Eiland van Pelops De naam Peloponnesos is een samentrekking van het Griekse woord Nisos, dat eiland betekent, en Pelops, een held uit de Griekse mythologie. Oorspronkelijk was dit eiland van Pelops een schiereiland en het meest zuidelijke gedeelte van het Griekse vasteland. Het is ongeveer zo groot als half Nederland. Verken het echte Griekenland op het ongerepte Peloponnesos, vol olijfbomen en nog vrijwel onaangetast door het toerisme. Hier vindt u nog het traditionele Griekenland met een overweldigende natuur waar wandelaars en natuurliefhebbers hun hart op kunnen halen. Culturele schatten in overvloed. Zo vindt u hier het oude Olympia, thuishaven van de Olympische Spelen, Het kanaal van Korinthië, Sparta en de grotten van Diros. Met in het hoogseizoen door Grieken drukbezochte stranden tot verstilde baaien in het voor- en naseizoen, is het hier ook een paradijs voor de zonliefhebber. Het schiereiland Peloponnesos! De rijke geschiedenis van de Peloponnesos gaat terug tot 8000 v. Chr. Met de Doriers op de Isthnus van Koroninthe. Van Argos, via Meceyne en Tyrins naar de hellenistische periode, gevolgd door het Byzantijnse rijk, de kruistochten van de Frankische ridders, de Vientianen en als laatste een 400-jarige Turkse overheersing. Het hijsen van de Griekse vlag op het klooster van Aghia Lavra bij Kalavrita op 25 maart 1821 was het teken voor een jarenlange vrijheidstrijd die eindigde met het uitropen van de Griekse republiek in 1827. 25 maart is nog steeds de belangrijkste nationale feestdag in Griekenland. Meer dan een museum Door deze rijke geschiedenis heeft vooral de Peloponnesos een schat aan overblijfselen uit de voorliggende perioden en wordt ook wel aangeduid als een groot openluchtmuseum. Maar de Peloponnesos is meer dan een museum! Het heeft prachtige natuur met veel afwisseling: uitgestrekte stranden, bossen, bergen met een hoogte tot wel 2400 meter, de ruige Tayegetos en de vriendelijke Parnonas en niet te vergeten: de schilderachtige dorpjes van Arkadia. Een goed wegennet maakt het eenvoudig de Peloponnesos tot in alle uithoeken te bezoeken en daarom is het een geschikte bestemming voor alle vormen van vakantie. En helemaal bij uitstek die Mooie Mani op de fiets! Peloponnesos de ligging: De Peloponnesos is het meest zuidelijke deel van het vasteland van Griekenland en wordt in het noorden begrensd door de Golf van Korinthos en het Kanaal van Korinthos (dat in 1893 deze regio van schiereiland tot eiland maakte, de Egëische Zee en de Ionische Zee. De Peloponnesos is half zo groot als Nederland en wordt bewoond door slecht 1,5 miljoen mensen. De meeste van hen leven van de landbouw en in mindere mate van de visserij. Het toerisme echter neemt hand over hand toe en vormt een nieuwe, goede bron van inkomsten. Het eiland is uitermate bergachtig. De bezoeker wordt in het binnenland geconfronteerd met zeer bochtige wegen en weggetjes, waar slechts spaarzaam verkeer voorkomt. Eenzaamheid alom met af en toe een dorpje, dat er schijnbaar verlaten bijligt. Op enkele plaatsen kronkelt in het voor– en najaar een rivier, die land- en tuinbouw mogelijk maakt. De bergen zelf zijn op de hellingen begroeid met duizenden olijfbomen en hogerop met naaldof loofbomen. Tot diep in het voorjaar zijn de hoogste toppen met sneeuw bedekt. De bergen lopen meestal steil in de zee af (Mani), waardoor van brede zandstranden geen sprake is. Die liggen wel langs de westkust, de noordkust en de noordoostelijke kust langs de Golf van Agrolis. De naam Peloponnesos is afgeleid van die van de mythische, beroemde en beruchte held Pelops. Het tweede deel van het woord is Grieks van ‘Eiland’(nisi). Mani De Mani heeft ± 15.000 inwoners, het middelste schiereiland aan de zuidkust van de Peloponnesos, is een streek met een heel eigen karakter. Zij wordt in het noordoosten gegrensd door het Taigetosgebergte en aan alle andere kanten door de zee. De zuidpunt is de legendarische Kaap Ténaro, met aan de voet de ingang van de mythologische Hades, het onzichtbare dodenrijk. Over de oorsprong van de naam Mani bestaan verschillende lezingen. Volgens de één ligt de verklaring bij de furie (Mania, waar het Nederlandse woord manie van is afgeleid) waarmee de Lakoniers hun vrijheid verdedigden .Volgens een ander is Guillaume de Villehardouin de naamgever. Deze Franse bezetter van de Peloponnesos bouwde in 1248 een kasteel in Mezapos dat hij Le Magne noemde. De Mani valt in twee geografische delen uiteen: Exo Mani (Buiten- Mani) en Mesa Mani (Binnen Mani), waarbij voor velen de Binnen-Mani de echte Mani is. De grens tussen beide Mani’s loopt ter hoogte van Areopoli, de grootste plaats van de Mani. Door