14 Achiel ( Jules ) Daes

Atheneum Boom
SECTIELEIDER
14 Achiel ( Jules ) Daes
Generatie 1 (proband)
1 Achiel ( Jules ) Daes, geboren op 16-07-1923 in Terhagen. Achiel is overleden op 07-08-1943 in
Lingen, 20 jaar oud. ( Gefusilleerd )
Notitie bij overlijden van Achiel: Ontgraven KZ Friedhof Bockhorst/Esterwegen ( Destijds
Teufelsberg genaamd, niet te verwarren met een heuvel zo genoemd te Berlijn )
Herbegraven Boom Erepark
Notitie bij Achiel: Aangehouden op 27 oktober 1941
Notitie bij publiceren van Achiel: Esterwegen nr 763-43
GL- AS 251007
Wuppertal 15/1/1943 ter dood veroordeeld.
Adres:
Hoek 50, Boom
Beroep:
Pantoffelmaker
Onbekend:
M6- P3 - R4
Generatie 2 (ouders)
2 Petrus Jacobus (Acobus) Daes, geboren op 02-08-1893 in Terhagen. Acobus is overleden op 1309-1979 in Lippelo - St.Amands, 86 jaar oud.
Hij trouwde, 21 jaar oud, op 12-04-1915 met de 20-jarige
3 Maria Amelia Goossens, geboren op 22-12-1894 in Rumst. Maria is overleden.
Kind uit dit huwelijk:
I. Achiel ( Jules ) Daes, geboren op 16-07-1923 in Terhagen (Zie 1).
Generatie 3 (grootouders)
4 Jozef Isidoor Daes.
Hij trouwde met
5 Joanna Fasoel.
Kind uit dit huwelijk:
I. Petrus Jacobus (Acobus) Daes, geboren op 02-08-1893 in Terhagen (Zie 2).
6 Frans Goossens. Frans is overleden.
Hij trouwde met
7 Carolina De Lannoy. Carolina is overleden.
Kind uit dit huwelijk:
I. Maria Amelia Goossens, geboren op 22-12-1894 in Rumst (Zie 3).
Gegenereerd met Aldfaer versie 4.2 op 30-01-2015 06:08
Monument Heldenplaats Boom
Aanklacht Essen S 32 klS 1/44g Eigen verklaring onder dwang / foltering. ( Vertaald uit Duits )
Daes Achiel ( Juul ) , geboren te Terhagen op 16/7/1923 en wonende te Boom Hoek
Aangehouden op 27/10/41 naar Antwerpen - op 16/3/42 naar Brussel - op 18/7/42 naar
Duitschland.
Gblz140 Oblz9 GVblz16 GMblz17
10A Caremans Bernard
14 Daes Achiel
52 Maes Edmond
Uit de Krant
Aankondiger van Boom en omstreken
( 7/12/1947 )
Nr 49
Drukkerij Olbrechts Hoogstraat 8 Boom Prijs per nummer : 1,25 frank
Op een kille doch zonnige Maandag van October ’41 werden ze aangehouden.
De lugubere auto’s voerden hen naar Breendonk waar ze voor de eerste maal met de Duitse
geweerkolven kennis maakten, s’avonds werden ze naar Antwerpen gebracht, naar de
Delafaillelaan, de beruchte Antwerpse laan, waar de ondervraging moest gebeuren. En welk
onbehendig beulenverhoor !
Gedurende verscheidene dagen werden ze niet meer met rust gelaten : de eerste week der
aanhouding en de daaropvolgende was het dan de ene dan de andere die op de “pijnbank” werd
gelegd. En was er zulk middeleeuws marteltuig niet voorhanden, de pijn moesten ze doorstaan,
langduriger en brutaler, als echte boosdoeners van meer dan duizend jaar terug !
De “Sipo” met zijn “edele” vertegenwoordigers als een Veyd, een Pareman, een Schneider, hielden er
de Duitse kultuur in ere…
Rond 10 uur ’s morgens begon het en vroeg men hun of zij lid waren van een weerstandsvereniging.
