Klik hier voor de uitgebreide toelichting bij dit

HET IDEE
AVRO KLASSIEK
TROS KLASSIEK
HEMELSE MUZIEK
GROOT OMROEPKOOR
TROS VOCAAL
MUZIEK & POLITIEK
TROS MUZIKALE MEESTERWERKEN
6 februari 2015, 20.15 uur, inleiding Paul Korenhof 19.30 uur
Quattro pezzi sacri
en de Fontane di Roma
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Pietari Inkinen dirigent
Gijs Leenaars dirigent Groot Omroepkoor
Mariangela Sicilia sopraan
Richard Wagner 1813-1883
Voorspel Parsifal 1882
Ottorino Respighi 1879-1936
Fontane di Roma (De fonteinen van Rome) 1914-1916
De fontein van Valle Giulia
De Tritonfontein
De Trevifontein
De fontein van de Villa Medici
PAUZE
Giuseppe Verdi 1813-1901
Quattro pezzi sacri voor sopraan, koor en orkest 1888-1897
Ave Maria
Stabat Mater
Laudi alla Vergine Maria
Te Deum
2
Drankje na afloop
Live-uitzending
Na het concert is er
gelegenheid om een
drankje te nuttigen.
zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit
op NPO Radio 4. Alle luisteraars kunnen volop genieten
van het concert als mobiele telefoons, horloges en
gehoorapparaten geen geluid maken. Presentatie voor
Radio 4 vanuit de zaal door Maartje Stokkers.
➜ www.RADIO4.NL
Via dezelfde site kunt u onder ‘Luister Concerten’ kiezen
uit de mooiste concertopnamen, waaronder uiteraard
ook die van De Vrijdag van Vredenburg. De concerten
zijn te sorteren op genres en tijdperken.
Groot Omroepkoor in Podium
Witteman
Zondag 8 februari zingt
het Groot Omroepkoor
onder leiding van chefdirigent Gijs Leenaars
Verdi’s Laudi alla Vergine
Maria. Joyce Sylvester,
burgemeester van
Naarden, senator in de
Eerste Kamer en liefhebber en kenner van Verdi,
schuift aan.
Podium Witteman, iedere
zondag om 17.10 uur op
NPO 2
➜ WWW.PODIUMWITTEMAN.NL
AVROTROS
Groot Omroepkoor a cappella
op 13 en 27 maart
De negentiende eeuw was een gouden tijdperk voor de
koorzang. Dat is op 13 maart te horen uit de vrouwenkelen van het Groot Omroepkoor onder leiding van
Pieter-Jelle de Boer. Zij zingen juwelen van koormuziek
van Schumann en Brahms.
Twee weken later, op 27 maart, opnieuw koormuziek van
Brahms, de prachtige, late Fünf Gesänge opus 104, dan
gezongen door het gemengde Groot Omroepkoor onder
leiding van chef-dirigent Gijs Leenaars. Het concert
opent met muziek van een van de belangrijkste Nederlandse componisten uit de twintigste eeuw: Rudolf
Escher. Van hem gaat Le vrai visage de la paix, een
werk dat gerekend wordt tot de absolute hoogtepunten
in de Nederlandse koormuziek. Daarnaast klinkt muziek
van Pascal Dusapin, een van Frankrijks bekendste
hedendaagse toondichters. Vrienden van het Groot
Omroepkoor genieten korting op de entreeprijs.
➜ Voor kaarten: www.tivolivredenburg.nl of
030 2314544 (ma t/m za 12.00-18.00).
➜ WWW.TIVOLIVREDENBURG.NL
3
Quattro pezzi sacri
en de Fontane di Roma
Parsifal - voorspel
Vanaf het eerste moment is Parsifal door mysteriën omgeven
geweest. Niet alleen had Richard Wagner (1813-1883) zijn laatste
theaterwerk doortrokken van christelijk-religieuze symboliek,
maar hij had het ook nog de benaming ‘Bühnenweihfestspiel’
meegegeven. De verklaring voor die naam is waarschijnlijk het
feit dat hij het werk speciaal voor het Festspielhaus in Bayreuth
geschreven had en zijn wens dat het ook alleen daar zou worden
opgevoerd. Velen zagen er echter een verwijzing in naar de
‘gewijde’ thematiek, ondersteund door christelijke symbolen
als het avondmaal, de kelk die daarbij gebruikt werd (de ‘graal’)
en de speer waarmee de zijde van de Heiland doorboord was.
Die christelijke thematiek komt het sterkste tot uiting tijdens
het slot van het eerste bedrijf, dat zich afspeelt in de in NoordSpanje gesitueerde graalburcht en dat sterke parallellen vertoont met christelijke rituelen. De verzamelde graalridders
nuttigen in een religieus getinte plechtigheid brood en drinken
wijn (uit de ‘graal’) als hernieuwende krachtbronnen ‘om de
werken van de Heiland te verrichten’. De religieuze parallel
wordt nog versterkt doordat Wagner met de titelrol (de ‘verlosser’
Parsifal), met de lijdende koning Amfortas (door de speer in
zijn zijde gewond) en met de Goede Vrijdag-symboliek in het
derde bedrijf naar de figuur van Jezus Christus leek te verwijzen.
Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw
hing bij uitvoeringen van Parsifal in Bayreuth
een mededeling dat het publiek ‘gezien de
geest van de scène’ verzocht werd na het
eerste tafereel niet te applaudisseren.
Wel of geen applaus?
4
Richard Wagner
Bij de eerste uitvoeringen in 1882 aarzelde de Wagner-aanhang
om na de ‘gewijde sfeer’ van deze scène te applaudisseren.
