april 2014, p. 23-25

Mimoun el Othmani (links) en Harold van den Hurk (rechts) op het Daniëlsplein
Straatcoaches
Interview met Harold van den
Hurk en Mimoun el Othmani
We togen naar het kantoor van de straatcoaches in het gebouw Dienst Stadsbedrijven van de gemeente: Harry Wagenvoort
namens Neij West; Bert Delmaar en Saskia
Konings namens MijnBuurtje. We hebben
een gesprek met Harold van den Hurk (senior straatcoach) en Mimoun el Othmani
(straatcoach). Ze spreken gepassioneerd en
met liefde over hun werk.
Wat doen straatcoaches?
Straatcoaches houden zich bezig met overlastbestrijding, maar ook met het bieden van kansen en perspectieven voor jongeren. Ze houden zich vooral met dit laatste bezig, want dat
is voor de lange termijn. Harold: ‘Uiteindelijk
willen alle jongeren huisje, boompje, beestje.’
Mimoun: ‘We proberen de jongens die ontsporen bij te sturen en een kans te bieden op het
gebied van zorg, werk en inkomen.’ Belangrijke taken van straatcoaches zijn: heel snel signaleren, snel oppakken van zaken en voorkomen van problemen. Harold benadrukt: ‘Juist
aan de voorkant zitten, voordat er iets ontploft
of escaleert.’ Ze doen niet aan criminaliteitsbestrijding. Dat is een taak van de politie.
Actief in 5 wijken
De straatcoaches zijn actief in 5 wijken: Hatert, Heseveld, Meijhorst, Neerbosch-Oost
en Willemskwartier. Het team is elke dag paraat. Er zijn drie diensten: dag, middag en late
dienst. Met de late dienst kunnen ze schuiven.
Neij West - april 2014
Dat is afhankelijk van het weer en wat er te
doen is. Harold: ‘Het kan niet zo zijn dat als
het heel druk is op straat, wij dan thuis zitten.
Dat bestaat niet. Dan worden onze late diensten aangepast. Met ramadan zijn onze coaches dan wel tot 4 of 5 uur ‘s nachts in dienst.’
Ze hebben een piketdienst met een speciaal
telefoonnummer. Bewoners kunnen daarheen
bellen in geval van overlast. Als de problemen
telefonisch niet opgelost kunnen worden, dan
komen de straatcoaches langs. Elke wijk heeft
twee contactpersonen. Mimoun is de contactpersoon voor Neerbosch-Oost, Mark Latta is
dat voor Heseveld. Abdellah el Hajji ondersteunt hen.
Aanpak
De methodiek van de straatcoaches is gebaseerd op vijf pijlers: jongeren, winkeliers, bewoners, netwerkpartners en ondernemers in de
wijk. Straatcoaches zijn een soort gastheren
die veelal bemiddelen, partijen dichter bij elkaar willen brengen, de betrokkenheid vergroten en hierdoor wederzijds begrip en respect
stimuleren. Met als doel om in de wijken een
sociaal netwerk te laten ontstaan. Een voorbeeld: het afgelopen najaar hebben ze, samen
met enkele andere partijen, voetbalwedstrijden
georganiseerd in Neerbosch-Oost en Heseveld
voor kinderen van 9 tot 13 jaar. Het is belangrijk om in die leeftijdsgroep te investeren, omdat zij de nieuwe generatie zijn. De communicatie tussen deze doelgroep, de bewoners en
de winkeliers is belangrijk voor het verbeteren
van de sociale competenties van deze jongeren, maar ook voor de totale leefbaarheid in de
wijk. Daarnaast hebben de straatcoaches een
dojo waar ze ook kickboksen gaan begeleiden
en hebben ze in elke wijk zaalvoetbal.
Verder vertelt Harold dat een klein deel van
de jongeren de criminaliteit in gaat en er succesvol is. De meesten lukt dat niet. Maar de
meelopers zijn er wel gevoelig voor. De straatcoaches proberen die meelopers buiten de criminaliteit te houden. Zij doen dat bijvoorbeeld
door het gedrag van die jongeren positief te
beïnvloeden en hen naar een reguliere baan,
stages en school toe te leiden.
Hoe doen jullie dat?
Ze hebben een groot netwerk. Harold: ‘Wij
hebben contacten met scholen, ROC’s, uitzendbureaus en de zorg- en welzijnssector.’
Mimoun: ‘ Waar partijen geen grip hebben op
jongeren schakelen ze ons in, omdat wij toch
beter contact hebben met de doelgroep en ook
weten wat er allemaal speelt buiten school
of het zicht van bepaalde professionals.’ De
straatcoaches bemiddelen dan en proberen
de jongeren over te halen weer naar school te
gaan.
Hoe zijn jullie straatcoach
geworden?
Mimoun is één van de eerste straatcoaches.
