Op stap naar het 1e leerjaar

Op stap naar het 1ste leerjaar
Schoolrijpheid?
Ook de ouders doen er toe!
Werkgroep zorg - KOM
Inleiding
Uit de kindermond…
• Ik wil naar het eerste leerjaar en ik wil snel leren lezen want
dan kan ik Jommeke lezen, mijn lievelings-strip…
• Oh het eerste leerjaar is fijn dan krijg ik een grote boekentas,
een nieuwe pennenzak en een turnpakje.
• Ik zou het plezant vinden om te kunnen schrijven dan kan ik zelf
een verhaal schrijven .
• Ik wil niet naar het eerste leerjaar want daar mag ik niet spelen
en moet ik altijd werken.
• Ik ben bang om naar het eerste leerjaar te gaan. Ik blijf liever
bij mijn kleuterjuf.
• Nu ben ik al een echte ‘student’
Uit de oudermond…
• Opgepast met deze uitspraken …
In het eerste leerjaar…
•
•
•
•
•
•
… dàn moet je werken…
… dàn is het gedaan met spelen…
… dàn moet je stilzitten en zwijgen …
… dàn moet je flink opletten…
… dàn ben je groot…
… dàn ga je veel leren…
Uit de leerkrachtenmond…
• Kleuterleidster:
• Ik geef mijn kleuters niet graag af.
• Ik ben benieuwd of ze hun draai gaan vinden in het 1ste lj.
• Lkr 1ste lj:
• Ik zit te popelen om de kinderen te leren kennen
• We gaan hier van alles leren en foutjes maken mag.
-> Van proberen kan je leren!
Goed om weten
•
Een kind ontwikkelt op verschillende domeinen.
•
Een kind ontwikkelt op eigen tempo en niet op alle domeinen even snel.
•
Aan vaardigheden i.v.m. schoolrijpheid wordt zowel in de kleuterschool
als in het eerste leerjaar gewerkt.
•
Heel wat vaardigheden van je kind kunnen al spelend gestimuleerd
worden.
•
Zelfvertrouwen en motivatie stimuleren een kind.
•
Bevestiging en succeservaringen in een veilige omgeving zijn hiervoor
belangrijk.
Verschillende ontwikkelingsdomeinen
Verschillende ontwikkelingsdomeinen
•
•
•
•
•
zelfredzaamheid
motorische ontwikkeling
tijd en ruimte
voorbereiden op rekenen
taal- en spraakontwikkeling ->
woordenschat
-> zinsbouw
-> voorbereiden op lezen en schrijven
• werkhouding
• sociale en emotionele ontwikkeling
Zelfredzaamheid
Wat?
• Zelfstandig een aantal activiteiten kunnen
doen en zelf verantwoordelijkheid kunnen
opnemen.
Hoe kunnen ouders helpen?
• Helpen groeien naar zelfstandigheid:
• Leer je kind zorg te dragen voor persoonlijke zaken zoals de
de boekentas, de brooddoos, het tussendoortje, …
• Werk aan gewoontevorming:
• leren opruimen
• een vaste plaats geven aan allerlei materiaal zoals schooltas, kledij …
• Stimuleer je kind om steeds meer dingen zelf te doen.
• naar het toilet gaan.
• handen wassen.
• jas aandoen.
• neus snuiten .
• aankleden
-> Wat je kind wil proberen, laat je het proberen!
De motorische ontwikkeling
Wat?
• De motorische ontwikkeling kunnen we onderverdelen in
drie domeinen:
• de grove motoriek
• de fijne motoriek
• de ruimtelijke oriëntatie
De grove motoriek
Wat?
Jouw kind heeft controle over zijn eigen lichaam.
• Loopt jouw kind soepel of houterig?
• Welke lichaamsbeheersing toont je kind bij het lopen
springen, huppelen, balvangen….?
• Heeft jouw kind een goede zithouding?
• Kan jouw kind gedurende een langere tijd stilzitten?
Hoe kunnen ouders helpen?
• Geef jouw kind veel kansen om te bewegen: fietsen, zwemmen,
rollen, klimmen, werpen, … Op andere momenten mag je ook
verwachten dat je kind even rustig stilzit.
