LESBRIEF Titel: Wendy’s moeder Auteur: Marcel Vaarmeijer Geschikt voor: 2 vmbo-bk Plusopdrachten ook geschikt voor: 2 vmbo-kgt Door: Simone Arts _______________________________________________________________________________ Citaat 1 Vooraf: Kim, Lotte, Eline, Fleur en Wendy vormen een hechte vriendinnengroep. De moeder van Wendy, Vera, blijkt ziek te zijn. Ze heeft de ziekte van Pick. Wendy en haar vader Wim besluiten haar zo lang mogelijk thuis te verzorgen. De meiden vrezen dat ze Wendy daardoor veel minder zullen zien. ‘Ik weet het!’ zei Eline opeens. ‘We nemen Wendy’s moeder gewoon in onze vriendinnengroep op! Dan is het probleem in één klap opgelost!’ We keken elkaar verbaasd aan. Meestal had Eline nooit zulke bijzondere ideeën, maar nu blijkbaar wel. ‘Ja,’ ratelde ze enthousiast door. ‘Dan zijn wij weer met zijn vijven, en krijgen we Wendy’s moeder er als zesde vriendin bij.’ Ze keek zo gelukkig als iemand die net honderd miljoen heeft gewonnen. Ik wist nog niet precies wat ze bedoelde, maar alleen van haar stralende gezicht werd ik al blij. ’Hoe zie je dat voor je?’ vroeg Lotte kribbig. ‘Moeten we dat zieke mens overal mee naartoe slepen en voor haar zorgen? We zijn nog maar tieners hoor, geen verpleegsters.’ Fleur knikte. Eigenlijk wilde ik ook knikken, omdat Lotte groot gelijk had. Maar ik wilde Eline niet kwetsen, dus deed ik het niet. ‘En hoe moet het dan met ons huiswerk?’ zei Fleur. ‘Als we elke vrije dag bij Wendy zitten, kunnen we net zo goed van school af gaan.’ Weer werd het stil. Eline slaakte een diepe zucht en keek treurig naar de grond. Ik kreeg een akelig gevoel in mijn buik, alsof we elk moment ruzie konden krijgen. ‘Zou je dat ook zeggen als het jóúw moeder was?’ vroeg ik aan Lotte. Ik schrok van mijn eigen woorden. Op zich was ik het helemaal met haar eens, en ook met Fleur. Maar iets in mij zei dat het niet eerlijk was. Daarom floepte die opmerking er spontaan uit, denk ik. We kregen alledrie een rooie kop. Ik omdat ik zo fel was geweest, en de andere twee omdat ze zich schaamden. Eline keek weer naar voren. In haar ogen glinsterden tranen. ‘Het spijt me,’ zei ze zachtjes. ‘Ik weet dat het een stom idee is. Maar ik wil Wendy zo graag helpen. Ik weet alleen niet hoe.’ Lotte schraapte haar keel en stopte nog een bonbon in haar mond. ‘Het hoeft je niet te spijten,’ zei ze. ‘Het is inderdaad een stom idee van je, maar wat Kim zei is ook waar. Als mijn moeder ziek zou worden, zou ik ook willen dat jullie bij mij zijn.’ ‘Ik ook,’ zei Fleur, terwijl ze een sprits uit het doosje pakte. (…) ‘Dus we doen het?’ zei Eline met een voorzichtig lachje op haar gezicht. We keken elkaar allemaal aan. We wisten heel goed dat we geen idee hadden waar we aan begonnen. Maar we konden Wendy niet in de steek laten. Daarom zat er maar één ding op. ‘Ik zeg ja,’ zei ik. Fleur knikte en zei ook ja. Lesbrief Jonge Jury 2014 – Wendy’s moeder We keken allemaal naar Lotte, die nog steeds een rooie kop had en vlug een derde bonbon in haar mond stak. ‘Oké,’ zei ze. ‘Maar als het uit de hand loopt, kappen we ermee.’ Elines gezicht begon weer te stralen, net als het mijne. ‘En we moeten ons huiswerk wel blijven maken,’ vervolgde Lotte. Opdrachten bij citaat 1 1. Wie vertelt het verhaal? 2. Wat is het plan van Eline? 3. Wie zijn tegen het plan van Eline? 4. Waarom zijn zij tegen? Noem van allebei een reden. 5. Met welke vraag schudt Kim de groep wakker? 