indicatoren website zh 2015_03_03 _2_x - H.

Het H.-Hartziekenhuis scoort bij het Vlaams Indicatoren Project !
Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) gaat uit van de Vlaamse overheid, de
Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.
De indicatoren werden uitgewerkt door gespecialiseerde artsen samen met patiëntenverenigingen,
ziekenfondsen, beroepsverenigingen, academici enz..
Deze indicatoren zijn toetsstenen, maatstaven waar een degelijke zorg, diagnose en behandeling aan
moeten beantwoorden. In 5 domeinen zijn er indicatoren vastgelegd: ziekenhuisbrede indicatoren
(o.a. handhygiëne, patiëntenidentificatie, heropname…), oncologie (met nu de eerste reeks
indicatoren voor borstkanker), orthopedie, cardiologie en moeder- en kindzorg.
Sinds kort zijn de resultaten van de borstkankerindicatoren bekend. Deze set van indicatoren geeft
de resultaten weer van het H.-Hartziekenhuis voor vrouwen met borstkanker inzake hun diagnose,
behandeling en overleving voor de jaren 2009, 2010 en 2011 (=jaar van diagnose)
Uitleg over de interpretatie van de grafiek :
De resultaten worden weergegeven via een trechtertechniek (= Funnel plot).
-
Elk zwart puntje staat voor één bepaald Vlaams ziekenhuis. Dit is anoniem. Het H.Hartziekenhuis staat aangeduid als een rood ruitje.
-
Onderaan staat het aantal patiënten. Ziekenhuizen die méér patiënten met borstkanker
behandelen staan meer naar rechts in de figuur.
-
In de grafiek is een doorlopende horizontale zwarte lijn aanwezig : dit geeft het berekende
gemiddelde weer voor alle ziekenhuizen.
-
De blauwe lijnen geven het betrouwbaarheidsinterval (95 procent) weer passend bij het
aantal patiënten.
De ruimte tussen de twee blauwe lijnen is klein voor grotere aantallen patiënten : dwz dat
het berekende gemiddelde betrouwbaar is.
Voor kleine aantallen van patiënten wordt de ruimte tussen de twee blauwe lijnen groter.
Dwz dat het berekende gemiddelde minder betrouwbaar is en meer een benadering kan zijn
dan een echte waarde.
In dit geval heeft het geen belang of het zwarte puntje boven of onder de doorlopende
zwarte lijn zit. Als het puntje buiten de blauwe lijnen valt, dan zit het buiten het gemiddelde
en is het afwijkend van het gemiddelde (wat niet altijd wil zeggen dat dit slecht is; dit moet
per indicator bekeken worden)
De factor toeval speelt ook een rol : hoe lager het aantal patiënten is, hoe groter de factor
‘toeval’ de resultaten kan beïnvloeden.
Resultaten borstkanker indicatoren 2015 (2009-2011)
1. Statusbepaling
Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd
uitgevoerd vóór enige systemische behandeling
Uitleg :
Voor het starten van de behandeling wordt nagekeken of de tumorcellen gevoelig zijn voor
hormonen (oestrogenen = ER en progesterone = PR) en voor specifieke receptoren (HER-2 receptor).
Receptoren zijn eiwitten in de wand van de tumorcel. Hormonen en andere stoffen kunnen zich
hierop binden. Op die manier wordt een signaal doorgegeven en kan de cel ongecontroleerd
beginnen groeien.
De bepaling van gevoeligheid voor hormonen en voor de HER-2-receptor bepaalt de beslissing over
het al dan niet toedienen van chemotherapie, hormonale medicatie of Trastuzumab. Trastuzumab is
een geneesmiddel dat de groei van de tumor remt.
parameter
waarde
teller
193
noemer
195
resultaat
98.97%
streefwaarde
90-100%
Resultaat
Met een resultaat van 98.97 % behaalt het H.-Hartziekenhuis een uitstekende score.
