29 januari 2015 , pag. 12 Begerige blikken naar opslag g in noordelijke zoutkoepels Zoutkoepels in Noord-Nederland werden tot nu toe alleen genoemd voor de opslag van kernafval. Maar ze zijn nu ook in beeld voor andersoortige opslag. Voor het eerst blijkt dat acht koepels in aanmerking komen voor zoutwinning en opslag van aardgas, olie, waterstof, stikstof, perslucht of het broeikasgas CO2. Foto Anne Marie Kamp Herman Damveld Zoutkoepel D diepte top, aantal boringen, genoemd voor opslag/berging e acht zoutkoepels staan genoemd in een aantal rapporten van het onderzoeksinstituut TNO over het gebruik van de ondergrond. Er zijn volgens TNO verdere studie en ook proefboringen in de zoutkoepels zelf nodig om de geschiktheid daadwerkelijk aan te tonen. ‘Het wordt steeds drukker in de ondergrond’, schreef de regering in juni 2014. Er moeten regels komen om zo goed mogelijk ‘gebruik te kunnen blijven maken van alles wat de ondergrond te bieden heeft’. Kortom, het gaat er volgens de regering niet om óf we gebruik willen maken van de ondergrond maar om wat we erin willen opbergen. Wat kunnen we in de ondergrond kwijt en waar? Daarover heeft TNO rapporten uitgebracht in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Deze informatie wordt gebruikt voor het maken van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG) die de regering binnen een paar maanden zal publiceren. De bevolking kan op die visie reageren. Een van de onderwerpen is tijdelijke of definitieve opslag in zoutkoepels. Wat weten we van zoutkoepels? TNO heeft dat samengevat voor negen zoutkoepels: Ternaard in Friesland; Bourtange, Pieterburen, Onstwedde, Winschoten en Zuidwending in de provincie Groningen; Schoonloo, Hooghalen en Anloo in Drenthe. De zoutkoepels Winschoten en Zuidwending zijn al in gebruik. Opvallend is dat Bourtange voor het eerst op de lijst voorkomt. TNO werkt nog aan een publicatie over de zoutkoepel Gasselte, maar daar zijn wel gegevens over bekend. Zoutkoepel Top ligt op Aantal (meter) boringen Opslag olie, Berging gas, stikstof etc. kernafval Anloo 800 1 ja ja Bourtange 580 0 ja nee Gasselte 350 0 ? ja Hooghalen 500 0 ja ja Onstwedde 250 0 ja ja Pieterburen 218 1 ja ja Schoonloo 140 2 ja ja Ternaard 615 1 ja ja ¬ Zoutkoepel Ternaard. ¬ Zoutkoepel Anloo. De lijst van TNO komt grotendeels overeen met de lijst van zoutkoepels voor de opslag van kernafval, uitgezonderd Bourtange, Winschoten en Zuidwending. TNO noemt weliswaar de permanente opslag van radioactief materiaal, maar doet geen uitspraken over concrete locaties waar dit zou kunnen. Daarom komt kernafval in de rapporten van TNO niet voor. D e regering heeft het er wel over in het Programma voor de Structuurvisie Ondergrond van juni 2014. Daarin staat: “Voor de eindberging van radioactief afval bestaat een Europese verplichting die nationaal moet worden uitgewerkt.” Kernenergie gaat gepaard met het ontstaan van kernafval. De ondergrondse berging van dit afval kan in de visie van de regering dit gevolg van het gebruik van kernenergie verminderen. De zout- koepels in Noord-Nederland komen daarmee weer in beeld. Zoutlagen zijn zo’n 200 miljoen jaar oud en ongeveer duizend meter dik. Boven op deze zoutlagen zetten zich langzaam aardlagen af. Het zout is lichter dan deze aardlagen. Het effect daarvan is te vergelijken met een bal die onder water wordt geduwd. Als de bal weer wordt losgelaten komt hij vanzelf naar boven. Net zo reageert het zout. Bij breuken in de aardlagen wordt een deel van het onderliggende zout naar boven gedrukt en door de breuken heen geperst. Deze uitstulpingen zijn uitgegroeid tot zoutkoepels. In theorie zouden de zoutkoepeltoppen boven het aardoppervlak moeten uitsteken. In ons klimaat wordt de opstijgende zoutkoepel opgelost in het grondwater. Maar in Iran komen in zeer droge gebieden zoutbergen voor die driehonderd meter boven de grond uitsteken. In feite geeft de regering hiermee aan dat er te weinig kerncentrales zijn TNO heeft van de verschillende noordelijke zoutkoepels een model gemaakt. Boven een zoutkoepel liggen aardlagen. Als we die weglaten blijven ondergrondse bergen over. De discussie over berging van radioactief afval in zoutkoepels of kleilagen komt weer op gang. Niet omdat de Nederlandse regering dat zo graag wil, maar omdat de Europese Unie dat eist. Elke lidstaat moet dit jaar – na inspraak door de bevolking - een Nationaal Programma voor eindberging van radioactief afval maken. Minister