6. Waarom gaat iedereen uiteindelijk akkoord met het plan van Eline? (Ze vinden dat ze Wendy niet in de steek kunnen laten.) 7. Welke eigenschap past het best bij Eline? a oneerlijk b besluitvaardig c hulpvaardig d nuchter 8. Op welke manier leer je Kim kennen? a Door wat ze zegt en doet. b Door wat ze denkt en voelt. c Door wat anderen over haar zeggen of denken. d Door a, b en c. Plusopdrachten bij citaat 1 9. Welke van de onderstaande zinnen bevat beeldspraak? a ‘Ze keek zo gelukkig als iemand die net honderd miljoen heeft gewonnen.’ b ‘We zijn nog maar tieners hoor, geen verpleegsters.’ c ‘Als mijn moeder ziek zou worden, zou ik ook willen dat jullie bij mij zijn.’ d ‘Als we elke vrije dag bij Wendy zitten, kunnen we net zo goed van school af gaan.’ 10. Maak de zin af. Gebruik de woorden ‘personages’, ‘gebeurtenissen’ en ‘ruimte’. Dit verhaal is realistisch / niet-realistisch, omdat … Over Marcel Vaarmeijer: Hij werd geboren in Amsterdam, maar verhuisde op zijn tiende naar Enschede. Hij was als kind vaak ziek en eenzaam. Zijn vader overleed al jong en zijn moeder was vaak ziek. Daardoor heeft Vaarmeijer meerdere periodes in pleeggezinnen doorgebracht. Lezen was voor hem fijne afleiding en hij had een rijke fantasie. Hij begon zijn carrière bij de marine. Zijn eerste boek verscheen in 1996. Wendy’s moeder is zijn derde kinderboek. Vaarmeijer woont in Amsterdam en noemt Wendy’s moeder zijn meest emotionele boek. Leestips: Lydia Rood - Dans Dans! Caja Cazemier - Bibi Xtra Lesbrief Jonge Jury 2014 – Wendy’s moeder Citaat 2 Vooraf: De meiden zorgen samen met Wim voor Vera. Ze ondernemen allerlei leuke dingen: ze gaan shoppen, vieren samen met alle ouders kerst en doen mee aan de vrijmarkt op Koninginnedag. Maar Vera’s toestand verslechtert, ze vergeet steeds meer en wordt steeds minder vaak ‘wakker’. Ze moet tot twee keer toe worden opgenomen in verpleeghuis De Rozentuin. In De Rozentuin had Vera dezelfde kamer als de vorige keer. Maar daar was ze alleen ’s nachts. Overdag zat ze beneden op een stoel voor het raam. Zo kon ze de hele dag naar de musjes kijken die over het gras hipten, en naar de auto’s die ruisend voorbijreden. En naar Wendy en Wim en Eline en Lotte en Fleur en mij, en alle andere mensen die haar kwamen bezoeken. Eigenlijk was er weinig veranderd vergeleken met een paar weken geleden, toen ze thuis op bed zat en we haar elke middag voorlazen. Behalve dat ze nu niet meer wakker zou worden en voor altijd in De Rozentuin moest blijven. Toch begonnen we weer gewoon met voorlezen. Fleur uit haar dikke kunstboeken, Eline uit haar sprookjesboeken, Lotte uit de Hoe overleef ik-serie, Wendy uit Nijntje en ik uit de stripverhalen van Wim. Volgens de dokter had het geen zin meer. Maar naar dokters moet je nooit luisteren. Die willen alleen maar je benen eraf zagen en je hersens in een potje stoppen. Je moet gewoon doen wat je zelf wilt. Voor ons was dat voorlezen en gezellige dingen doen met Vera. Dat hadden we eerder ook gedaan en dat zouden we blijven doen. Niet alleen tijdens onze laatste weken op school, maar ook in de zomervakantie. Onze ouders hadden er speciaal hun reisjes voor afgezegd, omdat ze niet zonder ons op vakantie wilden. De ouders van Lotte gingen wel naar hun camping in de bossen van Otterlo. Daar hadden ze een joekel van een caravan staan, waar ze van april tot september naartoe mochten. Bijna elk weekend gingen we er met alle