• Laat jouw kind allerlei dingen zelf doen.
• Laat jouw kind zich zo zelfstandig mogelijk aan- en uitkleden,
• Laat jouw kind binnen en buiten helpen bij activiteiten die de
vaardigheden en de samenwerking van beide handen stimuleren
zoals harken, wieden, roeren, wringen, ...
De fijne motoriek
Wat?
• Heeft jouw kind een vlotte arm-, hand- en vingerbeheersing?
• Is de samenwerking tussen de beide handen goed?
• Jas dichtdoen.
• Veters binden.
• Schrijven .
• Heeft het kind een goede pengreep?
• Heeft jouw kind al een voorkeurhand (schrijfhand)?
• Houdt jouw kind zijn schrijfhand juist (geen bovenhandse
pengreep)?
• Staan de vingers ongeveer 2 centimeter boven de punt
van het potlood?
Hoe kunnen ouders helpen?
• Stimuleer je kind zoveel mogelijk zelf zijn knopen dicht te doen,
ritsen te sluiten, …
• Knutsel samen met jouw kind.
• Heb tijdens het spontaan, kleuren,tekenen, schrijven … aandacht
voor de juiste pengreep en schrijfhouding van je kind.
Ruimtelijke oriëntatie
Wat?
• Voelt jouw kind het verschil in richting aan tussen:
• boven en onder
• voor en achter
• links en rechts
• Kent jouw kind begrippen zoals:
•
•
•
•
•
•
•
voor - achter
tussen - naast
onder - boven
links – rechts
ver – dicht
in – op
…
Hoe kunnen ouders helpen?
•
Geef opdrachten met ruimtebegrippen.
•
Laat jouw kind experimenteren met alle richtingen.
Laat het bouwen in de hoogte, in de breedte, naar zich toe of van zich
weg en laat het zeggen wat het doet.
-> Zeg wat je doet en doe wat je zegt.
Omgaan met tijd en ruimte
Wat?
• Kinderen hebben nood aan structuur en houvast. De begrippen
die met tijd en ruimte te maken hebben, ordenen hun wereld en
maken deze voorspelbaar en veilig. Laat jouw kind die ordening
ervaren.
• Kunnen omgaan met begrippen van tijd.
Hoe kunnen ouders helpen?
• Spreek met jouw kind over tijd en ruimte.
Koppel begrippen van tijd en ruimte aan dagelijkse activiteiten.
• Gebruik samen met jouw kind een zandloper, chronometer,
kookwekker, wandklok, …
• Gebruik feestdagen en jaarlijkse gebeurtenissen als ankerpunt
om de wereld van jouw kind te ordenen.
Voorbereiden op rekenen
Wat?
• Tellen:
•
•
•
•
•
rijtje opzeggen = tellen van 1 tot 10
aanwijzend tellen: aanwijzen en dan tellen
synchroon tellen: aanwijzen en tellen tegelijk
resultatief tellen: hoeveelheden bepalen
kleine hoeveelheden in één keer zien
• Omgaan met hoeveelheden:
• begrippen: meer, minder, evenveel, erbij, eraf, samen, …
• vergelijken en benoemen, van minder naar meer, van weinig naar veel,…
•
Bewustwording van cijfers.
Hoe kunnen ouders helpen?
• Betrek jouw kind bij allerlei ‘telbare’ situaties.
• Speel met jouw kind spellen waarbij tellen en hoeveelheden aan
bod komen .
• Laat jouw kind voorwerpen sorteren: groot bij groot, klein bij
klein, lang bij lang, kort bij kort, …
• Gebruik de ‘begrippen ‘ waar het kan:
•
•
•
•
•
•
veel – weinig
meer – minder
minst – meest
erbij – eraf
Hoeveel zijn er samen?
Hoeveel zijn er over?
Voorbereiden op lezen en schrijven
Wat?
•
•
•
•
Beseffen dat woorden uit klanken bestaan.
Zich bewust worden van letters.
Beseffen dat klanken worden weergegeven door letters.
