Klik hier voor de uitgebreide toelichting bij dit

HET IDEE
AVRO KLASSIEK
TROS KLASSIEK
HEMELSE MUZIEK
GROOT OMROEPKOOR
TROS VOCAAL
MUZIEK & POLITIEK
TROS MUZIKALE MEESTERWERKEN
vrijdag 13 februari 2015, 20.15 uur, inleiding Leo Samama 19.30 uur
Mozart en Reger blikken terug
Residentie Orkest
Thomas Zehetmair dirigent
Martine van der Loo fluit
Godelieve Schrama harp
Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791
Adagio en Fuga in c KV 546 1788
Concert in C voor fluit, harp en orkest KV 299 1778
Allegro
Andantino
Rondo: Allegro
PAUZE
Max Reger 1873-1916
Variaties en Fuga over een thema van Mozart 1914
2
Drankje na afloop
Live-uitzending
Na het concert is er
gelegenheid om een
drankje te nuttigen.
zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit
op NPO Radio 4. Alle luisteraars kunnen volop genieten
van het concert als mobiele telefoons, horloges en
gehoorapparaten geen geluid maken. Presentatie voor
Radio 4 vanuit de zaal door Maartje Stokkers.
➜ www.RADIO4.NL
Via dezelfde site kunt u onder ‘Luister Concerten’ kiezen
uit de mooiste concertopnamen, waaronder uiteraard
ook die van De Vrijdag van Vredenburg. De concerten
zijn te sorteren op genres en tijdperken.
AVROTROS
Groot Omroepkoor a cappella
op 13 en 27 maart
HANS VAN DER WOERD
De negentiende eeuw was een gouden tijdperk voor de
koorzang. Dat zullen de dames van het Groot Omroepkoor onder leiding van Pieter-Jelle de Boer op 13 maart
laten horen. Zij zingen juwelen van koormuziek van
Schumann en Brahms.
Twee weken later, op 27 maart,
opnieuw koormuziek van
Brahms, de prachtige, late
Fünf Gesänge opus 104, dan
gezongen door het gemengde
Groot Omroepkoor onder
leiding van chef-dirigent Gijs
Leenaars. Het concert opent
met muziek van een van de
belangrijkste Nederlandse
Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor
componisten uit de twintigste
eeuw: Rudolf Escher. Van
hem gaat Le vrai visage de la paix, een werk dat gerekend wordt tot de absolute hoogtepunten in de
Nederlandse koormuziek. Daarnaast klinkt muziek van
Pascal Dusapin, een van Frankrijks bekendste hedendaagse toondichters. Vrienden van het Groot Omroepkoor genieten korting op de entreeprijs.
➜ Voor kaarten: www.tivolivredenburg.nl of
030 2314544 (ma t/m za 12.00-18.00).
➜ WWW.TIVOLIVREDENBURG.NL
3
Mozart en Reger
blikken terug
Mozart en Reger
De muziek van Mozart heeft tot op de dag van vandaag velen
geïnspireerd. Deels speelde daarin mee dat Mozart een wonderkind was en daardoor een deel van de bewondering en verwondering gekleurd werd (en wordt) door de gedachte aan het
componerende kind. Vooral in de tweede helft van de negentiende eeuw lijken juist de droom van de ongeschonden achttiende eeuw (nog geen Franse revolutie) en de engelachtige lyriek (zoals men die toen vaak beschouwde) van Mozarts muziek
tal van componisten aangezet te hebben hun ‘Mozartiana’ te
schrijven. We hoeven maar te denken aan Tsjaikovski, SaintSaëns, Reger, Wolf-Ferrari, Richard Strauss en Ravel.
Mozart Adagio en Fuga, KV546
Hoewel het erop lijkt dat de jonge Mozart het componeren
spelenderwijs heeft geleerd, zoals een ander kind met zijn
paardje speelt of knikkert, werd hij in werkelijkheid van jongs
af aan – zij het met zachte hand – in het vak gedrild en gekneed
door zijn vader. Hij leerde door te doen, door te luisteren, door
de omgang met ervaren musici en zelfs vooraanstaande meesters (vrienden van zijn vader), en een paar maal door domweg
les te nemen, zoals in 1770 bij Padre Martini in Bologna.
Hoewel het erop lijkt dat de jonge Mozart
het componeren spelenderwijs heeft geleerd,
zoals een ander kind met zijn paardje speelt
of knikkert, werd hij in werkelijkheid van
jongs af aan – zij het met zachte hand – in
het vak gedrild en gekneed door zijn vader.
