CW Nieuws- en opinieblad voor gelovig Nederland 6 maart 2015 12 CW Nieuws- en opinieblad voor gelovig Nederland 6 maart 2015 BLIJE KERK 13 STUDEREN Studeren IN in LEUVEN Leuven Zware preken De hamvraag van de zestiende eeuw: wie worden er zalig? Blije kerk is het fotoproject van deeltijd-predikant Maarten Boersema. Hij begon in september in de Blije-Holwerd (GKv) en houdt op blijekerk.nl een fotoweekboek bij. CW plaatst elke maand een foto van zijn hand met een kort bijschrift. De geestelijke nakomelingen van Arminius gelden min of meer als vrijdenkers. Maar in hoeverre is dat de waren erfenis van Arminius? Kelly Keasberry ging spitten in de vaderlandse geschiedenis. beeld Maarten Boersema "De preken van de afgelopen waren blijkbaar te zwaar," sprak hij op de kansel. Hij had een glimlach op zijn gezicht en een schroefmachine in de hand. De afgelopen jaren heb ik Arminius op verschillende manieren ontmoet. Allereerst leerde ik hem kennen bij de remonstranten. Hun gesprekskring heette De Arminianen, en vele geloofsonderwerpen passeerden de revue. We spraken niet over wie God was, maar over hoe Hij zou kunnen zijn. De remonstranten geloofden dat God de bakens had uitgezet, en dat het aan de mens was om in het spoor verder te gaan. Hemel en hel waren niet zozeer een oordeel in het hiernamaals, maar allereerst een staat in de menselijke geest en in de wereld. Daarom was de één vegetariër, een ander pacifist en een derde kunstenaar. De tweede plaats waarop ik Arminius leerde kennen was onder gereformeerden. Hier zag ik plotseling een andere kant van hem. Het was het gezicht van een ketter; een afvallige die de Goddelijke voorbeschikking verwierp en de menselijke wil daarvoor in de plaats stelde. In zijn boek Duplex Amor Dei schrijft William den Boer dat Arminius een veelbesproken theoloog is. Toch wordt zijn werk weinig bestudeerd. Dat is opmerkelijk, want wie heeft er nu niet een mening over hem? Ik besloot een essay te schrijven over deze Jakob Hermansz (1560-1609), beter bekend als Arminius, in een poging de waarheid te ontsluieren. Want wat zegt Arminius nu werkelijk over oordeel en verlossing? Waarheid Arminius bleek in geen geval een vrijzinnige verlichtingsdenker. Sterker nog: hij leek in het geheel niet op Klaas Hendrikse, Herman Philipse of Richard Dawkins. Hij was vooral een theoloog die naar waarheid hunkerde. Het punt was alleen dat hij niet zoveel kon met de leer van Johannes Calvijn. In de zestiende eeuw was het theologische vraagstuk van de dubbele predestinatie een heet hangijzer. Cavijn was er een warm pleitbezorger van. Het hield kort gezegd in dat God van tevoren heeft beschikt wie er verloren gaan, en wie er behouden worden. Genade is in dat opzicht onweerstaanbaar; je krijgt het en je kunt er niets aan afdoen. Hetzelfde gold volgens Calvijn voor verdoemenis. Arminius kon hem volgen in de redenering dat sommige mensen verdoemd waren, en andere uitverkoren. Net als Calvijn geloofde hij dat God het was die deze decreten had uitgevaardigd, en dat ze eeuwig waren. Toch deed zich een conflict voor. Dit draaide om het subject van uitverkiezing. De stroming van Calvijn geloofde dat dit een geschapen mens was (homo crea mirabilis); Arminius geloofde dat het een gelovige betrof. Arminius schreef vier verhandelingen: over God, de mensheid, zonde en verzoening. Hierin onderschreef hij de gereformeerde doctrines van sola scriptura en sola gratia et fides. (Door Schrift, genade en geloof alleen.) Niettemin meende hij toch ook tegenwicht te moeten bieden aan wat hem dwarszat: het determinisme achter de dubbele predestinatie. Hij verweet de calvinisten dat zij hun dogma’s belangrijker vonden dan de Bijbel zelf. Volgens Arminius deed de dubbele predestinatie echter geen recht aan Gods rechtvaardigheid, liefde en de menselijke vrije wil. Integendeel, zo stelde Arminius: het verwondde zelfs de glorie van God. Conflict In feite centreerde het hele conflict zich rond Romeinen 9, en in het bijzonder de verzen 22 en 23. De aanhangers van Calvijn stelden dat deze verzen betrekking hadden op groepen; de Arminianen waren ervan overtuigd dat individuen betrof. De calvinisten geloofden dat Gods voorzienigheid en predestinatie noodzakelijkerwijs met elkaar verbonden waren. Arminius echter ontkende dit. Volgens hem voorziet God inderdaad in genade en verzoening, maar begrenst hij zichzelf omwille van de menselijke vrije wil. Arminius stelde dat alle gelovigen uitverkoren zijn, en alle ongelovigen verdoemd. Want alleen door Gods genade is de mens in staat zijn liefde te aanvaarden. De calvinisten op hun beurt, verweten Arminius dat hij Gods soevereiniteit ter discussie stelde. Sterker nog: hij zou de vrije wil een centrale plaats toe- In de zestiende eeuw was de dubbele predestinatie een heet hangijzer kennen in het proces van redding en uitverkiezing. Alsof de mens eerst voor God kiest, in plaats van omgekeerd. Spoedig kwam het tot een conflict tussen Calvinisten en Arminianen. De Nederlandse theoloog Franciscus Gomarus (1563-1641) daagde Arminius voor de rechtbank, waar hij hem ketterij ten laste legde. De zaak werd beslist in het voordeel van de contraremonstranten. En hoewel Arminius enkel tegenwicht had willen bieden aan het steile calvinisme, baarde hij een ander soort protestantisme. Zijn worsteling bleef echter niet zonder effect. Remonstranten, methodisten, baptisten en charismatische christenen stoelen hun leer op Arminius. Gereformeerden en presbyterianen op hun beurt, zijn altijd trouw gebleven aan Calvijn.
© Copyright 2024 ExpyDoc