VAN TRANSITIE NAAR TRANSFORMATIE JAARVERSLAG 2013 INHOUD Voorwoord4 1 Transitie en transformatie 2 Versterken van de basis en eerste lijn 13 3 Veilig opgroeien 17 4 Effectiviteit en vakmanschap 21 5 Kennis delen 25 6 Personeel en organisatie 29 7 Jaarrekening 33 Balans per 31 december 2013 34 Winst- en verliesrekening 2013 35 Kasstroomoverzicht 2013 36 Toelichting jaarrekening 37 Toelichting balans 40 Toelichting winst- en verliesrekening 45 Overige gegevens 51 Financiers56 Productenoverzicht 2013 57 Medewerk(st)ers80 VAN TRANSITIE NAAR TRANSFORMATIE J A A R V E R S L A G 2 0 13 4 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Voorwoord Voorwoord Duurzaam transformeren Transitie en transformatie: dat zijn de sleutelwoorden voor het jaar 2013. In dat jaar werd er wederom hard gewerkt aan de transitie. De overgang van het jeugdstelsel van landelijke en provinciale overheden naar gemeenten. Gemeenten krijgen de regie en verantwoordelijkheid als het gaat om jeugd. Zij worden – als alles goed gaat – vanaf 2015 de belangrijkste financier en regisseur van het jeugdstelsel, als de nieuwe Jeugdwet van kracht wordt. Tegelijkertijd worden gemeenten verantwoordelijk voor de uitgebreide Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): de overheveling van diverse functies van de AWBZ. Voor de Participatiewet (arbeidstoeleiding en re-integratie) en passend onderwijs. Deze ontwikkelingen raken zowel het stelsel van zorg, educatie en sociale dienstverlening als kinderen, jongeren en hun opvoeders. De verschillende decentralisaties zijn een uitgelezen kans om een samenhangend jeugdbeleid te ontwikkelen. Het Nederlands Jeugdinstituut wil daar op verschillende manieren een bijdrage aan leveren. Naast de transitie wordt ook een transformatie, een voor een enorme opgave. Professionals moeten voldoen inhoudelijke vernieuwing, nagestreefd. Het doel is om aan nieuwe eisen, er worden andere competenties van kinderen, jongeren en hun ouders beter te helpen als er hen verwacht. De context waarin zij moeten gaan werken kans is op problemen bij opgroeien en/of opvoeden. is vaak nog onduidelijk. En daarmee is ook voor de Bij voorkeur maken kinderen en jongeren minder gebruikers van zorg veel onduidelijk. De sector staat voor gebruik van specialistische voorzieningen. De verhouding veel vraagstukken waar nog geen coherent antwoord op tussen cliënt en professional verandert. Eigen kracht, gevonden is. Vraagstukken over bekostiging, inrichting, zelfregie en cliëntperspectief staan voorop: de cliënt en aansturing, kwaliteitszorg, uitvoering en zorgvernieuwing. diens netwerk lossen zoveel mogelijk zelf problemen op. Al deze vraagstukken hangen met elkaar samen. Dat wil niet zeggen dat kinderen en jongeren niet tijdig Het vraagt om een collectieve aanpak en een lerende de specialistische hulp krijgen waaraan zij behoefte community waarin alle relevante partijen deelnemen. hebben. Die krijgen ze zeker, maar de cliënt houdt zoveel Lokaal wordt volop geëxperimenteerd. Meestal gaat het mogelijk zelf de regie. Om dat voor elkaar te krijgen om projecten die slechts een deel van de keten beslaan. moeten preventie, zorg, opvoedhulp en behandeling Ook ontbreekt veelal een coherente organisatie van beter op elkaar aansluiten. Ook moet het hele systeem kennisopbouw en uitwisseling. Het Nederlands kosteneffectiever worden. Want de transitie gaat Jeugdinstituut is ervan overtuigd dat de transformatie vergezeld van bezuinigingen: in drie jaar zo’n 15 à 25 alleen kans van slagen heeft als deze met kennis en beleid procent op de totale uitgaven voor jeugdhulp. Het stelsel wordt doorgevoerd. De transformatie van de zorg voor moet beter en goedkoper. En dat kan alleen door jeugd vraagt om een integrale aanpak waarbij ingrijpende vernieuwingen. vernieuwingen ingebed worden in het (regionale) jeugdbeleid en doordacht worden op hun consequenties De transitie en de transformatie van de jeugdsector gaat voor de hele jeugdketen. Een duurzaam resultaat niet zonder horten of stoten en ook niet via gebaande veronderstelt bovendien een programmatische en paden. Gemeenten en aanbieders van jeugdhulp staan gefaseerde aanpak waarbij de effecten van vernieuwingen Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Voorwoord gevolgd en bijgesteld worden op grond van praktijk gevolg van alle decentralisaties aan belang zullen winnen. ervaringen en beschikbare kennis. Het instituut draagt De verschuivingen in regie en verantwoordelijkheid naar daarom graag bij aan het beantwoorden van de vraag gemeenten leiden op termijn waarschijnlijk ook tot stukken die er liggen én aan de ondersteuning van een heroriëntatie van de landelijke kennisinfrastructuur, in duurzame vernieuwing in beleid en praktijk. Hiertoe termen van aansturing, financiering en functie. organiseren wij een effectieve kennisinfrastructuur en bouwen we een kwalitatief goed kennisbestand op. Als Nederlands Jeugdinstituut zijn we op de goede weg. Met als uitgangspunt: weten én doen wat werkt. Dat blijkt ook uit het eind 2013 gehouden klanttevreden heidsonderzoek. Daarin oordelen 864 klanten en Het Nederlands Jeugdinstituut transformeert eveneens. gebruikers zeer positief over ons instituut. We worden Ook bij ons gaat dat gepaard met bezuiniging. In 2013 gezien als een deskundige organisatie die breed- voerden wij een reorganisatie door. We hebben een georiënteerd en ‘up-to-date’ is. Klanten zijn zeer tevreden nieuwe organisatiestructuur en programma-indeling over de samenwerking met ons instituut en geven ons een ingevoerd. Onze kennisinfrastructuur is in het licht van 8.1. Ook de medewerkers krijgen hoge scores voor de transitie en transformatie van het stelsel vernieuwd. deskundigheid, betrouwbaarheid en professionaliteit. We hebben onze kennisactiviteiten verbreed en Naast de positieve waarderingen is er zeker nog winst te programmatisch ingericht, in de context van de drie boeken ten aanzien van flexibiliteit en interactiviteit. En decentralisaties van het sociale domein en passend dat hopen we u het komende jaar met de ingezette onderwijs. Vanuit onze programma’s hebben we verder transformatie van het Nederlands Jeugdinstituut te gebouwd aan kennisbestanden over thema’s als positief kunnen bieden. In 2013 hebben onze medewerkers opvoeden, participatie en sociale inclusie van kwetsbare veel meer werk verzet dan in een beknopt jaarverslag is groepen, het werken aan veiligheid, het vernieuwen te benoemen. Wat u gaat lezen is dan ook een greep uit van zorg en dienstverlening en het verbeteren van de onze activiteiten. effectiviteit en professionaliteit van de mensen die werken binnen het jeugdstelsel. Wat betreft dit laatste Drs. Kees Bakker hebben we wederom ingezet op het optimaal werken Voorzitter Raad van Bestuur met richtlijnen, prestatie-indicatoren, monitoren en benchmarks. Het Nederlands Jeugdinstituut is een echte kennis netwerkorganisatie. Wij willen de grote verander opdracht die deze transitie en transformatie is, adequaat en duurzaam ondersteunen. We doen dit in nauwe samenwerking met gemeenten, aanbieders van jeugdhulp en opvoeding en professionals. In 2013 zijn er tal van kennispraktijknetwerken, kennisateliers en kenniskringen georganiseerd. We verbonden hierin de praktijk – professionals en betrokkenen in gemeenten – aan deskundigen rond allerlei thema’s en vraagstukken op het gebied van de transitie en transformatie. Ook startten we in 2013 met het Kennisnet Jeugd, een digitaal platform waar professionals inspirerende ervaringen, succesverhalen en praktische tips over transitie en transformatie met collega’s in het hele land kunnen delen. Op dit platform proberen we nog meer dan voor heen vorm en inhoud te geven aan het opbouwen en delen van kennis in directe interactie met onze doel groepen. We hebben in 2013 ook veel geïnvesteerd in contacten en samenwerking met gemeenten en partijen als de VNG en het G32-stedennetwerk. Het is evident dat de komende jaren relaties met het gemeentelijke veld als 5 6 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie 1 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie Transitie en transformatie In 2013 werkten we hard aan het ondersteunen en begeleiden van een duurzame transitie van het jeugdstelsel naar gemeenten. We trokken daarbij op met gemeenten, professionals en aanbieders van jeugdhulp- en opvoedondersteuning. Transformeren doe je immers samen. Samenwerking Transformatie-denktank De drie decentralisaties binnen het sociaal domein In het proces van transitie en transformatie komen veel (Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en discussies los. Veelal gevoerd door zorgaanbieders, Participatiewet) en de invoering van passend onderwijs professionals, gemeenteambtenaren en cliënten. Zij staan hebben gevolgen voor het jeugdbeleid en het jeugdstelsel. niet altijd even goed in contact met elkaar. In het jeugd(zorg) Een goede samenwerking tussen de betrokken partijen is stelsel heeft bovendien niet iedereen zicht op de hele keten, noodzakelijk. De transitie en transformatie raakten vorig jaar vaak alleen op onderdelen. Het Nederlands Jeugdinstituut op stoom. De betrokken partijen – gemeenten, professionals, heeft in 2013 als onafhankelijk kennisinstituut het initiatief aanbieders jeugd en opvoedhulp en jeugdbescherming – zijn genomen om de Denktank Transformatie Jeugdstelsel vrij nieuw voor elkaar. Het risico bestaat dat genoemde (Transformatie-denktank) op te richten. In de actoren langs elkaar heen werken of hun plannen en visies Transformatie-denktank participeren vanuit inhoudelijke niet optimaal op elkaar afstemmen. Dat vertraagt het proces betrokkenheid en op persoonlijke titel bestuurders uit alle en is noch efficiënt, noch effectief. werkvelden in de jeugdsector. Onder voorzitterschap van Job Cohen gaan zij met elkaar in dialoog. Op grond van Verbinden kennis en praktijkervaringen van cliënten, professionals, bestuur en beleid komen zij tot aanbevelingen voor de De transformatie kan alleen slagen als er gezamenlijk inhoudelijke transformatie (het ‘wat’) én de strategie die opgetreden wordt. In 2013 heeft het Nederlands daaraan ten grondslag zou moeten liggen (het ‘hoe’). Jeugdinstituut daarom ingezet op het leggen van Daarbij staat de vraag centraal hoe de kosteneffectiviteit verbindingen tussen de verschillende partijen in de van het jeugdstelsel kan worden vergroot en met welke jeugdsector om hen zo goed mogelijk te ondersteunen bij alle factoren gemeenten en aanbieders rekening moeten houden ontwikkelingen die gaande zijn. Dit deden we nadrukkelijk bij de herinrichting van het stelsel. Had de Transformatie- binnen de context van de diverse decentralisaties. Wij zijn denktank in eerste instantie de insteek om kennis uit de van mening dat de nieuwe bewegingen vragen om een praktijk beter te betrekken bij de transformatie, in 2014 integrale aanpak en interactieve ondersteuning. Opdat alle breidt dit initiatief zich uit met sessies waarin ook partijen waar mogelijk samenwerken en de juiste informatie gemeenten, cliënten en onderwijs hun stem zullen laten krijgen. In 2013 nam het Nederlands Jeugdinstituut het horen. Het doel is om een gemeenschappelijke aanpak te initiatief tot de Denktank Transformatie Jeugdstelsel. Ook ontwikkelen voor een transformatie met kennis en beleid. hebben we werk gemaakt van het verbinden van passend Daarbij zoeken we aansluiting bij de transformatie-agenda onderwijs met de zorg voor jeugd. Evenals het ondersteunen die het Rijk samen met de VNG ontwikkelt. van gemeenten in het op feiten en cijfers baseren van hun beleid en ambities. Tot slot hebben we stevig ingezet op De transformatie van de zorg voor jeugd vraagt om een (digitale) kennisuitwisseling, door het organiseren van integrale aanpak waarbij vernieuwingen ingebed worden diverse bijeenkomsten