meiden heen. Vera mocht ook mee van de dokter. Dat was maar goed ook, anders hadden we haar gewoon ontvoerd. Ze zat wel in een rolstoel, die we de hele tijd vooruit moesten duwen. En we moesten haar ook wassen, aan- en uitkleden, en nog meer dingen die eigenlijk door een verpleegster gedaan moeten worden. Maar dat was geen probleem. We hadden in de afgelopen tijd zoveel van Betty (een verpleegkundige die voor Vera zorgde, red.) geleerd dat we het makkelijk zelf konden. En de ouders van Lotte waren er ook nog, dus er kon niets misgaan. Van alle dingen die we sinds het begin van Vera’s ziekte met haar hadden gedaan, waren de logeerpartijen op de camping het leukst. Als het zonnig was zaten we lekker bij het meertje te bakken en ijsjes te eten op de terrasjes in het dorp. Als het bewolkt was speelden we minigolf op de camping of gingen we naar het Kröller-Müller Museum, dat vlakbij de camping lag. Daar konden we uren naar de Van Goghs kijken. En naar Vera’s sprankelende ogen, die bij elk schilderij wel duizend verhalen vertelden. Verder was er een grote beeldentuin waar je zowat in verdwaalde. En een restaurant met heerlijke appelpunten en warme chocolademelk. In het park was ook een soort museum met allemaal opgezette dieren en een filmzaal waar je mooie films kon zien over de hertjes en de zwijnen die in het park rondliepen. Die hertjes waren wel schattig, maar de zwijnen niet. Daar hadden we er in de stad al genoeg van. Het enige verschil was dat ze daar op twee poten liepen en lesgaven op school. Of met een blauwe pet op hun kop vette bekeuringen uitdeelden als het achterlicht van je fiets weer eens kapot was. Lesbrief Jonge Jury 2014 – Wendy’s moeder Onder het museum met de dieren was nog een museum. Daar kon je zien hoe hoog het water stond in Drenthe, en hoe Nederland er tienduizend jaar geleden uitzag. Geweldig interessant dus, maar niet heus. Als laatste attractie was er een soort jachtslot in het park. Dat was door een beroemde architect gebouwd. Maar daar zijn we nooit geweest, omdat niemand van ons geïnteresseerd was in dat ding. Op zaterdagavond hield Lottes vader altijd een barbecue. Dan zaten we met z’n allen om een knetterend kampvuur en aten we harde, aangebrande worstjes, hamburgers en kippenboutjes. Lottes vader vond het geweldig om te barbecueën, maar hij kon er helemaal niets van. Bijna alles wat hij maakte gooiden we meteen in de bosjes. We aten ons wel te pletter aan de warme stukjes stokbrood met dipsaus en kruidenboter. Die maakte Lottes moeder in het oventje van de caravan. Ze wist dat haar man een kluns was met de barbecue, vandaar dat ze zoveel stokbroodjes voor ons maakte. Na de barbecue gingen we meestal naar de disco op de camping. Voor we vertrokken stopten we Vera met een schone luier en honderd zoenen in bed. Soms was ze zo moe dat we haar slapend naar de caravan moesten dragen. In de disco stikte het van de boerenjongens uit de buurt. Erg spannend waren ze niet. Maar aangezien er geen andere jongens waren, moesten we wel met ze dansen. Dat werd natuurlijk een complete ramp. Tijdens de snelle liedjes trapten ze telkens op je tenen, en tijdens de rustige nummers wilden ze nog zoenen ook. Daar hadden we dus geen zin in. Behalve Lotte en Eline. Die wilden het wel eens proberen met zo’n pummel. Ik denk dat Eline al na drie tellen misselijk de zaal uitrende, en Lotte na vijf tellen. Wij rolden bijna over de grond van het