De jonge Wolfgang Amadeus
Mozart (schilderij toegeschreven
aan Pietro Antonio Lorenzoni,
1763)
4
Hier werd Mozart onderwezen in het oude contrapunt. Hij was
er niet zo goed in, en wellicht interesseerde het hem ook niet
echt. Padre Martini gaf hem een voldoende voor zijn werkstuk:
“gezien de omstandigheden was het voldoende” was zijn oordeel... Toen Mozart eenmaal in Wenen woonde en in contact
kwam met Baron Gottfried van Swieten en diens omvangrijke
bibliotheek met werken van vader en zonen Bach, veranderde
zijn houding volledig. Dat was pas contrapunt! Mozart begon
prompt fuga’s van Bach te kopiëren en in de stijl van Bach te
schrijven. Maar ook ingewikkelde canons.
In december 1783 zette Mozart zich aan een zelfstandige Fuga
in c KV 426 voor twee klavieren. Dit werk werd wellicht ook door
Mozart als de afsluiting van een leerperiode gezien. Het is tevens het bewijs hoever hij kon gaan, zoals blijkt uit het feit dat
hij deze fuga vijf jaar later bewerkte voor strijkorkest en er
toen een Adagio aan vooraf liet gaan (KV 546). Het fugathema is
kenmerkend voor Mozarts hang naar chromatiek, een hang die
hij overigens deelde met Bach en die in deze partituur niet geheel zonder reden gezien wordt als een indrukwekkend voorbeeld van de invloed van Bachs Musikalisches Opfer op Mozarts
componeren.
Concert voor fluit en harp
Mozart kwam via twee routes in contact met het genre van de
‘sinfonia concertante’ oftewel de symfonie met meerdere concerterende solopartijen. Met name in Bohemen en Zuid-Duitsland was dit genre bijzonder populair, maar ook in Frankrijk.
We kennen honderden van dergelijke concerten, die in veel opzichten zijn voortgekomen uit het ‘concerto grosso’ of het ‘concerto per molti strumenti’ uit de tijd van Vivaldi en Bach. Mozarts concertante werken zijn echter wat hun muzikale inhoud
betreft minder verschuldigd aan de Bohemers dan aan zijn ervaringen in Mannheim, waar een inmiddels tweede generatie
Bohemers en Zuid-Duitsers de scepter zwaaide over een voortreffelijk orkest. Daarbij mogen we ook de invloed van Wolfgangs vader niet vergeten en iets later van de jongste zoon van
de grote Bach, Johann Christian.
De eerste concerten voor meerdere solisten die Mozart schreef
zijn de Concertone voor twee violen en orkest (KV 190), het
Concert voor drie klavieren (KV 242), resp. uit 1774 en 1776.
Daarop volgden de Sinfonia concertante voor vier blazers (KV 297)
en het Concert voor fluit en harp (KV 299), en schetste hij een
prachtig eerste deel voor een Concert voor viool, altviool en cello en
kennen we een honderdtal maten van een Concert voor viool en
piano. Ten slotte volgden nog de fameuze Sinfonia concertante
voor viool en altviool (KV 364) en het Concert voor twee klavieren
(KV 365). Het genre beviel hem duidelijk en de voltooide
resultaten zijn ernaar!
Het Concert voor fluit en harp schreef Mozart in 1778 voor de hertog van Guines en zijn dochter, over wie Wolfgang in een eerste
schrijven aan vader Leopold in Salzburg opmerkte dat zij
‘magnifique’ harp speelde en veel ‘genie’ en ‘talent’ had. Later
voegde hij eraan toe dat de jongedame ‘hartgrondig dom en
ook nog hartgrondig lui’ was. Mozart verbleef met zijn moeder
in de Franse hoofdstad om werk te zoeken, weg uit Salzburg en
passend bij zijn talent.
Het concert voor de hertog is ongetwijfeld als visitekaartje bedoeld geweest. Mozart heeft al zijn lyrische vermogens voor dit
elegante, briljante en in menig opzicht ook typisch Franse concert aangewend. Zelfs al was hij geen groot liefhebber van de
fluit. Met name het langzame deel is van een ‘onvergelijkelijke’
(een van Mozarts lievelingswoorden!) schoonheid.
