HET IDEE AVRO KLASSIEK TROS KLASSIEK HEMELSE MUZIEK GROOT OMROEPKOOR TROS VOCAAL MUZIEK & POLITIEK TROS MUZIKALE MEESTERWERKEN vrijdag 13 februari 2015, 20.15 uur, inleiding Leo Samama 19.30 uur Mozart en Reger blikken terug Residentie Orkest Thomas Zehetmair dirigent Martine van der Loo fluit Godelieve Schrama harp Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791 Adagio en Fuga in c KV 546 1788 Concert in C voor fluit, harp en orkest KV 299 1778 Allegro Andantino Rondo: Allegro PAUZE Max Reger 1873-1916 Variaties en Fuga over een thema van Mozart 1914 2 Drankje na afloop Live-uitzending Na het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen. zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit op NPO Radio 4. Alle luisteraars kunnen volop genieten van het concert als mobiele telefoons, horloges en gehoorapparaten geen geluid maken. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Maartje Stokkers. ➜ www.RADIO4.NL Via dezelfde site kunt u onder ‘Luister Concerten’ kiezen uit de mooiste concertopnamen, waaronder uiteraard ook die van De Vrijdag van Vredenburg. De concerten zijn te sorteren op genres en tijdperken. AVROTROS Groot Omroepkoor a cappella op 13 en 27 maart HANS VAN DER WOERD De negentiende eeuw was een gouden tijdperk voor de koorzang. Dat zullen de dames van het Groot Omroepkoor onder leiding van Pieter-Jelle de Boer op 13 maart laten horen. Zij zingen juwelen van koormuziek van Schumann en Brahms. Twee weken later, op 27 maart, opnieuw koormuziek van Brahms, de prachtige, late Fünf Gesänge opus 104, dan gezongen door het gemengde Groot Omroepkoor onder leiding van chef-dirigent Gijs Leenaars. Het concert opent met muziek van een van de belangrijkste Nederlandse Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor componisten uit de twintigste eeuw: Rudolf Escher. Van hem gaat Le vrai visage de la paix, een werk dat gerekend wordt tot de absolute hoogtepunten in de Nederlandse koormuziek. Daarnaast klinkt muziek van Pascal Dusapin, een van Frankrijks bekendste hedendaagse toondichters. Vrienden van het Groot Omroepkoor genieten korting op de entreeprijs. ➜ Voor kaarten: www.tivolivredenburg.nl of 030 2314544 (ma t/m za 12.00-18.00). ➜ WWW.TIVOLIVREDENBURG.NL 3 Mozart en Reger blikken terug Mozart en Reger De muziek van Mozart heeft tot op de dag van vandaag velen geïnspireerd. Deels speelde daarin mee dat Mozart een wonderkind was en daardoor een deel van de bewondering en verwondering gekleurd werd (en wordt) door de gedachte aan het componerende kind. Vooral in de tweede helft van de negentiende eeuw lijken juist de droom van de ongeschonden achttiende eeuw (nog geen Franse revolutie) en de engelachtige lyriek (zoals men die toen vaak beschouwde) van Mozarts muziek tal van componisten aangezet te hebben hun ‘Mozartiana’ te schrijven. We hoeven maar te denken aan Tsjaikovski, SaintSaëns, Reger, Wolf-Ferrari, Richard Strauss en Ravel. Mozart Adagio en Fuga, KV546 Hoewel het erop lijkt dat de jonge Mozart het componeren spelenderwijs heeft geleerd, zoals een ander kind met zijn paardje speelt of knikkert, werd hij in werkelijkheid van jongs af aan – zij het met zachte hand – in het vak gedrild en gekneed door zijn vader. Hij leerde door te doen, door te luisteren, door de omgang met ervaren musici en zelfs vooraanstaande meesters (vrienden van zijn vader), en een paar maal door domweg les te nemen, zoals in 1770 bij Padre Martini in Bologna. Hoewel het erop lijkt dat de jonge Mozart het componeren spelenderwijs heeft geleerd, zoals een ander kind met zijn paardje speelt of knikkert, werd hij in werkelijkheid van jongs af aan – zij het met zachte hand – in het vak gedrild en gekneed door zijn vader. De jonge Wolfgang Amadeus Mozart (schilderij toegeschreven aan Pietro Antonio Lorenzoni, 1763) 4 Hier werd Mozart onderwezen in het oude contrapunt. Hij was er niet zo goed in, en wellicht interesseerde het hem ook niet echt. Padre Martini gaf hem een voldoende voor zijn werkstuk: “gezien de omstandigheden was het voldoende” was zijn oordeel... Toen Mozart eenmaal in Wenen woonde en in contact kwam met Baron Gottfried van Swieten en diens omvangrijke bibliotheek met werken van vader en zonen Bach, veranderde zijn houding volledig. Dat was pas contrapunt! Mozart begon prompt fuga’s van Bach te kopiëren en in de stijl van Bach te schrijven. Maar ook ingewikkelde canons. In december 1783 zette Mozart zich aan een zelfstandige Fuga in c KV 426 voor twee klavieren. Dit werk werd wellicht ook door Mozart als de afsluiting van een leerperiode gezien. Het is tevens het bewijs hoever hij kon gaan, zoals blijkt uit het feit dat hij deze fuga vijf jaar later bewerkte voor strijkorkest en er toen een Adagio aan vooraf liet gaan (KV 546). Het fugathema is kenmerkend voor Mozarts hang naar chromatiek, een hang die hij overigens deelde met Bach en die in deze partituur niet geheel zonder reden gezien wordt als een indrukwekkend voorbeeld van de invloed van Bachs Musikalisches Opfer op Mozarts componeren. Concert voor fluit en harp Mozart kwam via twee routes in contact met het genre van de ‘sinfonia concertante’ oftewel de symfonie met meerdere concerterende solopartijen. Met name in Bohemen en Zuid-Duitsland was dit genre bijzonder populair, maar ook in Frankrijk. We kennen honderden van dergelijke concerten, die in veel opzichten zijn voortgekomen uit het ‘concerto grosso’ of het ‘concerto per molti strumenti’ uit de tijd van Vivaldi en Bach. Mozarts concertante werken zijn echter wat hun muzikale inhoud betreft minder verschuldigd aan de Bohemers dan aan zijn ervaringen in Mannheim, waar een inmiddels tweede generatie Bohemers en Zuid-Duitsers de scepter zwaaide over een voortreffelijk orkest. Daarbij mogen we ook de invloed van Wolfgangs vader niet vergeten en iets later van de jongste zoon van de grote Bach, Johann Christian. De eerste concerten voor meerdere solisten die Mozart schreef zijn de Concertone voor twee violen en orkest (KV 190), het Concert voor drie klavieren (KV 242), resp. uit 1774 en 1776. Daarop volgden de Sinfonia concertante voor vier blazers (KV 297) en het Concert voor fluit en harp (KV 299), en schetste hij een prachtig eerste deel voor een Concert voor viool, altviool en cello en kennen we een honderdtal maten van een Concert voor viool en piano. Ten slotte volgden nog de fameuze Sinfonia concertante voor viool en altviool (KV 364) en het Concert voor twee klavieren (KV 365). Het genre beviel hem duidelijk en de voltooide resultaten zijn ernaar! Het Concert voor fluit en harp schreef Mozart in 1778 voor de hertog van Guines en zijn dochter, over wie Wolfgang in een eerste schrijven aan vader Leopold in Salzburg opmerkte dat zij ‘magnifique’ harp speelde en veel ‘genie’ en ‘talent’ had. Later voegde hij eraan toe dat de jongedame ‘hartgrondig dom en ook nog hartgrondig lui’ was. Mozart verbleef met zijn moeder in de Franse hoofdstad om werk te zoeken, weg uit Salzburg en passend bij zijn talent. Het concert voor de hertog is ongetwijfeld als visitekaartje bedoeld geweest. Mozart heeft al zijn lyrische vermogens voor dit elegante, briljante en in menig opzicht ook typisch Franse concert aangewend. Zelfs al was hij geen groot liefhebber van de fluit. Met name het langzame deel is van een ‘onvergelijkelijke’ (een van Mozarts lievelingswoorden!) schoonheid. 