Kwartaalbericht Agrarische sector ING Economisch Bureau 2014 minder goed jaar dan 2013 voor meeste sectoren Export blijft basis voor land- en tuinbouw en is ook in 2014 groeimotor voor totale Nederlandse uitvoer De productiewaarde van de land- en tuinbouw daalt door tegenvallende prijzen dit jaar voor de meeste agrarische sectoren. De totale waarde blijft gelijk, dankzij de melkveehouderij, ook in 2014 weer de positieve uitzondering. 2014 is slecht gestart voor segmenten consumptieaardappelen, bloemen en eieren. Lagere voer- en energiekosten compenseren de lagere opbrengsten enigszins. De sterke exportpositie is cruciaal voor de agrarische sector en voor de gehele Nederlandse economie. Blijven investeren in de samenwerking met exporteurs, maar ook in logistiek en productiviteitsverhogende innovatie is echter een must om deze voorsprong te behouden. Volop nieuwe kansen voor verdere uitbouw internationale activiteiten agrarische sector De agrarische sector heeft een zeer internationaal werkterrein. De exportgerichtheid is enorm. Zo zijn de akkerbouwketens (aardappelen, uien, suiker) in hoge mate op afzet naar het buitenland georiënteerd. De Nederlandse export van pootaardappelen vormt bijvoorbeeld circa driekwart deel van de wereldmarkt. Binnen de tuinbouwexport is de sierteeltproductie (bloemen en planten) het belangrijkst: in de totale sierteeltuitvoer van de Europese Unie is het Nederlandse aandeel 70%. Een positieve ontwikkeling is dat de spreiding van het aantal afzetmarkten blijft toenemen. Vooral de uitvoer naar OostEuropa is de laatste jaren sterk gegroeid. Rusland is bijvoorbeeld exportbestemming nr.1 voor Nederlands fruit (peren) en de tomatenexport naar Rusland steeg vorig jaar 50%. De huidige politieke onrust in Oekraïne vormt echter een bedreiging voor de export naar Oost-Europa. Devaluaties van de gryvna (-40%) en de roebel (-9%) maken import voor Oekraïne en Rusland sowieso al een stuk duurder. Nieuwe kansen dienen zich aan: enerzijds nieuwe markten in het Verre Oosten, met voorop China, en anderzijds – via onlangs afgesloten of op stapel staande akkoorden – een impuls voor de uitvoer naar Canada, de VS en de landen rond de Stille Oceaan. Voor bijvoorbeeld de export van kalfsvlees biedt dit nieuwe afzetmogelijkheden. Steeds belangrijker voor de Nederlandse agriketen wordt de export van kennis. Nederlandse innovaties op land- en tuinbouwgebied worden wereldwijd gebruikt. Bovendien runnen talloze ondernemers als nevenactiviteit ook agrarische bedrijven in Latijns-Amerika, Afrika, Oost-Europa of elders. Agrarische export vormt 18% van totale uitvoer Nederland is na de Verenigde Staten ’s werelds grootste exporteur van agrarische producten. De landbouwexport groeide in 2013 met ruim 5% naar € 78 miljard en had daarmee een aandeel van 18% in de totale uitvoer. Voor het handelsoverschot was dit aandeel zelfs 44%. Een vijfde van de agrarische export betreft overigens wederuitvoer. Zonder die wederuitvoer is Nederland niet het tweede, maar het derde agrarische exportland. Duitsland is veruit de belangrijkste afzetmarkt met een uitvoer van ruim € 20 mrd. Het trio België, VK en Frankrijk volgt met € 7,5 tot 8,5 mrd. Buiten Europa is China/Hong Kong met € 2 mrd afzet het belangrijkste afzetgebied. Vooral de export van zuivelproducten groeide fors (figuur 1). Figuur 1 Exportgroei 2013 en begin 2014 Bron: CBS Positieve vooruitzichten voor export Het optimisme onder agrarische ondernemers is groot. Volgens AgriDirect zijn er steeds meer plannen voor uitbreiding en steeds minder voor bedrijfsbeëindiging. De zuivelindustrie gaf het goede voorbeeld. Dankzij de toenemende Azia- tische vraag naar Nederlandse zuivelproducten werd en wordt fors geïnvesteerd in de productiecapaciteit. Ook wat betreft de export zijn de ondernemersverwachtingen positief. Volgens de Fenedex groeit de export dit jaar 7%. Het eerste kwartaal was een goede start. De