5
Reger Mozartvariaties
Kort voor de Eerste Wereldoorlog klonk de muziek van Max
Reger geregeld in ons land, niet in het minst door de meester
zelf, die tussen 1905 en 1916 zeven maal Nederland aandeed
als pianist en dirigent. Zijn laatste concerten waren op 25 en 26
maart 1916 met het Concertgebouworkest, toen hij in een
volgens sommige critici wat overladen programma zowel zijn
Hillervariaties opus 100 als Mozartvariaties opus 132 uitvoerde, met
daartussenin het door hem bewerkte Klavierconcert in d van Bach,
waarbij Cornelis Dopper het stokje van Reger overnam. Beide
orkestwerken van Reger hadden in Nederland toen overigens al
enig succes geboekt, zowel bij het Concertgebouworkest als bij
het Residentie Orkest.
Kort voor de Eerste Wereldoorlog klonk de
muziek van Max Reger geregeld in ons land.
Max Reger
6
Reger was tijdens dit laatste optreden in Nederland en met
name in het concert van Bach hoorbaar vermoeid, zoals ook
bleek uit zijn brieven en uitspraken vlak voor deze concerten
die meer dan gewoonlijk over de dood gingen. Reger was al
eerder die maand kort in Nederland geweest voor enkele concerten met zijn kamermuziek en toen snel naar Jena op en neer
gereisd om daar op 19 maart in huiselijke kring zijn verjaardag
te vieren. En dat alles midden in de oorlog, waardoor het reizen
toch al geen pretje was. Na het laatste concert in Amsterdam
reisde hij direct terug naar Jena. In de nacht van 10 op 11 mei
1916 zou hij plotseling in Leipzig, waar hij wekelijks les gaf,
overlijden. Een hartaanval vloerde hem op 43-jarige leeftijd.
De Nederlandse muziekcriticus en componist
Matthijs Vermeulen vond Regers muziek te weinig
origineel. Zijn bitterheid werd nog vergroot
doordat Reger een Duitser was, en de Duitsers
hadden grote delen van het Belgische erfgoed
totaal verwoest.
Matthijs Vermeulen was bij het concert in Amsterdam op 26
maart 1916 aanwezig en schreef daarover onder meer in De
Telegraaf: “Hij dirigeert met korte, zuinige bewegingen, het
ruggevlak voortdurend naar de helft van het orkest gewend.”
En: “Hij loopt traag en apathisch, zonder gedachte; hij gaat
loom naar de piano, en daar zit het groote lichaam ineengezakt
voor het klavier, beweegt mechanisch en onverschillig de geweldige armen en handen.” We herkennen de vermoeide musicus... Vermeulen vond de Hillervariaties origineler dan de Mozartvariaties: “Met [...] schrik ziet men hem achteruit gaan en tegelijk hoe langer hoe beroemder worden.” En inderdaad: de Mozartvariaties behoorden tot een halve eeuw geleden tot zijn
meest gespeelde en succesvolle orkestwerken.
Wat zat Vermeulen dwars in de muziek van Reger? Waarschijnlijk bovenal het in Vermeulens optiek geconstateerde gebrek
aan originaliteit. Reger was immers een discipel van Brahms,
een muzikale achterkleinzoon van Bach, en daarmee een volgeling, zelfs al constateerden de meeste van zijn vakbroeders dat
weinigen in die tijd Reger konden overtreffen in het schrijven
van grootse fuga’s en intieme, expressieve kamermuziek. Overigens werd Vermeulens bittere reactie op de man Reger en op
zijn muziek extra vergroot en aangezet doordat de componist
een Duitser was en Duitsland, zeker niet alleen in de ogen van
Vermeulen, de vijand was die grote delen van het Belgische erfgoed totaal verwoest had. Zo werd Reger ook op het podium
achtervolgd door de oorlog, die nu een eeuw geleden losbarstte.
De partituur van de Variaties en fuga over een thema van Mozart
opus 132, is kenmerkend voor de manier waarop Reger in feite
zijn leven lang zich met de traditie verbonden heeft gevoeld en
daaraan uiting heeft gegeven. Wat de techniek betreft, sluit dit
werk direct aan bij de bekende variatiecycli van Brahms, met
name diens Haydnvariaties en Händelvariaties. Maar ook de variatiecycli van Beethoven en natuurlijk van Mozart hebben Reger
beïnvloed. Sterker nog: het thema van Mozart uit diens Pianosonate in a (KV 331) dat Reger voor zijn opus 132 heeft gebruikt,
heeft Mozart eveneens geïnspireerd tot een serie variaties.