5 Reger Mozartvariaties Kort voor de Eerste Wereldoorlog klonk de muziek van Max Reger geregeld in ons land, niet in het minst door de meester zelf, die tussen 1905 en 1916 zeven maal Nederland aandeed als pianist en dirigent. Zijn laatste concerten waren op 25 en 26 maart 1916 met het Concertgebouworkest, toen hij in een volgens sommige critici wat overladen programma zowel zijn Hillervariaties opus 100 als Mozartvariaties opus 132 uitvoerde, met daartussenin het door hem bewerkte Klavierconcert in d van Bach, waarbij Cornelis Dopper het stokje van Reger overnam. Beide orkestwerken van Reger hadden in Nederland toen overigens al enig succes geboekt, zowel bij het Concertgebouworkest als bij het Residentie Orkest. Kort voor de Eerste Wereldoorlog klonk de muziek van Max Reger geregeld in ons land. Max Reger 6 Reger was tijdens dit laatste optreden in Nederland en met name in het concert van Bach hoorbaar vermoeid, zoals ook bleek uit zijn brieven en uitspraken vlak voor deze concerten die meer dan gewoonlijk over de dood gingen. Reger was al eerder die maand kort in Nederland geweest voor enkele concerten met zijn kamermuziek en toen snel naar Jena op en neer gereisd om daar op 19 maart in huiselijke kring zijn verjaardag te vieren. En dat alles midden in de oorlog, waardoor het reizen toch al geen pretje was. Na het laatste concert in Amsterdam reisde hij direct terug naar Jena. In de nacht van 10 op 11 mei 1916 zou hij plotseling in Leipzig, waar hij wekelijks les gaf, overlijden. Een hartaanval vloerde hem op 43-jarige leeftijd. De Nederlandse muziekcriticus en componist Matthijs Vermeulen vond Regers muziek te weinig origineel. Zijn bitterheid werd nog vergroot doordat Reger een Duitser was, en de Duitsers hadden grote delen van het Belgische erfgoed totaal verwoest. Matthijs Vermeulen was bij het concert in Amsterdam op 26 maart 1916 aanwezig en schreef daarover onder meer in De Telegraaf: “Hij dirigeert met korte, zuinige bewegingen, het ruggevlak voortdurend naar de helft van het orkest gewend.” En: “Hij loopt traag en apathisch, zonder gedachte; hij gaat loom naar de piano, en daar zit het groote lichaam ineengezakt voor het klavier, beweegt mechanisch en onverschillig de geweldige armen en handen.” We herkennen de vermoeide musicus... Vermeulen vond de Hillervariaties origineler dan de Mozartvariaties: “Met [...] schrik ziet men hem achteruit gaan en tegelijk hoe langer hoe beroemder worden.” En inderdaad: de Mozartvariaties behoorden tot een halve eeuw geleden tot zijn meest gespeelde en succesvolle orkestwerken. Wat zat Vermeulen dwars in de muziek van Reger? Waarschijnlijk bovenal het in Vermeulens optiek geconstateerde gebrek aan originaliteit. Reger was immers een discipel van Brahms, een muzikale achterkleinzoon van Bach, en daarmee een volgeling, zelfs al constateerden de meeste van zijn vakbroeders dat weinigen in die tijd Reger konden overtreffen in het schrijven van grootse fuga’s en intieme, expressieve kamermuziek. Overigens werd Vermeulens bittere reactie op de man Reger en op zijn muziek extra vergroot en aangezet doordat de componist een Duitser was en Duitsland, zeker niet alleen in de ogen van Vermeulen, de vijand was die grote delen van het Belgische erfgoed totaal verwoest had. Zo werd Reger ook op het podium achtervolgd door de oorlog, die nu een eeuw geleden losbarstte. De partituur van de Variaties en fuga over een thema van Mozart opus 132, is kenmerkend voor de manier waarop Reger in feite zijn leven lang zich met de traditie verbonden heeft gevoeld en daaraan uiting heeft gegeven. Wat de techniek betreft, sluit dit werk direct aan bij de bekende