Met schoolse wiskunde win je geen Olympiade 23/05/2014 | ig Klaas Parmentier. rr ‘Ik vind het fascinerend om te bewijzen of iets echt zo is. En zodra het bewezen is, moet je er niet meer aan twijfelen. Dat is het verschil met taal. Taal is altijd vatbaar voor interpretatie.’ Klaas Parmentier is een van de drie Vlaamse jongeren die zich begin juli in Zuid-Afrika zal meten met de beste wiskundeknobbels van de wereld op de International Mathematical Olympiad. Hij was tweede in de finale van de Vlaamse Wiskunde Olympiade, waar hij 71 op 80 haalde. Hij studeert dit jaar af in het zesde jaar Latijn-Wiskunde in het Onze-Lieve-Vrouwcollege campus Bevegem in Zottegem. Hij is nog maar zestien. ‘Ik heb het derde en vierde middelbaar in één jaar gedaan en examen voor de examencommissie afgelegd. En ik ben pas in oktober jarig, vandaar mijn leeftijd.’ In de lagere school wist hij al dat taal zijn ding niet was. Maar de interesse voor wiskunde kwam pas in het begin van de derde graad. ‘Dankzij mijn leerkracht wiskunde die me erg inspireerde. Bij wiskunde moet je creatief zijn. Dat zoeken naar oplossingen, dat boeit me.’ ‘Met de wiskunde die je op school krijgt, ben je weinig op zo’n Olympiade. Dat soort wiskunde is ook minder interessant. Je moet meestal gewoon regels toepassen, je denkt in vaste patronen. Eigenlijk is het altijd hetzelfde. De vragen die je op zo’n Olympiade krijgt, zijn veel gevarieerder en minder repetitief. Om dergelijke vragen te kunnen oplossen moet je er echt veel mee bezig zijn, op school leer je alleen de basis. De organisatoren van de Olympiade houden regelmatig stageweekends. Dan leer je methoden om dergelijke ingewikkelde vragen op te lossen.’ Is wiskunde een kwestie van talent of van hard studeren? ‘Hard studeren helpt voor de wiskunde op school. Maar voor de Olympiade heb je zeker ook aanleg en inzicht nodig’, zegt Parmentier. ‘Al zal talent alleen niet voldoende zijn. Je moet veel oefenen. De deelnemers van de Vlaamse Wiskunde Olympiade hebben een forum en daar worden elke dag vragen op gepost. Elke avond kijk ik daar wel eens naar en soms los ik de vraag op.’ Parmentier noemt zichzelf geen nerd. ‘Ik spendeer er zeker niet al mijn tijd aan. En ik doe ook aan muurklimmen, dat is iets helemaal anders.’ Veel illusies maakt hij zich niet over Zuid-Afrika. ‘We moeten twee dagen telkens drie vragen oplossen, maar die zijn veel moeilijker.’ Wat hij wil worden, weet hij nog niet, maar volgend jaar zal hij in elk geval twee universitaire studies combineren: fysica en wiskunde. ‘Dan kan ik later nog beslissen waarin ik wil voortgaan.’ Bron: De Standaard 23 mei 2014, pagina 17.
© Copyright 2024 ExpyDoc