Het H.-Hartziekenhuis scoort bij het Vlaams Indicatoren Project ! Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro. De indicatoren werden uitgewerkt door gespecialiseerde artsen samen met patiëntenverenigingen, ziekenfondsen, beroepsverenigingen, academici enz.. Deze indicatoren zijn toetsstenen, maatstaven waar een degelijke zorg, diagnose en behandeling aan moeten beantwoorden. In 5 domeinen zijn er indicatoren vastgelegd: ziekenhuisbrede indicatoren (o.a. handhygiëne, patiëntenidentificatie, heropname…), oncologie (met nu de eerste reeks indicatoren voor borstkanker), orthopedie, cardiologie en moeder- en kindzorg. Sinds kort zijn de resultaten van de borstkankerindicatoren bekend. Deze set van indicatoren geeft de resultaten weer van het H.-Hartziekenhuis voor vrouwen met borstkanker inzake hun diagnose, behandeling en overleving voor de jaren 2009, 2010 en 2011 (=jaar van diagnose) Uitleg over de interpretatie van de grafiek : De resultaten worden weergegeven via een trechtertechniek (= Funnel plot). - Elk zwart puntje staat voor één bepaald Vlaams ziekenhuis. Dit is anoniem. Het H.Hartziekenhuis staat aangeduid als een rood ruitje. - Onderaan staat het aantal patiënten. Ziekenhuizen die méér patiënten met borstkanker behandelen staan meer naar rechts in de figuur. - In de grafiek is een doorlopende horizontale zwarte lijn aanwezig : dit geeft het berekende gemiddelde weer voor alle ziekenhuizen. - De blauwe lijnen geven het betrouwbaarheidsinterval (95 procent) weer passend bij het aantal patiënten. De ruimte tussen de twee blauwe lijnen is klein voor grotere aantallen patiënten : dwz dat het berekende gemiddelde betrouwbaar is. Voor kleine aantallen van patiënten wordt de ruimte tussen de twee blauwe lijnen groter. Dwz dat het berekende gemiddelde minder betrouwbaar is en meer een benadering kan zijn dan een echte waarde. In dit geval heeft het geen belang of het zwarte puntje boven of onder de doorlopende zwarte lijn zit. Als het puntje buiten de blauwe lijnen valt, dan zit het buiten het gemiddelde en is het afwijkend van het gemiddelde (wat niet altijd wil zeggen dat dit slecht is; dit moet per indicator bekeken worden) De factor toeval speelt ook een rol : hoe lager het aantal patiënten is, hoe groter de factor ‘toeval’ de resultaten kan beïnvloeden. Resultaten borstkanker indicatoren 2015 (2009-2011) 1. Statusbepaling Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Uitleg : Voor het starten van de behandeling wordt nagekeken of de tumorcellen gevoelig zijn voor hormonen (oestrogenen = ER en progesterone = PR) en voor specifieke receptoren (HER-2 receptor). Receptoren zijn eiwitten in de wand van de tumorcel. Hormonen en andere stoffen kunnen zich hierop binden. Op die manier wordt een signaal doorgegeven en kan de cel ongecontroleerd beginnen groeien. De bepaling van gevoeligheid voor hormonen en voor de HER-2-receptor bepaalt de beslissing over het al dan niet toedienen van chemotherapie, hormonale medicatie of Trastuzumab. Trastuzumab is een geneesmiddel dat de groei van de tumor remt. parameter waarde teller 193 noemer 195 resultaat 98.97% streefwaarde 90-100% Resultaat Met een resultaat van 98.97 % behaalt het H.-Hartziekenhuis een uitstekende score. Bij nagenoeg alle patiënten zijn de noodzakelijke parameters gekend die nodig zijn om over een optimale behandeling te beslissen. 2. Weefselbeoordeling Aandeel vrouwen met een invasieve borstkanker waarbij een cytologische en/of histologische beoordeling van maligniteit gebeurde vóór de eerste chirurgische ingreep Uitleg Er zijn verschillende soorten borstkanker. Het is belangrijk om vóór de operatie het exacte type en de agressiviteit van de tumor te bepalen. Dit gebeurt via een punctie of biopsie (= core biopsie). Het stellen van de juiste diagnose zorgt ervoor dat een individueel behandelingsplan kan opgestart worden. parameter waarde teller 198 noemer 202 resultaat 98.02% streefwaarde 80-95% Resultaat Bij nagenoeg alle patiënten (98,02 %) werd een weefselbeoordeling uitgevoerd vóór de eerste chirurgische ingreep. Dit resultaat is beter dan het gemiddelde en overtreft ruim de Vlaamse doelstelling (80-95 %). 