agrarische sector vormt samen met de industrie momenteel de exportgroeimotor. De uitvoertoename zet zich voort voor de meeste segmenten, op die van snijbloemen en eieren na. Wel blijven de groeipercentages nog achter bij die over geheel 2013, uitgezonderd kaas en potplanten (figuur 1). Driekwart agrarische banen is export gerelateerd Ook voor de werkgelegenheid is de agrarische export van belang. Volgens het CBS is 77% van de 174.000 banen in deze sector te kwalificeren als exportbanen: 48% betreft eigen, directe export (84.000 banen) en 29% uitvoer via andere sectoren (50.000 banen). Met laatstgenoemd percentage voor ‘indirecte’ exportbanen scoort de agrarische sector het hoogste van alle sectoren. Dit illustreert nog eens het belang van land- en tuinbouw voor de nationale economie. Figuur 2 Lagere eurokoers gunstig voor export 2014 Bron: ING Economisch Bureau Tabel 1 Ontwikkeling* productievolume, prijs en productiewaarde agrarische sectoren, 2013 en 2014 Agrarische sector 2013 vol. prijs waarde 2014 vol. prijs. waarde 0,5 3,0 3,5 1,0 -1,0 0,0 0,0 3,5 3,0 -1,0 1,5 4,5 4,5 -24,0 1,5 8,0 7,5 -25,0 -1,0 -1,0 0,0 -2,0 -3,0 2,0 -3,0 5,0 -4,0 1,0 -3,0 3,0 -1,5 1,5 4,0 -3,0 2,0 -1,0 20,0 5,0 0,5 0,5 25,0 1,5 -1,5 1,5 3,5 1,5 0,0 -1,5 -1,5 -1,5 -1,5 0,0 2,0 0,0 Veehouderij - Varkens - Kalveren - Vleespluimvee - Eieren Sierteelt - Bloemen - Planten Melkveehouderij Akkerbouw Groenten en fruit - Groenten 0,5 0,5 1,0 0,0 -5,0 -5,0 - Fruit -7,5 12,0 3,5 0,0 2,0 2,0 Bron: LEI; bewerking en raming 2014: ING; * jaar-op-jaar mutaties van zuivel 9% toe (binnenlandse prijs met ‘slechts’ 6%) en die van melkpoeder met bijna een kwart. China is een belangrijke groeimarkt. Het kocht in 2013 voor € 100 mln zuivel. Tien jaar geleden exporteerde Nederland nog nauwelijks zuivelproducten naar China. De vraag vanuit China naar voornamelijk melkpoeder blijft hoog. Hun voorkeur voor Nederlandse boven Nieuw-Zeelandse producten komt door de combinatie van hoge kwaliteit en logistieke voordelen: retourvervoer Rotterdam-China is goedkoper, omdat de containers veelal leeg terug gaan naar NieuwZeeland en vol naar Rotterdam. Figuur 3 Opbrengst van melk * in 2014 omlaag, maar nog altijd bovengemiddeld Verzwakking euro stimulans voor agrarische export Ook de door ING verwachte verzwakking van de euro later dit jaar ten opzichte van zowel de dollar als het Britse pond stimuleert de export (figuur 2). Het VK is ook vanwege de momenteel hoge BBP-groei een aantrekkelijke afzetmarkt. Rusland is de negatieve uitzondering. Door de onrust in de Oekraïne is de waarde van de Russische roebel al 9% gedaald, wat ongunstig is gebleken en zal blijven voor de uitvoer van Nederlandse producten. Melkveehouders boeren goed dankzij exportgroei melkpoeder en kaas De totale Nederlandse zuivelexport steeg in 2013 tot bijna € 8 mrd, een toename van 12% ten opzichte van 2012. De zuivelexport van vooral kaas en melkpoeder neemt al lange tijd fors toe, de laatste jaren zelfs vaak met dubbele cijfers. De stijging van de exportwaarde komt voor een belangrijk deel door gestegen prijzen. Volgens het CBS nam de exportprijs Kwartaalbericht Agrarische sector mei 2014 2 Bron: LEI; * 3,7% vetgehalte en 3,35% eiwitgehalte, producentenprijs in euro per 100 kg; langjarig gemiddelde (2000-2013): € 30,31 Voor kaasexport was Rusland in 2013 nog een enorme groeimarkt (ruim 60% groei naar € 231 mln). 