Kamp van Economische Zaken heeft eind december aangekondigd dat dit Nationaal Programma uiterlijk in maart zal verschijnen. A ls voorbereiding op de inspraak heeft minister Kamp aan het Rathenau Instituut de opdracht gegeven om het publiek bij de besluitvorming te betrekken. Met een modern woord heet dit publieksparticipatie. Het Rathenau Instituut heeft de plannen daarvoor bijna gereed. Dit duidt erop dat de regering de inspraak serieus neemt. Dat staat echter haaks op andere uitlatingen van minister Kamp. Volgens een TNO-rapport dat in augustus uitlekte zijn van de Nederlandse kleilagen die in ZuidwestFriesland het meest geschikt voor ¬ Zoutkoepel Onstwedde. de eindberging van kernafval. Als vervolgstap zijn proefboringen nodig. Dat wijst op de keuze van een regio voor de eindopslag. Hiermee in strijd stelde minister Kamp van Economische Zaken op 14 augustus 2014 dat onderzoek, gericht op de keuze van een locatie of een regio, niet aan de orde is. Het Nederlandse regeringsbeleid gaat namelijk uit van tenminste 100 jaar bovengrondse opslag, gevolgd door eindberging in zoutkoepels of kleilagen, aldus de minister. De nu levende volwassenen mogen dus meepraten, maar als het aan de minister ligt zullen ze het begin van de eindberging niet meemaken, omdat zij over 100 jaar niet meer in leven zijn. Minister Kamp gaat ervan uit dat bij de bevolking in het buitenland wel draagvlak voor de opslag van kernafval aanwezig is. Zo verwees de minister tijdens een debat in de Tweede Kamer over schaliegas in juni 2014 naar een aantal landen (Zweden, Verenigd Koninkrijk, België ‘en op andere plaatsen’), waar gemeentes enthousiast waren over het meewerken aan de opslag van radioactief afval. Minister Kamp zei letterlijk: “Men heeft daar een model om andere overheden in een zodanige positie te brengen dat medewerking voor hen interessant wordt.” De minister zegt in dat debat ook voor Nederland dit zogeheten tegemoetkomingsmodel te willen ontwikkelen om te bepalen ‘hoe we ook in Nederland een situatie zouden kunnen creëren waarin het voor een gemeente, een regio, een provincie aantrekkelijk is om hieraan mee te werken’. De Amsterdamse Stichting Laka heeft in augustus 2014 een rapport uitgebracht over de manier waarop in het buitenland locaties voor ber- ging van kernafval worden gekozen. Het blijken óf gemeentes te zijn met een nucleaire installatie óf gemeentes in een krimpregio die een economische impuls kunnen gebruiken. Zo heeft de Engelse regering in juli 2014 bepaald dat gemeentes die meewerken aan onderzoek van de regering omgerekend 50 miljoen euro ontvangen. In Frankrijk krijgt de regio Bure 30 miljoen euro per jaar voor de medewerking aan de plannen voor eindberging in kleilagen. Welke tegemoetkoming de Noord-Nederlandse krimpregio’s zullen ontvangen, zal blijken uit het nog te verschijnen kernafvalplan van minister Kamp. D e Nederlandse regering stelde in 2013 dat er in Nederland te weinig radioactief afval is om een ondergrondse berging van radioactief afval econo- misch aantrekkelijk te maken. ‘Eindberging is voor een land met een klein kernenergieprogramma de duurste stap in het beheer van radioactief afval. Het realiseren van een eindberging samen met andere landen kan aantrekkelijk zijn vanwege onder meer schaalvoordelen.’ In feite geeft de regering hiermee aan dat er te weinig kerncentrales zijn. In Nederland zijn echter geen nieuwe kerncentrales gepland; het plan voor een tweede kerncentrale bij Borssele is in januari 2012 geschrapt. Om voldoende geld te hebben voor de eindopslag zijn er in de visie van de regering twee mogelijkheden: wachten met de opslag of samen met andere landen radioactief afval opslaan, hetgeen dan ook in Nederland zou kunnen. De regering houdt beide opties open, maar gaat er in haar plannen van uit dat pas later deze eeuw de beslissing genomen hoeft te worden, ook eventueel voor internationale opslag. Daarmee is het niet onmogelijk dat kernafval van andere landen in de Noord-Nederlandse kleilagen of zoutkoepels opgeslagen zal worden. Herman Damveld uit Groningen is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie. Avond over kernafval GroenLinks organiseert op 2 februari om 19.30 een avond over kernafval met als belangrijkste spreker Ewoud Verhoef, adjunctdirecteur van de COVRA, de organisatie die verantwoordelijk is voor de opslag van radioactief afval. Plaats: Dorpshuis de Drijscheer, Keiweg 1, 9661 TV, Alteveer.
© Copyright 2024 ExpyDoc