en de lancering van Kennisnet Jeugd. in het (regionale) jeugdbeleid en doordacht worden op hun consequenties voor de hele jeugdketen. Dat is het vertrekpunt van de Transformatie-denktank. Bij (kans op) 7 8 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie problemen van een kind, jongere, een ouder of een gezin is het aan te bevelen om altijd eerst te proberen om in eigen beheer oplossingen te zoeken. Misschien met hulp vanuit het eigen netwerk. Waar nodig, wordt aanvullende hulp vanuit de eerste lijn ingeschakeld. Desgewenst raadplegen profes sionals uit de eerste lijn professionals uit de specifieke zorg of de jeugdbescherming. En als dat niet volstaat worden professionals uit die werkvelden er (tijdelijk) bij gehaald. Dat betekent dat de hulp zoveel mogelijk in de eigen omgeving plaatsvindt en dat dwang en uithuisplaatsingen tot een minimum beperkt worden. De cliënt houdt zoveel “Steun organisaties in het loslaten van de eigen ontwikkeling. Laat hen samen met andere organisaties leren om datgene te doen wat de doelgroep nodig heeft én wat de gemeente - als nieuwe opdrachtgever - wenst.” gebruiker mogelijk de regie, indien nodig geholpen door een profes sional. Het versterken van eigen kracht beperkt zich niet tot de cliënt. Professionals versterken elkaar onderling immers overeenstemming gericht overleg (OOGO) dat de ook. In de hele keten wordt gewerkt volgens het principe van samenwerkingsverbanden van scholen houden met het evidence based practice. Dat wil zeggen met kennis over wat college van burgemeester en wethouders. Dit OOGO is werkt in de praktijk. wettelijk verplicht. In 2013 gaf het Nederlands Jeugdinstituut informatie en Om ervoor te zorgen dat alle veranderingen resulteren in een advies aan gemeenten hoe je nu de verbinding maakt tussen kosteneffectief stelsel waar kinderen, jongeren en ouders passend onderwijs en de jeugdzorg. In diverse bijeenkomsten profijt van hebben, is het noodzakelijk om de vernieuwing te kwamen betrokkenen uit gemeenten en samenwerkings stroomlijnen. Om te voorkomen dat de transformatie zich verbanden bij elkaar om te praten over de beste invulling van versnipperd en geïsoleerd voltrekt, vindt de Transformatie- onder meer het OOGO. Daarnaast was er een kennispraktijk denktank het wenselijk om regionaal transformatie netwerk rondom passend onderwijs en de transitie. Binnen programma’s te organiseren en daaraan een landelijk dit netwerk werden weer specifieke thema’s uitgelicht waar ondersteuningsprogramma te koppelen. Door zo regionaal over de deelnemers ervaringen en inzichten uitwisselden. en landelijk vernieuwingen in de praktijk te monitoren en Onderwerpen waren onder meer arbeidstoeleiding van met elkaar te vergelijken, kun je beter beoordelen wat werkt kwetsbare jongeren uit het praktijkonderwijs, het voortgezet en waar nodig voor bijsturing zorgen. Centraal staat het met onderwijs en het MBO, het organiseren van meer lichte elkaar kennis maken en kennis delen, evenals het leren van preventie in de klas en het vertalen van een visie op resultaten en het sturen op rendement. samenwerking en de concrete uitvoering daarvan. Dit kennispraktijknetwerk resulteerde eind 2013 in de De Transformatie-denktank kwam in 2013 vijf keer bijeen. Handreiking Verbinding Passend Onderwijs waarin Onderwerpen van de bijeenkomsten waren onder meer de concrete bouwstenen staan voor gemeenten, samenwerkings eerste lijn, eigen kracht, de jeugdbescherming en verbanden, scholen en jeugdzorgaanbieders om onderwijs en aanbevelingen voor een transformatie-agenda. In 2014 zorg zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten. zet de Transformatie-denktank het werk voort. Passend onderwijs Gemeentelijk beleid baseren op feiten en cijfers Samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Voor het slagen van de transformatie is het van belang dat Wetenschap (OCW) besteedt het Nederlands Jeugdinstituut gemeenten hun beleid helder hebben en dat ze dit beleid speciale aandacht aan kennis rond passend onderwijs en en hun ambities baseren op feiten en cijfers. Dit betekent jeugdhulp en de verbinding hiertussen. Per 1 augustus tevens dat beslissingen niet ondoordacht genomen worden 2014 zijn de diverse samenwerkingsverbanden van scholen en dat beleid niet gedragen wordt door incidenten alleen. degenen die moeten zorgen dat elk kind een geschikte plek De kernvragen blijven voorop staan: wat is er aan de hand en heeft, waar mogelijk binnen het reguliere onderwijs en zo waarom en voor wie transformeren we dit stelsel? Binnen dit nodig in het speciaal onderwijs. Samenwerkingsverbanden kader past bijvoorbeeld dat gemeenten een ‘startfoto’ van scholen dienen een keer per vier jaar een onder maken om te weten wat er speelt als het gaat om opvoed- steuningsplan op te stellen, waarin staat beschreven en opgroeivragen. Op basis van die informatie kunnen welk niveau van basisondersteuning de scholen in het gemeenten hun beleid en de ambities voor de toekomst samenwerkingsverband ten minste moeten bieden. Dit formuleren. Het Nederlands Jeugdinstituut gaf gemeenten plan moet voorgelegd worden in het zogenaamde op in 2013 op diverse manieren zogeheten verzamel- en Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie sturingsinformatie. Zo legden wij de jeugd in de regio andere aanbieder die mede gebaseerd is op de prestaties van Zuidoost-Utrecht onder de loep. We keken wat er precies die aanbieder. Het Nederlands Jeugdinstituut is al een aantal voor vragen en problemen lagen binnen vijf gemeenten. jaren bezig met de ontwikkeling van prestatie-indicatoren. We keken naar de mate van het gebruik van jeugdhulp op In 2013 is hard gewerkt aan de voltooiing van de set dat moment, maar ook naar de behoeften die er waren. Op prestatie-indicatoren voor de Centra voor Jeugd en Gezin basis van de verzamelde gegevens en cijfers maakten we een (zie Hoofdstuk 4). startfoto. Vervolgens schreven we een ‘scenarionotitie’ over de inrichting van het jeugdstelsel en de keuzes die de betreffende gemeenten kunnen maken, op basis waarvan Transformeren met beleid het beste beleid gemaakt kan worden. Het Nederlands Op 5 juni 2013 aanvaarde Tom van Yperen, al jarenlang Jeugdinstituut meent dat het scheppen van dit soort kaders verbonden aan het Nederlands Jeugdinstituut, het ambt kan helpen bij het optimaal inrichten van een inhoudelijk van bijzonder hoogleraar ‘Monitoring en innovatie zorg voor sterk jeugdstelsel. jeugd’ aan de faculteit Gedrags- en Maatschappijweten schappen van de Rijksuniversiteit Groningen. De leerstoel is Monitoring & benchmarking ingesteld door het Nederlands Jeugdinstituut. In zijn oratie ‘Met kennis oogsten’ pleitte Van Yperen voor een ‘meet- Het baseren van gemeentelijk beleid op feiten en cijfers heeft en verbeterbeweging’ in de dagelijkse praktijk van de hulp alles te maken met monitoring: het bijhouden en registreren verlening, de betrokken organisaties en het gemeentelijk van gegevens en effecten van bepaald beleid in de praktijk. jeugdbeleid. Al eerder verscheen met eenzelfde gedachte de Monitoring geeft gemeenten bijvoorbeeld inzicht in hun notitie ‘Transformeren met beleid’. Doel hiervan was om jeugd: om wie gaat het? Maar ook: wat is het aanbod van beleidsmakers en managers in de jeugdzorg en het jeugd- en opvoedhulp, hoe wordt daar gebruik van gemaakt gemeentelijk jeugdbeleid een overzicht te bieden van de en door wie? Voor een breed landelijk zicht op het monitoren hoofdingrediënten waarmee ze de transitie en transformatie van de stand van zaken als het gaat om jeugd is in 2013 door doelgericht en stapsgewijs in kunnen richten. het Nederlands Jeugdinstituut het Kennisnetwerk Jeugd monitoring opgericht. Hierin wisselen jeugdonderzoekers en jeugdepidemiologen kennis uit over hun onderzoek. Dit heeft Kennispraktijknetwerken geleid tot een overzicht van jeugdmonitors in Nederland. Een In 2013 werkte het Nederlands Jeugdinstituut nauw jeugdmonitor is een onderzoek dat op geregelde basis onder samen met het door de ministeries van Volksgezondheid, jongeren of ouders wordt uitgevoerd. Een ander voorbeeld Wetenschap en Sport (VWS), Veiligheid en Justitie (VenJ) van monitoring is de Monitor Aanpak Kindermishandeling en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (zie hoofdstuk 3). Organisaties en gemeenten kunnen het opgerichte Transitiebureau (T-bureau). Zo organiseerden wij Nederlands Jeugdinstituut ook inhuren voor zogenaamde in samenwerking met het T-bureau diverse kennispraktijk benchmarking. Dit betekent dat eigen prestaties vergeleken netwerken. Dit zijn bijeenkomsten gericht op een specifieke worden met die van ‘toppers’. Dit levert nieuwe ideeën en vraag, waarbij inzichten, ervaringen en kennis worden inzichten op die organisaties en gemeenten vervolgens gedeeld vanuit beleids-, praktijks- en kennisperspectief. Zo kunnen gebruiken om prestaties te verbeteren. kunnen in gezamenlijkheid eerste antwoorden geformuleerd worden, die beschikbaar worden gesteld in handreikingen en Prestatie-indicatoren documenten, zodat een grotere groep er hun voordeel mee kan doen. Deelnemers aan de kennispraktijknetwerken zijn Bij monitoring kan gebruik gemaakt worden van prestatie- deskundigen van diverse voorzieningen, experts van het indicatoren: een soort meetlat die prestaties ten aanzien van Nederlands Jeugdinstituut of andere kennisinstituten plus een bepaald onderwerp inzichtelijk maakt en helpt ze te inhoudelijke beleidsadviseurs jeugd van diverse gemeenten, verbeteren. Een voorbeeld van een prestatie-indicator is zoals transitiemanagers. Er waren in 2013 onder meer bijvoorbeeld het percentage ouders dat aangeeft ‘zeer kennispraktijknetwerken rondom het thema passend tevreden’ te zijn over het verkregen opvoedadvies. Een onderwijs (zie eerder in dit hoofdstuk), generalistisch werken andere is de mate waarin de problematiek bij het kind is met jeugd en gezin (zie ook Hoofdstuk 2) en matching vraag- afgenomen. Prestatie-indicatoren zijn belangrijk voor de aanbod (zie ook Hoofdstuk 4). transformatie. Professionals en aanbieders van jeugd- en opvoedhulp, maar ook gemeenten kunnen er zicht mee krijgen op de effectiviteit van hun beleid of hun handelen. Werk- en kennisateliers Gemeenten kunnen met die indicatoren de aanbieders In opdracht van het T-bureau en samen met de VNG aansturen. Ze kunnen ook een keuze maken voor de ene of Academie organiseerden we ook werk- en kennisateliers 9 10 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie “Ik vind het belangrijk dat er meer kennis wordt opgedaan in het land. Waar zijn regio’s mee bezig? Welke vraagstukken liggen er op tafel, wat wordt in eerste instantie landelijk opgepakt en waarmee moeten organisaties lokaal aan de slag?” gebruiker Jeugd of via Twitter. Het Nederlands Jeugdinstituut zorgt voor de beantwoording. Beantwoorde vragen worden op Kennisnet Jeugd geplaatst, zodat ook anderen hiervan kunnen profiteren. Ook leverden we inhoud voor de website www.voordejeugd.nl. Voordejeugd.nl is een website van de ministeries van VWS, VenJ en de VNG en is bedoeld voor iedereen die professioneel betrokken is bij de uitvoering van de stelselwijziging jeugd. In het veld zijn allerlei inspirerende praktijkvoorbeelden voor handen. Initiatieven ter voorbereiding op de overheveling van jeugdhulp naar gemeenten. Denk aan gemeenten die experimenteren met het inkopen van zorg of generalisten die ambulante jeugdhulp verlenen zonder indicatie. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft deze voorbeelden verzameld en gedeeld. De voorbeelden zijn te vinden op voordejeugd.nl. Een selectie rondom de thema’s jeugdbescherming en jeugdreclassering, staat daarnaast op www.nji.nl/transitievoorbeelden jeugd met een licht verstandelijke beperking, de jeugd-ggz en Kennisnet Jeugd. Het publiceren van deze en de huidige provinciale jeugdzorg. De ateliers waren praktijkvoorbeelden was geen eenrichtingsverkeer. We kleinschalig van opzet met maximaal dertig deelnemers per vroegen altijd om input van professionals en betrokkenen. bijeenkomst. In deze ateliers droegen we kennis over: hoe Zo ‘valideerden’ we in het najaar de praktijkvoorbeelden op staat het nu met de wet, wat doet nu een Raad voor de Kennisnet Jeugd door reacties te vragen van lezers. Op onze Kinderbescherming? We gaven praktijkvoorbeelden. Aan eigen website werd thematafels konden deelnemers doorpraten over specifieke het dossier Transitie Jeugdzorg in 2013 geactualiseerd en thema’s. Tenslotte werden er afspraken gemaakt aan de uitgebreid. Op 7 oktober organiseerden we voor 1.000 zogenaamde afsprakentafels. belangstellenden samen met de ministeries van VWS, VenJ en de VNG het Voor de Jeugd Festival. Bijzonder onderdeel Kennisnet Jeugd Het Nederlands Jeugdinstituut wil voortdurend voeling van het festival vormde het Internationaal Paviljoen, met onder andere gastsprekers uit Denemarken. Goed voor 400 bezoekers. houden met het veld. Daar moet de transitie en transformatie immers plaatsvinden. In 2013 zorgden wij er daarom voor dat professionals en betrokkenen in ‘het veld’ kennis met Over de grens elkaar konden delen. We boden podia waar antwoorden van Voor de discussie over de stelselwijziging in Nederland zijn de één een idee vormden voor de ander. In 2013 riepen we voorbeelden van andere landen bijzonder inspirerend. onder meer een interactief digitaal platform in het leven: Het Nederlands Jeugdinstituut maakte daarom eind 2009 Kennisnet Jeugd. Hier kunnen beleidsmedewerkers die een internationale vergelijking van de jeugdstelsels in diverse betrokken zijn bij de transitie en transformatie van het Europese landen. In 2012 verscheen een uitgebreide update jeugdstelsel elkaar ontmoeten, hun kennis delen, vragen van dit onderzoek en in 2013 doken we nog dieper in deze stellen en antwoorden vinden op hun vragen. Eind 2013 materie. Er waren tal van werkbezoeken van internationale telde dit platform al meer dan 1500 deelnemers. Kennisnet experts en vice versa. In de nu volgende hoofdstukken Jeugd is te raadplegen via www.kennisnetjeugd.nl passeren verschillende bezoeken de revue. (zie ook Hoofdstuk 5). Informeren en inspireren Professionals en gemeenten informeren en inspireren we zo goed mogelijk over de transitie en transformatie van de zorg voor jeugd. Samen met het T-bureau faciliteert het Nederlands Jeugdinstituut de Helpdesk Transitie Jeugd. Beleidsmakers en professionals in de jeugdsector kunnen bij de helpdesk terecht met vragen over de transitie en transformatie van de jeugdzorg en passend onderwijs. Vragen kunnen worden gesteld per mail, via Kennisnet Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie 11 12 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Versterken van de basis en eerste lijn 2 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Versterken van de basis en eerste lijn Versterken van de basis en eerste lijn Alle kinderen moeten gezond en veilig kunnen opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving. Om dit voor elkaar te krijgen is een jeugdstelsel met een sterke basis en eerste lijn cruciaal. Natuurlijk zijn ouders als eerste verantwoordelijk voor de de eigen kracht van het gezin, benut de sociale omgeving en opvoeding van hun kinderen. Maar ook andere opvoeders fungeert als een schakel tussen de basisvoorzieningen en de hebben invloed op het opgroeien van de Nederlandse jeugd. speciale zorg. Om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk Denk daarbij aan onderwijzers, pedagogisch begeleiders in kinderen de hulp en ondersteuning krijgen die nodig is en kinderdagverblijven, maar ook de coach op het voetbalveld. er zo min mogelijk jeugd een beroep moet doen op speciale In Nederland zijn er diverse instellingen en organisaties, zorg, is het van belang dat er in alle gemeenten een dekkend zoals de Centra voor Jeugd en Gezin, die ouders en hun aanbod is van effectieve eerstelijns zorg en dat gezinnen met kinderen begeleiden bij het groter groeien. Soms gaat eventuele problemen geholpen worden volgens het concept opvoeden en opgroeien niet vanzelf. Dan komt de overheid ‘1 gezin, 1 plan’. Organisaties die hulp en zorg aan kinderen in beeld. Het is zaak dat professionals die daarbinnen werk en jongeren of opvoedingshulp aan ouders bieden, moeten zaam zijn effectief handelen en kinderen zo optimaal bovendien beschikken over effectieve programma’s, mogelijk begeleiden en beschermen. Van belang is eveneens methodieken en instrumenten. En om te voorkomen dat dat er een klimaat wordt geschapen waarin ouders om hulp verbeteringen en versterkingen in de eerste lijn wegebben, durven te vragen en dat die hulp zo snel en effectief mogelijk vinden we het ook noodzakelijk dat er gemonitord wordt op gegeven wordt. kwaliteit en prestaties van professionals en instellingen in de eerste lijn. Pedagogische basis Al jaren pleit het Nederlands Jeugdinstituut voor een Eigen kracht versterking van de pedagogische basis voor alle jeugd: op Een belangrijk uitgangspunt in de nieuwe Jeugdwet is het basisvoorzieningen als de school of het kinderdagverblijf, versterken van eigen kracht. Daaronder verstaan we de maar ook als het gaat om pleegouders of een andere mogelijkheden die kinderen en hun ouders hebben om zelf gezinsvervangende setting. Belangrijk is dat altijd wordt hulp te vinden en meer op eigen benen te staan, waar uitgegaan van het gewone opgroeien. Elk kind, in welke mogelijk met ondersteuning van het sociale netwerk van opvoedomgeving ook, moet de kansen krijgen zijn talenten te familie, vrienden, kennissen en buren. De basisgedachte ontwikkelen. Wij vinden dat professionals en medeopvoeders achter het principe van eigen kracht is dat ieder mens niet uit moeten gaan van problemen, maar van dat wat krachten om zich heen en in zich heeft die hij of zij kan kinderen wel kunnen. Wij vinden ook dat niet alleen de zorg aanboren. In praktijk is het altijd aftasten waar de grens ligt en hulp voor kinderen die het wat minder gemakkelijk van het eigen kunnen van kinderen en ouders. Zeker in het hebben op orde moet zijn, maar zeker ook dat er sterke geval van kwetsbare gezinnen en als veiligheid in het geding basisvoorzieningen moeten zijn. Wij menen dat een is. In december 2013 ging het dossier Eigen kracht online. versterking van die basisvoorzieningen een belangrijke Dit dossier is ingevuld in samenwerking met professionals prioriteit in het beleid voor jeugd zou moeten zijn. Evenals van de werkgroep ‘Eigen kracht’ op Kennisnet Jeugd. een effectieve en sterke eerstelijnszorg voor jeugd en Zij gaven feedback op diverse conceptteksten van dit dossier, kwetsbare gezinnen. Een optimale eerstelijnszorg versterkt waarna deze zijn aangevuld en online zijn gezet. 13 14 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Versterken van de basis en eerste lijn Generalistisch werken moeten gezinsgeneralisten kennen en kunnen? Deze en Vooruitlopend op 2015 experimenteerden in 2013 veel andere vragen kwamen tevens naar voren in een debat over gemeenten met elementen uit het nieuwe jeugdstelsel. generalistisch werken. Aan dat debat namen medewerkers Een van de basisgedachten in dat nieuwe stelsel vormt de van het Nederlands Jeugdinstituut, de Nederlandse generalistisch werkende professional: een professional die vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) van de meest voorkomende problemen weet hoe hij of zij ze en de Universiteit Utrecht deel. moet oplossen, en die speciale zorg inschakelt indien de hulp te ‘zwaar’ wordt. Als het gaat om de organisatie van de eerstelijnszorg blijken veel gemeenten de voorkeur te hebben Wijkteams voor wijkteams al dan niet specifiek gericht op kinderen, Lang niet altijd gaat het bij wijkteams om een geheel nieuw jongeren en gezinnen, die in de buurt heel dicht bij kind en fysiek concept. Vaak zijn ‘wijkteams’ op nieuwe leest gezin ondersteuning kunnen leveren. Idealiter is zo’n geschoeide samenwerkingsverbanden tussen instellingen. wijkteam zichtbaar en herkenbaar in de wijk. Bovendien In december verscheen de notitie Generalistisch werken in gaat het uit van de gedachte ‘één gezin, één plan, één wijkteams in beeld, waarin we een overzicht geven van regisseur’. Zowel de generalistisch werkende professional diverse initiatieven in het land waarbij de samenwerking in als de wijkteams moeten de zorg voor jeugd straks (kosten-) de wijk vanuit (sociale) wijkteams rond opvoed- en opgroei effectiever maken, zo is het idee. Omdat het begrip genera vragen van jeugd en gezin centraal staat. Denk hierbij aan de listisch werken nog vrij nieuw is in Nederland, deed het Buurtteams Jeugd & Gezin in Utrecht, of het project Buurt Nederlands Jeugdinstituut in 2013 vooral een inventari zorg Jong dat in diverse gemeenten loopt. Met MOVISIE serende verkenning. Zo waren er rondom dit thema drie organiseerden we enkele verdiepende bijeenkomsten voor kennispraktijknetwerken: Generalistisch werken rondom professionals in de praktijk over het thema samenwerken jeugd en gezin, Werken in de wijk en Beslissen over hulp. in de wijk rond de hulp aan jeugd en gezin. Samen met de Op basis hiervan verscheen de notitie Generalistisch werken praktijk verdiepten we ook het thema Beslissen over hulp rondom jeugd en gezin, waarin we ingaan op de taken en in dialoog met het gezin. Tot slot werd samen met een competenties van generalistisch werkende hulpverleners in aantal praktijkorganisaties een begin gemaakt aan het het toekomstige jeugdstelsel. Extra aandacht werd besteed traject Beschrijven en onderbouwen van de werkwijze aan het beslissen over de inzet van specialistische hulp. van wijkteams. De bevindingen die uit deze kennispraktijknetwerken naar voren kwamen, beschreven we tevens in de factsheet De jeugd- en gezinsgeneralist als spil in het nieuwe jeugdstelsel. Over de grens Al deze producten werden verspreid via conferenties, In Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland zijn lezingen, websites en Kennisnet Jeugd. In 2013 zetten we gemeenten al langer bekend met generalistisch werken. ook de eerste stappen in de ontwikkeling van een opleiding In 2013 vond daarom een drieluik plaats van activiteiten van de eerstelijns generalist. In samenwerking met welzijns rondom het thema generalistisch werken in Scandinavië. groep Tinten startten we in 2013 een pilot om de taken van Doel was om te ontdekken wat we nu in Nederland kunnen de generalistisch werkende professional op te nemen in een leren van deze landen op dit terrein. In het voorjaar van 2013 curriculum van de Hanzehogeschool Groningen. Vragen bij interviewden we diverse social workers uit Denemarken, de ontwikkeling van het curriculum waren onder meer: wat Zweden, Noorwegen en Finland. Deze social workers kun je zien als een equivalent van onze generalisten. We vroegen “Het Nederlands Jeugdinstituut helpt gemeenten bij het in beeld brengen van vragen over opvoeden en opgroeien en koppelt die kennis aan andere factoren die invloed hebben op samen leven.” gebruiker hen onder meer wat hun positie in het jeugdstelsel was en welke taken ze moesten uitvoeren. De antwoorden op deze vragen werden gebundeld, geanalyseerd en vervolgens gepubliceerd in het rapport Generalistisch werken rondom jeugd en gezin in Scandinavische landen. In september bezochten Noorse en Zweedse social workexperts op uitnodiging van het Nederlands Jeugdinstituut de gemeenten Apeldoorn en Haarlem, waar ze in gesprek gingen met professionals, beleidsmakers en wethouders. Dit bezoek resulteerde in een Engelstalige factsheet met de belangrijkste bevindingen van buitenlandse experts over de Nederlandse aanpak en een aantal publicaties, waaronder een