3. Medische beeldvorming Aandeel van cStadium I-III patiënten met borstkanker die een mammografie en/of borstechografie kregen binnen drie maanden vóór de eerste chirurgische ingreep (zonder neo-adjuvante therapie) Uitleg Mammografie en/of echografie blijft één van de belangrijkste onderzoeksmethoden om de borst te onderzoeken. Deze onderzoeken tonen de uitgebreidheid en de kenmerken van de tumor en zijn daardoor noodzakelijk om de operatie correct uit te voeren. parameter waarde teller 193 noemer 195 resultaat 98.97% streefwaarde 90-100% Resultaat Ook hier haalt het H.-Hartziekenhuis met 98,34 % een uistekende score en bevinden we ons boven het gemiddelde van de groep. Bij nagenoeg alle patiënten werd een echo- of mammografie uitgevoerd voor de eerste chirurgische ingreep. 4. Overleg Aandeel vrouwen met een invasieve borstkanker, die werden besproken op een multidisciplinair team overleg binnen een vaste termijn na de incidentiedatum Uitleg Tijdens een wekelijkse multidisciplinair overleg (MOC-overleg) bespreken alle betrokken specialisten (oncoloog, gynaecoloog, chirurg, radiotherapeut, radioloog, anatomopatholoog, plastisch chirurg, huisarts, psycholoog en borstverpleegkundige) samen elk patiëntendossier. Dit zorgt voor het opstellen van een correct en individueel behandelingsplan, op basis van de kennis en ervaring van alle betrokken specialisten. parameter waarde teller 235 noemer 237 resultaat 99.16% streefwaarde 90-100% Resultaat Het H.-Hartziekenhuis scoort bijzonder goed : 99.16 %. Dit cijfer situeert zich ver boven het gemiddelde. Dit garandeert een multidisciplinaire behandeling van elke patiënt. 5. Radiotherapie Aandeel vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker die radiotherapie kregen na een borstsparende ingreep Uitleg Na een borstsparende ingreep (= tumorectomie) is aanvullende radiotherapie (= bestraling) aanbevolen omdat dit de kans op herval beperkt. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er geen verschil is tussen de kans op genezing bij een volledige wegname van de borst (=mastectomie) in vergelijking met een borstsparende ingreep gevolgd door bestraling. parameter waarde teller 129 noemer 140 resultaat 92.14% streefwaarde 90-98% Resultaat Het resultaat van 92.14 % is zeer goed en situeert zich binnen de streefwaarden. Bij een deel van de patiënten is de leeftijd zeer gevorderd zodat bij hoog bejaarde patiënten in overleg met de patiënt vaak enkel een wegname van de tumor uitgevoerd wordt en er geen bestraling volgt. Dit verklaart het cijfer van 92.14 %. 6. Borstsparende chirurgie Aandeel vrouwen met een cStadium I en II borstkanker die een borstsparende heelkundige ingreep kregen Uitleg Bij vrouwen met een vroegtijdige vorm van borstkanker, wordt de voorkeur gegeven aan een borstsparende ingreep gevolgd door radiotherapie. Dit geeft dezelfde resultaten wat betreft het onder controle houden van plaatselijke tumoren, tijd tot herval en de overlevingskansen in het algemeen in vergelijking met de patiënten die een volledige wegname van de borst ondergaan voor stadium I en II. parameter waarde teller 135 noemer 183 resultaat 73.77% streefwaarde 50-60% Resultaat Het resultaat van 73.77 % is ver boven de streefwaarden (50-60 %). Het H.-Hartziekenhuis zet sterk in op borstsparende chirurgie met aandacht voor een mooi esthetisch resultaat. 7. Systemische therapie Aandeel vrouwen met een gemetastaseerde borstkanker die systemische therapie kregen Uitleg Bij patiënten met uitzaaiingen (=metastasen) kunnen chemo- en /of hormonale therapie het comfort en de overlevingsduur verhogen. parameter waarde teller 20 noemer 22 resultaat 90.91% streefwaarde 80-100% Resultaat Bij 90.91 % van de patiënten werd chemo-of hormonale therapie opgestart. Dit resultaat is goed en ligt binnen de normale grenzen. Het H.-Hartziekenhuis vindt het belangrijk om de levenskwaliteit van de patiënt met metastasen te behouden. Dit wordt multidisciplinair en met de patiënt en zijn omgeving besproken. Het comfort van de patiënt is essentieel in de beslissing van de behandeling. 