PERSBERICHT 18 FEBRUARI 2015 Hoe Nederlandse vluchtelingen het religieuze landschap in de 16e eeuw beïnvloedden VU-hoogleraar Kerkgeschiedenis Mirjam van Veen ontvangt €750.000 van NWO Hoogleraar Kerkgeschiedenis Mirjam van Veen van de Vrije Universiteit Amsterdam en onderzoeker Jesse Spohnholz van de Washington State University krijgen € €750.000 voor hun onderzoek naar de invloed van zestiende-eeuwse Nederlandse vluchtingengemeentes in het Duitse Rijnland op het Nederlandse religieuze landschap. Zij onderzoeken hoe deze gereformeerde vluchtelingengemeentes in een lutherse of katholieke omgeving hebben gefunctioneerd en hoe deze vluchtelingen het religieuze landschap in Nederland hebben beïnvloed. Het bedrag komt uit de Vrije competitie geesteswetenschappen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en daarvan kunnen drie onderzoekers worden aangetrokken. Nederlandse vluchtelingen in het Duitse Rijnland In de zestiende eeuw ontvluchtten tienduizenden mensen het oorlogsgeweld in de Lage Landen en zochten hun toevlucht in het Duitse Rijnland. In sommige steden werden ze gastvrij onthaald en maakte de stedelijke overheid dankbaar gebruik van de economische impulsen die deze groep immigranten meebracht. Andere steden vreesden de komst van groepen vreemdelingen en waren beducht voor de concurrentie van deze ambachtslieden van vreemde herkomst. Van Veen: “De mogelijke invloed van de vluchtelingengemeentes in het Rijnland roept de vraag op of het klopt dat vluchtelingen in de regel radicaliseerden, en dat met name deze vluchtelingen ervoor zorgden dat de calvinistische beweging in de zestiende eeuw koos voor een radicale koers”. Van radicalisatie naar religieus samenleven In verschillende steden in het Duitse Rijnland ontstonden juist unieke vormen van religieus samenleven. In sommige steden werden de veelal gereformeerde vluchtelingen deel van de bestaande plaatselijke kerk. In de plaats Wesel bijvoorbeeld ontwikkelde zich een samenspel tussen gereformeerde nieuwkomers en de primair lutherse bevolking binnen dezelfde kerk en deden beide groepen aan dezelfde kerkdienst mee. Religieuze tolerantie Van Veen vermoedt dan ook dat er vluchtelingen zijn geweest die niet radicaal waren en de houding ‘leven en laten leven’ ontwikkelden. Ballingen die, nadat Willem van Oranje eenmaal voet aan de grond had gekregen, terugkeerden naar de Republiek en vaak pleitten voor vormen van religieuze tolerantie. “Het bekendste voorbeeld is misschien wel de Utrechtse predikant Huibert Duifhuis”, aldus Mirjam van Veen. “In de Utrechtse kerk probeerde hij een liturgisch compromis te introduceren. Hij droeg katholieke liturgische kleding, volgde het katholieke leesrooster en vierde het gereformeerde avondmaal. Zijn lichtend voorbeeld was de praktijk in het Duitse Rijnland. Er is dus alle reden om gangbare theorieën over radicalisering van vluchtelingen én over het ontstaan van de typisch Nederlandse tolerantie opnieuw tegen het licht te houden”. NOOT VOOR DE REDACTIE Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mirjam van Veen. Persvoorlichting VU Mirjam van Veen T 020 5985666 T 020 5986625 E [email protected] E [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc