiëntenkamers. Mogelijkerwijs dat u bij navraag wel op de verpleegafdeling
van de Kinderoncologie kunt douchen.
8
Nu volgt informatie over het ontslag.
Tijdelijke leefregels in verband met het ontslag
Bij ontslag is nog maar weinig radioactief jodium-131-MIBG in het lichaam van
uw kind overgebleven wat buiten het lichaam komt, zodat uw kind mee naar huis
mag. Uw kind kan alleen nog steeds in lichte mate zijn/haar omgeving aan straling
blootstellen. Dit brengt geen direct gevaar met zich mee, maar de hoeveelheid
straling moet voor zijn/haar omgeving zo laag mogelijk blijven. U, als verzorgende,
wordt daarom gevraagd zorg te dragen dat deze, hieronder vermelde, leefregels
worden opgevolgd. De gemelde duur van de leefregels gaat in vanaf de dag van
ontslag.
•
Kinderen en zwangere vrouwen
Een (ongeboren) kind is gevoeliger voor straling dan een volwassene. Wilt u,
als verzorgende, gedurende drie weken (andere) kinderen en/of zwangere
vrouwen zoveel mogelijk op afstand houden op momenten waar dit mogelijk
en gepast is.
•
Volwassenen
Het zou zeer prettig zijn, wanneer de verzorging van uw (behandeld) kind
gedurende één week nog verdeeld kan worden over meerdere personen. De
aflossing hoeft minder frequent te zijn dan tijdens de opname. •
Urine
Het radioactief jodium-131-MIBG dat niet wordt opgenomen, verlaat het lichaam
met name via de urine. Om niet in contact te komen met de radioactieve
urine, is het belangrijk dat u gedurende één week na thuiskomst nog steeds
handschoenen draagt bij het verschonen van luiers of wanneer u uw kind
helpt met plassen op het toilet. Bij dit laatste is het belangrijk dat uw kind zelf
ook handschoenen draagt. Wanneer uw kind zelf geen goede hygiënemaatregelen (zittend plassen, geen druppels knoeien, goed doorspoelen en handen wassen met zeep) kan treffen, is het belangrijk dat u uw kind hierbij helpt. Dit om te
voorkomen dat anderen, inclusief uzelf, hier op een later moment mee in contact
kunnen komen.
9
•
Ziekenhuisopname
Bij onverwachte ziekenhuisopname binnen twee weken na ontslag moet de afdeling Nucleaire Geneeskunde worden gewaarschuwd. Dit kan men doen door de
afdeling Nucleaire Geneeskunde te bellen van maandag tot en met vrijdag van
8.15 uur tot 16.45 uur op nummer 024 - 361 45 10.
Wanneer de afdeling is gesloten, kan contact worden opgenomen met de dienstdoende nucleair geneeskundige via de telefooncentrale van het ziekenhuis:
024 - 361 11 11.
•
Buitenland
Uw kind kan bij de douanecontrole en /of op vliegvelden worden gecontroleerd op
de aanwezigheid van radioactieve stoffen. Omdat uw kind een behandeling heeft
ondergaan, zou het kunnen dat uw kind positief wordt bevonden bij zo’n controle.
Tot drie maanden na ontslag wordt uw kind geadviseerd een douaneverklaring (vliegbrief) in het bezit te hebben. Voor het krijgen van een douaneverklaring neemt u contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Het is noodzakelijk dat u de exacte vliegdatum en vliegduur van uw heenreis kunt meedelen.
Deze verklaring is ook geldig voor de terugreis; dus bewaar het formulier goed.
Het formulier zal per post worden toegestuurd.
Vervolgafspraak
Op de dag van ontslag krijgt uw kind een totale lichaamscan en vindt er een
afsluitend gesprek met de nucleair geneeskundige plaats op de afdeling Nucleaire
Geneeskunde.
De afspraak voor deze scan staat, onder voorbehoud, gepland op
____________dag ___ - ___ - 20___ om ___ : ___ uur.
Verder blijft uw kind onder controle bij de behandelend arts.
10
Voorbehoud
De informatie in deze folder is algemeen van aard. Dat wil zeggen dat de behandeling is beschreven, zoals die meestal zal verlopen. Deze kan aan uw situatie
worden aangepast.
Tot slot
Deze folder wordt met u besproken in een persoonlijk gesprek. Hierbij wordt de
opname en eventuele situaties en omstandigheden thuis met u besproken, zodat
u zo goed als mogelijk bent geïnformeerd. Heeft u na dit gesprek toch nog vragen,
dan kunt u contact opnemen met de afdeling Nucleaire Geneeskunde middels:
Telefoon: 024 - 361 45 10 (ma t/m vr tussen 8.15 uur - 16.15 uur)
Mail: [email protected]
•
•
Website
Wilt u meer informatie over de afdeling Nucleaire Geneeskunde? Kijkt u daarvoor
op www.radboudumc.nl/NG.
11
Noteer hier uw vragen
03-2015-7519
Adres
Verpleegafdeling E30
Hoofdingang
Geert Grooteplein-Zuid 10
6525 GA Nijmegen
Volg route 504, 3e verdieping
Postadres
Radboudumc
504 Verpleegafdeling E30
t.a.v. naam patiënt(e)
Postbus 9101
6500 HB Nijmegen
Contact
Verpleegafdeling E30: 024 - 361 89 95
Nucleaire Geneeskunde 024 - 361 45 10
Radboud universitair medisch centrum