Ontkennend werd geantwoord - zo werd overeengekomen.
Een kwartuur lang regende het dan slagen, vooral met een matrak, om duizelig te worden…
Wanneer men zo ellendig was geworden, dat men zaken zou bekend hebben, die men niet bedreven
had, kwam een van die heren opnieuw vragen of ze lid waren en wanneer weer werd ontkend, dank
zij een manmoedige reactie, haalde de mof van onder een lessenaar hun bewijs van lidmaatschap,
met Photo en eigenhandige ondertekening !
En dan kwamen weer die gevreesde slagen, met nieuwe vragen , verwensingen, verdachtmakingen ,
beschuldigingen ; “Gij zijt een spion, gij hebt het plan van die fabriek getekend, aan wie hebt gij het
overgemaakt ?”
Ontkenning en stilzwijgen verhoogde de woede van de Beulen.
Een revolver van zwaar kaliber werd op hun voorhoofden geplaatst, schietensgereed, maar zij
zwegen.
Zij kregen nog bedenktijd, seffens zou hij de bewijzen brengen en ze tonen.
De plompe kriminaalsectretaire keerde terug om mede te delen dat zij bij de minste leugen zouden
kennis maken met ‘radio 1 , zijn zware rechter boksershand ; ‘radio 2, zijn nog meer ontwikkelde
ruwe afgrijselijke linkerhand, met radio 3 , de matrak , en radio 4, zijn 9 mm kaliber-revolver.
Die folteringen eindigen rond 6 uur ’s avonds en dan zat men opnieuw, bont en blauw geslagen
samen, en toch niet teneergedrukt ! Bij de ondervraging werden zij ontdaan van overjas, vest, trui of
pull over opdat de slagen de pijniging niet zouden milderen.
Zonderling was het, toen op vrijdag 31 october , een stokoud ventje zo rustig en vrolijk
voorbijwandelde op de Delafaillelaan, zich vermakend de gevallen herfstbladeren aan te raken met
zijn wandelstok. Zij waarvoor het leven nog zulke rijke beloften inhield, zaten daar gekerkerd… Wie
van de voorbijgangers vermoedde toen wat al miserie daar werd doorstaan?
Wie hoorde de angstkreten en het gillen van de pijn in de folterkelder ?
In de begijnenstraat moesten ze nadien opgesloten worden.
Edmond Maes , als een echte Tijl Uilenspiegel, vond er met Nieuwjaar de gelegenheid zijn vrienden (
en broeders in het noodlot )op te vrolijken door een stoutmoedige daad, waardoor hij voor de
zoveelste maal bewees een onverschrokkenheid te bezitten als weinigen.
Hij had het middel gevonden om de Duitse boer-soldaat-bewaker , die met bevroren voeten van het
Russisch front was weergekeerd, dronken te maken, dank zij een fles cognac, die in een gesmokkeld
pak bij hem was terecht gekomen, wist de sleutels te ontfutselen en in de gang te sluipen.
Daardoor gebeurde dan het meest onverwachte voor zijn vrienden , die stil zaten te wachten om in
de verte de middernachtsgeluiden op te vangen. Het kijkgat van hun celdeur werd geopend en het
guitig gezicht van Edmond kwam te voorschijn om hen een gelukkig nieuwjaar te wensen.
Op 15 maart 1942 werden Achiel Daes en enkele andere gevangenen naar Vorst overgeplaatst en
alleen in een cel ondergebracht. Stilaan tekende het zich af , werd het duidelijk, dat zij het er ergst
zouden aan toe zijn.
Tien dagen nadien volgden de overigen en vervoegden Eyckmans , Elsen, Temmerman, Uytfries,
Caremans, Dinant, Van De Sande, De Decker, De Roeck, De Wachter, Mertens, Peeters ,, hun makkers
te Vorst, met dien verstande nochtans dat deze laatsten van de gunst genoten niet afzonderlijk te
worden gekerkerd, al waren de cellen maar ongeveer 2,5 X 3meter groot.
De Boomse jongens zaten opgesloten langs de zijde van de koerwaar de vrouwelijke gevangenen elke
dag even mochten wandelen en daardoor was het mogelijk briefjes door de vensters te laten ‘vallen’
die door bereidwillige moedige eerwaarde zusters werden opgeraapt en alle bij de ouders
toekwamen.
Den 29 ste juni ’42 werden de meeste naar Duitsland vervoerd, Maes, Daes, De Roeck waren er niet
bij. Caremans kreeg nog rond dit tijdstip een heel pak half-zware Berga-cigaretten van huis, zodat
elkeen van de makkers deelgenoot werd van die lekkernij.
Te Wuppertzl-Elberfeld werden zij allen afzonderlijk geplaatst en korte tijd nadien vervoegd door de
achtergeblevenen uit de gevangenis van Vorst. Het drong tot elkeen door, dat een schifting was
gebeurd, want toen bij gebrek aan plaats sommigen in één cel werden verenigd, bleven anderen
eenzaam afgezonderd.
In die vervloekte Duitse stad zou tijdens de maand januari 1943 het komedie-proces plaats hebben,
waardoor Achiel Daes en Edmond Maes ter dood veroordeeld, nadat de verdediging zich had
neergelegd bij de beschuldiging als zijnde bewezen!
Wat een eer voor dit volksgericht ! Nooit zijn die flinke jongens hun moed verloren ; hun dapperheid
op zulke jeugdige leeftijd was bewonderenswaardig.
Teruggekeerd van het gerechtshof, na de terdoodveroordeling, riep Edmond : “ Zeg Louis ( Uytfries),
zeg thuis dat ze niet moeten schreeuwen ( wenen ), want het is toch zo schoon te kunnen sterven
voor zijn land “ en Achiel was evenmin terneergeslagen vermits hij op een luchtigen toon wist te
melden : “Ik hang er ook tussen ! “
Het werd hun toegestaan, O opperste goedheid van het barbarendom - een brief om genade te
schrijven. Wij kunnen niet nalaten de ruwe maar kenschetsende, waarachtige woorden te gebruiken,
die beter dan de mooiste, dichterlijke taal, de ware gevoelens vertolkten van die jonge mannen, die
sterven gingen voor Belgïe : “ze moeten eens komen , de smeerlappen ! “
Op de vooravond van Kerstmis , de 24 ste december 1943, stierf Bernard Caremans : uitgemergeld,
uitgehongerd , uitgeput…
Te Esterwegen zaten zij in barak 7.
Op een morgen 7 juli 1943 , het was nog nacht , tussen halfvier en vier uur, werd licht ontstoken en
werden ze gehaald, nooit zag men ze weer. ‘ S anderendaags ontbraken zij bij de naamafroeping…
Onvoldoende aangekleed, op hun pantoffels, stapten zij onwankelbaar de dood te gemoet.
Die dood , die kwam ten gevolge van een nekschot, nadat voor hun geest wellicht nog de beelden
verschenen van hun geliefden, vrienden, huis en goed, van de oprukkende geallieerde legers, die met
wapperende vanen onze vrijheden zouden terugschenken waarvoor zij laffelijk werden vermoord…
Sterbeurkunde ( Duitse Overlijdensakte )
Bidprentje vader.
De gefusilleerde leden van De Zwarte Hand ( schilderij ) ( ontwerp Dirk Michiels )
( midden - boven )
Bijkomende info aangaande de gefusilleerde leden van De Zwarte Hand.
Bron foto : boekje De Zwarte Hand door Tjen Mampaey.
Foto's Lingen executieplaats en begraafplaats ( bron : Frieda De Geyter )
Links : ingang van de grote schietbaan te Lingen.
Lingen executieplaats
Begraafplaats Teufelsberg ( Bockhorst )
Voorbeeld akte Albert De Bondt
Bron : François De Pauw.
*De graven van de in Esterwegen overleden leden van de verzetsgroep "De Zwarte Hand"
werden teruggevonden op 29/10/1947 op de begraafplaats aan het kustkanaal op de
gemeente Bockhorst ( Duitsland ). Die plaats werd door de gevangenen " Teufelsberg "
genoemd. ( niet te verwarren met Teufelsberg te Berlijn ! )
Op te merken is echter dat de gevangenen in die periode in een kist begraven werden.
Bernard Caremans overleed op 24/12/1943 en had het grafnummer 36.
Willem Van Hoof overleed op 14/01/1944 en had het grafnummer 44.
De 12 in Lingen terechtgestelden waren wel in het dodenregister ingeschreven maar zij
hadden geen grafnummer.
Normaal hadden deze graven het nummer van 16 tot 27 moeten dragen.
*Ohlsdorf - Hamburg
In afwachting van hun overbrenging verbleven de stoffelijke resten van onze 14 vrienden van
De Zwarte Hand in kapel nr 3. ( 30/10/1947 )
( *Bronnen : www.cegesoma.be )
Herbegraving van de gefusilleerde ZH leden van Puurs 7/12/1947 (8)
Informatie betreffende priester Gerhard Hilling.
Bron foto : boek "140 Strassennamen in Lingen , Personen in Text und Bild"
ISBN 3870010193
Bron Info : www.literaturatlas.de*
Priester Gerhard Hilling
Gerhard Hilling, geboren op 30-10-1876 in Niederlangen-Lathen ( Duitsland ) [bron:
genealogy.net]. Gerhard is overleden op 23-11-1951 in Lingen, 75 jaar oud [bron:
genealogy.net]. Hij is begraven in Lingen.
Notitie bij overlijden van Gerhard: Begraven te Lingen op het oude kerkhof in familiegraf.
( Hof Hilgen )
Notitie bij Gerhard: Priester Lingen ( 1919 - 1951 )
Kwam nog de heilige kommunie geven bij de gefusilleerde leden van De Zwarte Hand op
7/8/1943 te Lingen. ( tussen 6 en 8u )
Er werd een straat naar hem genoemd : Gerhard Hillingstrasse ( Lingen)
Adres:
Burgstrasse 25, Lingen, Duitsland
Andere personen in hetzelfde graf oud kerkhof Lingen
( genealogy.net )
2 Heinrich Brümmer, geboren in Aschendorf.
3 Maria Thekla Hilling.
Gerhard Hilling *
De geestelijke carrière van priester Gerhard Hilling begon na zijn wijding in 1904 als
kapelaan in Altona St. Josef, daarna in 1912 als missionaris in Altona - Ottensen St.
Marien. De nasleep aan het einde van de eerste wereldoorlog woog als een zware last
op zijn schouders toen hij op 12 oktober 1919 priester werd van de St. Bonifacius-Kerk te
Lingen. Het werden moeilijke, maar ook vruchtbare jaren. Onder zijn impuls ontstond in
het stadsdeel Reuschberge een nederzetting voor weinig bemiddelden die daardoor aan
bod kwamen voor een eigen grondeigendom.
Toen de stad Lingen aan bewoners toenam, drong hij aan op de bouw van een kerk in
Laxten. Ondanks de moeilijkheden met het nationaalsocialisme kon deze kerk ter ere
van Saint Joseph worden geopend in 1937. In 1928 werd Gerhard Hilling benoemd tot
de decaan en de paus verleende hem de titel van monseigneur.
Naast zijn rol van gevangeniskapelaan, verstrekte hij met name in nazi-Duitsland,
catecheselessen aan de kinderen om te leven volgens het geloof. Via de steun van vele
leraressen en leraars, werden deze catecheselessen behouden ook na het einde van de
Tweede Wereldoorlog.
Het is dankzij Priester Hilling dat de ideologie van het nationaalsocialisme weinig impact
kreeg in de gemeente waar er een broeinest van interne weerstand heerste tegen de
bezetting, met de hulp van zijn aalmoezeniers.
Zijn populariteit er reputatie zorgde voor een volkstoeloop op zijn begrafenis in november
1951. Naast Priester Gerhard Hilling werden ook vele andere geestelijken van de St.
Boniface-gemeenschap gehuldigd voor hun bijdrage in het openbare leven van de stad
Lingen, dit door middel van het toekennen van straatnamen.