Basisaantekening psychodiagnostiek SKJ voor master

Basisaantekening psychodiagnostiek SKJ voor master-psychologen
Voor het behalen van de basisaantekening psychodiagnostiek is praktische psychodiagnostische
werkervaring binnen de stage van de universitaire opleiding noodzakelijk. De basisaantekening kunt u bij
vrijwel alle studierichtingen psychologie behalen.
Basisaantekening diagnostiek ná afstuderen
Heeft u niet tijdens uw studie voldaan aan de eisen voor de basisaantekening psychodiagnostiek dan kunt
u deze alsnog gaan behalen. De eisen zijn in dat geval:
 theoretische eisen
 300 uur psychodiagnostische werkervaring
 20 uur supervisie
 3 casus
Eisen voor het behalen van de basisaantekening psychodiagnostiek na afstuderen

Theoretische eisen
De theoretische eisen bestaan uit universitaire vakken die zich richten op het opdoen van kennis
en vaardigheden omtrent de psychodiagnostiek. Bij de meeste universiteiten voldoet u na het
volgen van een volledige bachelor- en masteropleiding aan de theoretische eisen. Niet alle
psychologie afstudeerrichtingen zijn bij de bapd commissie ter beoordeling voorgelegd. Het is
daarom verstandig om voordat u begint samen met de universiteit te bekijken of u voldoet aan
de theoretische eisen. Dit kan door een checklist in te leveren bij de contactpersoon van de
universiteit waaraan gestudeerd is. Voor de contactgegevens van de contactpersoon van uw
universiteit kunt u een e-mail sturen naar [email protected]. Vakken die ontbreken kunt u
volgen bij een universiteit naar keuze. In sommige gevallen, te boordelen door de commissie
bapd, kan geaccrediteerde postdoctorale scholing ook een rol spelen.
LET OP: de benaming van de theoretische eisen in het bapd-reglement, bijlage A, komt niet
overeen met de vakken die op de verschillende universiteiten gevolgd moeten worden in het
kader van de bapd. Daarnaast hoeft het ook niet zo te zijn dat men met 1 cursus 1 theoretische
eis vervult. Vaker komt het voor dat om te voldoen aan 1 theoretische eis men meerdere
cursussen moet volgen. Dit kan per universiteit anders zijn.
LET OP: de theoretische eisen geldend voor de bapd en de theoretische eisen geldend voor de
LOGO-aanmelding zijn verschillend. Voor de bapd heeft het screeningsformulier A voor de LOGOaanmelding dan ook geen waarde. Ook de contactpersonen die de checklist voor de bapd en het
screeningsformulier A ondertekenen zijn niet altijd hetzelfde.

Minimaal 300 uur psychodiagnostische werkervaring. De psychodiagnostische werkervaring kunt
opdoen tijdens een stage, een werkervaringsplek of op de eigen werkplek. Onder psychodiagnostische werkervaring vallen alle handelingen die in het kader van een diagnostisch
onderzoek worden uitgevoerd. De werkgever of stagebegeleider dient een werkgeversverklaring
in te vullen waarin expliciet wordt aangegeven dat er voldaan is aan 200 uur psychodiagnostische
werkervaring.

Minimaal 20 uur supervisie hebben gevolgd bij een door het NIP erkend supervisor. Het is zeer
aan te raden vooraf na te gaan of de supervisor die u wil vragen inderdaad ook erkend is. Erkende
supervisoren in uw regio vindt u via de zoekmachine op de website van het NIP: Vind een
psycholoog. Vink hiervoor in het veld ‘registratie psycholoog’ de optie ‘supervisor basisaantekening psychodiagnostiek’ aan. De supervisie richt zich op uw persoonlijk functioneren in
het kader van de psychodiagnostische werkzaamheden en de casus die moet worden gedaan. De
supervisor hoeft niet op de werkplek aanwezig te zijn. Het is mogelijk om een externe supervisor
in te huren. Het gaat de supervisor vrij om een vergoeding voor de supervisie te vragen. De
supervisor ondertekent de verklaring t.b.v. de basisaantekening diagnostiek.


3 casus zelfstandig uitwerken aan de hand van de daarvoor geldende richtlijnen, omschreven in
bijlage B van het reglement. Door de richtlijnen te volgen komt de diagnostische cyclus die u
tijdens het onderzoek doorloopt duidelijk naar voren. De casusverslagen die worden ingediend
zijn zogenoemde theoretische leerverslagen en deze bevatten meer informatie dan een
instellingsverslag. Het is dus expliciet niet de bedoeling een instellingsverslag of een verslag dat
daarop lijkt in te leveren.
Het casusverslag moet de volgende onderdelen bevatten:
o Cliëntgegevens
o Reden van aanmelding of opdracht
o Intake
o Onderzoeksopzet
o Observaties en indrukken
o Samenvatting en integratief beeld
o Conclusies en advies
o Evaluatie
o Ethiek
o Bijlage: ruwe scores
o Bijlage: literatuurlijst
Meer informatie:
Voorbeelden over te gebruiken literatuur
Beoordelingspunten en veel gemaakte fouten
U kunt geen rechten ontlenen aan deze documenten.

Indien u en uw supervisor werkzaam zijn binnen dezelfde organisatie dient een schriftelijke
verklaring door beide partijen ondertekend, omtrent de onafhankelijke werkrelatie tussen u
beide te worden toegevoegd. Van onafhankelijkheid is sprake wanneer geen directe dan wel
hiërarchische werkrelatie dan wel familiaire band bestaat.