2014 dreigt door de depreciatie van de roebel en de daling van kaasprijzen qua omzet een slechter exportjaar voor kaas te worden. Melkveehouders blijven - getriggerd door gunstige vraagen dus prijsontwikkelingen - de productie opvoeren. Het melkquotum voor het seizoen 2013/2014 is met 4,8% overschreden, één van de hoogste overschrijdingen in lange tijd. Het nieuwe melkjaar 2014/15 startte ook voortvarend, met in april bijna 7% meer melkaanvoer dan een jaar eerder. Het betalen van de hoge superheffing weegt voor vele melkveehouders echter ruim op tegen de opbrengsten vanwege de hoge prijzen. Ook na de voorjaarspiek van de melkaanvoer zal de aanvoer naar verwachting hoog blijven. De melkprijs is immers, ondanks een neerwaartse correctie, nog altijd een van de hoogste voor de tijd van het jaar (figuur 3). Bovendien trekken normaliter de prijzen na de zomer weer iets aan. Een impuls voor de melkprijzen later dit jaar en in 2015 is mogelijk El Niño. Dit zal waarschijnlijk leiden tot droogte in Australië en Nieuw Zeeland, wat via een lagere veevoerproductie en melkopbrengsten en een krimpende veestapel aldaar leidt tot hogere zuivelprijzen. Al met al lijkt de prijsdaling voor dit jaar met circa 1,5% lager uit te pakken dan eerder verwacht. Melkveehouders houden voorlopig een goede marge (figuur 4), maar deze worden later dit jaar gedrukt door de stijgende voerkosten. Figuur 4 Saldo1 melkvee-, vleeskuikens- en zeugenbedrijven in eerste kwartaal 2014 gestegen, saldo leghennen- en vleesvarkensbedrijven gedaald Bron: LEI Wageningen UR, agrimatie.nl Wisselend exportperspectief voor akkerbouwers Het huidige exportseizoen voor consumptieaardappelen verloopt teleurstellend. Tot en met maart werd er een zesde minder uitgevoerd dan vorig seizoen, toen het VK extra veel aardappelen afnam. In vergelijking met het langjarig gemiddelde is de export bijna 10% lager. Ook de export naar Rusland en Afrika valt dit seizoen tegen. De pootgoedexport verloopt juist prima, met een 10% hogere export dan vorig seizoen, dankzij een forse plus van de afzet in Zuid-Europa, Turkije en het Midden-Oosten. Het exportvolume voor uien voor het seizoen 2013/14 lag begin april bijna 10% achter op dat van het (record)seizoen ervoor. De uienmarkt is sinds begin mei wat overspannen. 1 Het resultaat op jaarbasis per diersoort. Bedragen zijn in euro’s, exclusief BTW. Alleen posten die aan die diersoort zijn toegerekend zijn inbegrepen. Subsidies en werk voor derden en algemene kosten (water, elektriciteit, accountant, rente, arbeid, afschrijving) zijn niet inbegrepen. Kwartaalbericht Agrarische sector mei 2014 3 De nog vrij verhandelbare voorraad was beperkt en de vraag bleef goed, waardoor op het eind van het seizoen hoge prijzen worden genoteerd. Hierdoor komen de gemiddelde uienprijzen voor het tweede achtereenvolgende seizoen ruim boven het langjarig gemiddelde uit (figuur 5). De hoge uienprijzen compenseerden voor akkerbouwers de sterk teruggevallen prijzen voor consumentenaardappelen. Deze daalden omdat er door het warme winterweer vroeg geplant en gezaaid kon worden. Ook het groeiseizoen verloopt goed, met hoge volumes in Nederland en geheel West-Europa. Tegenover dit hoge aanbod staat voor Nederlandse telers een matige buitenlandse vraag, waardoor de prijzen voor consumptieaardappelen erg laag zijn. Voor pootgoedtelers ziet 2014 er wel weer zonnig uit: gemiddelde hectareopbrengsten, maar een hoge vraag en dus goede prijzen. Nadelig voor akkerbouwers is dat er door de nieuwe derogatieregels voor de veehouderij minder grond beschikbaar is voor akkerbouw, waardoor de huurprijs van land omhoog zal gaan. Figuur 5 Uienprijzen tweede seizoen* op rij prima langjarig gemiddelde: € 10,48 Bron: LEI en www.ui-info.nl; * jaartallen staan voor seizoenen: 2014 = seizoen 2013/14; notering Emmeloord, zaai-uien 60% grof Lage groenteprijzen voor telers in 2014 In 2013 groeide de exportwaarde van groenten met ruim 8%, in het eerste kwartaal van 2014 met 6%. Vooral de tomatenuitvoer blijft zich goed ontwikkelen. In 25 jaar tijd is het uitvoervolume verdubbeld naar 1 miljard kilo. De keerzijde van de medaille is echter dat - vooral dit en vorig jaar - de lage prijzen voor een deel de reden zijn van deze volumegroei. Het zonnige voorjaar zorgde voor een kwantitatief en kwalitatief prima productie, maar in combinatie met langer dan gebruikelijke afzet van onder meer Spaanse groenten op de Nederlandse markt was dit funest voor de prijsvorming. Voordeel van het relatief warme weer in de eerste vier maanden was dat de stookkosten beduidend lager waren dan het vorige jaar. Vooral voor tomaten verliep de prijsvorming desastreus, maar ook de komkommer- en paprikaprijzen zijn dit voorjaar – ondanks het lagere paprika-areaal – erg laag. De weersontwikkelingen zullen bepalend zijn voor de verde- re ontwikkelingen dit jaar. ING voorziet een daling van circa 5% van de groenteprijzen dit jaar. In de tomatenbranche gaat het net zo slecht als vorig jaar, maar ook de prijsvorming van komkommers en paprika’s blijft naar verwachting duidelijk achter bij die in 2013. Er is ook goed nieuws. In de glastuinbouw hangt een kwart van de productiekosten af van de energieprijs en sinds begin 2014 is de gasprijs voor levering 2015 en 2016 licht gedaald naar circa 24,5 cent per m3. Ook de elektriciteitsprijzen dalen. De fruitexport nam in 2013 toe met circa 13% en in het eerste kwartaal met 8%. Door de onrust in Oekraïne daalt de waarde van de Russische roebel, wat ongunstig is voor de hoge perenexport naar Rusland. Export potplanten stijgt, die van snijbloemen krimpt In het eerste kwartaal daalde de exportwaarde van sierteeltproducten met -0,5%. De uitvoer van potplanten steeg met 5,3%, terwijl die van snijbloemen met 3,5% daalde (figuur 6). Het mooie voorjaarsweer in West-Europa leidde in maart tot een krimp van de veilingomzet met bijna 20%. Door het aanhoudende mooie weer zochten consumenten veel vaker de tuin op dan in de lente van 2013. Hierdoor kennen de snijbloemen momenteel bovendien een lage prijs. De binnenlandse afzet van planten bleef redelijk op peil. Figuur 6 Raming exportwaarde 2014: snijbloemen -2,0% en potplanten +3,5%* Figuur 7 Exportontwikkeling per land in eerste kwartaal 2014 (% j.o.j.) en exportaandeel Bron: HBAG Bloemen en Planten Saldi voor varkenshouders blijven laag Na twee goede jaren begon 2014 voor varkensboeren goed. De Russische importboycot van varkensvlees na vaststelling van varkenspest in Polen en Litouwen, zette de export in februari echter stil. Inmiddels herstelt de varkensmarkt weer omdat zich in geheel Europa een productiekrimp lijkt te voltrekken. In februari was het saldo van vleesvarkensbedrijven het laagst in tien jaar. Ondanks het kleine herstel in maart en een relatief goede aprilmaand is het saldo veel te laag voor een positief inkomen. Het saldo is de helft van het langjarige gemiddelde en nog eens 27% lager dan vorig jaar in het eerste kwartaal (figuur 4). Figuur 8 Dalende trend voerprijzen gestopt Bron: HBAG Bloemen en Planten; ramingen: ING; * maandelijkse veranderingen t.o.v. 2013 In de Zuid-Europese landen blijven de consumenten de handen op de knip houden. Daardoor daalde de uitvoer naar deze landen wederom (figuur 7). Ook Turkije en Rusland behoren nu tot de krimplanden. Deze economieën kennen momenteel een dip. Voor Russen zijn bloemen door de gedeprecieerde roebel flink duurder geworden. Als de uitvoerontwikkeling zich van maand tot maand voortzet conform het langjarig gemiddelde ligt voor geheel 2014 een exportkrimp van 2% voor snijbloemen en een exportgroei van 3,5% voor potplanten in het verschiet. Kwartaalbericht Agrarische sector mei 2014 4 Bron: LEI Wageningen UR, agrimatie.nl Voor zeugenhouders was het saldo tot en met maart ruim € 13.000 hoger dan vorig jaar dankzij gunstige biggenprijzen en vooral lagere voerkosten. Het saldo van € 37.000 is ruim voldoende om de overige kosten te compenseren, zodat in het eerste kwartaal een goed inkomen is behaald. Aan de dalende trend van de voerprijzen die zich in 2013 manifesteerde, is alweer een eind gekomen (figuur 8). De gemiddeld hoge niveaus van de laatste jaren lijken ook dit jaar te blijven bestaan, ook al is het misschien op een gemiddeld iets lager niveau dan in 2013. Hoewel de prijzen voor mais, tarwe en varkensbrok in het eerste kwartaal zo’n 20% lager zijn dan een jaar