Vergeleken met de Hillervariaties zijn die over het thema van
Mozart kleinschaliger en intiemer van karakter. Deels is dat te
verklaren door het lieflijke wiegende thema van Mozart zelf,
deels ook door de muzikale ontwikkeling van Reger, die rond
1913 eenvoudiger en expressiever is gaan schrijven. De fuga is
in zijn laatste cyclus ook minder pompeus en grootschalig dan
in de eerdere variatiecycli en de grote orgelwerken, waarover
de geest van Bach nog zo krachtig waart.
Leo Samama
7
uitvoerenden
8
Thomas Zehetmair, dirigent
De carrière van Thomas Zehetmair
bestaat uit dirigeren en optredens als
vioolsolist en kamermuziekspeler.
Momenteel is hij chef-dirigent van
Northern Sinfonia (Engeland), gastdirigent van het St. Paul Chamber
Orchestra (VS) en chef-dirigent van het
Orchestre de chambre de Paris. Met
Northern Sinfonia maakte hij tournees
naar Hong Kong, Nederland, Scandinavië
en Duitsland. Thomas Zehetmair heeft
een groot deel van het vioolreperoire
uitgevoerd en opgenomen, waaronder
recentelijk het Vioolconcert van Bernd
Aloïs Zimmermann. Als gastdirigent
stond hij onder meer voor het Nationaal
Orkest van Hongarije, het Nationaal
Filharmonisch Orkest van Warschau,
het Hallé Orchestra in Manchester,
Camerata Salzburg en het Rotterdams
Philharmonisch Orkest. Na zijn debuut
als dirigent bij de Salzburger Festspiele
in 2011 keerde Zehetmair er in 2012
terug. Verder vermeldt de agenda van
dit seizoen optredens met het
Münchner Kammerorchester, onder
meer in Moskou, met het Orchestre de
chambre de Lausanne, het TonkünstlerOrchester en het Orchestre Philharmo-
Martine van der Loo, fluit
Martine van der Loo studeerde fluit bij
Abbie de Quant aan het Utrechts conservatorium, waar zij het solodiploma
met onderscheiding behaalde. Martine
van der Loo is haar carrière al tijdens
Martine van der Loo
Godelieve Schrama
ANOUK DE KLEERMAEKER
MARK SAVAGE
Thomas Zehetmair
nique de Nice. Als violist treedt hij op
met de Bamberger Symphoniker, het
Orchester der Oper Zürich, het
Orchestre de chambre de Paris, het HRSinfonieorchester en het Konzerthausorchester Berlin. Thomas Zehetmair
ontving onder meer de Ehrenurkunde
des Preises der Deutschen Schallplattenkritik en de Karl-Böhm-Interpretationspreis des Landes Steiermark. Zehetmair
is eredoctor van de Hochschule für
Musik Franz Liszt in Weimar en ontving
in 2012 een eredoctoraat van de universiteit van Newcastle. In april 2013
dirigeerde Thomas Zehetmair in De
Vrijdag van Vredenburg het Radio
Filharmonisch Orkest en het Groot
Omroepkoor in een concert rond De
Vrede van Utrecht, met Peter van Onna’s
The Ceremonial (uit The Treaty of Utrecht) en
Beethovens Negende symfonie. En in maart
afgelopen jaar dirigeerde hij LUDWIG in
een concert met louter Beethoven.
haar studie begonnen als eerste fluitiste
bij het Nederlands Kamerorkest. Gedurende acht jaar is ze solo fluitiste
geweest bij het Radio Symfonie Orkest
en sinds 1995 is ze solo fluitiste bij het
Residentie Orkest in Den Haag. Daarnaast
is Martine van der Loo psycholoog en
cognitief gedragstherapeut. Ze heeft
zich gespecialiseerd in de mentale begeleiding van professionele musici,
conservatoriumstudenten en gevorderde amateurs. Haar doel is om musici te
ondersteunen om optimaal te presteren
op de momenten waar het om gaat. Als
psycholoog zit Martine van der Loo in de
unieke positie dat zij zelf uitvoerend
musicus is. Ze heeft haar eigen ‘Praktijk
voor musici’ in Den Haag.