Bij nagenoeg alle patiënten zijn de noodzakelijke parameters gekend die nodig zijn om over een
optimale behandeling te beslissen.
2. Weefselbeoordeling
Aandeel vrouwen met een invasieve borstkanker waarbij een cytologische en/of histologische
beoordeling van maligniteit gebeurde vóór de eerste chirurgische ingreep
Uitleg
Er zijn verschillende soorten borstkanker. Het is belangrijk om vóór de operatie het exacte type en de
agressiviteit van de tumor te bepalen. Dit gebeurt via een punctie of biopsie (= core biopsie).
Het stellen van de juiste diagnose zorgt ervoor dat een individueel behandelingsplan kan opgestart
worden.
parameter
waarde
teller
198
noemer
202
resultaat
98.02%
streefwaarde
80-95%
Resultaat
Bij nagenoeg alle patiënten (98,02 %) werd een weefselbeoordeling uitgevoerd vóór de eerste
chirurgische ingreep. Dit resultaat is beter dan het gemiddelde en overtreft ruim de Vlaamse
doelstelling (80-95 %).
3. Medische beeldvorming
Aandeel van cStadium I-III patiënten met borstkanker die een mammografie en/of borstechografie
kregen binnen drie maanden vóór de eerste chirurgische ingreep (zonder neo-adjuvante therapie)
Uitleg
Mammografie en/of echografie blijft één van de belangrijkste onderzoeksmethoden om de borst te
onderzoeken.
Deze onderzoeken tonen de uitgebreidheid en de kenmerken van de tumor en zijn daardoor
noodzakelijk om de operatie correct uit te voeren.
parameter
waarde
teller
193
noemer
195
resultaat
98.97%
streefwaarde
90-100%
Resultaat
Ook hier haalt het H.-Hartziekenhuis met 98,34 % een uistekende score en bevinden we ons boven
het gemiddelde van de groep. Bij nagenoeg alle patiënten werd een echo- of mammografie
uitgevoerd voor de eerste chirurgische ingreep.
4. Overleg
Aandeel vrouwen met een invasieve borstkanker, die werden besproken op een multidisciplinair team
overleg binnen een vaste termijn na de incidentiedatum
Uitleg
Tijdens een wekelijkse multidisciplinair overleg (MOC-overleg) bespreken alle betrokken specialisten
(oncoloog, gynaecoloog, chirurg, radiotherapeut, radioloog, anatomopatholoog, plastisch chirurg,
huisarts, psycholoog en borstverpleegkundige) samen elk patiëntendossier. Dit zorgt voor het
opstellen van een correct en individueel behandelingsplan, op basis van de kennis en ervaring van
alle betrokken specialisten.
parameter
waarde
teller
235
noemer
237
resultaat
99.16%
streefwaarde
90-100%
Resultaat
Het H.-Hartziekenhuis scoort bijzonder goed : 99.16 %. Dit cijfer situeert zich ver boven het
gemiddelde.
Dit garandeert een multidisciplinaire behandeling van elke patiënt.
5. Radiotherapie
Aandeel vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker die radiotherapie kregen na een
borstsparende ingreep
Uitleg
Na een borstsparende ingreep (= tumorectomie) is aanvullende radiotherapie (= bestraling)
aanbevolen omdat dit de kans op herval beperkt.
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er geen verschil is tussen de kans op genezing bij
een volledige wegname van de borst (=mastectomie) in vergelijking met een borstsparende ingreep
gevolgd door bestraling.
parameter
waarde
teller
129
noemer
140
resultaat
92.14%
streefwaarde
90-98%
Resultaat
Het resultaat van 92.14 % is zeer goed en situeert zich binnen de streefwaarden. Bij een deel van de
patiënten is de leeftijd zeer gevorderd zodat bij hoog bejaarde patiënten in overleg met de patiënt
vaak enkel een wegname van de tumor uitgevoerd wordt en er geen bestraling volgt.