de Buiten-Mani loopt een doorgaande weg: vanaf Kambos naar Areopoli. Door de Binnen- Mani , het zuidelijke deel, loopt een ringweg, die in het zuiden een staartjes heeft tot porto Kargo. Behalve het intrigerende landschap zijn de vele middeleeuwse, Byzantijnse kerkjes en stoere woontorens aantrekkelijke ingrediënten van een tocht door de Mani. Geschiedenis Het Taigetosgebergte, waarover eeuwenlang vluchtelingen trokken naar de Mani om uit de handen van de bezetters te blijven, vormt de sleutel tot de geschiedenis van de Mani. De eerste bewoners waren Spartanen die waren gevlucht voor indringers die vanaf de 14 e eeuw v. Chr. De Peloponnesos onveilig maakten, zoals de Macedoniërs en de Romeinen. De Manioten beschouwen zich als afstammelingen van deze ooit zo onverschrokken Spartanen en gaan er dan ook prat opdat de ruige onherbergzame Mani, in de eeuwen daarna vrij is gebleven van vreemde overheersers. Mede daardoor kreeg het christendom pas in de negende eeuw een voet tussen de deur. Het voordeel daarvan was dat de kerkbouw meteen kon aansluiten bij het hoge niveau dat de Byzantijnse bouwkunst in die periode had bereikt. Dit gegeven, gevoegd bij het feit dat het naburige Mistras in de eeuwen daarna de bouw van kleine kloosters, heeft ervoor gezorgd dat Mani bezaaid is met kleine, middeleeuwse kerken. De geïsoleerde Mani ontwikkelde in de 14 e eeuw eden eigen maatschappelijke orde, waarin clans van rijke families de dienst uitmaakten. Het bezit van de schaarse vruchtbare grond was een voortdurende bron van vetes tussen de verschillende clans. Om zich tegen Turkse invallen en vijandelijke clans te kunnen beschermen, werden rond 1600 de eerste woontorens gebouwd. De woontorens bepalen nu nog in hoge mate de dorpsgezichten in de Mani. De strijdvaardige, onafhankelijke geest van de Manioten was van grote waarde bij de start van de Onafhankelijksoorlog. Vanuit de Mani hebben de machtigste clans, zoals de Mavromichalis en de Nykliers, een belangrijke bijdrage geleverd aan de eerste successen tegen de Turken. Na de Griekse onafhankelijkheid gaven de eigenwijze clans, die over eigen legertjes beschikten, echter grote problemen. Zijn wensen niet op te gaan in een moderne, democratische staat, waarin eigen richting niet is toegestaan en macht op democratische wijze moet worden verkregen. Dat er scholen nog en wegen waren, deerde hen niet. Er moest in 1834 een regiment Beierse soldaten aan te pas komen om de Manioten hun plaatst de wijzen. De lukte slecht. De Duitsers werden vernederd verslagen en ook een versterking van nog eens zesduizend soldaten kon de Manioten niet klein krijgen. Door onderhandelingen werd een eind aan deze crisis gemaakt, waarbij de Manioten als concessie toestonden dat de hoogtes van de torens beperkt zouden worden. Een maatregel die nooit op zijn uitvoering is gecontroleerd. De onderlinge vetes gingen tot ver in de 19 e eeuw door, ondanks pogingen van de Griekse regering er een eind aan te maken. De Mani raakte behoorlijk ontvolkt in de 20ste eeuw. De onvruchtbare bodem bood onvoldoende middelen van bestaan. Slavenhandel en piraterij, waar vroeger een goed belegde boterham mee werd verdiend, waren bij wet verboden. Velen verkozen aan aangenamer bestaan te hebben in de grote stad. Aan die leegloop lijkt een einde te zijn gekomen. Wie door de Mani reist, treft haf verlaten dorpen aan met tot ruines vervallen maar ook bewoonde woontorens. Door het toerisme krabbelen de dorpen Stoupa, Kardamili, Agios Nikolaos overeind en worden de woontorens in toenemende mate als kamers verhuurd. De met muurtjes omgeven vruchtbare gronden worden benut voor de verbouw van citrusvruchten, katoen en tarwe. Er worden varkens gehouden, schapen en geiten. De varkens zorgen voor een regionale specialiteit: Synklina, een zoutige worst. Verder uiteraard, olijfbomen en haar vele oogsten en de visvangst. Eigen cultuur Een eigen cultuur houdt het langst stand in geïsoleerde streken. Zo ook in de Mani, waar de zeden en gewoonten in dienst stonden en nog staan van de familieclan. Nog meer dan in de rest van Griekenland werd belang gehecht aan de geboorte van een zoon. Als bruid arriveerde bij haar nieuwe huis, gooide ze met muntstukken, om zo aan te tonen dat ze veel jongens wilde baren. Elk nieuw ‘geweer’ zo werden pasgeboren jongen genoemde deed kracht van de Mani toe nemen. De kraamvisite schoot eerst met een geweer in de lucht, alvorens de jonge geborene te bekijken. Vrouwen hadden een dubbele taak: op het veld en in huis. Daarboven vertolkten ze de liederen die naast de torens en de kerkjes, tot het belangrijkste cultuur goed van de Mani behoren.
© Copyright 2024 ExpyDoc