lachen. Op zondagmiddag was er altijd bingo in het restaurant van de camping. Daar deden vooral oude mensen aan mee. En wij dus, want Vera was ook een beetje oud. In totaal heeft ze drie prijzen gewonnen: een strijkbout op batterijen, een blikje witte bonen in tomatensaus en een tuinkabouter met een vishengeltje in zijn hand. Het waren echt belachelijke prijzen, maar we zagen dat Vera er superblij mee was. En als Vera superblij was, waren wij het ook. Zo ging onze zomervakantie langzaam voorbij. Ondanks de aangebrande worstjes, de onhandige discojongens en de maffe bingoprijzen was het de mooiste vakantie die we ooit hadden gehad. We vonden het alleen jammer dat Vera niets kon zeggen en niet écht kon meedoen met de dingen die we beleefden. Opdrachten bij citaat 2 11. Wat is volgens jou het thema van dit verhaal? a Met liefde overwin je de ergste ziektes. b Vrienden zijn er voor elkaar in goede en slechte tijden. c Doe altijd wat je zelf wilt. d Als je vrienden hebt, heb je niet veel meer nodig om gelukkig te zijn. 12. Ga naar de website van de auteur, Marcel Vaarmeijer. Klik op ‘Boeken’. Klik op de jeugdboeken die hij heeft geschreven. Je leest nu de samenvattingen van die boeken, maar je kunt ook een filmpje bekijken en liedjes beluisteren. Schrijf per boek op wat je vindt van het gekozen filmpje / lied. Past het bij het boek of niet? Geef argumenten bij je antwoord. Geef daarna een voorstel voor een ander filmpje of een ander lied, dat volgens jou ook toepasselijk kan zijn. 13. Zeg in je eigen woorden van Kim van dokters vindt. Plusopdrachten bij citaat 2 14. Ben jij het eens met Kim? Leg je antwoord uit. 15. De ouders van de vriendinnen gaan niet op zomervakantie, zodat de meiden voor Vera kunnen blijven zorgen. Wat vind jij daarvan? Licht je antwoord toe. Lesbrief Jonge Jury 2014 – Wendy’s moeder 16. ‘Die hertjes waren wel schattig, maar de zwijnen niet. Daar hadden we er in de stad al genoeg van. Het enige verschil was dat ze daar op twee poten liepen en lesgaven op school. Of met een blauwe pet op hun kop vette bekeuringen uitdeelden als het achterlicht van je fiets weer eens kapot was.’ a Welke vorm van beeldspraak zie je in deze zinnen? b Maak de zin af: Ik vind deze vorm van beeldspraak echt niet kunnen / wel grappig / origineel / slecht gekozen / goed, omdat… 17. Wat vind je van de stijl waarin het tweede citaat is geschreven? En wat vind je van de gebeurtenissen die plaatsvinden? Geef daarover je mening met argumenten. Fictiedossieropdrachten 18.Lees de recensie over Wendy’s Moeder. Wat betekenen de volgende woorden? Als je van een woord de betekenis niet weet, zoek je die op in het woordenboek. - altruïstisch - invoelbaar - intensief - observatie Ben jij het eens met degene die deze recensie schreef? Noem minstens één ding waarmee je het eens bent en één ding waar jij anders over denkt. Leg je mening uit. Je mag het boek daarbij gebruiken. 19. Ga op internet op zoek naar informatie over jonge mantelzorgers. Beantwoord vragen als: - Wie zijn jonge mantelzorgers? - Hoeveel jonge mantelzorgers zijn er in Nederland? - Wat is het bijzondere aan jonge mantelzorgers? - Welke risico’s lopen jonge mantelzorgers? Schrijf daarna een brief aan Wendy waarin je aan steunt, maar ook vertelt waar ze op moet letten. 20. Lees het eerste citaat nog eens door. Maak er een stripverhaal van. Lesbrief Jonge Jury 2014 – Wendy’s moeder
© Copyright 2024 ExpyDoc