pdf

PJ 2014/167: Afwikkeling pensioentoezegging directeur woningcorporatie. Besluiten RvC blijven in
stand. Maatschappelijke onvrede niet aan bod.
_______________________________________________________________________________________
Noot
Geschreven door: mr. A.G. van Marwijk Kooy CPL
1.
Dit is eigenlijk geen pensioenzaak. Maar de uitspraak betreft wel een van de geruchtmakende, of eigenlijk beruchte,
individuele pensioenkwesties van de afgelopen jaren. Daarom toch enkele kanttekeningen bij deze uitspraak. Hij is te
boeiend om anoniem te laten passeren.
2.
Het gaat in essentie om de afhandeling van het pensioen van directeur Staal door de RvC van woningbouwcorporatie
Vestia. Staal is de mens van vlees en bloed achter ‘gevoegde partij sub 1’. De feiten rond Vestia in het algemeen, en de
afwikkeling van Staal's dienstverband zijn de afgelopen jaren breed uitgemeten. Dat dit veelal onjuist gebeurde is hier
bijzaak. Onmiskenbaar lijkt me echter dat de onjuiste kleuring van de feiten in de publiciteit de uitkomst van deze
procedure voor de gemiddelde Nederlander extra onbegrijpelijk maakt. Lees er de webfora maar op na: zelfs de rechters
helpen een boef als Staal, die Vestia om zeep heeft geholpen, daarmee weg te komen en ook nog eens z'n gouden
handdruk van meer dan € 3 miljoen extra pensioen te behouden; schande, het einde van de rechtsstaat. Aldus de
bloggers.
3.
Het is inderdaad een merkwaardige zaak. Ik vat de kwestie zeer verkort en versimpeld samen. Een oorspronkelijke
(1994) eindloonregeling wordt later (in 2005) omgezet in een beschikbare premieregeling. In 2010, als het rendement op
de premies tegenvalt, tekenen 2 van de 7 commissarissen van Vestia een document waarmee die omzetting lijkt te
worden teruggedraaid. Althans, de basis daarvoor wordt gelegd: er zal een bindend advies komen over de vraag of
Vestia niet alsnog de oorspronkelijke eindloongedachte moet respecteren. € 2,8 miljoen wordt bij advocaten geparkeerd.
Dat bindend advies komt er vervolgens echter niet. Op 30 november 2011, enkele maanden voor het ontslag van Staal,
tekenen diezelfde twee leden een nadere overeenkomst waardoor Staal recht krijgt op een nabetaling terzake
compensatie versobering pensioenregeling van afgerond € 3,1 miljoen. De overige 5 leden van de RvC zijn bij die
overeenkomst niet betrokken. Wel wordt in de RvC vergadering van (later) die dag genoteerd dat de overeenkomst tot
stand is gekomen. Het bedrag van de nabetaling wordt in de notulen niet genoemd. Op 30 januari 2012 is het ontslag
van Staal aan de orde in de voltallige RvC. Inmiddels is de Vestia-bom gebarsten. De RvC heeft advies ingewonnen over
de vraag of Vestia af kan komen van de verplichting Staal € 3,1 miljoen terzake pensioencompensatie te betalen.
Advocaten adviseren ter plekke van niet. De RvC besluit de overeenkomst van 30 november 2011 na te komen. Betaling
van de € 3,1 miljoen vindt de volgende dag plaats.
4.
Tegen de besluiten van 30 november 2011 en 30 januari 2012 richt de dagvaarding zich. Een dagvaarding met Vestia
als eiser: de (nieuwe) leiding van Vestia probeert de besluiten van de eigen organen terug te draaien. Dat lukt uiteindelijk
niet omdat de rechtbank geen grondslag aanwezig acht voor het aannemen van nietigheid of voor vernietiging van de
besluiten van de RvC. Die conclusie bereikt de rechtbank via een grotendeels rechtspersonenrechtelijke en
verbintenisrechtelijke analyse die ik hier onbesproken laat. De essentie daarvan is deze: (1) degenen die contracteerden
en besloten waren daartoe bevoegd en (2) dwaling van de rechtspersoon kan niet aangenomen worden als de begin
2012 fungerende commissarissen allemaal zeggen dat ze wisten wat ze deden. De gewone burger zal die argumentatie
niet gelezen hebben of deze onbegrijpelijk vinden. Of het recht het volk moet opvoeden of andersom laat ik in het
midden.
5.
Met de pensioenbril op maak ik nog een enkele opmerking.
— De omzetting van de pensioentoezegging in 2005 van eindloon naar beschikbare premie was een wezenlijke. Die
omzetting had de RvC misschien nog beter moeten documenteren. Met name geldt dat voor de vraag of inderdaad
beoogd werd alle pensioenrisico's vanaf dat moment bij werknemer Staal te leggen.
—
Dit is in aanleg een vingerwijzing voor elk collectief, maar zeker ook individueel wijzigingstraject. Zeker de
werkgever heeft er belang bij te voorkomen dat de werknemer later nog grond heeft de discussie wederom te
openen. In de huidige gesprekken rond de aftopping van pensioenopbouw is dat een aandachtspunt.
—
De structurering van individuele pensioenregelingen van Raad van Bestuur leden en ander hoger management
verdient ook thans nog speciale aandacht. De standaardiseringsslag van het afgelopen decennium doet daaraan
niet af.
—
Werkgevers hebben hierin een evidente verantwoordelijkheid. Maar dat geldt ook voor de pensioenuitvoerders, die
onheldere afspraken niet zouden moeten uitvoeren. En tot slot hebben ook de bestuurders zelf groot belang bij
heldere contracten: de publieke opinie is meedogenloos.
6.
Staal heeft deze rechtszaak, waarin hij eiser noch gedaagde was, gewonnen. Maar dat betekent nog niet dat hij rustig
van zijn aldus wat verhoogde pensioen kan genieten.