Astrale Oorzaken van Misdaad en Geweld [Steeds vaker worden we in onze samenleving geconfronteerd met het verschijnsel dat bepaalde misdaden, zoals een gezinsmoord of partner-‐‑ en kinderdoding, een reeks van soortgelijke drama’s uitlokt; soms lijkt er wel een golf van geweld door het land te trekken. Volgens traumatoloog professor Wim Wolters is het denkbaar dat mediameldingen van dergelijke feiten tot navolging aanze en. Vanuit zijn ervaring met kinderdoding is hij van mening dat belangstelling voor dergelijke drama’s een zogenaamd ‘trigger-‐‑effect’ kan teweegbrengen bij mensen in stress-‐‑ volle risicosituaties. In het licht van de theosofie kunnen we echter ook vanuit een meer innerlijk perspectief naar dit verschijnsel kijken. Het is immers mogelijk dat golven van geweld worden veroorzaakt of bevorderd door planetaire krachten en astrale spanningsvelden die werkzaam zijn in de ons omringende psychische atmosfeer. Vroeg of laat komen deze onzichtbare krachten tot ontlading, waarna een uitbarsting van geweld zich als een virus via het astrale licht verspreidt. We kunnen in dit verband ook denken aan epidemieën van massahysterie, religieuze terreur, of aan schietpartijen op scholen die meestal ook nog worden gevolgd door de zelfmoord van de dader. Reeds in haar eerste hoofdwerk, Isis Ontsluierd (1877), waarschuwt mevrouw Blavatsky voor wat we de ‘astrale oorzaken van misdaad en geweld’ kunnen noemen. De inzichten die H.P.B. bijna 140 jaar geleden over deze kwestie heeft neergeschreven, blijken nog steeds actueel te zijn.] D E HINDOES VAN TRAVANCORE hebben een heel suggestief volksgezegde dat luidt: ‘Vriendelijke taal is beter dan harde; de zee wordt aangetrokken door de koele maan en niet door de hete zon’. Misschien wist die ene of wisten de velen die dit gezegde in de wereld brachten, meer over de oorzaak van die aantrekking van het water door de maan dan wij. Indien de wetenschap de oorzaak van deze fysieke invloed niet kan verklaren, wat kan ze dan weten over de ethische en occulte invloeden die de hemel-‐‑ lichamen op de mensen en hun lot kunnen uitoefenen, en waarom spreekt ze iets tegen waarvan ze de onjuistheid onmogelijk kan bewijzen? Wanneer bepaalde aspecten van de maan tastbare gevolgen teweegbrengen, waarmee mensen van alle tijden bekend zijn geweest, welk geweld doen we de logica dan aan door de mogelijkheid aan te nemen dat een bepaalde combinatie van sterreninvloeden eveneens meer of minder kracht kan uitoefenen? Indien de lezer bedenkt wat de geleerde schrijvers van The Unseen Universe1 hebben gezegd over het duidelijke effect dat in de universele ether wordt teweeggebracht door zo’n kleine oorzaak als de ontwikkeling van gedachten in de hersenen van één mens, is het dan niet logisch dat de enorme impulsen die aan deze gemeenschappelijke tussenstof worden gegeven door de be-‐‑ weging van de myriaden vlammende bollen die door ‘de interstellaire diep-‐‑ 1 Hfst. 7, §196, enz. 53 ten’ schieten, ons en de aarde waarop we leven sterk zouden beïnvloeden? Wanneer astronomen ons niet de occulte wet kunnen uitleggen, volgens welke de ronddrijvende deeltjes kosmische stof zich tot werelden samen-‐‑ voegen en dan hun plaats innemen in de majestueuze processie die zich voortdurend rondom het één of andere centrale aantrekkingspunt beweegt, hoe kan iemand dan zeggen wat voor mystieke invloeden al dan niet door de ruimte schieten en het leven op deze en op andere planeten beïnvloeden? Er is bijna niets bekend over de we en van het magnetisme en de andere on-‐‑ weegbare krachten, en ook niet over de uitwerking ervan op ons lichaam en ons bewus ijn; zelfs dat wat wél bekend is en bovendien duidelijk is aange-‐‑ toond, wordt aan toeval en een merkwaardige samenloop van omstandigheden toegeschreven. Maar door deze samenloop van omstandigheden2 weten we wél dat ‘er tijden zijn dat bepaalde ziekten, neigingen, voor-‐‑ en tegenspoed voor de