eerder, liggen die voor soja tot nu toe dit jaar op een 5% hoger niveau. De oorzaak van het uitblijven van de gehoopte verdere prijsverlaging schuilt in droogte in oogstgebieden en politieke onrust in Oekraïne. Kalverhouders: groter prijsverschil blank en rosé In de kalverhouderij wordt een lichte stijging van het prijsniveau verwacht (2%, zie tabel 1). Opvallend is dat sinds ongeveer een half jaar het prijsverschil tussen blank vlees en rosé vlees weer veel groter is dan in eerdere jaren. Dit komt doordat de prijzen van rosévlees minder zijn gestegen dan die van blank kalfsvlees. Pluimveehouders: plus voor kip, min voor ei De export van eieren is in het eerste kwartaal fors gedaald (figuur 1). Dit komt door lagere productie en minder vraag uit vooral Duitsland. De prijzen liggen inmiddels weliswaar hoger dan een jaar geleden, maar het prijsherstel blijft teleurstellend laag, waardoor de voerkosten nog altijd nauwelijks gedekt kunnen worden. Bovendien bleef het gebruikelijke positieve prijseffect van Pasen uit, net als vorig jaar. Het blijft onzeker wanneer de eierprijs weer op een voor producenten rendabel niveau terugkomt. In 2014 zal de gemiddelde eierprijs mogelijk slechts 5% hoger liggen dan vorig jaar. Houders van vleespluimvee blijven profiteren van de stijgende (internationale) vraag naar kip en kipproducten. De local-for-local trend lijkt slecht uit te pakken voor de export van eieren (maar ook voor bijvoorbeeld tomaten). Duitsers betalen liever wat meer voor een even goed lokaal product dan voor een uit Nederland ingevoerd product. Sectormanagers Cor Bruns en Kees van Vliet geven hun advies Denk na over uw samenwerking met exporteurs De agrarische sector is wat betreft haar rentabiliteit zeer afhankelijk van export. En de land- en tuinbouw in de landen van bestemming staat niet stil. Voortdurend aanpassen van productspecificaties is dan ook van belang om die export in stand te houden. Aanpassen van het ondernemersplan en bedrijfsproces zijn vaak maar in beperkte mate mogelijk: je kunt niet zomaar een ander product telen. Het is daarom van belang om in goed contact met de exporteurs te staan om de kleine aanpassingen te doen die noodzakelijk zijn. Toetreding tot nieuwe afzetmarkten is belangrijk, maar dat ligt vooral in handen van de exporteurs en de logistieke sector. Een gezamenlijke aanpak van producenten, handel, verwerking en de industrie is doeltreffend geweest. Door het opheffen van de productschappen zijn nieuwe initiatieven gestart, vanuit de ondernemers zelf. Daarbij zal de uitvoerfocus van ambitieuze ondernemers niet alleen op Oost-Europa, maar op de hele wereld gericht moeten zijn. Uitwisselen van ervaringen, ook tussen sectoren, kan daar zeker aan bijdragen. Het Nederlandse agrocluster kan ook in de toekomst de prima exportpositie blijven behouden, mits ondernemers blijven investeren in kennis, logistiek en efficiency. In de rol als distributeur van agrokennis is Nederland al leading vanuit overheid en bedrijfsleven. Hierin zit nog meer potentieel voor agrarische ondernemers dan in de export van land- en tuinbouwproducten zelf. Figuur 9 Eierprijzen* ook in 2014 onder langjarig gemiddelde langjarig gemiddelde (‘05-‘13): € 6,15 Cor Bruns, Sectormanager Agrarisch Bron:www.pluimveebeurs.com; ING (raming mei-december 2014); * in €/100 stuks, excl.. BTW, NOP richtprijs bruine scharreleieren 62-63 gram Kwartaalbericht Agrarische sector mei 2014 5 Kees van Vliet, Sectormanager Agrarisch Meer weten? Kijk op ING.nl/zakelijk Of bel met Cor Bruns, Sectormanager Agrarisch 06 5431 3314 [email protected] Kees van Vliet, Sectormanager Agrarisch 06 5579 8831 [email protected] Henk van den Brink, Sectoreconoom Agrarisch 020 563 9506 [email protected] Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen? Ga naar ING.nl/kennis Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 15 mei 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc