Gedragsverandering door deelname

SPORT &
­MAATSCHAPPIJ
In deel 1 van dit tweeluik is beschreven hoe vechtsport als
instrument wordt ingezet om gedragsverandering bij jongeren
te realiseren. In dit tweede deel kijken we naar de resultaten
én leerpunten van vijf jaar sport-zorgtrajecten in Nederland.
Gedragsverandering door deelname
aan sportprojecten Onder welke condities
werkt het nu echt? (deel 2)
Arien Bosch
In alle sport-zorgtrajecten die de af-
de eerste stappen die werden gezet.
gelopen jaren onder de vlag van Tijd
voor Vechtsport zijn opgezet was de
Voorbeeldfunctie
trainer de centrale figuur in de inter-
Alle trainers werden geschoold in de
ventie. Uit meerjarige ervaringen én
methodiek voor agressieregulatie en
onderzoek blijkt dit één van de belang-
weerbaarheid die de basis vormt van
rijkste succesvoorwaarden te zijn voor
de sportzorg- en preventietrajecten.1
het welslagen ervan. De rol van de
Ook doorliepen ze zelf, parallel aan de
trainer is essentieel en allesbepalend.
zorgtrajecten, een meerjarig traject dat
Maar hoe ziet die rol er dan precies
gericht was op hun eigen ontwikkeling
uit? De trainer bepaalt of de les leuk
als vechtsportdocent. Daarnaast is er
gevonden wordt, aansluit bij de doel-
gewerkt aan het vergroten van hun in-
groep en telkens nieuwe uitdagende
houdelijke kennis over het werken met
werkvormen bevat. Hiermee legt hij de
jongeren in de jeugdzorg. Alleen trai-
basis voor een positief leerklimaat en
ners die dit traject volgden mochten
uiteindelijk voor gedragsverandering.
meewerken aan de sport-zorgtrajecten.
De pedagogische en didactische kwa-
De trainer heeft in dergelijke trajecten
liteiten van de trainer zijn van door-
een wezenlijke voorbeeldfunctie. De
slaggevend belang voor het behalen
jongeren die deelnemen zien hem (of
van de individuele en projectdoelstel-
haar) immers vaak als een vertrou-
lingen. Het verhogen van de kwaliteit
wenspersoon en als rolmodel. Een be-
van de trainers was dan ook één van
trouwbare en positieve relatie met de
jongere bevordert de zelfbeheersing.
De trainers zijn bewust gemaakt van
Bal in mijn maag is weg
deze rol en gestuurd op het aannemen
‘Er heerst in de trainingen discipline en duidelijkheid, daar hebben deze jongens en
meisjes behoefte aan. Niet te soft, maar wel veilig en respectvol’, aldus een ouder van
een deelnemende jongere. Een andere ouder vult aan: ‘Met Mike over zijn toekomst
praten, was altijd lastig. Maar na een paar welen interventie zag ik hem groeien, hij
gelooft weer in zichzelf. In zijn houding is hij opener, zelfbewuster geworden. Dan voorkom je veel problemen.’ Bas is dezelfde mening toegedaan. ‘Die bal in mijn maag is weg.
Als ik me opgefokt voel, spaar ik het op tot de training. Ik vraag aan mijn trainer of ik
even mag sparren, omdat ik me rot voel. Daarna ben ik het weer kwijt en voel ik me
goed.’
32
S p o r t g e r i c h t n r. 1 / 2 0 1 2 – j a a r g a n g 6 6
van een juiste houding ten opzichte
van hun doelgroep. Zo is een berustende en gecontroleerde houding erg
belangrijk om in conflictsituaties professioneel te kunnen handelen. Door
dit als trainer niet alleen te vertellen,
maar ook te laten zien, worden de
jongeren gestimuleerd om dit gedrag
te kopiëren. Met zo’n houding kunnen
sport-zorgtrajecten zorgde de con-
Denk aan de vormen van begeleiding,
jongeren ook zelf conflicten het beste
sultant voor de afstemming met de
de instroom van jongeren met verschil-
oplossen.
jeugdhulporganisaties, investeerde hij
lende problemen, de organisatorische
Het creëren van een gunstig sociaal-
in goede samenwerkings­relaties en be-
verankering binnen de jeugdzorgin-
pedagogisch klimaat is een belangrijke
geleidde hij tevens de clubs en trainers
stelling en de inzet van pedagogisch
taak van de trainer. Al-
sterke vechtsporttrai-
leen als een jongere zich
ners.’
veilig en gezien voelt
De negen gevolgde
kan positief gedrag
trajecten hebben elk op
optimaal gestimuleerd
eigen wijze invulling
worden.
gegeven aan de inge-
Per situatie wordt beke-
zette vechtsportmetho-
ken welke thema’s in de
diek. Dat past ook bij de
trainingen centraal die-
fase waarin het project
nen te staan om de jon-
zich de afgelopen jaren
geren verder te helpen.
bevond: er lag een kader
Gaat het bijvoorbeeld
met uitgangspunten,
om grenzen stellen,
maar dit kader liet vol-
beter communiceren,
doende ruimte om er een
empathie? De trainingen
eigen draai aan te geven.
In de sport-zorgtrajecten zijn de pedagogische
en didactische kwaliteiten van de trainer van
doorslaggevend belang voor het bereiken van
gedragsverandering bij jongeren.
Kenmerkend voor experimenteren is
tegelijk pedagogische thema’s aange-
op beleids- én uitvoerend niveau.
zaken naar voren die goed gingen en
leerd die hen verder kunnen helpen in
Een groot deel van de sport-zorgtra-
aspecten die voor verbetering vatbaar
hun persoonlijke ontwikkeling. Deze
jecten is intensief gemonitord door het
bleken.
ontwikkelingslijn ziet er voor elke jon-
bureau DSP-groep. Tijdens het drieja-
Zo zijn er enkele algemene factoren
gere anders uit. Door de themagerichte
rig onderzoek stond de vraag centraal
aanwijsbaar, die in elk sport-zorgtra-
aanpak wordt er ‘op maat’ aan eigen
in welke mate de toepassing van de
ject van belang zijn en sterk bepalend
ontwikkeldoelen gewerkt. Zo’n the-
sport-zorgmethodiek leidt tot agres-
zijn gebleken voor het bereiken van
magestuurde lesopbouw vraagt van
sieregulatie en/of verbetering van zelf-
gedragseffecten en voor het feit dat
de trainer wel een andere houding dan
beeld en sociale weerbaarheid. Door
het ene traject succesvoller is dan het
de meer traditionele, sporttechnische
het afnemen van interviews en vragen-
andere. De succesbepalende condities
lesopvatting. De trainer moet kunnen
lijsten bij deelnemers en vechtsport-
voor projecten gericht op gedragsver-
switchen tussen een rol als coach en
trainers en door het observeren van
andering zijn:
een rol als instructeur.
trainingen werden inzichten opgedaan
zijn hier vervolgens op afgestemd. De
jongeren ervaren weliswaar vooral met
vechtsport bezig te zijn, maar krijgen
dat ervan geleerd kan worden. Ook
bij de sport-zorgtrajecten kwamen
Resultaten en leerpunten
Hoofdonderzoeker Paul Duijvestijn:
1. Focus op de mogelijkheden in plaats
van de problemen van jongeren
Aan de projecten hebben in totaal 400
‘Met de methodiek, het kwalitatief
Sport moet in de eerste plaats leuk zijn
jongeren deelgenomen. Het aanspre-
hoogwaardige opleidingsprogramma
om te doen. De deelnemers moeten er
ken van zoveel mogelijk jongeren met
voor vechtsportdocenten en het keur-
plezier aan beleven. Daaraan ontleent
agressieproblematiek was binnen de
systeem Fight Right voor clubs blijkt er
sport-zorg haar kracht en dit bleek een
kaders van de zorgtrajecten geen doel
te worden voldaan aan een aantal be-
belangrijke succesfactor. Bij de keuze
op zich. Er is voornamelijk geïnves-
langrijke voorwaarden om vechtsport
van de tak van sport gaat het er dus in
teerd in het klaarstomen van de trai-
op bredere schaal te gaan inzetten voor
de eerste plaats om waarmee het kind
ners en verenigingen voor de inten-
jongeren met gedragsproblemen. Dat
of de jongere affiniteit heeft. Veel aan-
sieve begeleidingstrajecten.
