deze brief - Oog op Blaricum

Regionaal College voor de Visitatie
in de regio Noord-Holland
Scriba:
M.S. Lok-Funcke
Kruisweg 1103, 2131 CV Hoofddorp
Telefoon: 023 56 15104
e-mail: [email protected]
Aan de leden van de Protestantse Gemeente te Blaricum
Hoofddorp, 7 januari 2015
Dames en heren,
Introductie
Uw kerkenraad heeft op 25 november 2014 het Breed Moderamen van de Classis Hilversum
meegedeeld dat het, ondanks vele inspanningen, niet gelukt is een nieuwe kerkenraad voor de
Protestantse gemeente Blaricum te vormen die evenwichtig is van samenstelling en een breed
draagvlak heeft in de gemeente.
Recente voorgeschiedenis .
Op 30 april 2014 heeft het Generale College voor de Behandeling van Bezwaren en
Geschillen de eerdere uitspraak van het Generale College voor de Ambtsontheffing van 30
januari 2014 bevestigd om ds. J. Rinzema los te maken van de Protestantse gemeente
Blaricum. Al in een eerder stadium was afgesproken dat met het vertrek van de predikant de
voltallige kerkenraad zou aftreden en er een nieuwe kerkenraad gevormd zou worden om zo
een nieuwe start te kunnen maken.
Daartoe heeft de kerkenraad drie informateurs (afkomstig uit diverse stromingen binnen de
gemeente) gevraagd kandidaten te zoeken voor een nieuwe kerkenraad. Aan de gemeente is
gevraagd daarvoor namen te noemen. De informateurs hebben op 16 augustus van hetzelfde
jaar aan de kerkenraad gerapporteerd dat zij niet geslaagd zijn in hun opdracht. Het resultaat
van hun inspanningen bleek een te smalle basis voor een kerkenraad. De kerkenraad heeft
vervolgens een “formateur” benoemd en dit middels een brief (d.d. 7 september) gemeld aan
de gemeente met het herhaalde verzoek namen te noemen van kandidaten.
Begin november draagt de formateur vijf kandidaten voor (vergezeld gaande van de
mededeling dat drie leden van de kerkenraad aanblijven voor een beperkte periode vanwege
de continuïteit). De kerkenraad neemt de voordracht over, meldt dit (inclusief de te volgen
procedure) opnieuw aan de gemeente. Door een aantal personen wordt bij de kerkenraad
bezwaar gemaakt tegen de voorgedragen kandidaten vanwege hun (vermeende) betrokkenheid
bij de losmaking van ds. Rinzema. Er wordt door hen alsnog een lijst met 17 namen van
kandidaten ingediend. Dat is het moment waarop de kerkenraad constateert dat er een
zodanige tweespalt in de gemeente is dat er geen basis is tot het vormen van een kerkenraad
die breed gedragen wordt door de gemeente. Er is in zijn optiek sprake van een patstelling die
door de kerkenraad niet meer op te lossen is.
Vervolg
Omdat ondanks al zijn inspanningen de kerkenraad er niet in is geslaagd tot een nieuwe
kerkenraad te komen (en dus de gemeente stuurloos dreigt te worden) is aan het Breed
Moderamen gevraagd om Ordinantie 4. 13 van de Kerkorde toe te passen. Dat betekent dat de
Generale Synode gedelegeerden van buitenaf aanwijst die telkens voor ten hoogste twee jaar
de taken die niet achterwege kunnen blijven, van de kerkenraad overneemt. Eén van die taken
is het formeren van een nieuwe kerkenraad.
Onderaan deze brief vindt u een afschrift van het betreffende kerkordeartikel.
Een verzoek tot toepassing van Ordonnantie artikel 4.13 kan de classis pas inwilligen nadat
het Regionaal College voor de Visitatie in Noord-Holland (RCV-NH) de kerkenraad en de
gemeente heeft gehoord.
Om gemeenteleden in de gelegenheid te stellen hun mening kenbaar te maken over de inzet
van gedelegeerden zal het moderamen van het RCV-NH onder zijn leiding één of meer
hoorzittingen beleggen. Ook is het mogelijk om schriftelijk of per e-mail te reageren.
Zowel een schriftelijke reactie als het kenbaar maken van de belangstelling om een
hoorzitting bij te wonen moeten uiterlijk 30 januari 2015 bij de scriba van het RCV-NH
binnen zijn. (zie voor het adres de bovenzijde van deze brief).
Met vriendelijke groet,
Maaike Lok-Funcke
scriba Regionaal College voor de Visitatie in Noord-Holland
Tekst betreffende kerkordeartikel
Artikel 13. Kerkenraad met gedelegeerden
1. De generale synode is bevoegd op verzoek van het breed moderamen van de classicale vergadering, indien het functioneren van de kerkenraad zodanig is verstoord dat daardoor het leven en werken van de gemeente worden ontwricht en indien toepassing van andere kerkordelijke mogelijkheden niet toereikend is of niet tot een oplossing heeft geleid, om gedurende een
tijdvak van telkens ten hoogste twee jaar taken van de kerkenraad die niet achterwege kunnen
blijven geheel of gedeeltelijk te doen verrichten door een aantal door de generale synode uit
de ambtsdragers of voormalige ambtsdragers van de kerk aan te wijzen gedelegeerden, die
daarbij handelen na overleg met de kerkenraad.
Een besluit daartoe kan eerst worden genomen
- nadat op het breed moderamen een beroep gedaan is door een deel van de kerkenraad of
door een deel van de gemeente,
- na overleg met het regionale college voor de visitatie dat tevoren kerkenraad en gemeente
hoort, en
- waar het een evangelisch-lutherse gemeente betreft bovendien na overleg met de
evangelisch-lutherse synodale commissie.
Het verzoek van het breed moderamen van de classicale vergadering is niet vatbaar voor revisie en evenmin voor heroverweging door de classicale vergadering.
2