Dit verklaart het cijfer van 92.14 %.
6. Borstsparende chirurgie
Aandeel vrouwen met een cStadium I en II borstkanker die een borstsparende heelkundige ingreep
kregen
Uitleg
Bij vrouwen met een vroegtijdige vorm van borstkanker, wordt de voorkeur gegeven aan een
borstsparende ingreep gevolgd door radiotherapie.
Dit geeft dezelfde resultaten wat betreft het onder controle houden van plaatselijke tumoren, tijd tot
herval en de overlevingskansen in het algemeen in vergelijking met de patiënten die een volledige
wegname van de borst ondergaan voor stadium I en II.
parameter
waarde
teller
135
noemer
183
resultaat
73.77%
streefwaarde
50-60%
Resultaat
Het resultaat van 73.77 % is ver boven de streefwaarden (50-60 %).
Het H.-Hartziekenhuis zet sterk in op borstsparende chirurgie met aandacht voor een mooi esthetisch
resultaat.
7. Systemische therapie
Aandeel vrouwen met een gemetastaseerde borstkanker die systemische therapie kregen
Uitleg
Bij patiënten met uitzaaiingen (=metastasen) kunnen chemo- en /of hormonale therapie het comfort
en de overlevingsduur verhogen.
parameter
waarde
teller
20
noemer
22
resultaat
90.91%
streefwaarde
80-100%
Resultaat
Bij 90.91 % van de patiënten werd chemo-of hormonale therapie opgestart. Dit resultaat is goed en
ligt binnen de normale grenzen.
Het H.-Hartziekenhuis vindt het belangrijk om de levenskwaliteit van de patiënt met metastasen te
behouden. Dit wordt multidisciplinair en met de patiënt en zijn omgeving besproken. Het comfort
van de patiënt is essentieel in de beslissing van de behandeling.
8. Overleving
De geobserveerde vijfjaarsoverleving (%) van vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker
Uitleg:
Bij statistieken over kanker wordt vaak gekeken naar de overleving op 5 jaar: welk percentage van
patiënten is nog in leven 5 jaar na de diagnose.
De 5-jaarsoverleving die hier gepresenteerd wordt, is een statistische schatting - voor vele van deze
patiënten zijn er nog geen 5 jaren verstreken sinds de diagnose. Voor deze berekening worden alle
overlijdens meegeteld, ongeacht of er een verband is tussen het overlijden en de borstkanker (dus
ook overlijdens door andere aandoeningen).
Gegevens 2009-2011:
Karakteristiek
GeobserOnderBovenAantal
veerde
grens
grens
patiënten overBI
BI
leving
Totaal
Alle patiënten
237
72.2%
78.6%
64.4%
<50
44
95.0%
98.7%
81.4%
50-69
91
91.1%
95.5%
83.0%
70+
102
47.1%
58.7%
34.5%
Leeftijd (jaar)
Gecombineerd stadium
0
1
I
86
90.6%
96.1%
78.5%
II
97
76.9%
84.7%
66.1%
III
30
41.0%
65.4%
15.4%
IV
22
24.5%
47.1%
7.3%
X
1
Resultaat:
Het globale cijfer is eerder laag, maar opgesplitst per leeftijdscategorie is dit heel anders: bij
patiënten onder 70 jaar is de 5-jaarsoverleving hoger dan 91 %, wat bijzonder goed is in vergelijking
met cijfers uit de internationale literatuur en gegevens van grote Belgische centra. Het globale cijfer
is dus vooral laag wegens het zeer grote aandeel ouderen in onze patiëntengroep (43 % boven 70,
23.6 % boven 80), waarbij ook opvalt dat veel van deze oudere patiënten niet geopereerd worden.
Meestal wordt een patiënt niet geopereerd omdat de prognose al slecht is op het ogenblik van de
diagnose of omdat de algemene gezondheidstoestand dit niet toelaat. Een groot aandeel nietgeopereerde patiënten (15 % van alle patiënten, 25 % van de patiënten ouder dan 80 jaar) verlaagt
dus de score van de gemiddelde overleving van de ganse groep.
9. Gecorrigeerde overleving
De geobserveerde vijfjaarsoverleving (%) gecorrigeerd voor leeftijd en stadium
Uitleg:
Hier worden de overlevingscijfers gecorrigeerd voor leeftijd en stadium, m.a.w. er wordt rekening
gehouden met de invloed van leeftijd en stadium van de kanker (beperkt, ernstig, uitgezaaid…). Het
gaat opnieuw om een statistische schatting.
Gegevens 2009-2011:
Aantal patiënten
Gecorrigeerde
overleving
237
77.6%
Resultaat:
Het H.-Hartziekenhuis slaagt er in om de overlevingskansen binnen de verwachtingen de houden. Het
ziekenhuis situeert zich binnen de betrouwbaarheidsintervallen, wat betekent dat de afwijking van
het gemiddelde niet significant is. Ook in dit cijfer wordt naar alle patiënten gekeken, en is er een
belangrijk aandeel van niet-geopereerde patiënten (15 %) die het resultaat negatief beïnvloeden.
10. Relatieve overleving
De relatieve vijfjaarsoverleving (%) van vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker
Uitleg:
Om exacter de vijfjaarsoverleving te kennen zou men andere doodsoorzaken (hartziekten,
hersenaandoeningen, ongevallen enz.) moeten uitsluiten. Dit is in de praktijk zeer moeilijk omdat
men niet altijd de juiste doodsoorzaak kent. Men tracht daarom schattingen te maken aan de hand
van sterftecijfers van de ganse bevolking. Door dan het verschil te maken met de sterfte van de
borstkankerpatiënten, kan men inschatten bij welke van deze patiënten het overlijden echt een
gevolg is van de borstkanker. Hieruit wordt de relatieve overleving berekend, dit is de overleving op 5
jaar enkel rekening houdend met borstkanker. Ook dit getal is een statisch berekende waarde, dus
een schatting.
Gegevens 2009-2011:
Karakteristiek
RelaOnderBovenAantal
tieve
grens
grens
BI
patiënten overBI
leving
Totaal
Alle patiënten
237
84.1% 91.1% 75.7%
<50
44
95.4% 99.5% 80.3%
50-69
91
93.8% 98.3% 85.4%
70+
102
69.8% 85.4% 52.8%
Leeftijd (jaar)
Gecombineerd
stadium
0
1
I
86
103% 109% 91.1%
II
97
88.7% 98.1% 75.6%
III
30
53.3% 75.9% 27.7%
IV
22
34.0% 60.4% 12.2%
X
1
Resultaat:
Het ziekenhuis blijft binnen het 99 % betrouwbaarheidsinterval. Ook hier wordt het resultaat
beïnvloed door het belangrijk aandeel (vooral oudere) patiënten die niet geopereerd werden en dus
meestal een slechtere prognose hadden. Patiënten jonger dan 70 jaar hebben een veel betere
relatieve overleving die de bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval benadert.
Algemeen besluit
Het H.-Hartziekenhuis haalt dus een mooi rapport. Alle procedures, noodzakelijk om borstkanker
goed te onderzoeken en behandelen worden met ‘een hart voor zorg’ opgevolgd. De cijfers
weerspiegelen dus een beleid gericht op kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven. De vrouw met
borstkanker is bij ons in veilige handen.
De overlevingscijfers zijn zeer goed, vooral bij patiënten die in het algemeen een goede
levensverwachting hebben. Bij oudere patiënten wordt niet iedereen geopereerd, omdat we
aandacht hebben voor de globale mens en samen met de patiënt kijken naar de haalbaarheid en het
nut van een ingreep in de context van andere, mogelijks complexe ziekten..