mensheid vaker voorkomen dan op andere tijden’. Er zijn tijden van epidemieën in ethische en fysieke aangelegenheden. In het ene tijdperk zal een geest van godsdiens wist de hevigste hartstochten opwekken waarvoor de menselijke natuur vatbaar is, en aanleiding geven tot weder-‐‑ zijdse vervolging, bloedvergieten en oorlogen; in een ander tijdperk zal een epidemie van verzet tegen het gevestigde gezag zich over de halve wereld verspreiden (zoals in het jaar 1848), snel en overal tegelijk zoals de kwaadaardigste lichamelijke ziekte. Bovendien wordt het collectieve karakter van mentale verschijnselen duidelijk door de abnormale psychi-‐‑ sche toestand die zich van duizenden en duizenden meester maakt en hen beheerst, waardoor ze alleen tot onbewust handelen in staat zijn, en bij het volk de mening ontstaat dat er demonische bezetenheid in het spel is, een mening die in zekere zin door de satanische hartstochten, emoties en handelingen die zich in zo’n toestand voordoen, wordt gerechtvaardigd. In de ene periode is er een algemene neiging tot afzondering en contem-‐‑ platie, vandaar de talloze kandidaten voor het klooster-‐‑ en kluizenaars-‐‑ leven; in een andere periode richt de manie zich op handelen en streeft men naar een of ander utopisch plan, even onuitvoerbaar als nu eloos; vandaar de myriaden die hun familieleden, hun huis en hun vaderland hebben verlaten, op zoek naar een land waar de stenen van goud zijn, of om een vernietigingsoorlog te voeren om het bezit van waardeloze steden en onbegaanbare woestijnen.3 De schrijver van het bovenstaande citaat zegt dat ‘de zaden van ondeugd en misdaad onder de oppervlakte van de maatschappij schijnen te zijn gezaaid, en ontstellend vlug en verlammend snel achter elkaar schijnen op te komen 2 De merkwaardigste van alle ‘merkwaardige samenlopen van omstandigheden’ is volgens ons dat onze wetenschappers feiten naast zich neerleggen die zo opvallend zijn dat ze bij het bespreken ervan zo’n uitdrukking gebruiken, in plaats van aan het werk te gaan om ons een filosofische verklaring ervan te geven. 3 Charles Elam, MD, A Physician’s Problems, Londen, 1869, p.159. 54 en vrucht te dragen’. Tegenover deze opvallende verschijnselen staat de wetenschap sprakeloos; ze probeert niet eens naar de oorzaak ervan te gissen; natuurlijk niet, want ze heeft nog niet geleerd buiten deze bol van klei waarop we leven, en zijn zware atmosfeer, te zoeken naar de verborgen invloeden die dag in dag uit, en zelfs van minuut tot minuut, op ons inwerken. Maar de Ouden […] besef-‐‑ ten volledig dat de onderlinge banden tussen de planetaire lichamen even volmaakt zijn als die tussen de bloedlichaampjes die in een gemeenschap-‐‑ pelijke vloeistof zweven, en dat elk daarvan de gezamenlijke invloeden van alle andere ondergaat, zoals elk op zijn beurt alle andere beïnvloedt. Zoals de planeten in groo e, afstand en activiteit van elkaar verschillen, evenzo verschillen hun invloeden op de ether of het astrale licht in kracht, en dit geldt ook voor de magnetische en andere subtiele krachten die ze in bepaalde delen van de hemel uitstralen. Muziek is het combineren en moduleren van klanken, en geluid is het gevolg dat wordt voortgebracht door het trillen van de ether. Wanneer men de invloeden die de verschillende planeten op de ether uitoefenen, vergelijkt met de tonen die door de verschillende toetsen van een muziekinstrument worden teweeggebracht, is het niet moeilijk zich voor te stellen dat de pythagorische ‘harmonie van de sferen’ iets meer is dan pure fantasie, en dat bepaalde planetaire aspecten verstoringen in de ether van onze planeet met zich meebrengen, en sommige andere rust en harmonie betekenen. Bepaalde soorten muziek brengen ons tot waanzin, andere verheffen de ziel tot religieuze aspiraties. Kortom, er bestaat nauwe-‐‑ lijks een menselijke schepping die niet op bepaalde trillingen van de atmo-‐‑ sfeer reageert. He elfde