Godelieve Schrama, harp
Als soliste trad Godelieve Schrama o.a.
op met het Radio Kamer Orkest, het
Residentie Orkest, het Rotterdams
Philharmonisch Orkest, Musikkollegium
Winterthur, de Dortmunder Philharmoniker en Het Koninklijk Concertgebouworkest. Ze werkte samen met
dirigenten als Frans Brüggen, Ton
Koopman, Reinbert de Leeuw, Anthony
Halstead, Gérard Korsten, Lev Markiz,
Peter Eötvös, Matthias Bamert, Jac van
Steen en Ed Spanjaard. Als harpiste van
het ASKO|Schönberg Ensemble speelt
zij het gehele repertoire voor ensemble
uit de twintigste en eenentwintigste
eeuw. Kamermuziek speelt Godelieve
Schrama onder meer bij het Orlando
Festival, het West Cork Chamber Music
Festival en het Delft Chamber Music
Festival. Daarbij speelt zij samen met
Emily Beynon, Andrea Lieberknecht,
Vesko Eschkenazy, Mikhail Zemtsov,
Thomas Selditz, Larissa Groeneveld, het
Auryn Kwartet, het Vanbrugh Kwartet,
sopraan Charlotte Riedijk en organist
Thomas Nowak. Afgelopen seizoen
speelde ze samen met Quatuor Danel
werken van Debussy, Caplet en Britten.
Resultaat van door Godelieve Schrama
verstrekte compositieopdrachten is een
cd met Nederlandse harpconcerten, alsmede kamermuziek van de hand van
Klaas de Vries (2005), Oene van Geel
(2006), Param Vir (2008) en Micha
Hamel (2010-2011). In samenwerking
met kunstenaars uit verschillende
disciplines realiseert ze muziektheaterproducties, zoals Black Feather Rising,
een kameropera van de Engels-Indiase
componist Param Vir die in 2008 in
première ging. Sinds 2001 doceert
Godelieve Schrama aan de Hochschule
für Musik in Detmold. Godelieve
Schrama bespeelt een Lyon & Healy style
23 en een Lyon & Healy model Salzedo.
Residentie Orkest
(The Hague Philharmonic)
Met zijn nieuwe artistieke profiel bewijst
het Residentie Orkest meer dan ooit dat
symfonische muziek ook in de 21e eeuw
voor een groot en breed publiek van
betekenis kan zijn. Het orkest geeft concerten in zijn thuishaven de Dr Anton
Philipszaal, waar concertbezoekers vooraf worden bediend met de RO-Starter,
een levendig voorprogramma met live
muziek en interviews. Daarnaast doet
het orkest het hele seizoen bijzondere
producties in het Paard van Troje, waar-
9
10
door het ook van betekenis is voor
studenten en young professionals. Het
orkest treedt in toenemende mate op in
omliggende gemeenten als Leiden,
Gouda en Wassenaar, en is ook veelvuldig
te horen op diverse grote podia in binnenen buitenland.
Het Residentie Orkest is ook nadrukkelijk
in de stad Den Haag aanwezig, met
openluchtconcerten en educatieve projecten op talloze scholen. Daarnaast is
het orkest steevast betrokken bij belangrijke gebeurtenissen, zoals de viering
van het honderdjarig Vredespaleis, de
opening van The Hague African Festival
en de jaarlijkse Troonrede. Ook viert het
orkest samen met de bewoners van (groot)
Den Haag de feestdagen met kerst-,
nieuwjaars-, Koningsdag- en Prinsjesdagconcerten. Belangrijk zijn ook de samenwerkingen met Haagse- en nationale
partners als het Nationaal Toneel,
Festival Classique, Paard van Troje,
Gemeentemuseum en De Nederlandse
Opera, Nederlandse Opera Academie en
de Zaterdagmatinee.
Speerpunt in de ambities van het Residentie Orkest is het educatieve beleid.
Jaarlijks participeren meer dan 25.000
scholieren in educatieve projecten,
waarmee het Residentie Orkest dé aanjager van muziekeducatie is in Den Haag.
Het orkest heeft daartoe een educatieprogramma ontwikkeld voor alle leeftijden. Voor amateurmuzikanten worden
masterclasses en orkestweekenden georganiseerd waarbij zij respectievelijk
les krijgen van en meespelen met professionele musici uit het orkest. Voor het
onderwijs zijn speciale activiteiten ont-
wikkeld voor basisscholen en het voortgezet onderwijs. Van schoolconcerten en
repetitiebezoeken tot een nascholingscursus voor leerkrachten en een intensief
driejarig muziekonderwijstraject voor
Haagse basisscholen. Door een
samenwerkingsverband met de Masteropleiding van het Koninklijk Conservatorium levert het orkest daarnaast een
goede bijdrage in talentontwikkeling.
In de beginjaren stond het Residentie
Orkest onder leiding van oprichter dr.