Wagner kon zich daarin vinden en nog tot in de jaren zeventig
van de vorige eeuw hing bij uitvoeringen van Parsifal in Bayreuth
een mededeling van festivalleiding dat het publiek gezien ‘de
geest van deze scène’ verzocht werd zich na het eerste tafereel
te onthouden van bijval.
Tegelijk met de secularisering van de West-Europese maatschappij drong ook tot de fervente Wagner-aanhang geleidelijk
het besef door dat theatrale symboliek niet gelijkgesteld kon
worden aan religie. De plechtige en ‘gewijde’ atmosfeer van
grote delen van de partituur kan echter evenmin ontkend
worden als het feit dat Wagner tekst en muziek bewust heeft
doorvlochten met religieuze motieven. Dat begint al in het
voorspel dat door schijnbaar zwevende strijkers en houtblazers
wordt geopend met de plechtige klanken van de beide avondmaalzangen uit het slot van datzelfde bedrijf, ‘Nehmet hin
mein Leib’ en ‘Nehmet hin mein Blut’, waarvoor de componist
teruggreep op de oude gregoriaanse antifoon Alma redemptoris
Mater. In het van hem bekende vlechtwerk van motieven en
modulaties vervolgt Wagner met een ietwat dogmatisch aandoend maar door trompetten en trombones magistraal aangeheven ‘graalmotief’ (combinatie van een gregoriaans Gloria
met het Dresdner Amen) gevolgd door een drievoudig, steeds een
terts hoger aangeheven ‘geloofsmotief’.
Na een ingenieuze afwisseling en vervlechting van deze motieven
biedt het tweede deel van het voorspel een schildering van de
zondeval van Amfortas en het verlies van de heilige speer die de
komst van een ‘verlosser’ noodzakelijk maken. De combinatie
van het ‘speermotief’, het ‘eilands klachtmotief’ en het ‘Kundrymotief’ met elders in het werk verwijzingen naar de laatste
levensfase van Jezus opent echter de deur naar een andere
interpretatie: een schildering van Jezus’ kruisdood en van het
moment waarop hij Kundry om haar spotlach de blik toewerpt
die haar eeuwenlang rusteloos over de aarde zal doen zwerven.
Via een motief dat samenhangt met de klacht om het door
zonde ‘ontheiligde heiligdom’ keert Wagner vervolgens terug
naar een vrediger sfeer. Daarin klinkt nogmaals het ‘speermotief’,
nu als aankondiging van de terugkeer van de speer en de op
handen zijnde ‘verlossing’ door Parsifal, de onbezoedelde ‘reine
dwaas’. Uiteindelijk sterft het voorspel weg in een herhaling
van het eerste ‘avondmaalmotief’ om de weg vrij te maken voor
het ochtendgloren aan het begin van de eerste akte.
5
De fonteinen van Rome
Na Monteverdi is Italië uitgegroeid tot het operaland bij uitstek
en dat zou het tot in de eerste decennia van de twintigste eeuw
blijven. Religieuze en andere vocale muziek werd in die drie
eeuwen nog wel geschreven, maar symfonische muziek nauwelijks en als de grote operacomponisten zich eens instrumentaal
wilden uitdrukken, beperkten zij zich veelal tot de kamermuziek.
Tot de eersten die hierin verandering brachten, behoorde
Ottorino Respighi (1879-1936). Wel profileerde ook hij zich als
operacomponist, maar hij werd toch vooral bekend door drie
symfonische gedichten op de stad Rome: Pini di Roma (Pijnbomen
van Rome), Fontane di Roma (Fonteinen van Rome) en Feste Romane
(Romeinse feesten).
fontein van Valle Giulia
fontein met de Triton
Trevi-fontein
Fontane di Roma, het oudste van de drie en geschreven in de jaren
1914-1916, is tegelijk de impressie van een zonnige dag in de
Eeuwige Stad, waarbij vier bekende fonteinen worden geschilderd in vier verschillende fasen van het zonlicht. Het eerste deel,
Andante mosso, gewijd aan de fontein van Valle Giulia, niet ver
van de Villa Borghese, beschreef de componist zelf in zijn toelichting als de schildering van “een pastoraal landschap. Kudden
vee trekken voorbij en lossen op in de verse, vochtige nevels van
een Romeins ochtendgloren.” Een luid en prominent hoorngeschal introduceert het tweede deel, gewijd aan de fontein met
de Triton op de Piazza Barberini in het heldere ochtendlicht:
“Het lijkt een vrolijk oproep aan de groepen najaden en tritons
die nu naderbij hollen, elkaar achtervolgend en over elkaar
heen tuimelend in een wilde dans tussen de waterstralen.”
fontein bij Villa Medici
6
Ottorino Respighi
Een nieuw thema, statiger nu, voert ons naar de bekende
Trevi-fontein in de middagzon: “Dit plechtige thema, dat van
de houtblazers overgaat naar het koper, suggereert een
triomfantelijk karakter. Trompetten schallen en over het
helder oplichtende wateroppervlak trekt Neptunus voorbij in
een wagen die getrokken wordt door zeepaarden en gevolgd
door een stoet van sirenen en tritons. Dan verdwijnt de optocht
terwijl in de verte nog zacht het trompetgeschal opklinkt.”
Tot slot voert de componist ons met een nostalgisch getinte
overgang naar de fontein bij de befaamde Villa Medici: “Het is
het weemoedige uur van de zonsondergang. De lucht is vol
klokgelui, vogelgekwetter en bladergeruis. Dan sterft alles
vredig weg in de nachtelijke stilte.”
Vier gewijde stukken
In 1898 publiceerde Verdi’s uitgever Ricordi onder de titel
Quattro pezzi sacri in één band vier losse composities van Verdi
op Latijnse religieuze teksten. Hoewel het nooit de bedoeling
was geweest dat deze werken ook gezamenlijk zouden worden
uitgevoerd, gaf de componist daarvoor wel zijn toestemming,
maar hij maakte daarbij een uitzondering voor het Ave Maria.
Oorspronkelijk had hij dit niet eens gedrukt willen zien en op
zijn aandringen ontbrak het dan ook bij de première op 7 april
1898 in Parijs. Ook bij de eerste Italiaanse uitvoering, kort
daarna in Bologna, ontbrak dit vijf minuten durende koorwerk
en pas bij een uitvoering in november 1898 in Wenen kwam
het voor het eerst tot klinken. Sindsdien worden de vier werken
vrijwel altijd gezamenlijk geprogrammeerd in de volgorde
waarin zij in de uitgave werden opgenomen en die afwijkt van
de volgorde van ontstaan. Het Ave Maria en het Laudi alla Vergine
Maria stammen uit 1888-1889 en ontstonden dus tussen Otello
en Falstaff, Verdi’s laatste twee opera’s. In 1895-1896 schreef de
toen 83 jaar oude componist het Te Deum, onmiddellijk gevolgd
door het Stabat Mater, waarmee hij in 1897 definitief een streep
zetten onder een carrière die in totaal zeventig jaar omspande.
Het Ave Maria was eigenlijk een meesterlijke
vingeroefening. Oorspronkelijk had Verdi
het niet eens gedrukt willen zien.
7
Ave Maria
Dat Verdi het Ave Maria aanvankelijk niet uitgevoerd en zelfs
niet gepubliceerd wilde hebben, hangt samen met het feit dat
hij dit a capella koorwerk vooral zag als een vingeroefening,
niet als een weloverwogen compositie. Het was in 1888 min of
meer bij toeval ontstaan na een opmerking van de componist
Arrigo Boito die voor hem het libretto van Otello had geschreven. In dat werk had Boito de intrigant Jago een nihilistisch
Credo gegeven dat niet terugging op woorden van Shakespeare,
en dat mede door Verdi’s muziek in zekere zin het meest gedurfde fragment in deze opera werd. Naar aanleiding van een
artikel in de Gazetta Musicale over een ‘enigmatische toonladder’ met ongebruikelijke intervallen daagde Boito Verdi uit
deze ongewone toonladder te gebruiken voor een Ave Maria ‘als
tegenhanger van het goddeloze Credo van Jago’. Het resultaat
toont het technische meesterschap van een componist die zelfs
als hij geen compositie onder handen had, toch vrijwel iedere
dag een ‘vingeroefening’ op papier zette.
Laudi alla Vergine Maria
Wel als serieuze compositie bedoeld was de lofzang Laudi alla
Vergine Maria uit dezelfde periode, die bij de première in Parijs
het meeste succes had bij het publiek. Daarbij moet wel worden vermeld dat Verdi het werk schreef voor vier solostemmen
en dat het toen ook op die manier werd uitgevoerd. De tegenwoordig gebruikelijke uitvoering door vier koorstemmen zal
zeker een economische reden hebben, maar waarschijnlijk
speelt ook mee dat een uitvoering door vier solisten in moderne oren wellicht iets te ‘opera-achtig’ klinkt voor een religieus
getint muziekstuk.
Stabat Mater
Een waardiger besluit van Verdi’s operaloopbaan dan met het
Stabat Mater is nauwelijks denkbaar, ook omdat het werk ondanks de religieuze achtergrond in alles de sporen draagt van
wat hem als operacomponist groot heeft gemaakt. Het muzikaal weergeven van een door hem grondig bestudeerde tekst en
een steeds sterker streven tot het vermijden van overbodige
details stonden voor Verdi bij het schrijven van zijn opera’s op
8
een gedeelde eerste plaats. Die lijn trok hij tot in het uiterste
door in de Quattro pezzi sacri en zijn laatste compositie, het
Stabat Mater, is dan ook vooral een muzikale weergave van de
dramatische lijn die hij in de tekst zag. Het is of iedere tekstfrase behandeld wordt vanuit zijn betekenis in de context,
waarbij de muziek niet zozeer aandacht vraagt voor de religieuze inhoud, als wel voor de tragiek van een moeder die hulpeloos moet toezien bij het sterven van haar zoon. Waar uiteenlopende componisten als Rossini, Dvorˇák en Poulenc hetzelfde
gedicht voorzagen van een half tot anderhalf uur muziek, zal
de gemiddelde uitvoering van Verdi’s zetting altijd rond de
dertien minuten schommelen. Tekstherhalingen blijven volledig achterwege, terwijl tegen het einde de sfeer van een dodenmis doorklinkt met reminiscenties aan de Messa da requiem en
een vermoedelijk bewuste verwijzing naar het Requiem van
Fauré. Het laatste wat Verdi schreef voor de menselijke stem,
was een sober pianissimo ‘Amen’ van het koor.
Te Deum
Giuseppe Verdi
geschilderd door Lombardini
Het één jaar eerder geschreven Te Deum (Verdi werkte nog aan
de orkestratie toen hij begon met het Stabat Mater) ademt eenzelfde integriteit en tekent een componist die zich weliswaar
bewust van de kerk als instituut afkeerde, maar wiens instelling en religieuze gevoelens nooit ter discussie stonden. Hoewel
hij voor dit werk een dubbel koor en een groter orkest voorschreef dan voor zijn Messa da requiem, vermeed hij ook hier
elke vorm van pompeus musiceren en zijn soms bijna introverte benadering staat in sterk contrast met veel andere toonzettingen van deze lofzang. Pracht, praal en uiterlijk vertoon
waren niet Verdi’s stijl, maar wel schreef hij dit werk met hetzelfde scherpe oog voor emoties en emotionele contrasten dat
we in al zijn opera’s terugvinden, en eveneens met een groot
maar integer gevoel voor het dramatische effect.
De afsluiting van zijn creatieve leven met juist deze twee
werken typeert een componist die ook bepaalde dat zijn
begrafenis zonder zang of muziek moest plaatsvinden. Toen hij
drie jaar na de voltooiing van de Quattro pezzi sacri op de leeftijd
van 88 jaar overleed, werd zijn wens geëerbiedigd, al kon
niemand verhinderen dat de verzamelde menigte onderdrukt
het slavenkoor uit de opera Nabucco inzette. Toen Verdi een
De afsluiting van zijn creatieve leven met
juist deze twee werken typeert een componist die ook bepaalde dat zijn begrafenis
zonder zang of muziek moest plaatsvinden.
Toen hij drie jaar na de voltooiing van de
Quattro pezzi sacri op de leeftijd van 88 jaar
overleed, werd zijn wens geëerbiedigd, al
kon niemand verhinderen dat de verzamelde menigte onderdrukt het slavenkoor uit
de opera Nabucco inzette.
maand later samen met zijn vrouw Giuseppina Strepponi werd
bijgezet in het door hem gestichte rusthuis voor musici in
Milaan, gold die bepaling echter niet meer en dirigeerde Arturo
Toscanini datzelfde koor in een uitvoering door achthonderd
zangers bij wie zich de meer dan honderdduizend landgenoten
aansloten die de bekendste en meest geliefde Italiaan van de
negentiende eeuw naar zijn laatste rustplaats begeleidden.
Paul Korenhof
9
gezongen teksten
10
Giuseppe Verdi Quattro pezzi sacri
Ave Maria
Ave Maria, gratia plena, Dominus tecum;
Sancta Maria, Mater Dei,
ora pro nobis peccatoribus,
nunc et in hora mortis nostrae. Amen.
Wees gegroet Maria
Wees gegroet Maria, vol van genade, de
Heer is met U.
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen.
En gezegend is Jezus, de Vrucht van Uw
schoot.
Heilige Maria, Moeder van God,
bid voor ons, zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen.
Stabat Mater
Stabat mater dolorosa
Iuxta crucem lacrimosa,
Dum pendebat filius.
De moeder stond
Naast het kruis, met schreiende ogen
Stond de moeder, diep bewogen
Toen de Zoon te sterven hing,
Cuius animam gementem
Contristatam et dolentem
Pertransivit gladius.
O quam tristis et afflicta
Fuit illa benedicta
Mater unigeniti
Quae maerebat et dolebat.
Et tremebat, cum videbat
Nati poenas incliti.
En haar door het zuchtend harte,
Overstelpt van wee en smarten,
‘t Zevenvoudig slagzwaard ging.
O hoe droef, hoe vol van rouwe,
Was die zegenrijkste vrouwe,
Moeder van Gods ene Zoon!
Ach, hoe streed zij! ach, hoe kreet zij,
En wat folteringen leed zij,
Bij ‘t aanschouwen van die hoon!
Quis est homo qui non fleret,
Matrem Christi si videret
In tanto supplicio?
Quis non posset contristari,
Piam matrem contemplari
Dolentem cum filio?
Wie, die hier niet schreien zoude,
Als hij ‘t grievend leed aanschouwde,
Dat Maria’s ziel verscheurt?
Wie kan, zonder mee te wenen,
Christus’ moeder horen stenen,
Nu zij met haar zoon hier treurt?
Pro peccatis suae gentis
Vidit Iesum in tormentis
Et flagellis subditum.
Vidit suum dulcem natum
Moriendo desolatum
Dum emisit spiritum.
Voor de zonden van de zijnen
Zag zij Jezus zo in pijnen,
En de wrede geselstraf,
Zag haar lieve Zoon zo lijden,
Heel alleen de doodskamp strijden,
Totdat Hij zijn geest hergaf.
benedicta tu in mulieribus,
et benedictus fructus ventris tui, Jesus.
Eia mater fons amoris,
Me sentire vim doloris
Fac ut tecum lugeam.
Fac ut ardeat cor meum
In amando Christum Deum,
Ut sibi complaceam.
Geef, o Moeder! bron van liefde,
Dat ik voel, wat U zo griefde,
Dat ik met U medeklaag.
Dat mij ‘t hart ontgloeit van binnen,
In mijn Heer en God te minnen,
Dat ik Hem alleen behaag.
Sancta mater, istud agas,
Crucifixi fige plagas
Cordi meo valide.
Tui nati vulnerati
Tam dignati pro me pati,
Poenas mecum divide!
Heil’ge Moeder, wil mij horen,
Met de wonden mij doorboren,
Die Hij aan het kruishout leed.
Ach, dat ik de pijn gevoelde,
Die uw lieve Zoon doorwoelde,
Toen Hij stervend voor mij streed.
Fac me vere tecum flere,
Crucifixo condolere,
Donec ego vixero.
Iuxta crucem tecum stare
Te libenter sociare
In planctu desidero.
Mocht ik klagen al mijn dagen,
En zijn plagen waarlijk dragen,
Tot mijn jongste stervenssmart.
Met U onder ‘t kruis te wenen,
Met uw rouw mij te verenen,
Dat verlangt mijn zuchtend hart.
Virgo virginum praeclara,
Mihi iam non sis amara,
Fac me tecum plangere.
Fac ut portem Christi mortem,
Passionis eius sortem
Et plagas recolere.
Maagd der maagden! nooit volprezen,
Wil voor mij niet bitter wezen,
Laat mij treuren aan uw zij,
Laat mij al de wrede plagen,
En de dood van Christus dragen,
Laat mij sterven zoals Hij.
Fac me plagis vulnerari,
Cruce hac inebriari
Ob amorem filii,
Inflammatus et accensus,
Per te virgo sim defensus
In die iudicii.
Laat zijn wonden mij doorwonden,
Worde ik bij zijn kruis verslonden
In het bloed van uwen Zoon.
Moge ik in het vuur niet branden,
Neem, o Maagd, mijn zaak in handen
In het oordeel voor Gods troon.
Fac me cruce custodiri,
Morte Christi praemuniri,
Confoveri gratia.
Quando corpus morietur
Fac ut animae donetur
Paradisi gloria.
Amen.
Christus, moge ik eens behalen,
Als mijn levenszon gaat dalen,
Door uw Moeder, palm en prijs.
En als ‘t lichaam dan zal sterven,
Doe mijn ziel de glorie erven
Van het hemels paradijs.
11
12
Laudi alla Vergine Maria
Vergine Madre, figlia del tuo figlio,
Umile ed alta più che creatura,
Termine fisso d’eterno consiglio,
Tu se’ colei che l’umana natura
Nobilitasti sì, che ‘l suo Fattore
Non disdegnò di farsi sua fattura.
Nel ventre tuo si raccese l’amore
Per lo cui caldo nell’eterna pace
Così è germinato questo fiore.
Qui se’ a noi meridiana face
Di caritade, e mortali
Se’ di speranza fontana vivace.
Donna, se’ tanto grande, e tanto vali,
Che qual vuol grazia, e a te non ricorre,
Sua disianza vuol volar senz’ali.
La tua benignità non pur soccorre
A chi domanda, ma molte fiate
Liberamente al dimandar precorre.
In te misericordia, in te pietade,
In te magnificenza, in te s’aduna
Quantunque in creatura è di bontade.
Uit: Canto XXXIII uit Dantes Paradiso
Te Deum
Te Deum laudamus; te Dominum confitemur.
Te æternum Patrem omnis terra veneratur.
Tibi omnes angeli, tibi cæli: et universæ
Potestates,
Tibi Cherubim et Seraphim incessabili
voce proclamant:
Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus
Sabaoth.
Pleni sunt cæli et terra majestatis gloriæ
tuæ.
Te gloriosus Apostolorum chorus,
Te Prophetarum laudabilis numerus,
Lofzangen op de Maagd Maria
Maagd en moeder, dochter van je zoon,
nederiger en hoger dan alle schepselen
in het eeuwige plan bestemd en uitverkoren.
U heeft in U de menselijke natuur zo
gelauterd, dat de schepper zich graag liet
geven als haar schepsel.
In uw innerste bewoog zich opnieuw de
liefde, die levenswarme, die in de vrede
voor God deze roos liet ontluiken.
Voor ons zaligen bent U de middagzon,
de liefde, en voor sterfelijken bent U de
levende bron van hoop.
Vrouwe, U bent zo groot en machtig,
dat voor elke smekeling die U niet zoekt
het verlangen vleugellam blijft.
Maar Uw goedheid snelt de biddende te
hulp, en geeft gul genade, nog voor de
bede is uitgesproken.
In U is mededogen, in U is genade, in U is
gulheid, in U verenigen zich de goedheid
van heel de schepping.
Wij prijzen U, o God
Wij prijzen U, o God. U, Heer, loven wij.
U, eeuwige Vader, eert heel de aarde.
Tot U roepen alle engelen, tot U de hemelen en alle machten.
Tot U roepen Cherubijnen en Serafijnen
die zonder ophouden zingen:
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der
hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
U looft het roemvol koor der apostelen,
U het lofwaardig getal der profeten,
Te Martyrum candidatus laudat exercitus.
Te per orbem terrarum sancta confitetur
Ecclesia:
Patrem immensæ majestatis;
Venerandum tuum, verum, et unicum
Filium;
Sanctum quoque Paraclitum Spiritum.
Tu Rex gloriæ, Christe,
Tu Patris sempiternus es Filius.
U looft de blanke stoet der martelaren.
U prijst de heilige Kerk over heel de
aarde:
U, Vader, onmetelijk in majesteit;
U, eniggeboren Zoon, waarachtig en hoog
verheven;
U, Heilige Geest, de Vertrooster.
Gij, Christus, Koning der glorie,
Gij zijt de enige Zoon van de Vader.
Tu ad liberandum suscepturus hominem,
non horruisti Virginis uterum.
Gij, die om de mens verlossing te brengen
geen vrees hebt gehad voor de schoot
van de Maagd.
Gij die de prikkel van de dood hebt overwonnen
en voor de gelovigen het hemels rijk hebt
geopend.
Gij zit aan Gods rechterhand in de glorie
van de Vader.
Gij zult als rechter komen, zoals wij geloven.
U dan smeken wij: kom uw dienaars te hulp,
die Gij door uw Kostbaar Bloed hebt gered;
Laat ons geteld worden onder uw heiligen
in de eeuwige heerlijkheid.
Tu devicto mortis aculeo,
aperuisti credentibus regna cælorum.
Tu ad dexteram Dei sedes, in gloria Patris.
Judex crederis, esse venturus.
Te ergo quæsumus, tuis famulis subveni,
quos pretioso sanguine redemisti;
Aeterna fac cum Sanctis tuis in gloria
numerari.
Salvum fac populum tuum Domine, et
benedic hereditati tuæ.
Et rege eos, et extolle illos, usque in
æternum.
Per singulos dies, benedicimus te,
et laudamus nomen tuum in sæculum et
in sæculum sæculi.