gaat niet vanzelf. De inzet van de me-
dacht gaat normaliter uit naar de pro-
De rol van een consultant is belang-
thodiek in een sport-zorgcontext is niet
blemen van jongeren in de jeugdzorg,
rijk gebleken. In alle trajecten vervult
zonder meer positief. Er moet rekening
maar in de sport gaat het juist om hun
hij een spilfunctie en laat hij iedereen
gehouden worden met een aantal suc-
mogelijkheden.
doen waar hij of zij goed in is. In de
cesbepalende condities en factoren.
die symbool staan voor de aanpak.
S p o r t g e r i c h t n r. 1 / 2 0 1 2 – j a a r g a n g 6 6 33
Cijfers en resultaten sport-zorgtrajecten 2008-2010
• Uitvoering van 11 sport-zorgtrajecten, waarvan 9 hebben deelgenomen aan het onderzoek
• Er zijn onderzoeksgegevens beschikbaar van 292 deelnemers uit de jeugdzorg
• Het werkelijk aantal jeugdzorgjongeren, dat heeft deelgenomen aan een veschtsporttraject ligt naar schatting rond de 400
• Onder de deelnemers bevinden zich 62% jongens en 38% meisjes
• Meer dan drie kwart is tussen de 12 en 18 jaar
• Het betreffen vooral jongeren met externaliserende problematiek (gedrags- en agressieproblemen)
• Een derde van de deelnemers is voortijdig uitgestroomd, vooral door externe oorzaken, zoals overplaatsing of beëindiging
van jeugdzorg.
• Hoewel geen expliciet doel is van 21% van de deelnemers bekend dat ze zijn doorgestroomd naar reguliere sportdeelname.
Het werkelijk aantal doorstromers is vermoedelijk hoger: want van 65% ontbreken gegevens hierover.
• Trainers zien bij circa 95% van de deelnemers lichte tot sterke verbetering van het gedrag in de sportcontext.
• Hulpverleners zien bij circa 80% van de deelnemers lichte tot sterke verbetering in gedrag en sociale vaardigheden.
• Van de jongeren zelf rapporteert twee derde een vermindering van gedragsproblematiek, vooral op het vlak van
emotionele en gedragsproblemen, hyperactiviteit en zelfwaardering.
2. Benut de intrinsieke kracht en waarde
van de (vecht)sport
maar dat geldt niet altijd voor de hulp-
is ook een belangrijke succesfactor.
verleners. Met als gevolg dat de me-
Daarom hebben de onderzoekers een
Sport – en daarbinnen de vechtsporten
dewerking vanuit de jeugdzorg soms
´beslisboom´ ontwikkeld die bij moet
bij uitstek – heeft een aantal kenmerken
te vrijblijvend is. Het is belangrijk hier
dragen aan het vinden van het effec-
waar jongeren met gedragsproblemen
al bij de start goede afspraken over te
tiefste ‘pakket’ (aanpak en sportaan-
van kunnen profiteren. ‘Je krijgt af en
maken.
bod) voor een jongere. Dit model zal
toe een ‘tikkie’. Daar leer je van incasse-
de basis vormen voor de samenwer-
4. Inzet van een deskundige, capabele en
pedagogisch sterke trainer
king en toeleiding vanuit de jeugdzorg
siesublimatie’, aldus een trainer. Juist
omdat het om een contactsport gaat
De man of vrouw voor de groep is
zorgtrajecten.
gelden in de vechtsport hele duidelijke
en blijft één van de meest bepalende
regels en structuren, meer nog dan in
factoren. Het is niet iedereen gegeven
En nu?
de meeste andere takken van sport.
om op een goede manier met jongeren
Het Nederlands Instituut voor Vecht-
Veel deelnemers met ervaring in andere
met gedragsproblemen om te gaan. Op
sport en Maatschappij heeft op basis
sporten geven hoog op van de sfeer die
dit punt scoren de vechtsporttrajec-
van de ervaringen en resultaten twee
heerst in de vechtsportscholen: ‘Het is
ten doorgaans goed, niet in de laatste
interventies ontwikkeld: ‘Vechtsport
een cultuur van rust, duidelijkheid en
plaats omdat de sport-zorgtrainers
plus’ en ‘Vechtsport met een missie’. In
respect naar elkaar toe.’