8. Overleving De geobserveerde vijfjaarsoverleving (%) van vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker Uitleg: Bij statistieken over kanker wordt vaak gekeken naar de overleving op 5 jaar: welk percentage van patiënten is nog in leven 5 jaar na de diagnose. De 5-jaarsoverleving die hier gepresenteerd wordt, is een statistische schatting - voor vele van deze patiënten zijn er nog geen 5 jaren verstreken sinds de diagnose. Voor deze berekening worden alle overlijdens meegeteld, ongeacht of er een verband is tussen het overlijden en de borstkanker (dus ook overlijdens door andere aandoeningen). Gegevens 2009-2011: Karakteristiek GeobserOnderBovenAantal veerde grens grens patiënten overBI BI leving Totaal Alle patiënten 237 72.2% 78.6% 64.4% <50 44 95.0% 98.7% 81.4% 50-69 91 91.1% 95.5% 83.0% 70+ 102 47.1% 58.7% 34.5% Leeftijd (jaar) Gecombineerd stadium 0 1 I 86 90.6% 96.1% 78.5% II 97 76.9% 84.7% 66.1% III 30 41.0% 65.4% 15.4% IV 22 24.5% 47.1% 7.3% X 1 Resultaat: Het globale cijfer is eerder laag, maar opgesplitst per leeftijdscategorie is dit heel anders: bij patiënten onder 70 jaar is de 5-jaarsoverleving hoger dan 91 %, wat bijzonder goed is in vergelijking met cijfers uit de internationale literatuur en gegevens van grote Belgische centra. Het globale cijfer is dus vooral laag wegens het zeer grote aandeel ouderen in onze patiëntengroep (43 % boven 70, 23.6 % boven 80), waarbij ook opvalt dat veel van deze oudere patiënten niet geopereerd worden. Meestal wordt een patiënt niet geopereerd omdat de prognose al slecht is op het ogenblik van de diagnose of omdat de algemene gezondheidstoestand dit niet toelaat. Een groot aandeel nietgeopereerde patiënten (15 % van alle patiënten, 25 % van de patiënten ouder dan 80 jaar) verlaagt dus de score van de gemiddelde overleving van de ganse groep. 9. Gecorrigeerde overleving De geobserveerde vijfjaarsoverleving (%) gecorrigeerd voor leeftijd en stadium Uitleg: Hier worden de overlevingscijfers gecorrigeerd voor leeftijd en stadium, m.a.w. er wordt rekening gehouden met de invloed van leeftijd en stadium van de kanker (beperkt, ernstig, uitgezaaid…). Het gaat opnieuw om een statistische schatting. Gegevens 2009-2011: Aantal patiënten Gecorrigeerde overleving 237 77.6% Resultaat: Het H.-Hartziekenhuis slaagt er in om de overlevingskansen binnen de verwachtingen de houden. Het ziekenhuis situeert zich binnen de betrouwbaarheidsintervallen, wat betekent dat de afwijking van het gemiddelde niet significant is. Ook in dit cijfer wordt naar alle patiënten gekeken, en is er een belangrijk aandeel van niet-geopereerde patiënten (15 %) die het resultaat negatief beïnvloeden. 10. Relatieve overleving De relatieve vijfjaarsoverleving (%) van vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker Uitleg: Om exacter de vijfjaarsoverleving te kennen zou men andere doodsoorzaken (hartziekten, hersenaandoeningen, ongevallen enz.) moeten uitsluiten. Dit is in de praktijk zeer moeilijk omdat men niet altijd de juiste doodsoorzaak kent. Men tracht daarom schattingen te maken aan de hand van sterftecijfers van de ganse bevolking. Door dan het verschil te maken met de sterfte van de borstkankerpatiënten, kan men inschatten bij welke van deze patiënten het overlijden echt een gevolg is van de borstkanker. Hieruit wordt de relatieve overleving berekend, dit is de overleving op 5 jaar enkel rekening houdend met borstkanker. Ook dit getal is een statisch berekende waarde, dus een schatting. Gegevens 2009-2011: Karakteristiek RelaOnderBovenAantal tieve grens grens BI patiënten overBI leving Totaal Alle patiënten 237 84.1% 91.1% 75.7% <50 44 95.4% 99.5% 80.3% 50-69 91 93.8% 98.3% 85.4% 70+ 102 69.8% 85.4% 52.8% Leeftijd (jaar) Gecombineerd stadium 0 1 I 86 103% 109% 91.1% II 97 88.7% 98.1% 75.6% III 30 53.3% 75.9% 27.7% IV 22 34.0% 60.4% 12.2% X 1 Resultaat: Het ziekenhuis blijft binnen het 99 % betrouwbaarheidsinterval. Ook hier wordt het resultaat beïnvloed door het belangrijk aandeel (vooral oudere) patiënten die niet geopereerd werden en dus meestal een slechtere prognose hadden. Patiënten jonger dan 70 jaar hebben een veel betere relatieve overleving die de bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval benadert. Algemeen besluit Het H.-Hartziekenhuis haalt dus een mooi rapport. Alle procedures, noodzakelijk om borstkanker goed te onderzoeken en behandelen worden met ‘een hart voor zorg’ opgevolgd. De cijfers weerspiegelen dus een beleid gericht op kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven. De vrouw met borstkanker is bij ons in veilige handen. De overlevingscijfers zijn zeer goed, vooral bij patiënten die in het algemeen een goede levensverwachting hebben. Bij oudere patiënten wordt niet iedereen geopereerd, omdat we aandacht hebben voor de globale mens en samen met de patiënt kijken naar de haalbaarheid en het nut van een ingreep in de context van andere, mogelijks complexe ziekten..
© Copyright 2024 ExpyDoc