geldt voor kleuren; sommige prikkelen ons, andere stemmen ons kalm en doen ons goed. De non kleedt zich in het zwart om de neerslachtigheid van een geloof te symboliseren, dat gebukt gaat onder het gevoel van de erfzonde; de bruid kleedt zich in het wit; rood roept bij som-‐‑ mige dieren woede op. Indien wijzelf en de dieren worden beïnvloed door trillingen die op zeer kleine schaal werken, waarom kunnen we dan niet als geheel worden beïnvloed door trillingen die op grootse schaal werken als gevolg van de gezamenlijke invloeden van de sterren? Dr. Elam zegt: We weten dat sommige pathologische toestanden de neiging hebben epidemisch te worden als gevolg van oorzaken die nog niet zijn onderzocht. …We zien hoe sterk de neiging is van een eenmaal bekendgemaakte opva ing om een epidemische vorm aan te nemen; geen opva ing, geen hersenschim is te dwaas om dit collectieve karakter aan te nemen. We zien ook hoe dezelfde denkbeelden zich merkwaardigerwijs herhalen en in opeenvolgende eeuwen opnieuw verschijnen, …geen misdaad is te afschuwelijk om niet populair te worden, of het nu gaat om moord, kindermoord, zelfmoord, vergiftiging of enig ander duivels plan… Bij epidemieën blijft de oorzaak van de snelle verspreiding in die specifieke 55 periode een mysterie! Deze paar regels beva en een onmiskenbaar psychologisch feit, geschetst door een meesterlijke pen, en tegelijkertijd een halve bekentenis van volsla-‐‑ gen onwetendheid – ‘oorzaken die nog niet zijn onderzocht’. Waarom voegt men er niet eerlijk aan toe ‘en die met de huidige wetenschappelijke methoden onmogelijk kunnen worden onderzocht’? Bij het bespreken van een epidemie van brandstichting citeert dr. Elam uit de Annales d’hygiène publique de volgende gevallen: Een meisje van omstreeks 17 jaar werd onder verdenking opgepakt … Ze bekende dat ze tweemaal uit instinct, uit een onweerstaanbare drang woningen in brand had gestoken… Een ongeveer 18-‐‑jarige jongen verrich e vele soortgelijke daden. Hij werd niet door enige hartstocht gedreven, maar het uitslaan van de vlammen gaf hem een heel aangenaam gevoel.4 Wie heeft niet in krantenkolommen soortgelijke gevallen opgemerkt? Ze vallen ons dagelijks op. Bij allerlei soorten moord en bij andere misdaden van duivelse aard wordt de daad in negen van de tien gevallen door de schuldigen zelf toegeschreven aan een onweerstaanbare bezetenheid. ‘Iets fluis-‐‑ terde voortdurend in mijn oor… Iemand drong er voortdurend bij mij op aan en dwong me.’ Dit zijn de maar al te vaak gehoorde bekentenissen van misdadigers. Artsen schrijven ze toe aan hallucinaties van een verward ver-‐‑ stand, en noemen de drang tot moord een tijdelijke waanzin. Maar wordt de waanzin zelf door ook maar één psycholoog begrepen? Is de oorzaak ervan ooit verklaard door een hypothese die de toets van een onbevooroordeelde onderzoeker kan doorstaan? De omstreden geschriften van onze heden-‐‑ daagse psychiaters geven zelf het antwoord daarop. Plato erkent dat de mens de speelbal is van het element van noodzakelijk-‐‑ heid, waar hij mee te maken krijgt wanneer hij in deze stoffelijke wereld verschijnt; hij wordt door uiterlijke oorzaken beïnvloed, en deze oorzaken zijn daimonia, zoals die van Socrates. Gelukkig is de mens die fysiek zuiver is, want indien zijn uiterlijke ziel (het lichaam) zuiver is, zal ze de tweede (het astrale lichaam) krachtiger maken, of de ziel die door hem de hogere sterfelijke ziel wordt genoemd, zal, hoewel ze geneigd is van haar eigen motieven af te dwalen, steeds kiezen voor het gezonde verstand en niet voor de dierlijke neigingen van het lichaam. De lusten van de mens ontstaan als gevolg van zijn vergankelijke stoffelijke lichaam, en dat geldt ook voor andere ziekten; maar hoewel Plato misdaden soms beschouwt als onvrijwillig begaan, want ze zijn evenals lichamelijke ziekte het gevolg van uiterlijke oorzaken, maakt hij toch duidelijk een groot onderscheid tussen deze oorzaken. Hij erkent dat 4 A Physician’s Problems, p.190-3. 