Hij heeft een Marokkaanse achtergrond. De
gemeente Nijmegen huurde hem eerst in via
een extern bureau dat landelijk de straatcoaches leverde. Ze rekruteerden Mimoun in een
cafetaria. Hij had in het verleden al sociaal cultureel werk gedaan en viel op, omdat hij goed
contact kan leggen met de doelgroep en ver23
binding met hen kan maken. De eerste straatcoaches kwamen vijf jaar geleden in Meijhorst
en aangezien Mimoun er destijds woonde was
hij al snel een kandidaat.
Harold is geboren en getogen in de volkswijk
Willemskwartier. Voordat hij straatcoach werd
werkte hij bij Bureau Toezicht en Handhaving.
Hij liep toen in uniform, maar vond dat niet
prettig. Dat creëert toch afstand. Hij is blij dat
hij de overstap naar de straatcoaches heeft gemaakt. Hij wil graag verbinding maken met
mensen.
Opleiding en kwaliteiten
Je hebt een opleiding op MBO(+)-niveau nodig, later aangevuld met diverse praktijktrainingen. Je moet stevig in je schoenen staan,
maar je hoeft geen commando te zijn. Harold:
‘Een straatcoach moet de straatcultuur begrijpen en spreken, en de vertaalslag kunnen
maken naar de overheid, bewoners en organisaties. Wat je nodig hebt voor dit werk is de
universiteit van de straat. Treed je té arrogant
op een groep af, dan ben je de verbinding kwijt;
laat je je piepelen dan ben je de verbinding met
de groep ook kwijt. Dus je moet precies de
goede match hebben: je moet laagdrempelig
binnenstappen, contact maken, maar wel stevig zijn.’ Mimoun: ‘Persoonlijkheid is heel belangrijk.’ Harold: ‘Alles gaat over open, eerlijk
en duidelijk zijn. Gewoon communicatie in het
algemeen en weten wat er speelt.’
Cultuurverschillen – Grote broer
– vanuit het hart
Straatcoaches vervullen de rol van ‘grote
broer’ richting de jongeren. Mimoun vertelt
hoe het werkt in de Marokkaanse cultuur: als
grote broer staat de straatcoach klaar om de
jongere te helpen, maar corrigeert hem soms
ook als hij iets verkeerds doet. Die jongere accepteert dat, want hij weet dat de straatcoach
het beste met hem voorheeft en hem ook helpt
als hij in de shit zit. Mimoun: ‘Dit werk moet
je alleen doen als het echt bij je past. Je moet
het met je hart willen doen. Dat voelen ze. Dan
heb je respect bij de jongens. En als je respect
bij de jongens hebt dan kun je heel veel met
ze doen.’ In andere culturen gaat het weer anders. Als er problemen zijn met Antillianen
dan schakelen ze hun Antilliaanse collega in.
Mimoun: ‘De autochtone bewoners in het Willemskwartier, dat kan Harold het beste doen.
Die begrijpt die cultuur.’
Verschillen met de politie en het
jeugdwerk
De straatcoaches zitten dichter bij zorg en welzijn dan bij repressie (politie). Dat komt omdat
ze meer gericht zijn op vertrouwen en respect.
Ze luisteren meer naar de jongeren en probe24
Kantoor straatcoaches: Harold en een collega overleggen
Kantoor straatcoaches
Cruyff Court in Neerbosch-Oost
Neij West - april 2014
ren hen verder te helpen in de maatschappij. Ze
verschillen van Tandem doordat die medewerkers zich veelal richten op jongeren onder de
18 jaar en er meer een één op één relatie mee
hebben. Jongerenwerk richt zich op de agogische persoonlijke begeleiding van jongeren.
De persoon is hierin leidend. De straatcoaches
richten zich op de openbare orde, leefbaarheid,
veiligheid en de omgeving. De groep jongeren
is hierin leidend.
Let ook op de jonkies
De straatcoaches richten zich niet alleen op
jongeren boven de 18 jaar, maar ook daaronder, bijvoorbeeld ook op de jonge kinderen
van 8 tot 13 jaar. Harold: ‘ Je moet klein beginnen, je moet met de jonkies al verbinding
maken, contact maken en vertrouwen winnen
waardoor, als ze de leeftijd krijgen dat ze gaan
fladderen, we ze al kennen en kunnen aanspreken.’
Een voorbeeld dat het met die leeftijdsgroep al
uit de hand kan lopen is het Willemskwartier.
Een groep kinderen van 8 tot 12 jaar zorgde
voor veel overlast en vertoonde intimiderend
gedrag. Ze scholden ook oudere bewoners uit.
Er was geen contact tussen de mensen en geen
sociale controle. Het Veiligheidshuis stuurde
de straatcoaches erop af.
Hoe pakten jullie
dit probleem aan?
Ze legden contact met de oudere jongeren,
bekeken wat de problematiek was binnen de
groep en wie de leiders waren. Ze zijn met die
jongeren aan de slag gegaan door naar hen te
luisteren, hen te helpen en te betrekken bij de
te bereiken doelen. Ze zetten straatcoaches
in met dezelfde culturele achtergrond als die
van de betreffende jongeren. In het Willemskwartier ging het om Marokkaanse jongeren.
De oudere jeugd heeft het respect van de allerjongsten, dus het is van belang om de oudere
jeugd mee te krijgen. Harold benadrukt dat ze
niet zonder een belangrijke partner kunnen
zoals Futsal Chabbab, omdat die de doelgroep
rechtstreeks bereikt en ook aan huiswerkbegeleiding doet. Zo werken de straatcoaches in
alle wijken.
Zien jullie vooruitgang in Heseveld en Neerbosch-Oost?
Mimoun: ‘Jazeker.’ In Neerbosch-Oost troffen
ze twee tot drie jaar geleden grote groepen aan
bij het winkelcentrum, de bushalte tegenover
autobedrijf De Grood en de Cruyff Court bij
de Symfoniestraat. Dat had een intimiderende
uitstraling. Er waren ook veel kleine kinderen
in gezelschap van grote jongens. Er werden
bussen bekogeld en er was ruzie tussen groepen meiden uit verschillende wijken. Er was
Neij West - april 2014
Mimoun (links) en Harold (rechts)
op het Daniëlsplein
veel politie in de wijk. Bij het Tubaplein liep
het elk jaar uit de hand met Oud en Nieuw. Dit
jaar is Oud en Nieuw er rustiger verlopen dan
andere jaren. Verder hebben ze, samen met de
winkeliers, het zaalvoetbal opgezet met het
doel de jongeren en winkeliers meer bij elkaar
te betrekken. Aanleiding was dat de jongeren
boven de 18 jaar een slecht contact hadden met
de winkeliers. De winkeliers hebben bijvoorbeeld tien keer de zaalhuur betaald in VoCASA
en het Cruyff Court toernooi meegefinancierd.
Daardoor hopen de straatcoaches dat de jongeren meer respect krijgen voor de winkeliers.
En Heseveld?
Daar is de mentaliteit anders: je hebt er rolmodellen en een hiërarchie. De oudere jongeren
hielden de jongsten in het gareel. Ondanks de
overlast bij Piccadilly waren de jongeren wel
toegankelijk en aanspreekbaar voor de straatcoaches. De straatcoaches Soufian Achmakh,
Nourdin Kerkri en Ibrahim Belgadi, die er wonen en uit de doelgroep komen, genieten het
respect van de Heseveldse jeugd. Is het de laatste tijd rustiger geworden op het Daniëlsplein?
Mimoun reageert bevestigend. ‘Maar dat kan
ook door de winter komen, want in de zomer
maken ze veel gebruik van het veldje en als
de ramadanmaand aanbreekt, zit daar ook een
grote groep tot laat in de avond.’
Buurtambassadeurs
Op initiatief van de straatcoaches zijn er nu
ook ongeveer twee buurtambassadeurs per
wijk actief. Ze hebben er nu acht. Dat zijn geen
beroepskrachten. Het kunnen zowel jongeren
als ouderen zijn. In Neerbosch-Oost hebben
ze de ambassadeurs snel moeten inzetten om
te bemiddelen tussen jongeren en winkeliers.
Het zijn stevige en oudere ambassadeurs,
waar de jongeren respect voor hebben. Bij het
Cruyff Court in Neerbosch-Oost
Sportfondsenbad West lopen ook twee ambassadeurs. Zij kennen en begrijpen de meeste
probleemjongeren, maar moeten ook overweg
kunnen met de bezoekers, ouders, professionals, etc. Daar liepen groepen jongeren die
de boel manipuleerden en verziekten. Harold:
‘Daar is het nu gewoon lekker rustig. De badmeester werkt er nu weer met veel plezier en er
komen nu meer bezoekers.’
Bevlogen en succesvol
De straatcoaches concentreren zich op de meelopers, want met de jongens die het verkeerde
pad zijn opgegaan kun je niet veel. Mimoun:
‘Maar die laten we ook niet los. Die hebben we
nooit losgelaten. Die houden we ook dicht bij
ons.’ Dat werpt toch zijn vruchten af, want ze
zien nu, na 3 tot 4 jaar, dat veel van die jongens
weer terugkeren. Die jongens zien dat het met
de grote groep meelopers goed gaat, omdat ze
bijvoorbeeld naar een baan toe worden geleid.
Dat wil die kleine groep ook. Mimoun benadrukt dat het laat zien dat je dit werk met je
hart moet doen.
Verder vertelt hij dat hij 24 uur per dag straatcoach is, omdat hij tussen de doelgroep in Heseveld woont. ‘Je kunt niet zeggen: ‘sorry, ik
kan niet, ik ben nu niet aan het werk’. Ik ben
altijd aan het werk.’ Het sociale leven lijdt er
wel onder. ‘Je moet af en toe de stad ontvluchten, wat we weleens doen, om wat afstand te
nemen van je werk.’ Wat dat betreft heeft Harold het wel makkelijker. Hij is weliswaar zeer
betrokken bij zijn werk, maar zijn kennissenkring weet niet wat een straatcoach is of komt
daar niet mee in aanraking.
Tekst: Harry Wagenvoort
Foto’s: Ger Neijenhuyzen, Nico van Dam
en Saskia Konings
25