Beslissing - Décision Delhaize 25-02-2015 Geen opmerkingen

BESLISSING DELHAIZE 24.02.2015: GEEN OPMERKINGEN
DÉCISION DELHAIZE 24.02.2015: PAS DE REMARQUES
Adverteerder/Annonceur: DELHAIZE
Product-Dienst / Produit-Service:
Skrei kabeljauw
Media/Média: Radio
De radiospot gaat als volgt:
Vrouw: “Mm, da’s lekker. Met Jeroen De Pauw voor Delhaize in een
Noorse haven.”
Man: “Ja, want hier vist Delhaize op skrei van de allerbeste kwaliteit.
Jonge kabeljauw met sneeuwwit en zacht vlees. Iedereen is daar zot
op. Skrei wordt trouwens alleen rond Valentijn gevangen. Vandaar de
bijnaam ‘lovefish’.”
Vrouw: “Mm, klinkt verleidelijk.”
Man: “Ja, vooral als je die skreifilet in een fijn sneetje gezouten spek
rolt en dan in de pan bakt. Heerlijk.”
Vrouw: “En nog de hele week krijg je op een kilo skreifilet 25%
korting.”
VO: “Delhaize, goed kopen goed eten.”
Klacht(en) / Plainte(s)
In de huidige omstandigheden waarbij alle levende wezens in
onze voedselketen onder druk staan, vindt de klager het absoluut
beneden alle peil om reclame te maken voor het vissen op en eten
van jonge vis. Deze vissen moeten de kans krijgen om tot
wasdom te komen.
Beslissing Jury in eerste aanleg /
Décision Jury de première instance:
Geen opmerkingen /
Pas de remarques
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) in eerste
aanleg heeft de volgende beslissing genomen in dit dossier.
De Jury wenst vooreerst in herinnering te brengen dat het niet tot haar
bevoegdheid behoort om zich uit te spreken over de aard, de kwaliteit
of de relevantie van een product of van een dienst maar wel over de
reclame die erover kan worden gemaakt, zonder zich hierbij te buigen
over het maatschappelijk debat inzake duurzame visvangst, dat buiten
haar bevoegdheid valt.
De Jury heeft vastgesteld dat de betrokken radiospot reclame maakt
voor “skrei”, jonge kabeljauw die in een bepaalde periode van het jaar
wordt gevangen.
Zij is van mening dat het loutere gebruik van het adjectief “jong” in
deze context onproblematisch is.
De Jury is met name van oordeel dat deze reclame niet aanzet tot een
onrespectvol gedrag ten opzichte van het milieu en geen inbreuk
uitmaakt op het principe van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire
bepalingen, heeft de Jury derhalve gemeend geen opmerkingen te
moeten formuleren op deze punten.
Gelieve er nota van te nemen dat deze beslissing pas definitief wordt
na het verstrijken van de termijn voor het instellen van hoger beroep.