zorgvuldig geselecteerd zijn en een ge-
beide aanpakken staat gedragsveran-
ren. Vechtsport is een vorm van agres-
en andere partners naar nieuwe sport-
degen opleiding aangeboden hebben
dering centraal, maar de mate waarin
3.Voorkom vrijblijvendheid door zowel
aan sporttrainers als jeugdzorgaanbieders harde voorwaarden voor deelname
te stellen
gekregen.
verschilt en de kaders zijn anders inge-
Kernelementen in het profiel van de
vuld. De beslisboom zal bepalen welk
vechtsport-zorgtrainer zijn:
traject het meest passend is bij de pro-
- affiniteit met de doelgroep;
blematiek van een jongere. In de eerste
In het ene traject verliep de samenwer-
- sociaal en empathisch vermogen;
helft van 2012 worden de twee aanpak-
king met de jeugdzorgaanbieder beter
- natuurlijk overwicht;
ken en de beslisboom op zes plekken
dan in het andere. Een aantal trainers
- meer progressie- dan prestatie-
in Nederland uitgevoerd, zowel bij
heeft de ervaring dat de jeugdzorg
georiënteerd;
jeugdzorginstellingen als in het bijzon-
jongeren bij hen ‘dropt’ in plaats van
- stevig in de schoenen staand;
der onderwijs. Dit zal leiden tot twee
samen op te trekken. Cruciaal is dat de
- geduldig;
effectieve, binnen de sociale contexten
wederzijdse verwachtingen van sport
- bewust van en in staat tot voorbeeld-
getoetste gedragsinterventies.
en jeugdzorg helder zijn. Het moet
vooraf duidelijk zijn wat je aan elkaar
hebt. Vooralsnog was de inzet van de
functie;
- flexibel kunnen inspelen op wisselende problematiek.
jeugdzorg in veel trajecten te vrijblij-
Maar voordat de kracht van sport verder ingezet kan worden op landelijke
schaal zal er nog een flinke inspanning
geleverd moeten worden. Beleidsma-
vend. Doorgaans is de zorgcoördinator
5.Toeleiding van de juiste jongeren
kers en andere partners in het zorg- en
enthousiast en persoonlijk bevlogen,
Een juiste toeleiding van jongeren
welzijnswerkveld zien de mogelijk-
34
S p o r t g e r i c h t n r. 1 / 2 0 1 2 – j a a r g a n g 6 6
Sociaal en empathisch
vermogen van de coach is
een kerneigenschap om
een geschikte vechtsportzorgtrainer te worden.
Literatuur
1. Bosch A (2011). Gedragsveranderingen door
deelname vechtsport (deel1). Sportgericht, 65
(6), 21-24.
Over de auteur
heden van sport. De realiteit leert dat
ging én volop kansen. Alle ingrediën-
deze echter nog onvoldoende benut
ten voor een succesvol vervolg van de
worden. Enerzijds door onbekend-
sport-zorgtrajecten zijn in ieder geval
heid met de mogelijkheden van sport,
aanwezig. Dat is goed nieuws voor de
anderzijds door de scepsis die er zeker
Nederlandse (vecht)sport, maar zeker
over de vechtsport-zorgtrajecten nog is.
ook voor de vele jongeren met agressie-
Daar liggen dus nog een grote uitda-
en sociale weerbaarheidsproblematiek!
Arien Bosch heeft Nederlandse Taal en
Cultuur gestudeerd aan de universiteit
van Utrecht. Tot 2001 heeft ze intensief geschaatst en drie jaren deel uitgemaakt van de Jong Oranje kernploeg
van de KNSB. Momenteel is ze directielid en manager Communicatie &
Strategie bij het NIVM. Email: bosch@
vechtsportenmaatschappij.nl
Meer informatie is te vinden op www.
vechtsportenmaatschappij.nl
(Advertentie)
S p o r t g e r i c h t n r. 1 / 2 0 1 2 – j a a r g a n g 6 6 35