variatiecycli van Brahms, met name diens Haydnvariaties en Händelvariaties. Maar ook de variatiecycli van Beethoven en natuurlijk van Mozart hebben Reger beïnvloed. Sterker nog: het thema van Mozart uit diens Pianosonate in a (KV 331) dat Reger voor zijn opus 132 heeft gebruikt, heeft Mozart eveneens geïnspireerd tot een serie variaties. Vergeleken met de Hillervariaties zijn die over het thema van Mozart kleinschaliger en intiemer van karakter. Deels is dat te verklaren door het lieflijke wiegende thema van Mozart zelf, deels ook door de muzikale ontwikkeling van Reger, die rond 1913 eenvoudiger en expressiever is gaan schrijven. De fuga is in zijn laatste cyclus ook minder pompeus en grootschalig dan in de eerdere variatiecycli en de grote orgelwerken, waarover de geest van Bach nog zo krachtig waart. Leo Samama 7 uitvoerenden 8 Thomas Zehetmair, dirigent De carrière van Thomas Zehetmair bestaat uit dirigeren en optredens als vioolsolist en kamermuziekspeler. Momenteel is hij chef-dirigent van Northern Sinfonia (Engeland), gastdirigent van het St. Paul Chamber Orchestra (VS) en chef-dirigent van het Orchestre de chambre de Paris. Met Northern Sinfonia maakte hij tournees naar Hong Kong, Nederland, Scandinavië en Duitsland. Thomas Zehetmair heeft een groot deel van het vioolreperoire uitgevoerd en opgenomen, waaronder recentelijk het Vioolconcert van Bernd Aloïs Zimmermann. Als gastdirigent stond hij onder meer voor het Nationaal Orkest van Hongarije, het Nationaal Filharmonisch Orkest van Warschau, het Hallé Orchestra in Manchester, Camerata Salzburg en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Na zijn debuut als dirigent bij de Salzburger Festspiele in 2011 keerde Zehetmair er in 2012 terug. Verder vermeldt de agenda van dit seizoen optredens met het Münchner Kammerorchester, onder meer in Moskou, met het Orchestre de chambre de Lausanne, het TonkünstlerOrchester en het Orchestre Philharmo- Martine van der Loo, fluit Martine van der Loo studeerde fluit bij Abbie de Quant aan het Utrechts conservatorium, waar zij het solodiploma met onderscheiding behaalde. Martine van der Loo is haar carrière al tijdens Martine van der Loo Godelieve Schrama ANOUK DE KLEERMAEKER MARK SAVAGE Thomas Zehetmair nique de Nice. Als violist treedt hij op met de Bamberger Symphoniker, het Orchester der Oper Zürich, het Orchestre de chambre de Paris, het HRSinfonieorchester en het Konzerthausorchester Berlin. Thomas Zehetmair ontving onder meer de Ehrenurkunde des Preises der Deutschen Schallplattenkritik en de Karl-Böhm-Interpretationspreis des Landes Steiermark. Zehetmair is eredoctor van de Hochschule für Musik Franz Liszt in Weimar en ontving in 2012 een eredoctoraat van de universiteit van Newcastle. In april 2013 dirigeerde Thomas Zehetmair in De Vrijdag van Vredenburg het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor in een concert rond De Vrede van Utrecht, met Peter van Onna’s The Ceremonial (uit The Treaty of Utrecht) en Beethovens Negende symfonie. En in maart afgelopen jaar dirigeerde hij LUDWIG in een concert met louter Beethoven. haar studie begonnen als eerste fluitiste bij het Nederlands Kamerorkest. Gedurende acht jaar is ze solo fluitiste geweest bij het Radio Symfonie Orkest en sinds 1995 is ze solo fluitiste bij het Residentie Orkest in Den Haag. Daarnaast is Martine van der Loo psycholoog en cognitief gedragstherapeut. Ze heeft zich gespecialiseerd in de mentale begeleiding van professionele musici, conservatoriumstudenten en gevorderde amateurs. Haar doel is om musici te ondersteunen om optimaal te presteren op de momenten waar het om gaat. Als psycholoog zit Martine van der Loo in de