Productievormen 1

Productievormen 1
Jan Hoekstra
Onderwerpen:
•
•
•
•
•
Drama/toneel (blijspel, treurspel).
Dans (modern, ballet, hiphop).
Muziek (klassiek, pop, underground).
Cabaret (geënsceneerd).
Opera, Operette en Musical.
Drama / toneel.
• Bij een drama wordt door middel van
woord (gesproken of gezongen) en/of
gebaar (dans, mimiek...) een menselijke
conflictsituatie uitgebeeld.
De handeling heeft gewoonlijk een
causaal verloop oftewel oorzaak en
gevolg.
Drama / toneel.
• Treurspel
• Blijspel
Drama / toneel.
• Theater
• Locatie
Dans.
• Dansen is het ritmisch bewegen van
het lichaam. Meestal gebeurt dansen op
muziek. Dansen is een vorm van
expressie en kan individueel, als sport
of als sociale activiteit beoefend
worden.
• Dansen is een menselijke beweging die
is vormgegeven in ruimte en tijd.
Dans.
• Ballet
• Modern / theater
• HipHop / Streetdance
Muziek.
• Muziek is een kunstvorm die gebruik
maakt van klanken, geschikt in een
bepaalde tijdsduur. Om muziek te
maken wordt gebruik gemaakt van de
elementen toonhoogte, ritme,
geluidssterkte (muzikale dynamiek),
klankkleur en textuur (monofonie,
polyfonie e.d.), maar ook stilte.
Muziek.
• Klassiek
• Populair (pop)
Cabaret.
• Cabaret is creatief-ondernemend; het zoekt naar
nieuwe (of vergeten oude) uitingsvormen en
technieken. Verder is het fragmentarisch: het
werkt als puntdichten en aforismen. Het vereist
nauw contact met het publiek, waarvan het veel
eist: aandacht, gevoel voor humor, een lenige
intelligentie. Voorts dient het boven zijn stof te
staan; ideaal cabaret is beschouwelijk, ironisch.
Naar de vorm wijzigde het zich in de loop der
jaren tot cabaret-theater.
Cabaret.
• literair satirisch
– de cabaretier speelt met taal, soms is dat poëtisch, maar
soms is hij/zij keihard en hatelijk.
Voorbeeld: Wim Sonneveld, Herman Finkers.
• maatschappijkritisch
– de cabaretier analyseert op eigenzinnige wijze actuele,
maatschappelijk en politieke gebeurtenissen.
Voorbeeld: Wim Kan, Freek de Jonge, Theo Maassen
• verhalend
– de cabaretier vertelt een, meestal licht absurd, verhaal
met een moraal erin verpakt.
Voorbeeld: Youp van 't Hek, Harrie Jekkers
Cabaret.
• muzikaal
– de cabaretier speelt met muziek, bijvoorbeeld door
bekende melodieën te verdraaien of te combineren.
Voorbeeld: Hans Liberg, Kees Torn
• nonsens
– de cabaretier vertelt (schijnbaar) onzinnige en absurde
verhaaltjes en speelt idiote typetjes.
Voorbeeld: Hans Teeuwen, Urbanus, Najib Amhali
• fysiek
– in de voorstelling ligt de nadruk minder op tekst, maar
meer op acrobatische stunts en grappen met
voorwerpen en apparaten.
Voorbeeld: Waardenberg en De Jong, Schudden en de
Ashton Brothers.
Cabaret.
• stand-upcomedy
– vergeleken met het Nederlandse cabaret is het theatrale
element bij stand-upcomedy beperkt. In plaats van
langere nummers en muzikale onderdelen bestaat het
slechts uit korte humoristische anekdotes.
Voorbeeld: Raoul Heertje, Jörgen Raymann.
• Zap-cabaret
– er wordt binnen een voorstelling snel geschakeld
tussen diverse vormen van cabaret, typetjes of liedjes.
Voorbeeld: De Vliegende Panters, Jochem Myjer.
• cabaret op maat
– de cabaretier is te gast bij een overheid, instelling, of
bedrijf en richt zijn satire op het onderwerp ter plekke.
Voorbeeld: Gemeentereiniging.
Opera.
• Een opera is een gezongen muziekstuk. In
zo’n muziekstuk wordt niet gepraat maar alles
gezongen. Meestal wordt het gehouden in
een fantastische omgeving, in een heel mooi
decor wat gebouwd wordt voor de opera. De
mensen die in zo'n opera spelen zingen heel
erg hoog en mooi, ze hebben dan ook een
lange muziekopleiding achter de rug.
Musical.
• Musical is een vorm van theater waarin
gesproken tekst, muziek, zang en dans
gecombineerd worden. Meestal worden
en kleurrijke kleding en decors gebruikt.
Operette.
• Operette, een luchtiger versie van de
opera waarbij zangnummers en
gesproken teksten elkaar afwisselen.
Operette is ontstaan in de loop van de
19e eeuw en was van oorsprong een
vorm van satire, waarbij de heersende
macht en moraal op de hak werd
genomen.
Vragen?
Bedankt!