Verschillen en gelijkenissen kunnen horen:
•
•
•
•
ram - raam
deur – duur
reus – ruis
oom – b oom
• Kunnen rijmen.
• Kunnen hakken en plakken.
• Verschillen en gelijkenissen kunnen zien:
•
•
•
•
┌
€
D
¥
┐
£
B
y
Hoe kunnen ouders helpen?
• Ga met jouw kind naar de bibliotheek.
• Wek bij jouw kind interesse op voor boeken en lezen.
Toon dat je zelf ook leest. Je bent als ouder een voorbeeld voor
hen.
• Lees voor en vertel uit (prenten)boeken.
• Met boeken kan je nog meer dan voorlezen alleen o.a. praten,
tekenen, knutselen…
• Doe rijm- en letterspelletjes met jouw kind.
• Laat jouw kind de letters van zijn eigen naam zoeken.
-> Maak van een voorleesmoment een gezellig moment.
Wek vooral op een positieve manier interesse op.
Werkhouding en concentratie.
Wat?
• Concentratie:
• Een langere tijd met hetzelfde bezig blijven.
• Zich niet laten afleiden door prikkels uit de omgeving.
• Een langere tijd aandachtig kunnen luisteren.
• Werkhouding:
• Stap voor stap werken.
• Hulp durven vragen.
• Volhouden tot iets afgewerkt is.
Hoe kunnen ouders helpen?
• Beperk het aanbod waaruit jouw kind kan kiezen.
• Help jouw kind om te kiezen wat het gaat doen.
• Denk niet in de plaats van je kind, maar leer je kind vooral zelf
denken.
•
•
•
•
Hoe kan je dat oplossen?
Wat ga je eerst doen? Wat daarna?
Is het gelukt wat je wilde doen?
Geef positieve feedback.
• Stimuleer jouw kind om iets af te werken.
Sociale en emotionele ontwikkeling
Wat?
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Zelfvertrouwen hebben.
Opkomen voor zichzelf.
Vlot contacten leggen.
Weerbaar zijn.
Kunnen omgaan met regels en afspraken.
Opmerkingen aanvaarden.
Conflicten leren oplossen.
Tegen verlies kunnen.
Weten wat goed en slecht is.
Gevoelens herkennen bij zichzelf en bij anderen = deze kunnen
verwoorden.
• Samenwerken.
Hoe kunnen ouders helpen?
• Help, steun, stimuleer, doe voor.
• Wees vooral positief.
Als de overgang wordt uitgesteld…
Mogelijkheden:
•
Een extra jaartje kleuteren kan zinvol zijn want in de kleuterklas gebeurt er
heel wat meer dan enkel maar spelen.
Het spel is het middel om:
•
•
vanuit succeservaringen de ontwikkeling te stimuleren
•
om vanuit een positief zelfbeeld te leren omgaan met elkaar
•
zelfstandig te leren zijn
•
een goede werkhouding aan te leren
•
…
De overstap naar het buitengewoon onderwijs.
•
De speelleerklas is een brugklas tussen de laatste kleuterklas en het eerste
leerjaar met de bedoeling dat ze na één jaartje terug de overstap maken
naar het 1ste lj in het gewoon onderwijs.
•
Een klas in een school voor buitengewoon onderwijs.
Schoolrijpheidstesten?
• Schoolrijpheidstesten zijn beperkt, je moet de resultaten ervan
zien in een groter geheel.
Beslissingen worden genomen op basis van observatie- en
testgegevens doorheen de hele kleuterschool.
• Overgaan naar het 1ste leerjaar gebeurt in overleg met het
schoolteam en de ouders.
• Ook jouw kind geeft aan of het klaar is om de overstap naar het
eerste leerjaar te maken.
-> Al deze factoren samen geven een totaalbeeld van je
kind.
Uit de kindermond…
Mama en haar dochtertje
rijden met de auto naar de
winkel.
Als men voorbij dit bord rijdt,
gebeurt er het volgende:
“Mama, mama stop!”
Mama zet de wagen aan de kant.
De kleuter zegt:”
M O L -> Mol