unieke positie dat zij zelf uitvoerend musicus is. Ze heeft haar eigen ‘Praktijk voor musici’ in Den Haag. Godelieve Schrama, harp Als soliste trad Godelieve Schrama o.a. op met het Radio Kamer Orkest, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Musikkollegium Winterthur, de Dortmunder Philharmoniker en Het Koninklijk Concertgebouworkest. Ze werkte samen met dirigenten als Frans Brüggen, Ton Koopman, Reinbert de Leeuw, Anthony Halstead, Gérard Korsten, Lev Markiz, Peter Eötvös, Matthias Bamert, Jac van Steen en Ed Spanjaard. Als harpiste van het ASKO|Schönberg Ensemble speelt zij het gehele repertoire voor ensemble uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. Kamermuziek speelt Godelieve Schrama onder meer bij het Orlando Festival, het West Cork Chamber Music Festival en het Delft Chamber Music Festival. Daarbij speelt zij samen met Emily Beynon, Andrea Lieberknecht, Vesko Eschkenazy, Mikhail Zemtsov, Thomas Selditz, Larissa Groeneveld, het Auryn Kwartet, het Vanbrugh Kwartet, sopraan Charlotte Riedijk en organist Thomas Nowak. Afgelopen seizoen speelde ze samen met Quatuor Danel werken van Debussy, Caplet en Britten. Resultaat van door Godelieve Schrama verstrekte compositieopdrachten is een cd met Nederlandse harpconcerten, alsmede kamermuziek van de hand van Klaas de Vries (2005), Oene van Geel (2006), Param Vir (2008) en Micha Hamel (2010-2011). In samenwerking met kunstenaars uit verschillende disciplines realiseert ze muziektheaterproducties, zoals Black Feather Rising, een kameropera van de Engels-Indiase componist Param Vir die in 2008 in première ging. Sinds 2001 doceert Godelieve Schrama aan de Hochschule für Musik in Detmold. Godelieve Schrama bespeelt een Lyon & Healy style 23 en een Lyon & Healy model Salzedo. Residentie Orkest (The Hague Philharmonic) Met zijn nieuwe artistieke profiel bewijst het Residentie Orkest meer dan ooit dat symfonische muziek ook in de 21e eeuw voor een groot en breed publiek van betekenis kan zijn. Het orkest geeft concerten in zijn thuishaven de Dr Anton Philipszaal, waar concertbezoekers vooraf worden bediend met de RO-Starter, een levendig voorprogramma met live muziek en interviews. Daarnaast doet het orkest het hele seizoen bijzondere producties in het Paard van Troje, waar- 9 10 door het ook van betekenis is voor studenten en young professionals. Het orkest treedt in toenemende mate op in omliggende gemeenten als Leiden, Gouda en Wassenaar, en is ook veelvuldig te horen op diverse grote podia in binnenen buitenland. Het Residentie Orkest is ook nadrukkelijk in de stad Den Haag aanwezig, met openluchtconcerten en educatieve projecten op talloze scholen. Daarnaast is het orkest steevast betrokken bij belangrijke gebeurtenissen, zoals de viering van het honderdjarig Vredespaleis, de opening van The Hague African Festival en de jaarlijkse Troonrede. Ook viert het orkest samen met de bewoners van (groot) Den Haag de feestdagen met kerst-, nieuwjaars-, Koningsdag- en Prinsjesdagconcerten. Belangrijk zijn ook de samenwerkingen met Haagse- en nationale partners als het Nationaal Toneel, Festival Classique, Paard van Troje, Gemeentemuseum en De Nederlandse Opera, Nederlandse Opera Academie en de Zaterdagmatinee. Speerpunt in de ambities van het Residentie Orkest is het educatieve beleid. Jaarlijks participeren meer dan 25.000 scholieren in educatieve projecten, waarmee het Residentie Orkest dé aanjager van muziekeducatie is in Den Haag. Het orkest heeft daartoe een educatieprogramma ontwikkeld voor alle leeftijden. Voor amateurmuzikanten worden masterclasses en orkestweekenden georganiseerd waarbij zij respectievelijk les krijgen van en