Dignare Domine die isto sine peccato nos
custodire.
Miserere nostri Domine, miserere nostri.
Fiat misericordia tua Domine super nos,
quem admodum speravimus in te.
In te Domine speravi;
non confundar in æternum.
Red, Heer, red uw volk en zegen uw
erfdeel,
hoed hen, en draag hen voor immer.
U willen wij prijzen iedere dag,
uw naam verheerlijken voor altijd.
Wees genadig, Heer, spaar ons deze dag
voor de zonde.
Ontferm U over ons, Heer, ontferm U over
ons.
Laat uw barmhartigheid neerdalen over ons,
zoals ons vertrouwen uitgaat naar U.
Op U, Heer, is onze hoop gevestigd;
beschaam ons niet in eeuwigheid.
13
uitvoerenden
14
Pietari Inkinen, dirigent
Pietari Inkinen is sinds 2008 dirigent
van het New Zealand Symphony
Orchestra, en vervulde gastdirecties bij
de Dresdner Staatskapelle, het Gewandhaus Orchester in Leipzig, het Orkest
van de Bayerische Rundfunk, het Israel
Philharmonic, de Filharmonische
orkesten van Japan en Osaka, de BBC
Philharmonic, het City of Birmingham
Symphony Orchestra en diverse orkesten
in de Verenigde Staten, Nederland,
Italië en Frankrijk. Als dirigent werkte
hij samen met solisten als Vadim Repin,
Hilary Hahn, Pinchas Zukerman,
Alexander Toradze, Nikolaj Znaider en
Elisabeth Leonskaya. Hij dirigeerde drie
producties van de Finse Nationale Opera,
waaronder Jevgeni Onegin, en leidde een
balletuitvoering van Le sacre du printemps
in de Brusselse Muntschouwburg. Verder
heeft Inkinen nog een carrière als violist,
in welke hoedanigheid hij onder meer
optrad met het Fins Radio Symfonieorkest en het Filharmonisch Orkest van
Helsinki. Met het Inkinen Trio trad hij
op in de Londense Wigmore Hall en
St. John’s Smith Square. Sinds 2009 is
Pietari Inkinen eerste gastdirigent van
het Japans Filharmonisch Orkest, en
Gijs Leenaars groeide op in Nijmegen,
waar hij naast zijn middelbare schoolopleiding piano studeerde. Hij behaalde
een jaar na het afsluiten van het VWO
de onderwijsakte B voor piano. Daarna
ontving hij orkestdirectielessen van
Joop van Zon en studeerde hij koordirectie bij Jos Vermunt en zang bij Paula
de Wit. Gijs Leenaars is artistiek leider
van Bachkoor Holland en Capella Frisiae
en was assistent-dirigent bij de Radio
Kamer Filharmonie en het Radio Filharmonisch Orkest. Hij is regelmatig te
gast bij La Filarmonica di Torino in
Italïe en repetitor bij Cappella Amsterdam en het Nederlands Kamerkoor.
De afgelopen seizoenen dirigeerde hij
concerten bij onder meer Cappella
Amsterdam, het Residentie Orkest, het
Rotterdams Philharmonisch Orkest en
de Radio Kamer Filharmonie. Gijs
Leenaars werkt sinds het seizoen 20042005 geregeld samen met het Groot Omroepkoor, eerst als assistent-dirigent en
daarna als gastdirigent. In het seizoen
Mariangela Sicilia
STEFANIA PANIGHINI
Gijs Leenaars
Gijs Leenaars, koordirigent
HANS VAN DER WOERD
Pietari Inkinen
sinds dit jaar chef-dirigent van de
Ludwigsburg Schlossfestspiele en het
Praags Symfonieorkest.
2012-2013 is hij Celso Antunes opgevolgd als chef-dirigent van het Groot
Omroepkoor. Aan het einde van dit
seizoen verlaat hij zijn post bij het
Groot Omroepkoor om per 2015-2016
chef-dirigent te worden van het Rundfunkchor Berlin.
Mariangela Sicilia, sopraan
Mariangela Sicilia studeerde aan het
conservatorium van haar geboortestad
Cosenza in Zuid-Italië. Verder studeerde
ze vanaf 2009 aan de Italiaanse Operaschool van het Stedelijk Theater van
Bologna en in 2011 zangtechniek bij
Susanna Eken aan de Mozart Academie
in Aix-en-Provence. Naast de Premio
Operalia van 2014 won Mariangela
Sicilia diverse prijzen van zangwedstrijden in Italië en Barcelona.
In 2009 maakte ze haar debuut als
Gretel in Hänsel und Gretel van Humperdinck in een tournee van het project
AsLiCo die haar naar diverse theaters
in Italië bracht. Verder zong ze in La
serva padrona van Pergolesi en Don
Trastullo van Jommelli in het Teatro San
Carlo in Napels en vertolkte ze de rol
van Musetta in La Bohème in Lucca, Pisa,
Livorno en Ravenna. Geselecteerd voor
het Young Singers project van de Salzburger Festspiele in 2012 zong ze als
Charmion in Cléopatre van Massenet
onder leiding van Vladimir Fedoseyev,
en hetzelfde jaar als Corinna in Il viaggio
a Reims op het Rossini Opera Festival in
Pesaro. Ook vertolkte ze de rol van
Vivetta in Cilea’s L’Arlesiana tijdens het
Wexford Festival Opera. Mariangela
Sicilia zong in het Stabat Mater van
Pergolesi in Jeruzalem en Ravenna
(uitgezonden door RAI) en was ook op
tv te zien als Gilda in Rigoletto in Bari.