Henri Viotta. Al snel was het orkest een
pleisterplaats voor componisten als
Richard Strauss, Igor Stravinsky, Max
Reger, Maurice Ravel, Paul Hindemith
en Vincent d’Indy. Als gastdirigenten
traden onder anderen Arturo Toscanini,
Bruno Walter, Leonard Bernstein en
Hans Knappertsbusch op. Na de Tweede
Wereldoorlog werd Willem van Otterloo
aangesteld. Hij was chef-dirigent van het
Residentie Orkest van 1949 tot 1973 en
bouwde een bijzondere reputatie op
door de hoge speelkwaliteit te koppelen
aan een avontuurlijke programmering.
Na Van Otterloo voerden achtereenvolgens Jean Martinon, Ferdinand Leitner,
Hans Vonk, Evgenii Svetlanov en Jaap
van Zweden het orkest aan als chef-dirigent. Tot de zomer van 2012 was Neeme
Järvi chef-dirigent van het Residentie
Orkest. Vaste gastdirigent is Richard
Egarr, vanaf zomer 2015 is Jan Willem
de Vriend vaste dirigent.
DIRIGENT
Thomas Zehetmair
EERSTE VIOOL
Lucian-Leonard Raiciof (concertmeester)
Pei Pei Zhu
Ilya Warenberg
Momoko Noguchi
Naomi Bach
Orges Caku
Yuki Hayakashi
Jan Paul Tavenier
Ronald Touw
Pieter Verschuijl
Mara Oosterbaan
Tiziana Pintus
TWEEDE VIOOL
Janet Krause
Faïna Makhtina
Justyna Briefjes
Barbara Krimmel
Ben Legebeke
Margot Leger
Vasilica Mihailescu - Popa
Gonnelieke van Oosterom
Cato Went
Alexandra Mashina
ALTVIOOL
Jacomine Punt
Jan Buizer
Guus Ghijsen
Georg Pudill
Elisabeth Runge
Tanja Trede
Moira Bette
Kellen Mc Daniel
CELLO
Gideon den Herder
Mileva Fialova
Justa de Jong
Tom van Lent
Sven Weyens
Aurore Cabaret-Montaulieu
CONTRABAS
Frank Dolman
Roelof Meijer
Astrid Schrijner
Jasper Tjallingii
FLUIT
Eline van Esch
Dorine Schade
Claire Chabrier
OBOE
Hilje van der Vliet
Helmke Jansen
KLARINET
Ab Vos
Tom Sieuwerts
FAGOT
Peter Gaasterland
Erik Reinders
HOORN
Rene Pagen
Mariëlle van Pruijssen-Endepoel
Mirjam Steinmann
Diechje Minne
TROMPET
Huug Steketee
Robert-Jan Hoffman
PAUKEN
Martin Ansink
HARP
Danielle Riegel
Residentie Orkest
11
volgende concerten
12
vrijdag 20 februari 2015, 20.15 uur
TivoliVredenburg, Utrecht
Inleiding Sebastiaan van Eck 19.30 uur
SERIE AVRO KLASSIEK
Górecki ná de
Klaagliederen
Tsjaikovski
goes ‘rococo’
Radio Filharmonisch Orkest
Radio Filharmonisch Orkest
Reinbert de Leeuw dirigent
Jukka-Pekka Saraste dirigent
Jean-Guihen Queyras cello
Andreas Brantelid cello
Górecki Vierde symfonie (opdrachtwerk
London Philharmonic Orchestra, Southbank
Centre, Los Angeles Philharmonic en NTR
ZaterdagMatinee NEDERLANDSE PREMIÈRE)
Sibelius De bard
Sjostakovitsj Tweede celloconcert
Tsjaikovski Rococo-variaties
Bruch Kol nidrei
Sibelius Tweede symfonie
colofon
zaterdag 14 februari 2015, 14.15 uur
Concertgebouw, Amsterdam
WWW.ZATERDAGMATINEE.NL
PROGRAMMERING
PRESENTATIE AVROTROS NPO
RADIO 4
ARTISTIEK LEIDER
Astrid in ’t Veld
PRODUCTIE
Maartje Stokkers
PROGRAMMATOELICHTING
Chris van de Ven
EINDREDACTIE AVROTROS NPO
RADIO 4
Leo Samama
Tim Moen
Clemens Romijn
Anne Marie van Doorn
CASTING DIRECTOR
EINDREDACTIE
ADMINISTRATIE & FINANCIËN
Mauricio Fernández
Onno Schoonderwoerd
PUBLICITEIT & PRODUCTIE
JONG TALENT
Anneke de Vries
Kees Vlaardingerbroek
REDACTIE PROGRAMMABOEK