meespelen met professionele musici uit het orkest. Voor het onderwijs zijn speciale activiteiten ont- wikkeld voor basisscholen en het voortgezet onderwijs. Van schoolconcerten en repetitiebezoeken tot een nascholingscursus voor leerkrachten en een intensief driejarig muziekonderwijstraject voor Haagse basisscholen. Door een samenwerkingsverband met de Masteropleiding van het Koninklijk Conservatorium levert het orkest daarnaast een goede bijdrage in talentontwikkeling. In de beginjaren stond het Residentie Orkest onder leiding van oprichter dr. Henri Viotta. Al snel was het orkest een pleisterplaats voor componisten als Richard Strauss, Igor Stravinsky, Max Reger, Maurice Ravel, Paul Hindemith en Vincent d’Indy. Als gastdirigenten traden onder anderen Arturo Toscanini, Bruno Walter, Leonard Bernstein en Hans Knappertsbusch op. Na de Tweede Wereldoorlog werd Willem van Otterloo aangesteld. Hij was chef-dirigent van het Residentie Orkest van 1949 tot 1973 en bouwde een bijzondere reputatie op door de hoge speelkwaliteit te koppelen aan een avontuurlijke programmering. Na Van Otterloo voerden achtereenvolgens Jean Martinon, Ferdinand Leitner, Hans Vonk, Evgenii Svetlanov en Jaap van Zweden het orkest aan als chef-dirigent. Tot de zomer van 2012 was Neeme Järvi chef-dirigent van het Residentie Orkest. Vaste gastdirigent is Richard Egarr, vanaf zomer 2015 is Jan Willem de Vriend vaste dirigent. DIRIGENT Thomas Zehetmair EERSTE VIOOL Lucian-Leonard Raiciof (concertmeester) Pei Pei Zhu Ilya Warenberg Momoko Noguchi Naomi Bach Orges Caku Yuki Hayakashi Jan Paul Tavenier Ronald Touw Pieter Verschuijl Mara Oosterbaan Tiziana Pintus TWEEDE VIOOL Janet Krause Faïna Makhtina Justyna Briefjes Barbara Krimmel Ben Legebeke Margot Leger Vasilica Mihailescu - Popa Gonnelieke van Oosterom Cato Went Alexandra Mashina ALTVIOOL Jacomine Punt Jan Buizer Guus Ghijsen Georg Pudill Elisabeth Runge Tanja Trede Moira Bette Kellen Mc Daniel CELLO Gideon den Herder Mileva Fialova Justa de Jong Tom van Lent Sven Weyens Aurore Cabaret-Montaulieu CONTRABAS Frank Dolman Roelof Meijer Astrid Schrijner Jasper Tjallingii FLUIT Eline van Esch Dorine Schade Claire Chabrier OBOE Hilje van der Vliet Helmke Jansen KLARINET Ab Vos Tom Sieuwerts FAGOT Peter Gaasterland Erik Reinders HOORN Rene Pagen Mariëlle van Pruijssen-Endepoel Mirjam Steinmann Diechje Minne TROMPET Huug Steketee Robert-Jan Hoffman PAUKEN Martin Ansink HARP Danielle Riegel Residentie Orkest 11 volgende concerten 12 vrijdag 20 februari 2015, 20.15 uur TivoliVredenburg, Utrecht Inleiding Sebastiaan van Eck 19.30 uur SERIE AVRO KLASSIEK Górecki ná de Klaagliederen Tsjaikovski goes ‘rococo’ Radio Filharmonisch Orkest Radio Filharmonisch Orkest Reinbert de Leeuw dirigent Jukka-Pekka Saraste dirigent Jean-Guihen Queyras cello Andreas Brantelid cello Górecki Vierde symfonie (opdrachtwerk London Philharmonic Orchestra, Southbank Centre, Los Angeles Philharmonic en NTR ZaterdagMatinee NEDERLANDSE PREMIÈRE) Sibelius De bard Sjostakovitsj Tweede celloconcert Tsjaikovski Rococo-variaties Bruch Kol nidrei Sibelius Tweede symfonie colofon zaterdag 14 februari 2015, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW.ZATERDAGMATINEE.NL PROGRAMMERING PRESENTATIE AVROTROS NPO RADIO 4 ARTISTIEK LEIDER Astrid in ’t Veld PRODUCTIE Maartje Stokkers PROGRAMMATOELICHTING Chris van de Ven EINDREDACTIE AVROTROS NPO RADIO 4 Leo Samama Tim Moen Clemens Romijn Anne Marie van Doorn CASTING DIRECTOR EINDREDACTIE ADMINISTRATIE & FINANCIËN Mauricio Fernández Onno Schoonderwoerd PUBLICITEIT & PRODUCTIE JONG TALENT Anneke de Vries Kees Vlaardingerbroek REDACTIE PROGRAMMABOEK
© Copyright 2024 ExpyDoc