Met rollen in L’Italiana in Algeri (Elvira)
en La donna del lago (Albina) keerde ze
terug naar het Rossini Opera Festival in
Pesaro. Bovendien zong ze recentelijk
in L’elisir d’amore in Madrid en Monte
Carlo, in de Petite messe solennelle in
Saint-Etienne en in Guillaume Tell
(Jemmy) in Bologna.
Radio Filharmonisch Orkest
Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel
in het Nederlandse muziekleven. Het
orkest speelt bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen. Nederlandse
en wereldpremières vormen een belangrijk onderdeel van het repertoire. De
meeste concerten vinden plaats in het
kader van concertseries NTR ZaterdagMatinee (het Koninklijk Concertgebouw
in Amsterdam), De Vrijdag van Vredenburg (TivoliVredenburg in Utrecht) en
Het Zondagochtend Concert (Amsterdam) en worden live worden uitgezonden op NPO Radio 4. Een deel ervan
wordt bovendien op de Nederlandse televisie uitgezonden. Daarbuiten trad het
orkest onder meer op tijdens de BBC
Proms 2011 in de Royal Albert Hall.
Markus Stenz is sinds 2012 chef-dirigent.
Onder zijn voorgangers zijn Bernard
Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Edo de Waart en Jaap
van Zweden. Het orkest werkte bovendien samen met gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal
15
16
Doráti, Charles Dutoit, Mariss Jansons,
Michael Tilson Thomas, Gennady
Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir
Jurowski en Valery Gergiev. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste
gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012;
Bernard Haitink heeft als beschermheer
zijn naam het orkest verbonden. Sinds
augustus 2013 maakt het Radio Filharmonisch Orkest deel uit van de
Stichting Omroep Muziek, samen met
het Groot Omroepkoor en de productieafdeling van de concertseries van Radio 4
(NTR en AvroTros).
Cd’s met werken van hedendaagse
componisten als Jonathan Harvey, Klas
Torstensson, James MacMillan en Jan
van Vlijmen, of de registratie van Wagners Parsifal – live in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Jaap van
Zweden – werden met prijzen als Edison
Klassiek onderscheiden. Onlangs verschenen bovendien Bruckners symfonieën onder leiding van Jaap van
Zweden op cd, de acht symfonieën van
Karl Amadeus Hartmann (verschillende
dirigenten) en diens opera Simplicius
Simplicissimus (gedirigeerd door Markus
Stenz). Dit seizoen kreeg het Radio
Filharmonisch Orkest een Edison
Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn
verdiensten voor de Nederlandse
muziek.
➜
WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL
volg het orkest via Twitter
(@ radiofilhorkest ) en Facebook
Groot Omroepkoor
Met zestig vocalisten is het Groot
Omroepkoor het grootste professionele
koor van Nederland. Sinds de oprichting
in 1945 brengt het koor een breed
repertoire, waarbij de bezetting vanzelfsprekend afhankelijk is van de
muziek en de visie van de dirigent.
Het koor is nauw verbonden met de
Nederlandse Publieke Omroep. Het
merendeel van de concerten vindt
plaats in de omroepseries NTR ZaterdagMatinee, De Vrijdag van Vredenburg en
Het Zondagochtend Concert, dikwijls
in samenwerking met het Radio Filharmonisch Orkest. Het repertoire in deze
series strekt zich uit van klassiek tot
hedendaags, met opdrachtwerken van
Nederlandse componisten als Wagemans, Visman, Vleggaar en Diderik
Wagenaar, en premières van buitenlandse componisten onder wie MacMillan, Henze en Adams. Op het
programma staan daarnaast inmiddels
‘klassieke’ twintigste-eeuwse werken,
opera en het romantisch repertoire.
Het Groot Omroepkoor wordt bovendien met enige regelmaat uitgenodigd
door het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch
Orkest en de Berliner Philharmoniker.
Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire, met
opnamen van onder meer Keuris,
MacMillan, Mahler, Poulenc, Rossini en
Wagner.
De eerste officiële chef-dirigent van het
Groot Omroepkoor was Kenneth
Montgomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright,
Simon Halsey en Celso Antunes
chef-dirigent van het koor. Sinds het
seizoen 2012-2013 is Gijs Leenaars
chef-dirigent. Michael Gläser is vaste
gastdirigent sinds september 2010.
Sinds augustus 2013 werken het Groot
Omroepkoor en het Radio Filharmonisch
Orkest samen met het team Levende
Muziek van de omroepen in een nieuwe
organisatie: de Stichting Omroep
Muziek, gehuisvest in het Muziekcentrum van de Omroep aan de
Heuvellaan in Hilversum.