56 het noodlot de mensheid regeert, maar dat sluit de mogelijkheid niet uit om ze te vermijden; want al worden pijn, angst, boosheid en andere gevoelens door de noodzakelijkheid aan de mensen gegeven, ‘toch zouden zij, indien ze deze overwonnen, deugdzaam, en indien ze hierdoor werden overwonnen, zondig leven’.5 De tweeledige mens, d.w.z. hij van wie de goddelijke onsterfelijke geest is heengegaan en voor wie slechts de dierlijke vorm en het astrale lichaam (Plato’s hogere sterfelijke ziel) zijn overgebleven, wordt geheel aan zijn instincten overgelaten, want hij werd beheerst door al het kwaad dat aan de stof is verbonden; dus wordt hij een volgzaam werktuig in de handen van de onzichtbare wezens van fijnere stof, die in onze atmosfeer zweven en altijd klaar staan diegenen te beïnvloeden die terecht door hun onsterfelijke raads-‐‑ man, de goddelijke geest (door Plato ‘genius’ genoemd), zijn verlaten.6 […] Maar dr. Elam denkt er anders over. Op blz. 194 van zijn boek A Physician’s Problems zegt hij dat de oorzaak van de snelle verspreiding van epidemieën van bepaalde ziekten die hij bespreekt, ‘een mysterie blijft’, maar over brand-‐‑ stichting merkt hij op dat ‘we daarin niets geheimzinnigs vinden, hoewel het een wijdverbreide epidemie is’. Vreemde tegenspraak! De Quincey behandelt in zijn artikel ‘Murder considered as one of the fine arts’ de moordepidemie tussen 1588 en 1635, waarin zeven vooraanstaande figuren uit die tijd door de hand van moordenaars het leven verloren, en noch hij noch een van de anderen die erover hebben geschreven, was in staat de mysterieuze oorzaak van deze moordmanie te verklaren. Als we bij deze heren aandringen op een verklaring die ze ons als zoge-‐‑ naamde filosofen zouden moeten geven, krijgen we als antwoord dat het veel wetenschappelijker is zulke ‘epidemieën toe te schrijven aan ‘onrust in het denken’, ‘een tijd van politieke spanning (1830)’, ‘navolging en impulsief handelen’, ‘snel geïrriteerde werkloze jongens’ en ‘hysterische meisjes’, dan als een dwaas in een hypothetisch astraal licht bevestiging van bijgelovige overleveringen te zoeken. Indien door een wonderbaarlijke wending van het lot hysterie geheel uit het menselijk gestel zou verdwijnen, dan zou de medische stand volgens ons niet weten hoe ze een grote groep verschijnse-‐‑ len moet verklaren, die nu gemakshalve onder het hoofd ‘normale sympto-‐‑ men van bepaalde pathologische toestanden van de zenuwcentra’ worden gerangschikt. De hysterie is tot nu toe de laatste toevlucht van sceptische pathologen geweest. Wanneer een slonzige boerenmeid plotseling vloeiend verschillende vreemde talen begint te spreken, die ze tot dat moment niet kende, en gedichten gaat schrijven, dan is ze ‘hysterisch’! Wanneer een medium in aanwezigheid van een dozijn getuigen levitatie ondergaat, en uit een raam van de derde verdieping naar buiten zweeft, en door een ander raam weer terug, dan komt dit door ‘verstoring van de zenuwcentra, ge-‐‑ volgd door collectieve hysterische waanvoorstelling’. Een Schotse terriër, die 5 Jowett, inleiding tot de Timaeus, p.467. Jowett, Timaeus, §90, p.580. [Vgl. H.P.Blavatsky, De Geheime Leer, I, Eng.p.294-295. (NvdR)] 6 57 zich tijdens een manifestatie in de kamer bevond, werd door een onzichtbare hand door de kamer geslingerd, brak in zijn salto mortale een kroonluchter onder een vijf meter hoog plafond, om daarna dood neer te vallen7 – ‘hondenhallucinatie’! ‘De ware wetenschap heeft geen geloof,’ zegt dr. Fenwick in Bulwer-‐‑Ly ons Strange Story; ‘de ware wetenschap… kent slechts drie bewus ijnstoestan-‐‑ den: ontkenning, vaste overtuiging en de grote tussenruimte tussen die twee, die geen geloof is, maar een opschorten van ons oordeel.’ Zo was misschien de ware wetenschap in de tijd van dr. Fenwick. Maar de ware wetenschap van onze nieuwe tijd gaat anders te werk; óf ze ontkent botweg zonder enig voorafgaand onderzoek, óf ze bevindt zich tussen ontkenning en overtui-‐‑ ging in, en bedenkt met het woordenboek in de hand nieuwe Grieks-‐‑Latijnse benamingen voor niet-‐‑bestaande soorten hysterie! De epidemieën en de fysieke (hoewel voor anderen onzichtbare) manifesta-‐‑ ties, die de wetenschap toeschrijft aan epilepsie, bloed-‐‑ en zenuwstoornissen en wat al niet van lichamelijke oorsprong, zijn door sterk helderzienden en bekwame hypnotiseurs vaak beschreven zoals hun heldere blik ze in het as-‐‑ trale licht zag. Ze bevestigen dat de ‘elektrische golven’ in hevige beroering waren, en dat ze een direct verband konden zien tussen deze etherische ver-‐‑ storing en de op dat moment heersende mentale of fysieke epidemie. Maar de wetenschap heeft geen aandacht aan hen besteed, maar is voortgegaan met haar encyclopedische werk om voor oude dingen nieuwe namen te be-‐‑ denken H.P.Blavatsky8 lL 7 lL lL Des Mousseaux, Les hauts phénomènes de la magie, hfst. 2, p.97. Uit H.P.Blavatsky, Isis Ontsluierd, I, Eng.p.273-279. Zie ook H.P.Blavatsky, De Geheime Leer, II, Eng.p.510-513. 8 58 Elementalen en Elementaren Judge Wijze: 122 The Path Theosophical articles by William Q Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: 123 Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: 124 hun Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: 125 Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: lL 126 lL lL Elementalen - Hoe gaan ze te werk? Judge The Path Theosophical Articles by William Q Wijze: Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: 127 Leerling: Wijze: 128 Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: 129 Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: 130 Leerling: Wijze: Leerling: Wijze: lL lL lL 131 Astrale bedwelming [The Path, oktober 1887, blz. 206-8] We kunnen bedwelmd raken wanneer we dwaas iets najagen waarvan we ten onrechte denken dat het spiritualiteit is. In de christelijke Bijbel wordt terecht aangeraden alle dingen te onderzoeken en alleen het goede te behouden. Deze raad is even belangrijk voor de student van het occultisme, die denkt dat hij afstand heeft genomen van die ‘minder ver ontwikkelde’ mensen die óf een dogma volgen óf zich bezighouden met het laten dansen van tafels om boodschappen te ontvangen van overleden familieleden – of vijanden – als voor spiritisten die in een ‘zomerland’ en ‘terugkerende geesten’ geloven. Het kalme oppervlak van de zee van de geest is de enige spiegel waarin de weerkaatsing van spirituele zaken onbewogen kan worden waargenomen. Wanneer een student het pad begint te betreden en nu en dan lichtvlekken ziet opvlammen of gouden vuurbollen ziet voorbijrollen, betekent dat niet dat hij het ware zelf – zuivere geest – begint te zien. Een moment van de diepste vrede of schitterende onthullingen die de student worden gegeven, is niet het ontzagwekkende ogenblik waarop iemand op het punt staat zijn spirituele gids te ontmoeten, laat staan zijn eigen ziel. Evenmin zijn flitsen van paranormaal waargenomen blauwe vlammen, of visioenen van dingen die later feitelijk gebeuren, of een blik in kleine gedeelten van het astrale licht met zijn prachtige fotografische beelden van vroeger of van de toekomst, of het plotselinge gelui van sprookjesachtige klokken in de verte, een bewijs dat u op spiritueel gebied vorderingen maakt. Deze en andere nog vreemdere zaken zullen zich voordoen wanneer u een eindje op weg bent, maar het zijn niets anders dan de voorposten van een nieuw land dat zelf geheel stoffelijk van aard is en maar één stap is verwijderd van het gebied van het grofstoffelijke bewustzijn. We moeten ervoor op onze hoede zijn dat we door deze verschijnselen niet worden meegesleept en erdoor bedwelmd raken. We moeten in al dat soort gevallen opletten, aantekeningen maken, en ons onderscheidingsvermogen gebruiken. We moeten ze opschrijven