Liturgie - Protestantse Gemeente Borne

de derde zondag van de Veertigdagentijd
8 maart 2015 in de Oude Kerk, 10.00 uur
voorganger ds. Johan Meijer, organist Jan Braakman
lector Paul de Wit, m.m.v. kinderkoor Con Spirito o.l.v. Hetty Verhaagen,
pianobegeleiding Arthur Heerkes
orgelspel voor de dienst
welkom, mededelingen en aansteken van de Paaskaars
tekst
Mijn ogen zijn gericht op U: bevrijd mijn voeten uit het net.
intochtslied psalm 25: 7, 8
tekst
Mijn ogen zijn gericht op U: bevrijd mijn voeten uit het net.
stil moment, woorden van vertrouwen en groet
v: Onze hulp is in de Naam van de Heer
a: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT
v: De Heer zal bij u zijn
a: DE HEER ZAL U BEWAREN
Con Spirito In het donker bij elkaar gekomen
Refrein: In het donker bij elkaar gekomen. Pasen vieren: brood en wijn.
Amper van de vrede durven dromen,want we voelen dat er vijanden zijn.
Jezus vertelt ons van Mozes in Egypte.
Hij en zijn volk waren slaven in dat land.
Stenen bakken: klei en stro voor de strenge farao.
Maar de God van Israël neemt zelf het heft in hand. Refrein
Jezus vertelt ons van Mozes in Egypte.
Hij en zijn volk wilden vluchten uit dat land.
Broden bakken zonder gist, want het volk van Mozes wist:
deze reis door de woestijn wordt lang en heel riskant. Refrein
Jezus vertelt ons: mijn leven wordt gebroken,
net als dit brood. Schenk de rode wijn maar in.
Eet het brood en drink de wijn. God wil dat we samen zijn.
Deze laatste maaltijd is voor ons een nieuw begin.
Refrein In het donker bij elkaar gekomen. Pasen vieren: brood en wijn.
Vrijuit van de vrede durven dromen,want we weten dat we vrij zullen zijn.
gebed om ontferming en om de Geest
moment met de kinderen rond het Veertigdagenproject
tekst (door een kind voorgelezen)
Zoveel lawaai en rommel overal. Kun je Gods woorden nog horen?
Stop! Met al die herrie en gedoe.
Wees stil voor God zodat je zijn woorden kunt horen.
lied Samen op weg naar Pasen
de kinderen gaan naar de nevendienst
Thoralezing Exodus 20, 1-17
lied 310
Evangelielezing Johannes 2, 13-22
lied 1001: 1,2 (lied van de week)
preek
lied 1001: 3
dankgebed, voorbeden, stil gebed en Onze Vader
Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving,
Maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap,
de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen
inzameling van de gaven, tijdens de collecte komen de kinderen terug
Con Spirito Ikke, ikke, ikke
Ik was de laatste weken een beetje chagrijnig.
Nou zeg ik wel: een beetje, maar het was niet te weinig.
Ik liep met zo'n gezicht. Ik smeet de deuren dicht.
Ik weet niet hoe het kwam, hoe ik mezelf ook pijnig.
M'n vader zei: Je kijkt of het huis afgebrand is.
M'n moeder zei: Ik zie al wat hier aan de hand is!
Ikke ikke ikke en de rest kan...ikke ikke ikke en de rest kan me wat.
M'n vriendje in groep zeven die heeft een dure walkman.
Dus ging ik naar m'n vader en zei: Ik wil er ook één!
Maar dat ging mooi niet door, dus had ik weer de smoor in.
Ben met een kwaaie kop m'n bed in gedoken.
M'n broertje zei: Dan kan ik mooi jouw mountainbike krijgen.
M'n zusje zei: Jij denkt ook alleen aan je eigen!
Ikke ikke ikke...
De dokter zegt: Je kunt misschien een pilletje nemen.
Maar weet je wat het is met de meeste problemen?
Ik zal het je verklikken, dus je moet maar even slikken.
't Is misschien wel even schrikken voor grote lomperiken:
Ikke ikke ikke...
Con Spirito de handschoen en de want
Toen 't zomer was, toen hoorde ik wat praten uit een kast.
Ik bleef verschrikt toen even staan, ik was toch wel verrast.
Ik deed de kastdeur open, 't gepraat kwam uit een doos.
't Klonk helemaal niet vriendelijk, nee, het klonk erg boos.
Een deftige, maar boze stem, kwam van een leren handschoen.
Die zei tegen mijn wollen want: “Dit is gewoon geen doen!
Mijn deftig leer bij wanten van doodgewone wol,
dat kàn toch niet, dat is onheus, het is hier overvol!”
Mijn want begon te lachen en haalde op zijn neus. Hij zei:
“Doe niet zo eigenwijs, met je deftige onheus.
Jouw vingers worden 's winters altijd verschrikkelijk koud.
Dat is de reden dat elk mens zo van wanten houdt!
Mijn vingers staan, als 't koud is voor andere vingers klaar.
Ze zitten héél dicht bij elkaar, verwarmen dan elkaar.
Jouw vingers worden héél gauw koud, ze staan maar heel alleen.”
Eén alleen is maar verdrietig, ga toch met je handschoen heen!
Zo is het in het leven ook, we hebben elkaar nodig.
Ieder mens is heel belangrijk, niemand is hier overbodig.
Begin met lief zijn voor elkaar, geen onbegonnen werk.
Samen leven, samen delen, samen sta je altijd STERK!
slotlied 974: 1, 2, 5.
opdracht en zegen, beantwoord met
Con Spirito De zon op mijn gezicht (1 keer koor, 1 keer allen)
God, soms is het donker, we voelen ons alleen.
Het water van de zee spoelt angstig om ons heen.
God, U ziet ons zitten, U haalt ons uit de nacht.
We voelen vaste bodem. Het licht straalt onverwacht.
Zitten of opstaan? Donker of licht? Vluchten of weggaan?
Ik? Ik wil de zon op mijn gezicht.
Na de dienst is er koffie, thee en limonade in de Potkamp, waarbij
iedereen van harte welkom is!