WWW.GROOTOMROEPKOOR.NL
volg het groot omroepkoor op Twitter
(@grootomroepkoor) en facebook
17
HANS VAN DER WOERD
Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor
➜
Radio Filharmonisch Orkest
18
BESCHERMHEER
Bernard Haitink
CHEF-DIRIGENT
Markus Stenz
HONORARY CHIEF
CONDUCTOR
Jaap van Zweden
ERE-DIRIGENT
Edo de Waart
VASTE GASTDIRIGENT
James Gaffigan
EERSTE VIOOL
Joris van Rijn
Fred Gaasterland
Alexander Baev
Roswitha Devrient
Maria Escarabajal
Alberto Facanha Johnson
Mariska Godwaldt
Josje ter Haar
Masha Iakovleva
Kerstin Kendler
Anna Korpalska
Pamela Kubik
Leonie Mensink
Pedja Milosavljevic
Pieter Vel
Ruud Wagemakers
TWEEDE VIOOL
Casper Bleumers
Eveline Trap
Sarah Loerkens
Zofia Balcar
Esther de Bruijn
Michiel Eekhof
Wouter Groesz
Yvonne Hamelink
Julia Hartig
Annemarie van Helderen
Esther Kövy
Dana Mihailescu
Alexander van den Tol
Frits Wagenvoorde
ALTVIOOL
Frank Brakkee
Huub Beckers
Arjan Wildschut
Igor Bobylev
Sabine Duch
Marije Helder
Annemijn den Herder
Erik Krosenbrink
Annemarie Konijnenburg
Robert Meulendijk
Ewa Wagner
Annemieke Huls
CELLO
Michael Müller
Anton Istomin
Eveline Kraayenhof
Winnyfred Beldman
Mirjam Bosma
Crit Coenegracht
Anneke Janssen
Ansfried Plat
Arjen Uittenbogaard
Marjolein Meijer
CONTRABAS
Rien Wisse
Wilmar de Visser
Walter van Egeraat
Jim Schultz
Sjeng Schupp
Stephan Wienjus
Servaas Jessen
Marijn van Prooijen
Eduard Zlatkin
FLUIT
Felicia van den End
Ellen Alberts
Maike Grobbenhaar
HOBO
Aisling Casey
Marjolein Koning
Yvonne Wolters
Gerard van Andel
KLARINET
Frank van den Brink
Esther Misbeek
Sergio Hamerslag
FAGOT
Hajime Konoe
Freek Sluijs
Birgit Strahl
Desirée van Vliet
HOORN
Joost van der Elst
Toine Martens
Fréderick Franssen
Laurens Otto
TROMPET
Hans van Loenen
Raymond Rook
Hans Verheij
TROMBONE
Herman Nass
Victor Belmonte Albert
Brandt Attema
TUBA
Bernard Beniers
PAUKEN
Paul Jussen
SLAGWERK
Mark Haeldermans
Vincent Cox
Esther Doornink
HARP
Ellen Versney
Veronique Serpenti
PIANO
Stephan Kiefer
CELESTA
Gerrit Hommerson
ORGEL
Pieter Jan Belder
CHEF-DIRIGENT
Gijs Leenaars
VASTE GASTDIRIGENT
Michael Gläser
SOPRANEN
Esther Adelaar
Maria del Mar Codina Sampera
Elma van den Dool
Daphne Druijf
Anitra Jellema
Marielle Kirkels
Simone Manders
Tanja Obalski
Judith Petra
Margo Post
Maja Roodveldt
Annette de Rozario
Jolanda Sengers
Marieke Steenhoek
Henda Strydom
Liesbeth Vanderhallen
Dorien Verheijden
Yuko Yagishita
TENOREN
Alan Belk
Sebastian Brouwer
Kevin Doss
Boguslaw Fiksinski
Peter-Paul Houtmortels
Matevz Kajdiž
Marius Kwaks
Jelle Leistra
Leon van Liere
Falco van Loon
Aart Mateboer
Ioan Micu
Albert van Ommen
Uroš Petrac
Matthew Smith
Henk Vels
John Vredeveldt
Richard Zook
ALTEN
Yvonne Benschop
Femke de Boer
Nicoline Bovens
Ans van Dam
Eline Harbers
Jose Kamminga
Anneke Leenman
Els Liebregt
Suzanne Meessen
Marga Melerna
Anjolet Rotteveel
Adélaïde Rouyer
Janneke Schaareman
Janneke Vis
Lisinka de Vries
Harda van Wageningen
Pierrette de Zwaan
BASSEN
Philip Barkhudarov
Peter Duyster
Joep van Geffen
Geert van Hecke
Henk van Heijnsbergen
Palle Fuhr Jørgensen
Itamar Lapid
Hans Pootjes
Ludovic Provost
Lars Terray
Luuk Tuinder
Hans de Vries
Nanco de Vries
Bastiaan Witsenburg
Jan van Zelm
Groot Omroepkoor
19
volgende concerten
20
vrijdag 13 februari 2015, 20.15 uur
TivoliVredenburg, Utrecht
Inleiding Leo Samama
zaterdag 7 februari 2015, 14.15 uur
Concertgebouw, Amsterdam
WWW.ZATERDAGMATINEE.NL
SERIE MUZIKALE MEESTERWERKEN
Virtuoos spel
Mozart en Reger
blikken terug
Residentie Orkest
Ensemble Musikfabrik
Peter Rundel dirigent
Ilya Gringolts viool
Benjamin Kobler piano
Thomas Zehetmair dirigent
Paganini Capricci nr. 5 en 6
Fiumara I dreamed in the cities at night
(opdrachtwerk NTR ZaterdagMatinee,
Martine van der Loo fluit
Godelieve Schrama harp
WERELDPREMIÈRE)
colofon
Mozart Adagio en fuga KV 546
Mozart Concert voor fluit, harp en orkest
KV 299
Reger Variaties over een thema van Mozart
PROGRAMMERING
Lachenmann Mouvement
Paganini Capriccio nr. 24
Andriessen On Jimmy Yancey
Ligeti Pianoconcert
PRESENTATIE AVROTROS NPO
RADIO 4
ARTISTIEK LEIDER
Astrid in ’t Veld
PRODUCTIE
Maartje Stokkers
PROGRAMMATOELICHTING
Manon Tuynman, Anneke Peerik
(RFO) en René Meulenberg
(GOK)
EINDREDACTIE AVROTROS NPO
RADIO 4
Paul Korenhof
Tim Moen
Clemens Romijn
PUBLICITEIT & PRODUCTIE
JONG TALENT
CASTING DIRECTOR
EINDREDACTIE
Mauricio Fernández
Onno Schoonderwoerd
Anne Marie van Doorn
ADMINISTRATIE & FINANCIËN
Anneke de Vries
Kees Vlaardingerbroek
REDACTIE PROGRAMMABOEK