om er later naar te verwijzen, ze in verband te brengen met een of andere wet, of om ze te vergelijken met andere soortgelijke gebeurtenissen. Het vermogen van de natuur om ons te misleiden kent geen grenzen, en als we bij dit soort zaken blijven stilstaan, zal ze ons niet verder laten gaan. Het is niet zo dat een of andere persoon of natuurkracht heeft afgekondigd dat we als we dit of dat doen moeten stoppen, maar wanneer men wordt overweldigd door wat Böhme ‘Gods wonderen’ noemde, heeft dit een bedwelming tot gevolg waardoor het verstand in verwarring raakt. Als iemand bijvoorbeeld ieder beeld dat in het astrale licht wordt gezien als een spirituele ervaring beschouwt, dan zou hij na enige tijd op dit punt misschien geen tegenspraak dulden, maar dat komt dan alleen omdat hij dronken is van dit soort wijn. Zolang hij doorgaat met zich hieraan over te geven en hij zijn werkelijke vooruitgang verwaarloost – die altijd afhangt van de zuiverheid van zijn motief en het overwinnen van de aan hem bekende en door hem te ontdekken tekortkomingen – gaat de natuur verder met het vergroten van de voorraad bedrieglijke verschijnselen waarmee hij zich verzadigt. Het staat vast dat ieder die zich wijdt aan deze astrale manifestaties ze zal zien toenemen. Maar al zou ons hele leven zijn gewijd aan en zijn gezegend met een geweldige reeks verschijnselen, dan staat evengoed vast dat het afleggen van het lichaam het einde zou betekenen van dit soort ervaring, zonder dat we in feite ook maar iets hebben toegevoegd aan onze voorraad werkelijke kennis. Het astrale gebied, dat hetzelfde is als dat van onze paranormale zintuigen, is even vol met vreemde beelden en klanken als een onbetreden Zuid-Amerikaans oerwoud, en dient goed te worden begrepen vóór de student daar lang kan blijven zonder gevaar te lopen. Terwijl we de gevaren van een oerwoud te boven kunnen komen met behulp van menselijke uitvindingen, die tot doel hebben alle schadelijke dingen die we daar tegenkomen te vernietigen, hebben we die hulpmiddelen niet als we het astrale labyrint betreden. We kunnen fysiek dapper zijn en zeggen dat geen angst ons kan bekruipen, maar geen ongetrainde of alleen maar nieuwsgierige onderzoeker kan zeggen wat precies het effect op zijn uitwendige zintuigen zal zijn van de aanval of invloed die de paranormale zintuigen ondergaan. En degene bij wie het eigen ik steeds het middelpunt van zijn gedachten is, loopt meer gevaar misleid te worden dan ieder ander, want hij krijgt niet de hulp die we krijgen wanneer we in ons denken met alle andere oprechte zoekers verenigd zijn. Men kan in een donker huis staan waarin geen enkel voorwerp is te onderscheiden en toch volkomen duidelijk alles zien wat buiten is verlicht. Op dezelfde manier kunnen we vanuit de duisternis van ons eigen huis – ons hart – de voorwerpen buiten zien die nu en dan door het astrale licht worden verlicht, maar het levert ons niets op. We moeten eerst de innerlijke duisternis verdrijven vóór we kunnen proberen in de duisternis daarbuiten te zien; we moeten onszelf kennen vóór we de dingen buiten ons kunnen leren kennen. Studenten denken dat deze weg niet de gemakkelijkste is. De meeste van hen vinden het veel aangenamer, en volgens hen is het ook sneller, om naar al deze uiterlijke verleidingen te kijken en alle paranormale zintuigen te ontwikkelen zonder werkelijk spiritueel werk te verrichten. De ware weg is breed en gemakkelijk te vinden, en zó gemakkelijk dat veel aspiranten hem mislopen omdat ze niet kunnen geloven dat hij zo eenvoudig is. De weg loopt door het hart; Vraag daar en verdwaal niet; Klop luid en als in het begin Geluiden die weerklinken Uschijnen te bespotten, Aarzel dan niet. Deins evenmin terug, Wanneer de deur wijd openzwaait En schaduwen onthult, Zwart als de nacht. Boodschappers van de meester Hebben daarbinnen geduldig gewacht: Die meester bent uzelf !
© Copyright 2024 ExpyDoc