artikel in Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Versterken van de basis en eerste lijn het decembernummer van het tijdschrift Zorg+Welzijn. In (BSO). We deden dit in opdracht van Het Kinderopvangfonds. november tenslotte vond voor de tweede keer een internatio Begin 2013 verscheen een tussenrapportage van de eerste nale expertmeeting plaats in het kader van de transformatie. monitorronde. Ditmaal stonden diverse aspecten van generalistisch werken centraal, zoals vroegsignalering en het werken in dialoog met Finse social workers presentaties en workshops. De verslagen Youth in Action wordt Erasmus+ Jeugd hiervan kwamen vervolgens op www.youthpolicy.nl, de Het Nederlands Jeugdinstituut beheert al jaren het Europees Engelstalige website van het Nederlands Jeugdinstituut. subsidieprogramma Youth in Action, een programma waarbij ouders en kinderen. Ook hier gaven Noorse, Zweedse en jongeren van 13 tot 30 jaar de kans krijgen te participeren in Triple P buitenlandse samenlevingen door middel van uitwisselingen, vrijwilligerswerk en andere internationale projecten. In de Evenals in vorige jaren werd er ook in 2013 gewerkt aan een eerste subsidieronde van 2013 ontvingen 85 Nederlandse brede verspreiding van Triple P. Inmiddels hebben 204 jongerenprojecten subsidie van dit Youth in Action- gemeenten in Nederland gekozen voor de invoering van dit programma. Nooit eerder werd aan zoveel projecten opvoedprogramma en zijn ruim 13.000 professionals subsidie toegekend in één subsidieronde. In heel de Europese getraind. Het Nederlands Jeugdinstituut geeft advies en Unie namen in 2013 circa 1.800 jongeren en jongerenwerkers ondersteuning bij de implementatie van Triple P in deze deel aan internationale jongerenuitwisselingen, lokale gemeenten en regio’s, maar ook in instellingen die met dit jongereninitiatieven, Europees vrijwilligerswerk en Europese opvoedprogramma werken. Er gebeurde meer. Sinds begin trainingen. Ruim 700 kwamen er uit Nederland. Half 2013 is de Triple P module Family Transitions beschikbaar december was er een feestelijke bijeenkomst in Utrecht in Nederland, bedoeld voor gescheiden ouders. In 2013 omdat Youth in Action omgedoopt werd tot Erasmus+ vonden in totaal 27 oudercursussen plaats. Verder startten Jeugd. Erasmus+, het nieuwe EU-subsidieprogramma voor we met de landelijke implementatie van de zogenaamde onderwijs, jeugd en sport, vervangt de huidige programma’s Tienerlezingen. In deze lezingen krijgen ouders van tieners Youth in Action (jeugd) en Leven Lang Leren (onderwijs). informatie over onder meer de sociale betrokkenheid van Het programma loopt van 2014 tot en met 2020. Het tieners, hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. In Nederlands Jeugdinstituut zal delen van dit programma 2013 is er daarnaast een landelijke monitor Triple P beheren. beschikbaar gekomen. Door middel van deze monitor krijgen we steeds meer zicht op de mate van uitvoering van Triple P en de resultaten in de praktijk. Tenslotte ontwikkelden we in Eurodesk samenwerking met Triple P International een vernieuwde In 2013 boden we wederom informatie over Europese website voor ouders: www.positiefopvoeden.nl. Deze subsidiemogelijkheden en Europese en internationale werd gelanceerd in oktober 2013 tijdens de Week van de beleidsontwikkelingen via Eurodesk. Dit is een informatie Opvoeding. dienst over Europa voor jongeren van 15 tot 25 jaar en beroepskrachten die met jongeren werken. Eurodesk geeft Alert4you informatie over school en studie, stages, uitwisselingen, vrijwilligers- en (vakantie)werk, wonen en reizen in Europa. Sinds een aantal jaren ondersteunen we de uitvoering en monitoring van het programma Alert4you, een programma voor pedagogische medewerkers in de kinderopvang met als Subsidieregeling SBOS doel om kinderen met problemen of opvallend gedrag sneller SBOS staat voor de Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en te helpen. Vroegsignalering, goede ondersteuning en adequate Ontwikkelingssamenwerking, een programma van het doorverwijzing kunnen de kansen van die kinderen vergroten. Ministerie van Buitenlandse Zaken gericht op het vergroten Alert4you is gericht op een betere samenwerking tussen van mondiaal burgerschap in de Nederlandse samenleving, kinderopvang en experts in de instellingen voor Jeugd & met name onder jongeren. In 2013 konden geen nieuwe Opvoedhulp. Professionals uit die instellingen worden bij het subsidieaanvragen worden ingediend, maar monitorden we programma ingezet als coach voor pedagogisch medewerkers, zo’n dertig lopende programma’s en projecten. Voorbeelden als sparringpartner voor stafmedewerkers, als trainer of als van lopende programma’s zijn Clublinking van de KNVB en collega. Vanaf 2012 monitort het Nederlands Jeugdinstituut Rank a Brand. Het Nederlands Jeugdinstituut voert deze negen pilots van Alert4you in de Buitenschoolse opvang subsidieregeling samen uit met PwC en Wilde Ganzen. 15 16 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien 3 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien Veilig opgroeien De aandacht voor veilig en gezond opgroeien van kinderen is de laatste jaren fors toegenomen. Het Nederlands Jeugdinstituut doet al jaren onderzoek, monitort ontwikkelingen en verspreidt kennis over veilig en gezond opgroeien en de aanpak van kindermishandeling. Vanaf 2013 richten we ons ook op veilig opgroeien in andere contexten, met name gezinsvervangende opvoedsituaties, school en de kinderopvang. De afgelopen jaren kwam een aantal ernstige zaken rondom aanpak kindermishandeling 2012-2016 van de ministeries kindermishandeling en seksueel misbruik van kinderen aan van VWS en (VenJ). Het beschermen van kinderen is geen het licht. Er verschenen ook de nodige onderzoeksrapporten taak van specifieke instanties en professionals alleen. waaronder dat van de commissie-Samson, die onafhankelijk Veilig opgroeien is een maatschappelijke opgave. Ouders, onderzoek deed naar de aard en omvang van seksueel mis opvoeders in de buurt, de kinderopvang, school en bruik van minderjarigen die onder verantwoordelijkheid instellingen die hulp en zorg geven aan kinderen zijn samen van de overheid in instellingen of pleeggezinnen zijn verantwoordelijk voor het bieden van een veilig opgroei geplaatst in de periode van 1945 tot nu. Daarnaast is er klimaat en waar nodig het tijdig signaleren en verhelpen van toenemende aandacht voor pestgedrag op scholen. Vanuit (mogelijk) onveilige situaties zoals kindermishandeling en de politiek is aangegeven dat dit beter en effectiever moet pesten. Om onveilige opgroeisituaties goed aan te pakken worden aangepakt. dienen alle opvoeders rondom een kind voldoende kennis en instrumenten te hebben om op tijd een onveilige situatie te Veilig opgroeien als maatschappelijke opgave herkennen en indien nodig adequaat te kunnen ingrijpen. Om dit voor elkaar te krijgen is bovenal bewustwording en een integrale aanpak nodig. Het Nederlands Jeugdinstituut Kinderen en jongeren hebben een veilige opvoedingsomgeving droeg hier in 2013 wederom aan bij door het verspreiden van nodig om gezond en veilig op te groeien. Dit vraagt om een valide kennis, het doen van onderzoek, het ontwikkelen van stabiele pedagogische basis in verschillende domeinen: richtlijnen en instrumenten en het uitvoeren van advies- en thuis en in het omringende netwerk, in gezinsvervangende ondersteuningstrajecten. In 2013 richtten we ons in eerste opvoedsituaties, maar ook in de kinderopvang, op school en instantie op de domeinen gezin, school, kinderopvang en bij vrijetijdsbesteding. Veilig opgroeien is helaas niet voor instellingen voor kinderen en jongeren. alle kinderen en jongeren vanzelfsprekend. Naar schatting is 3,4 procent van de jeugd slachtoffer van kindermishandeling of getuige van huiselijk geweld. Kinderen en jongeren in AMHK jeugdzorginstellingen lopen circa 2,5 keer meer kans om Kindermishandeling en huiselijk geweld liggen vaak in misbruikt te worden door leeftijdsgenoten of hulpverleners elkaars verlengde. Daarom besloot het kabinet Rutte dat dan gemiddeld en ruim 10 procent van de basisschool ook de aanpak van deze twee vormen van geweld beter uit leerlingen en 6,4 procent van de middelbare scholieren een hand kan komen. Alle gemeenten moeten vanaf 2015 een wordt gepest. Met de ondertekening van het Internationaal regionaal Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kinder Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) van de mishandeling (AMHK) hebben. Om dat te bereiken worden Verenigde Naties heeft Nederland zich verplicht tot het de functies van de Advies- en Meldpunten Kindermishande nemen van maatregelen gericht op het voorkómen, vroegtijdig ling (AMK’s) en de Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG’s) signaleren, melden en behandelen van kindermishandeling. samengevoegd. Het Nederlands Jeugdinstituut liep vooruit Dit is concreet uitgewerkt in ‘Kinderen Veilig’, het actieplan op deze gezamenlijke aanpak door ons programma aanpak 17 18 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien “Besteed niet alleen aandacht aan de preventie- en opvoedingskant, maar ook aan bijvoorbeeld interventies die gezond en veilig opgroeien borgen in kwetsbare gezinnen en gezinnen at risk.” gebruiker kennis en vaardigheden al vroeg worden geleerd, het liefst al in de opleiding van mensen die met kinderen te maken hebben, zoals pedagogische begeleiders in kindercentra, maar ook leerkrachten en maatschappelijk werkers. Het Nederlands Jeugdinstituut bracht daarom met enkele andere kennisinstituten in kaart hoeveel aandacht er in de initiële beroepsopleidingen (mbo- en hbo-beroepsopleidingen) wordt besteed aan huiselijk geweld en kindermishandeling. Met MOVISIE startten we vervolgens een traject om deze opleidingen te ondersteunen bij het verbeteren van hun opleidingsaanbod. kindermishandeling te verbreden. We zijn hiervoor in 2013 Positie van de jeugdbescherming nauwer gaan samenwerken met kennisinstituten waarvan Na 2015 worden gemeenten ook verantwoordelijk voor de de medewerkers deskundig zijn op aanpalende gebieden, uitvoering van kinderbeschermings- en jeugdreclasserings zoals kennisinstituut voor maatschappelijke ontwikkeling maatregelen. Gemeenten zoeken naar de meest effectieve MOVISIE. manieren om de jeugdbescherming een plek te geven in het nieuwe jeugdstelsel. De aansluiting bij buurt- of wijkteams Monitor Aanpak Kindermishandeling In de voorgaande jaren werkte het Nederlands Jeugd is daarbij een belangrijk aandachtspunt, evenals het inzetten op eigen kracht en het gebruik van sociale netwerken. In 2013 beschreven wij de modellen en werkwijzen die in verschillende gemeenten hiervoor ontwikkeld werden. instituut aan de Monitor Aanpak Kindermishandeling. Hiermee konden gemeenten onder meer informatie krijgen over het aantal onderzoeken en adviezen van de Advies- Mulock Houwer-lezing en Meldpunten Kindermishandeling, het aantal betrokken Opgroeien is een proces van vallen en opstaan, van kinderen bij kindermishandeling, maar ook een schatting beschermen en loslaten. En dat geldt in feite ook voor van het aantal kinderen en jongeren dat met kindermis opvoeden. Maar met het ‘loslaten’ van ouders en mede- handeling te maken krijgt in de betreffende gemeente. opvoeders staat ook altijd de deur meer op een kier voor Op basis van de verkregen gegevens konden ze een integraal mishandeling. Honderd procent veiligheid is nul procent beleid ontwikkelen. Met de monitor konden ze tevens eigen kracht. In sommige gevallen lijkt het noodzakelijk beleidsontwikkelingen bijhouden, effecten van het beleid om kinderen toch uit huis te plaatsen of om met ‘drang en volgen en waar nodig bijsturen. In 2013 werkten we hard dwang’ ervoor te zorgen dat ouders hulp aanvaarden. Deze aan het ombouwen van de monitor tot een dashboard: een paradox van ‘eigen kracht’ versus ‘drang en dwang’ in de besloten website waarmee helder en snel alle informatie aanpak van kindermishandeling was het centrale thema in zichtbaar is. 21 gemeenten deden mee in 2013 aan een pilot de jaarlijkse Mulock Houwer-lezing, die in november 2013 waarin ze ervaring opdeden met de monitor. Deze pilot loopt georganiseerd werd door het Nederlands Jeugdinstituut door in 2014. De bedoeling is dat de monitor uitgebreid samen met het Kinderrechtenhuis. De lezing werd gegeven wordt naar de aanpak huiselijk geweld zodat er aansluiting door Prof. dr. Herman Baartman. is bij de nieuwe ontwikkeling waarin regio’s een Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) moeten hebben. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft de Congres monitor ontwikkeld in opdracht van de Bernard van Leer In de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling Foundation, die de middelen ervoor beschikbaar stelde. zijn er diverse inzichten en andere manieren van werken. Dat zorgt samen met de discussie over de transitie en Aandacht in initiële beroepsopleidingen transformatie voor heftige debatten en veel dynamiek in de sector. Deze thematiek stond centraal op het Landelijk congres Huiselijk geweld en Kindermishandeling in Signaleren van kindermishandeling is niet altijd eenvoudig. november 2013 dat we samen met MOVISIE en de VNG Er is nu wel een verplichte meldcode als professionals organiseerden. Dit congres luidde het begin in van de vermoeden hebben van kindermishandeling, maar de vraag ‘Week van Kinderen Veilig’. Er waren meer dan 600 mensen is hoe je de juiste (vervolg)stappen neemt. Van belang is dat aanwezig, waarvan circa 150 gemeenteambtenaren. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien Veiligheid op school Niet alleen thuis, maar ook op school moet het zo veilig mogelijk zijn voor kinderen en jongeren. Er is de afgelopen jaren veel aandacht voor pesten op school. Her en der zijn diverse anti-pestprogramma’s in omloop. Niet altijd zijn deze programma’s effectief of geschoeid op een leest van evidence based kennis. Het is dan ook voor scholen niet eenvoudig om te kiezen voor het beste en meest bij hen passende anti-pestprogramma. In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is het Nederlands Jeugdinstituut in 2013 aan de slag gegaan met het ontwikkelen van criteria om anti-pestprogramma’s te beoordelen op effectiviteit. Hulp na kindermishandeling Er is in de afgelopen jaren slechts een beperkt aantal effectieve hulp- en ondersteuningsprogramma’s ontwikkeld die kindermishandeling kunnen doen stoppen. Hetzelfde geldt voor hulpprogramma’s om de gevolgen voor mishandelde kinderen te beperken en schade te herstellen. Het Nederlands Jeugdinstituut wil graag een goed aanbod helpen te ontwikkelen. Wij hebben daarvoor een kenniskring georganiseerd waar professionals uit de jeugdzorg en de jeugd-ggz samen rondom de tafel zaten om te kijken naar gedeelde uitgangspunten voor zo’n hulpaanbod en hoe de expertise uit beide sectoren elkaar kan versterken om zo’n beter hulpaanbod te realiseren. Over de grens In 2013 haalden we de Britse expert Arnon Bentovim naar Nederland voor een lezing. Dr. Bentovim heeft veertig jaar ervaring als kinder- en jeugdpsychiater als het gaat om kindermishandeling en de behandeling van trauma’s die hieruit voorkomen. Meer Britse ervaringen werden gedeeld met Nederlandse professionals door een programma op het gebied van het leren van voorvallen. Dit is een methode uit het Verenigd Koninkrijk waarbij na een voorval waarbij de veiligheid van een kind in het geding was, samen met alle betrokken instellingen gereconstrueerd werd hoe het zover had kunnen komen. Centrale vraag daarbij: wat kunnen we hiervan leren? Sheila Fish, Brits expert als het gaat om deze methode, heeft een aantal mensen opgeleid om deze methode in Nederland uit te voeren en te begeleiden. 19 20 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit en vakmanschap 4 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit en vakmanschap Effectiviteit en vakmanschap Het nieuwe jeugdstelsel kan pas duurzaam effect hebben als professionals vakman of vrouw zijn: ze weten wat werkt en hebben de juiste instrumenten om kinderen en gezinnen optimaal te ondersteunen en te begeleiden. In 2013 droeg het Nederlands Jeugdinstituut volop bij aan zowel het versterken van effectiviteit van het jeugdstelsel als het verbeteren van het vakmanschap van de mensen die er werken. Als het gaat om het ondersteunen van kinderen en opvoeders versterking van de beroepsvorming. We deden dat onder bij opvoed- en opgroeiproblemen spelen professionele meer door het verstrekken van informatie over en onder beroepskrachten een centrale rol. Het gaat daarbij om steunen van goede bij- en nascholingstrajecten, het definiëren professionals in alle lagen en sectoren die te maken hebben van wat nu de diverse beroepen eigenlijk inhouden, het met kinderen: de pedagogische basisvoorzieningen ofwel inventariseren van de kennis die aanwezig is bij professionals ‘basisvoorzieningen’ (scholen, kinderdagverblijven, het en het ontwikkelen en invoeren van effectieve instrumentaria sport- en jongerenwerk), de eerste lijn (Centra voor Jeugd en voor beroepskrachten, zoals richtlijnen. We richtten ons Gezin, jeugdverpleegkundigen, jeugdartsen, pedagogen en tevens op de versterking van de betrokken beroeps psychologen) en natuurlijk de professionals in de speciale verenigingen, brancheorganisaties en bestuurders. jeugdhulp en zorg. De jeugdsector is snel aan het veranderen. Dat vraagt andere competenties van professionals. Het is noodzakelijk dat ze weten wat werkt, dat ze kunnen reflec Effectiviteit teren op de vraag welke zorg het beste aansluit bij de vraag Het Nederlands Jeugdinstituut gaat al jaren uit van ‘wat van kinderen en ouders en dat zij hierover met hen in dialoog werkt’. Dat doen we als het gaat om professionalisering van gaan. Hiervoor is het nodig dat professionals bij blijven, zich beroepskrachten: een professional kan immers pas echt goed afvragen welke resultaten zij behalen met hun zorg en hoe zijn werk doen als hij bruikbare effectieve methoden en deze resultaten te verbeteren zijn. Nodig is eveneens dat zij instrumenten heeft. Maar dat doen we ook als het gaat om de een ‘leven lang leren’ om zo de juiste ondersteuning te bieden transitie en transformatie: hoe gaat dat op de beste werkende aan nieuwe generaties kinderen en jongeren. Het Nederlands wijze? En dat doen we voor de basisvoorzieningen en de Jeugdinstituut leverde in 2013 wederom een bijdrage aan de eerste en tweede lijn. Het Nederlands Jeugdinstituut beheert diverse databanken waarin methoden, werkwijzen en “Het zou goed zijn om een verbinding te leggen tussen effectiviteit en het werken in schuivende werkomstandigheden. De transitie brengt bij gemeenten een andere structuur met zich mee, waarbij oog voor effectiviteit niet altijd prioriteit heeft.” gebruiker interventies op diverse terreinen staan, van de kinderopvang tot de jeugdzorg. Professionals, maar ook gemeenten, kunnen die databanken inzien. Zodat zij altijd weten welke werkwijzen evidence based zijn en daadwerkelijk effect hebben. Samen met diverse partners beheren we bijvoorbeeld de databank Effectieve Jeugdinterventies. In 2013 bevatte die databank 214 programma’s voor hulp bij problemen met opgroeien en opvoeden voor zowel basisvoorzieningen als eerste- en tweedelijnsvoorzieningen. Deze interventies zijn door een onafhankelijke erkenningscommissie beoordeeld en erkend als goed onderbouwd of effectief. Daarnaast werden, in opdracht van derden, verschillende interventies die momenteel uitgevoerd worden in de basisvoorzieningen, 21 22 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit en vakmanschap eerste en tweede lijn, ondersteund bij de doorontwikkeling Gemeenten kunnen met die indicatoren aanbieders aansturen. en beschrijving, om zo de effectiviteit te vergroten. In 2013 is hard gewerkt aan de voltooiing van de set prestatie- Beslissen over effectieve hulp indicatoren voor de Centra voor Jeugd en Gezin. Zes regiogemeenten hebben in pilots, in tijden van transitie, een In de jeugdzorg krijgen hulpverleners te maken met jaar gewerkt aan het uittesten van de prestatie-indicatoren. indicatiestellingen. Maar wat zijn nu effectieve manieren Voor de verdere implementatie en benutting van prestatie- om te beoordelen wat er aan de hand is in een gezin en te indicatoren voor effectieve jeugdzorg is een handleiding beslissen welke hulp daarbij het meest succesvol is? Het gemaakt voor aanlevering van gegevens. Er zijn beslisregels Nederlands Jeugdinstituut deed onderzoek naar het proces en voorbeeldrapportages beschreven en er is een eerste van indicatiestelling in de jeugdzorg. In 2013 verscheen het versie van een mogelijk dashboard ingericht. Dit vergroot de onderzoeksrapport Beslissen over effectieve hulp: wat werkt praktische toepassingsmogelijkheden van het werken met in indicatiestelling? Hierin wordt beschreven wat kenmer prestatie-indicatoren en versterkt het lerend vermogen van kend is voor een effectief verlopende indicatiestelling. instellingen. Matchen vraag en aanbod de vraag naar jeugd- en opvoedhulp en het aanbod. In het Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland kennispraktijknetwerk matching vraag-aanbod werd een Al sinds een aantal jaren voert het Nederlands Jeugdinstituut antwoord gezocht op de vraag wat de meest voorkomende het projectsecretariaat uit van het Samenwerkingsverband vragen en problemen onder jeugd zijn en of dit correspondeert Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN). Dit is een ‘lerend met het aanbod dat er is. Omdat in het nieuwe jeugdstelsel platform’ van meer dan dertig jeugdzorginstellingen en gemeenten eindverantwoordelijk worden voor alle jeugd is onderzoekpartners uit heel Nederland. Deelnemers aan het het belangrijk dat gemeenten weten welk aanbod aan hulp SEJN verbinden onderzoek, beleid en praktijk aan elkaar en en zorg aanwezig is en wat dat aanbod nu precies inhoudt. wisselen ervaringen uit. Per jaar organiseert het SEJN twee Het Nederlands Jeugdinstituut hielp gemeenten in 2013 met effectiviteitsplatforms. Dit zijn landelijke bijeenkomsten een analyse van dat aanbod. Zo ontwikkelden we een digitale waarin praktijk, beleid en onderzoek bij elkaar komen. De tool voor het maken van een aanbodanalyse en testten deze bijeenkomsten zijn bedoeld voor SEJN-partners en SEJN- in 2013 uit in de regio’s Cuijk en Holland Rijnland. Dit gaf deelnemers en zijn ter kennismaking met het SEJN ook deze regio’s zicht op het bestaande aanbod op de top tien eenmalig door niet-leden te bezoeken. De opzet van de van meest voorkomende problemen en de top zes van meest effectiviteitsplatforms kennen het principe van ‘halen’ en voorkomende opvoedvragen. In 2013 ontwikkelden we ‘brengen’ zodat een actieve uitwisseling van kennis en daarnaast voor gemeenten en zorgaanbieders twee blauw ervaring ontstaat (lerend systeem). Ook in 2013 vonden drukken rondom het programmeren van een werkend deze bijeenkomsten plaats. Meer effectiviteit gaat ook over een betere afstemming tussen zorgaanbod. Deze blauwdrukken bevatten bevat preventieen zorgarrangementen rond de thema’s van enkelvoudig opvoedingsprobleem tot multiprobleemsituatie, van dwars Professionalisering Jeugdzorg gedrag tot gedragsstoornis en van opvoedingsverlegenheid In 2010 werd de eerste fase van een uitgebreid actie tot multiproblematiek. Ze laten zien welke bestanddelen programma voor de verdere professionalisering van ervan echt werken. beroepskrachten in de jeugdzorg: het Actieplan Professionalisering Jeugdzorg, afgesloten. Het Prestatie-indicatoren Centra Jeugd en Gezin actieprogramma werkte onder meer aan de versterking van de beroepsverenigingen, de verbetering van de mogelijkheden voor scholing en bijscholing en de invoering Professionals, aanbieders van jeugd en opvoedhulp, maar van tuchtrecht. In de jaren erna is hier verder op gebouwd ook gemeenten kunnen met prestatie-indicatoren zicht met een plan van uitvoering, waarin onder meer de krijgen op de effectiviteit van hun beleid of hun handelen. registratie van professionals in een beroepsregister beoogd “Ik zie voor het Nederlands Jeugdinstituut een verbindende rol bij het versterken van professionalisering in de jeugdzorg. In de verschillende onderdelen van de jeugdzorg is het nu nog te versnipperd, vind ik.” klant Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit en vakmanschap “Hoe kunnen we het ‘nieuwe’ vakmanschap vormgeven voor professionals die na de stelselwijziging aan de slag moeten?” gebruiker implementatie van de richtlijnen na autorisatie. In dit kader is in 2013 een eerste pilot uitgevoerd voor verspreiding van de richtlijnen met de organisatie van een gratis webinar, een live seminar via het internet voor jeugdzorgwerkers over de Richtlijn Ernstige gedragsproblemen. Meer samenhang In 2013 is gewerkt aan meer samenhang tussen de verschil lende activiteiten binnen het Nederlands Jeugdinstituut wat betreft effectiviteit en vakmanschap. Kennisprojecten werd. Dit Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg en databanken leverden meer kennis aan voor de praktijk. loopt van 2011 tot 2014. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft En met het veld kwam meer uitwisseling op gang via onder in dit grootschalige professionaliseringstraject de rol van andere kennispraktijknetwerken. Zo is bijvoorbeeld de programmacoördinator en secretaris van de stuurgroep. databank Effectieve Jeugdinterventies intensief gebruikt In mei van vorig jaar zag de voortgangsrapportage ervan bij het ontwikkelen van de richtlijnen voor de jeugdzorg. het licht. Ook ontwikkelden en implementeerden wij de En hebben we op basis van eerdere doelgroepanalyses een Monitor Professionalisering. Deze monitor is bedoeld om databestand ontwikkeld waarin gegevens van ruim 600 inzicht te geven in de voortgang van het professionalisering kinderen en jongeren zijn opgenomen wat betreft hun traject in de organisatie. De monitor levert daarnaast allerlei kenmerken, problemen en zorgbehoeften. Dit databestand gegevens op over hoe professionals tegen verschillende is benut door ons programma Veilig opgroeien om meer zicht aspecten van professionalisering aan kijken. Denk daarbij te krijgen op kenmerken, problemen en zorgbehoeften van aan vakbekwaamheid, beroepstrots en de autonomie die mishandelde kinderen. professionals ervaren. Instellingen kunnen deze monitor inzetten om te kijken hoever ze zijn met professionalisering. Richtlijnen In de jeugdzorg dienen professionals zo effectief en zorgvuldig mogelijk te handelen. Een praktisch hulpmiddel hierbij is een richtlijn: een aanwijzing voor het handelen van een beroepskracht. Een richtlijn bevat opvattingen over hoe te handelen en is gebaseerd op wetenschappelijke kennis over wat werkt (evidence based), praktijkkennis van professionals (practice based) en voorkeuren van cliënten (clientbased). In 2012 nam het Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van de beroepsverenigingen NIP, NVO en NVMW de programma coördinatie van de Richtlijnontwikkeling voor de jeugdzorg op zich. Er zullen in totaal veertien richtlijnen tot stand komen in de periode 2011 tot 2015. Ze worden ontwikkeld door diverse kennisinstituten. Het Nederlands Jeugdinstituut neemt er acht voor zijn rekening. In 2013 werd de eerste richtlijn – de Richtlijn Ernstige gedragsproblemen – geautoriseerd door de beroepsverenigingen. Voor de ontwikkeling van de richtlijnen wordt nauw samengewerkt met het veld zowel als het gaat om het ontwikkelen van teksten en aanbevelingen, maar ook als het gaat om de praktische toepasbaarheid: de richtlijnen worden nauwgezet uitgetest in de praktijk. Deze proefimplementaties vormen een belangrijk bestanddeel van de ontwikkeling van de richtlijnen en worden begeleid door het Nederlands Jeugdinstituut. Daarnaast draagt het Nederlands Jeugdinstituut samen met het Programma Richtlijnen Jeugdzorg zorg voor de landelijke 23 24 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen 5 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen Kennis delen Kennis is ons fundament. Onze kennis moet goed opgeslagen, vindbaar en doorzoekbaar zijn. Bovendien moet onze kennis uitnodigen tot méér. Tot verrijken, tot verbinden, tot analyseren. We willen van de jeugdsector een collectief lerende sector maken. In 2013 hebben we daarom onze kennisinfrastructuur onder handen genomen. Ook zochten we de interactie met onze stakeholders op door het lanceren van Kennisnet Jeugd, hét digitaal platform voor de jeugdsector. Kennisinfrastructuur zoeken: selecteren op specifieke kenmerken. Ook biedt het In 2013 is achter de schermen hard gewerkt aan nieuwe systeem mogelijkheden om de website te verbeteren verbeteringen in de kennisinfrastructuur. Het instituut heeft voor mobiel gebruik. informatiemanagers aangesteld. Zij spelen een belangrijke rol bij het (door)ontwikkelen van kennisproducten. Signalen uit het veld en behoeften van professionals, nemen infor Kennisnet Jeugd matiemanagers zo veel mogelijk mee. Alle kennis die in de In mei zag Kennisnet Jeugd het levenslicht. Het digitaal verschillende databanken zit, is ondergebracht in platform waar beleidsmakers en professionals uit de jeugd verschillende kenniscollecties binnen het Virtueel sector kennis met elkaar uit kunnen wisselen. In een half Samenwerkingsplatform (VSP). De site www.nji.nl trok jaar tijd meldden zich 1400 deelnemers aan en wisten bijna meer dan 900.000 unieke bezoekers. Ten opzichte van 2012 30.000 unieke bezoekers Kennisnet Jeugd te vinden. zijn dit 200.000 bezoekers meer. Alle websites die het Klanten en gebruikers geven Kennisnet Jeugd een score van Nederlands Jeugdinstituut in 2013 actief beheerde, komen 7,6 op tevredenheid. Via Kennisnet Jeugd kunnen wij als in totaal uit op meer dan 1,3 miljoen unieke bezoekers. Nederlands Jeugdinstituut efficiënter en effectiever met onze Klanten en gebruikers zijn tevreden met de website. Zij geven doelgroepen communiceren. We kunnen hen kennis op maat de site op basis van het in 2013 gehouden klantonderzoek leveren en bovendien directer op hun behoeften reageren. (zie Hoofdstuk 6) een 7,7. Ook scoren de databanken (7,7) Ook vergroot Kennisnet Jeugd de mogelijkheden voor en de dossiers (7,9) hoog op tevredenheid. De databank participatie en co-creatie. Deelnemers kunnen hun mening Instrumenten en richtlijnen (129.750 unieke bezoekers), en ervaring kwijt in discussies en blogs of kunnen met elkaar gevolgd door de databank Cijfers over jeugd en opvoeding samen werken aan kennis in open of besloten werkgroepen. (88.494 unieke bezoekers) en de databank Effectieve Jeugdinterventies (79.573 unieke bezoekers) trekken van alle In 2013 concentreerde Kennisnet Jeugd zich inhoudelijk op databanken de meeste bezoekers. Best bezochte dossier is het de transitie en transformatie van het jeugdstelsel. De gevoerde dossier Kindermishandeling (45.060 unieke bezoekers), op discussies zijn levendig. In 2013 werd bijvoorbeeld veel de voet gevolgd door het dossier Transitie jeugdzorg (31.050 unieke bezoekers) en dossier Kinderopvang (28.659 unieke bezoekers). In 2013 is de website gemigreerd naar de nieuwste versie van Smartsite, het content-managementsysteem, genaamd iXperion. Deze migratie was noodzakelijk om de zoekfunctie op de website te verbeteren. Het Nederlands Jeugdinstituut kan kennis in databanken en dossiers nu beter ontsluiten door de introductie van facet- “Zet de ingezette lijn van openheid en toegankelijkheid voort. Dat past namelijk precies in het nieuwe denken!” klant 25 26 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen uitgewisseld over de plek van specialistische hulp in het onze LinkedIn-groep veel te doen is geweest dit jaar zijn: jeugdstelsel en over het verlenen van evidence based transitie/transformatie, pesten/anti-pesten, zelfdoding zorg. Er werden meer dan 60 blogs gepubliceerd over onder jongeren, uithuisplaatsing en pleegzorg/pleeggezin. verschillende onderwerpen. Best gelezen blogs op Kennisnet Jeugd Aantal keer gelezen ‘Hoeveel ggz-professionals mochten meedenken over de transitie jeugdzorg?’ 2.398 ‘Vraagt u al om evidence based zorg?’ 2.138 ‘Stoornis een excuus? Graag meer kennis en begrip!’ 2.344 ieuwsbrief Jeugd N In het klantonderzoek spant de wekelijkse digitale Nieuwsbrief Jeugd de kroon met een gemiddeld cijfer van 8,2 op tevredenheid. De Nieuwsbrief Jeugd verscheen in 2013 46 keer. In totaal werden 471 berichten geschreven en verspreid. Het aantal abonnees nam toe tot 25.653. Zij brachten 320.000 bezoeken aan nieuwspagina’s, met een totaal van circa 538.000 paginaweergaves. Twee berichten In 2013 startten deelnemers 24 werkgroepen. Bijvoorbeeld zijn in 2013 elk ongeveer 6.000 keer gelezen. Gemiddeld is over wijkteams, waarin deelnemers kennis verzamelen over een bericht 980 keer gelezen. generalistisch werken. Of de werkgroep ‘Indicatoren, voor transformatie’. Deelnemers wisselen kennis en ervaringen uit over (de ontwikkeling van) indicatoren waarmee resultaten van de transformatie de komende jaren zichtbaar gemaakt kunnen worden. Ook zijn er diverse besloten werkgroepen geopend, die vaak onderdeel zijn van bestaande activiteiten. Zoals de werkgroep kenniskring ‘Hulp na kindermis handeling’, een werkgroep vanuit een gehouden conferentie voor samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs of de werkgroep vanuit het Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN). Sociale media De sociale mediakanalen van het Nederlands Jeugdinstituut namen in 2013 een vlucht. Op Twitter behoorde @HetNJi met 12.441 volgers tot de Twitter top 2000 van Nederland. Op LinkedIn hebben we aan de LinkedIn-groep Nederlands Jeugdinstituut 8.028 leden aan ons weten te binden. Voor beide kanalen een enorme groei. Samen met die groei, vond vooral op Twitter steeds meer interactie plaats. Voor het Nederlands Jeugdinstituut is Twitter niet meer een eenzijdig kanaal, waarop we ofwel zenden ofwel monitoren wat in het werkveld gebeurt. Integendeel, onze volgers praten terug. Via Twitter stellen diverse professionals dagelijks vragen of geven ze opmerkingen bij de kennis die wij verspreiden. Medewerkers van het Nederlands Jeugdinstituut voorzien deze vragen of opmerkingen zo snel mogelijk van passende antwoorden. Onderwerpen waarover op Twitter en binnen “De Nieuwsbrief Jeugd is voor mij regelmatig de trigger om verder te neuzen op de site.” klant Top 3 meest gelezen berichten Nieuwsbrief Jeugd 2013 ‘Behandeling Jeugdwet in Eerste Kamer uitgesteld’ Paginaweergaves 6.314 William Schrikker Groep onder verscherpt toezicht 5.996 Compliment werkt soms averechts bij laag zelfbeeld 4.760 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen 27 28 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie 6 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie Personeel en organisatie In 2013 voerde het Nederlands Jeugdinstituut volgens plan de reorganisatie door. Daarbij nam het instituut via een sociaal plan afscheid van 13 collega’s. Vanaf begin 2013 voerden medewerkers hun werkzaamheden uit binnen de nieuwe organisatiestructuur, passend bij de gestelde doelen voor de toekomst: het creëren van meer maatschappelijk rendement, het versterken van de verbinding tussen kennis en praktijk en het goed kunnen inspelen op ontwikkelingen in de buitenwereld. Genoemde ontwikkelingen vragen om een andere invulling duurzame inzetbaarheid (met oog voor in-, door- en van het personeelsbeleid. In 2013 zijn daarom de eerste uitstroom), diversiteit, flexibiliteit en ontwikkeling. Het stappen gezet naar een strategisch personeels- en formatie Nederlands Jeugdinstituut wil zijn medewerkers strakker beleid. Resultaten uit het medewerkerstevredenheids sturen op de te behalen resultaten. Daartoe is in 2013 de onderzoek dat in 2013 plaatsvond, zijn hierin meegenomen. beoordelingssystematiek aangepast. Ook zijn er aanpas Tien medewerkers van het Nederlands Jeugdinstituut stelden singen doorgevoerd in het arbo- en verzuimbeleid, in lijn met zich begin november kandidaat voor de ondernemingsraad. het zo optimaal mogelijk inzetten van onze medewerkers. Na verkiezingen startte de zevenkoppige ondernemingsraad Het Nederlands Jeugdinstituut richt zich op het bevorderen begin december in de nieuwe samenstelling. Na een van een gezonde, vitale en motiverende werkomgeving. succesvolle audit is het ISO 9001 certificaat verlengd. Eind Oftewel: het vitaal hebben en houden van medewerkers om 2013 vond een klantonderzoek plaats. Dat onderzoek leidde in een prettige werksfeer goed werk en goede resultaten te eveneens tot een positief resultaat. kunnen leveren, nu en in de toekomst. Zowel de organisatie als de medewerker neemt verantwoordelijkheid voor eigen Strategisch personeels- en formatiebeleid gezondheid en welzijn. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft medewerkers nodig die Personeel in feiten en cijfers ondernemend, taak- en resultaatverantwoordelijk, klant- en De personele omvang van het Nederlands Jeugdinstituut organisatiegericht, verbindend en vitaal zijn. Vanuit de daalde in 2013 van 131 medewerkers (107,12 fte) naar 122 organisatie vraagt dit om aandacht voor onder andere (100,32 fte). Daarnaast waren 10 werknemers in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst met uitgestelde “Ik heb vooral veel waardering voor de expertise en bevlogenheid van de mensen van het Nederlands Jeugdinstituut. Probeer wel wat concreter te worden: vertaal de kennis naar normaal taalgebruik en praktische instrumenten.” gebruiker prestatieplicht. Verder werden 15 stageplaatsen en werk ervaringsplekken ingevuld. Eind 2013 was de verhouding tussen tijdelijk en vast personeel: 26% tijdelijk en 74% vast. De procentuele verhouding tussen mannen en vrouwen was 15:85. In de loop van het jaar zijn 18 vacatures opengesteld. Daarop stroomden 12 nieuwe medewerkers in. De uitstroom bedroeg 21 medewerkers. Het ziekteverzuim kwam in 2013 op gemiddeld 6,36% waaronder een aantal medewerkers met langdurige klachten. De ziekmeldingen werden begeleid door arbodienst De Witte Raaf. Het Nederlands Jeugdinstituut biedt ook gelegenheid het open spreekuur van de bedrijfsarts op kantoor te bezoeken. Hiervan werd in 2013 117 keer 29 30 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie gebruik gemaakt. In 2013 is Gardien Bedrijfsfysiotherapie Als we de bevraagde klantgroepen bekijken, dan zien we B.V. vijf keer benaderd voor het uitvoeren van een dat de jeugd-ggz de samenwerking met het Nederlands individueel werkplekonderzoek ten behoeve van Jeugdinstituut duidelijk minder goed beoordeeld dan andere medewerkers. klantgroepen. Bovendien zien de jeugd-ggz en de jeugd gezondheidszorg nog onvoldoende de toegevoegde waarde in Klantonderzoek Om meer inzicht te krijgen in wensen en behoeften van van wat de expertise van het Nederlands Jeugdinstituut hen kan opleveren. Aan ons de taak om die waargenomen kenniskloof in 2014 te dichten. (potentiële) klanten en in hun beeld van het Nederlands Jeugdinstituut, is in 2013 een klantonderzoek uitgevoerd onderzoek is onderscheid gemaakt in tien gebruikers Omzet, financiële resultaten en balans groepen, zoals ‘jeugd-ggz’, ‘jeugdzorg en opvoedhulp’, In 2013 heeft het Nederlands Jeugdinstituut een omzet ‘kinderopvang en brede school’, ‘onderwijs’ en ‘overheid’. gerealiseerd van ruim € 16,7 miljoen. onder 864 (potentiele) klanten en gebruikers. In het Her en der in dit jaarverslag vindt u uitspraken die klanten en gebruikers hebben gedaan. De omzet is (afgerond) als volgt samengesteld: > 30% instellingssubsidie VWS Hoge score op loyaliteit De resultaten bevestigen onze rol als kennismakelaar. > 50% opbrengsten ministeries, subsidies van fondsen en internationale subsidie- en opdrachtgevers Klanten en gebruikers waarderen de samenwerking met het > 15% opbrengsten trainingen en congressen Nederlands Jeugdinstituut in het algemeen met een 8,1. > 5% overige opbrengsten Onze bijdrage aan maatschappelijk resultaat wordt met een 7,8 als goed beoordeeld. Kennisnet Jeugd (hoe nieuw ook), Ten opzichte van de begroting is de gerealiseerde omzet ruim databanken en dossiers zijn goed gewaardeerde € 2,1 miljoen lager. De projectsubsidies zijn € 0,8 miljoen kennisproducten. De wekelijkse digitale Nieuwsbrief Jeugd lager dan begroot. Voor een bedrag van € 1,5 miljoen wordt spant de kroon met een gemiddeld cijfer van 8,2. Onze dit veroorzaakt doordat voor derden bestemde kerntaken worden volgens gebruikers en klanten goed subsidiegelden zijn doorgeschoven naar 2014. Laten we deze ingevuld. Gebruikers kenmerken ons vooral als informatief, inkomsten buiten beschouwing, dan zijn de projectsubsidies professioneel, deskundig, up-to-date en breed georiënteerd. € 0,7 miljoen hoger. Klanten noemen daarbij ook eigenschappen als gedegen, De opdrachten derden en de overige opbrengsten (met name betrouwbaar en ondersteunend. Opvallend zijn de hoge trainingen) zijn in totaal € 1,3 miljoen lager dan begroot scores van klanten op loyaliteit bij het zaken doen met het (incl. bijzondere baten ad € 0,15). Ongeveer de helft hiervan Nederlands Jeugdinstituut. Het gaat dan bijvoorbeeld om het wordt veroorzaakt door een sterkere daling dan verwacht van aanbevelen van het Nederlands Jeugdinstituut aan anderen het aantal trainingen Triple P. of de mate waarin klanten het Nederlands Jeugdinstituut een warm hart toe dragen. Het instituut scoort hier een Net De totale kosten bedragen € 16,8 miljoen en zijn, in lijn Promotor Score (NPS) van 45,5%. Hoog in vergelijking met met de lagere opbrengsten, € 2 miljoen lager dan begroot. de benchmark (21,5%). In de kosten zijn niet begrote, eenmalige kosten opgenomen ten bedrage van € 0,4 miljoen, onder andere voor inhaal Aandachtspunten afschrijvingen in verband met het gedeeltelijk opzeggen Alles overziend is de basis op orde. Natuurlijk zijn er ook van de huur en voor reorganisatiekosten voor het shared punten die nog beter kunnen, zoals praktijkgerichtheid, service center. interactiviteit en snelheid. Daar gaan we in 2014 aan werken. “De handreikingen die het Nederlands Jeugdinstituut opleveren zijn goed onderbouwd, maar ook dik en dus minder praktisch. Het zou prettig zijn als jullie een vertaalslag kunnen maken naar de praktijk, waardoor dergelijke documenten beter te gebruiken zijn.” klant Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering komt hiermee uit op ruim 0,1 miljoen negatief (€ - 137.675). Samen met een financieel resultaat van € 111.766 (rente-inkomsten), bedraagt het totale negatieve resultaat € - 25.909. Het eigen vermogen van het Nederlands Jeugdinstituut neemt door dit negatieve resultaat af met € 25.909. Daarmee komt het eigen vermogen per 31 december 2013 op € 3.105.736. Het eigen vermogen heeft een omvang van 18,6 % van de jaaromzet. Mede gezien de onzekerheid over de omvang van de omzet in de komende jaren is een vermogen noodzakelijk van 20 – 25% van de jaaromzet. 31 32 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Jaarrekening 2 0 13 33 34 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening BALANS PER 31 DECEMBER 2013 ( N A R E S U LTA AT V E R D E L I N G ) ACTIVA 31 DECEMBER 2013 31 DECEMBER 2012 € € Vaste activa Materiële vaste activa 111.102 Totaal 111.102 101.582 101.582 Vlottende activa Vorderingen op korte termijn 2.670.248 3.796.426 Liquide middelen 9.877.795 10.059.509 Totaal 12.548.043 13.855.935 Totaal activa 12.659.145 13.957.517 PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve 3.098.218 Egalisatiereserve instellingssubsidie 7.518 0 Totaal 3.105.736 3.131.645 Voorzieningen 0 Langlopende schulden 39.366 Kortlopende schulden 9.514.043 Totaal passiva 12.659.145 3.131.645 852.011 16.736 9.957.125 13.957.517 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening WINST- EN VERLIESREKENING 2013 RealisatieBegroting 2013 2013 € € Realisatie 2012 € Opbrengsten Instellingssubsidie 5.193.211 5.086.000 5.674.514 Projectsubsidies 1) 7.727.216 8.513.000 5.413.974 Opdrachten derden 1.082.052 2.000.000 1.821.079 Overige projectopbrengsten 2.542.454 3.214.000 4.192.642 Niet-projectgebonden opbrengsten Totale opbrengsten 172.764 0 142.816 16.717.69718.813.000 17.245.025 Personele kosten 7.621.200 7.704.000 9.327.956 Materiële projectkosten 1) 6.777.405 8.757.000 5.882.136 Niet-projectgebonden materiële kosten 2.456.767 2.412.000 2.319.848 16.855.37218.873.000 17.529.940 Kosten Totale kosten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering -137.675-60.000 Financieel resultaat 111.76660.000 Bedrijfsresultaat -25.909 0 1) inclusief gelden bestemd voor projectpartners IPJ en Richtlijnen (realisatie € 3,3 miljoen; begroting € 4,8 miljoen) -284.915 148.779 -136.136 35 36 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening KASSTROOMOVERZICHT 2013 (VOLGENS DE INDIRECTE METHODE) 20132013 € € 2012 € Resultaat -25.909 Afschrijvingen 39.689 13.780-103.218 Afname voorzieningen -852.011 -136.136 32.918 729.088 Mutaties werkkapitaal: Vorderingen korte termijn Kortlopende schulden 1.126.178 -443.082 667.396 -1.298.781 683.096-631.385 Kasstroom uit operationele activiteiten -155.135 Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Langlopende schulden -5.515 -49.209 -18.683 0 0 -49.209 22.630 -18.683 16.736 Kasstroom uit financieringsactiviteiten 22.630 16.736 Netto kasstroom -181.714 -7.462 Liquide middelen: Stand per 31 december 2012 10.059.509 Stand per 31 december 2013 9.877.795 Mutatie liquide middelen -181.714-7.462 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Toelichting jaarrekening A LGEM ENE T OEL ICHT ING Activiteiten De activiteiten van de Stichting Nederlands Jeugdinstituut bestaan uit het verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis; praktijkontwikkeling, -ondersteuning en -onderzoek, opleiding en training. De activiteiten worden hoofdzakelijk in Nederland uitgeoefend. Het NJI is statutair en feitelijk gevestigd op de Catharijnesingel 47 te Utrecht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Verbonden partijen Van een verbonden partij is sprake wanneer een partij beleidsbepalende invloed kan uitoefenen in een andere partij, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid van de andere partij. Zo kan sprake zijn van een dergelijke invloed indien: de ene partij in het bestuur dan wel in een vergelijkbaar gezaghebbend orgaan van de andere partij vertegenwoordigd is; de ene partij betrokken is bij de bepaling van het beleid van de andere partij; met die andere partij materiële transacties worden aangegaan. Hierdoor is Stichting Sekondant een verbonden partij. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de Raad van Bestuur zich over verschillende zaken een oordeel vormt en schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. GRO NDSLAGEN VOOR WAAR D ER ING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Bij het opstellen van deze jaarrekening is uitgegaan van de continuïteitsveronder stelling. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Ministerie van VWS en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslag geving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving, specifiek RJ 640 Organisaties zonder winststreven. Activa en passiva (met uitzondering van het vermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd t.o.v. het voorgaande jaar. 37 38 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Met op balansdatum verwachte bijzondere waardeverminderingen wordt rekening gehouden. De afschrijvingspercentages bedragen: hard- en software 20%. Op balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Er is ultimo boekjaar 2012 geen noodzaak tot het doorvoeren van een bijzondere waardevermindering. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Het vermogen wordt bepaald op basis van historische prijzen. Een gerealiseerd overschot of tekort op het totaal van projecten gefinancierd met instellingssubsidie, wordt toegevoegd c.q. onttrokken aan de egalisatiereserve instellingssubsidie. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband. De overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening GRO NDS L AGEN VOOR B EPAL ING VAN HET RESULTAAT Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. Subsidies Subsidies worden als bate verantwoord in de winst- en verliesrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer zich een gesubsidieerd exploitatietekort heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de condities voor ontvangst aangetoond kunnen worden. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Het NJi heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij PFZW. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten, zijn ondergebracht bij het bedrijfspensioen fonds Zorg en Welzijn. Het NJi betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds dit toelaat. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. De stand van ultimo december 2013 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 109%. Er is dan ook geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Het NJi heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Het NJi heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Financiële baten en lasten Rentebaten en -lasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. 39 40 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Toelichting balans VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Hard- en31-12-2013 softwareTotaal € € 31-12-2012 totaal € Stand per 1 januari: Aanschafwaarde 173.216 173.216 154.534 Cumulatieve afschrijvingen -71.634-71.634 -38.717 Boekwaarde 101.582101.582 115.817 Mutaties: Investeringen Afschrijvingen Stand per 31 december: Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde 49.20949.209 -39.689-39.689 9.5209.520 18.663 -32.918 -14.235 222.425 222.426 -111.323-111.324 111.102111.102 173.216 -71.634 101.582 Voor hard- en software wordt een afschrijvingspercentage gehanteerd van 20%. VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen op korte termijn 31-12-2013 € 31-12-2012 € Debiteuren 1.128.005 1.118.148 Rekeningen-courant 994.354 1.197.434 Te ontvangen (project-)subsidies 110.588 363.781 Te ontvangen opdrachten derden 144.793 928.530 Overige vorderingen 247.292 135.671 Overlopende activa 45.216 Totaal vorderingen op korte termijn 2.670.248 3.796.426 Liquide middelen 31-12-2013 31-12-2012 € Kas en bankrekeningen 173.968 Deposito’s 9.703.827 9.633.856 Totaal liquide middelen 9.877.795 10.059.509 Totaal vlottende activa 12.548.043 13.855.935 52.862 € 425.653 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Debiteuren 2013 2012 Stand per 31 december 1.198.932 1.228.017 Voorziening dubieuze debiteuren -70.927 Totaal 1.128.005 -109.869 1.118.148 Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: 2013 Stand per 1 januari 109.869 89.661 Ontvangen/afgeboekt -49.769 -20.740 Dotatie ten laste van resultaat 10.827 40.948 Stand per 31 december 2012 70.927109.869 Rekeningen-courant De rekening-courant ad € 994.354 (2012 € 1.197.434) betreft de rekening-courant met Sekondant. De rekening-courant is (formeel) direct opeisbaar. Te ontvangen (project-)subsidies en te ontvangen opdrachten derden De te ontvangen (project-)subsidies ad € 110.588 (2012 € 363.781) en opdrachten derden ad € 144.793 (2012 € 928.530) betreffen subsidies en opbrengsten uit opdrachten die gerealiseerd zijn in 2013, maar die nog niet (helemaal) zijn ontvangen. Overige vorderingen 2013 Te ontvangen rente 19.423 8.693 Te ontvangen teruggave premie WAO/WIA 32.301 0 Te ontvangen zwangerschapsgelden UWV 45.632 0 Te ontvangen baten projecten 121.831 33.606 Overige 28.105 93.372 Totaal 247.292 Overlopende activa 2013 Vooruitbetaald OV/NS-jaarkaarten 33.541 Overige vooruitbetaalde kosten 11.675 10.612 Totaal 45.216 52.862 Liquide middelen De liquide middelen zijn direct opeisbaar. 2012 135.671 2012 42.250 41 42 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening EIGEN VERMOGEN ALGEMENE RESERVE 31-12-2013 € Stand per 1 januari 3.131.645 Reclassificatie 0 Resultaat boekjaar -33.427 Stand per 31 december 3.098.218 3.131.645 31-12-2013 31-12-2012 Egalisatiereserve instellingssubsidie 31-12-2012 € 3.064.525 -1.731 68.851 € € Stand per 1 januari 0 203.256 Reclassificatie 0 Dotatie resultaat huidig boekjaar 7.518 -32.525 Onttrekking i.v.m. reorganisatiekosten 0 172.462 Stand per 31 december 7.518 Totaal eigen vermogen 3.105.736 3.131.645 VOORZIENINGEN 31-12-2013 31-12-2012 1.731 0 € Stand per 1 januari 852.011 122.923 Uitgaven ten laste van voorziening -844.011 -55.747 Vrijval ten gunste van resultaat 0 -58.114 Reclassificatie Stand per 31 december 0 5.733 Toevoeging ten laste van resultaat 0 846.278 Stand per 31 december 0 852.011 -8.000 € -3.329 De voorzieningen ad € 852.011 ultimo 2012 hadden betrekking op de kosten verband houdend met de reorganisatie van vorig jaar en de afwikkeling van een eerdere reorganisatie. De uitgaven hebben volledig plaatsgevonden in 2013, met uitzondering van een betaling van € 8.000, welke in deze jaarrekening is verantwoord onder de kortlopende schulden. LANGLOPENDE SCHULDEN 31-12-2013 31-12-2012 € € Stand per 1 januari 16.736 0 Reclassificatie -10.794 Dotatie ten laste van resultaat 33.424 13.407 Stand per 31 december 39.366 16.736 De schuld heeft betrekking op meerjarige betalingsverplichtingen aan vier medewerkers. 3.329 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2013 31-12-2012 €€ Vooruitontvangen (project-)subsidies 1.106.862 Vooruitontvangen opdrachten derden 674.429 Vooruitontvangen gelden Youth in Action 2.985.018 Crediteuren 739.005 Contractuele projectverplichtingen 2.963.516 Belastingen en sociale verzekeringen 448.891 Overige schulden en overlopende passiva 596.322 Totaal kortlopende schulden 9.514.043 3.615.846 957.242 1.536.551 638.286 2.141.355 504.077 563.768 9.957.125 Vooruitontvangen (project-)subsidies en vooruit ontvangen opdrachten derden De vooruitontvangen subsidies en opdrachten derden betreffen bedragen die in 2013 of eerder zijn ontvangen, maar bestemd zijn voor 2014. Vooruitontvangen gelden Youth in Action De vooruitontvangen gelden Youth in Action hebben betrekking op de subsidiegelden die het Nederlands Jeugdinstituut in het kader van het internationale subsidieprogramma Youth in Action heeft ontvangen van de Europese Commissie, maar die in 2013 (nog) niet zijn betaald aan projecten. Contractuele projectverplichtingen De contractuele projectverplichtingen zijn de verplichtingen die in 2013 of eerder voor de lopende projecten zijn aangegaan. De afwikkeling van deze verplichtingen vindt in 2014 plaats. Belastingen en sociale verzekeringen 2013 Afdracht Belastingdienst loonheffing 422.335 Afdracht Pensioenfonds PFZW 19.705 Afdracht BTW 6.851 Totaal 448.891 Overige schulden en overlopende passiva 2013 2012 470.231 24.698 9.148 504.077 2012 Opgebouwde vakantietoeslag 234.715 265.464 Opgebouwde vakantiedagen/jubileumuitkeringen 138.245 166.848 Te betalen afvloeiingskosten 136.381 Te betalen diensten derden 36.804 25.497 Overige te betalen kosten 23.152 48.953 Vooruitontvangen baten 27.025 Totaal 596.322 0 57.006 563.768 43 44 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Het NJi is meerjarige financiële verplichtingen aangegaan ter zake van inhuur van diensten van derden voor een bedrag van € 1.080.439 (2012 € 1.872.943). Dit bedrag heeft volledig betrekking op aangegane verplichtingen ten behoeve van de uitvoering van projecten. De looptijd van de verplichtingen is maximaal twee jaar: een bedrag van € 1.010.646 heeft betrekking op 2014 en een bedrag van € 69.793 op 2015. Het NJi heeft een overeenkomst met Sekondant afgesloten voor de administratieve dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting en facilitaire dienstverlening. De begrote kosten voor 2014 voor de basisdienstverlening bedragen € 1.470.507. Het NJi draagt samen met de kennisinstituten MOVISIE en Vilans het risico voor het resultaat van Sekondant. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Toelichting winst- en verliesrekening OPBRENGSTEN • Instellingssubsidie De instellingsubsidie wordt jaarlijks door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegekend ten behoeve van de uitvoering van de projecten binnen het Kenniscentrum Jeugd. De subsidie is als volgt samengesteld: Toekenning basissubsidie RealisatieBegroting 20132013 Realisatie 2012 € € € 5.085.799 5.614.172 0 -72.152 Toevoegingen: -tijdelijke uitbreidingen/kortingen -loonbijstelling (OVA) Totaal De basissubsidie is ten opzichte van 2012 met 11,5% gekort. Het ministerie heeft opnieuw een korting aangekondigd van 10% met ingang van 2013; dit komt bovenop de eerder opgelegde korting van 5% en de efficiencykorting van 1,5% per jaar voor de jaren 2012 t/m 2015. • Projectsubsidies De projectsubsidies ad € 7.727.216 (2012 € 5.413.974) hebben betrekking op nietstructurele, specifiek voor bepaalde projecten toegekende subsidiegelden. De subsidies worden verstrekt door ministeries (OC&W, VWS, Sociale Zaken, Justitie, Buitenlandse Zaken), decentrale overheden, Europese instellingen en programma’s en fondsen (o.a. ZonMw). Ten opzichte van de begroting (€ 8.513.000) zijn de subsidie-opbrengsten bijna € 0,8 miljoen lager. In de projectsubsidies is een bedrag begrepen van ongeveer € 3,3 miljoen bestemd voor de samenwerkingspartners binnen twee projecten waar het NJi penvoerder van is. Dit bedrag is ± € 1,5 miljoen lager dan begroot, omdat een deel van de opbrengsten en de bijbehorende kosten zijn doorgeschoven naar 2014 (zie diensten derden). Laten we deze gelden buiten beschouwing, dan zijn de gerealiseerde projectsubsidies ongeveer € 0,7 miljoen hoger dan begroot. 107.412 5.193.2115.086.000 132.494 5.674.514 45 46 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening • Opdrachten derden De opdrachten derden ad € 1.082.052 (2012: € 1.821.079) betreffen de opbrengsten uit opdrach ten. Ten opzichte van de begroting (€ 2.000.000) zijn de opbrengsten ruim € 9 ton lager. De dalende trend van de afgelopen jaren heeft zich verder voortgezet. Er is voldoende vraag in het veld, maar de beschikbare budgetten nemen af, waardoor zowel het aantal opdrachten als de gemiddelde omvang van de opdrachten laag blijven. • Overige projectopbrengsten De overige projectopbrengsten zijn als volgt te specificeren: RealisatieBegroting 20132013 € € Opbrengst producten Overige opbrengsten Totaal Opbrengst producten De productopbrengsten bestaan uit de opbrengsten voor trainingen (€ 1.783.942), congressen (€ 119.529) en publicaties (€ 209.850). De opbrengsten trainingen hebben voor ongeveer € 1,3 miljoen betrekking op de trainingen van het programma Triple P. Deze opbrengsten zijn € 0,7 miljoen lager dan begroot en € 1,7 miljoen lager dan de realisatie 2012. Zoals verwacht is het aantal afgenomen trainingen aanzienlijk teruggelopen, omdat een groot deel van de potentiële afnemers inmiddels (in de basis) is getraind. Overige opbrengsten De overige opbrengsten bestaan uit opbrengsten voor lezingen, vacatiegelden en bijdragen in projectkosten. • Niet-projectgebonden opbrengsten In de niet-projectgebonden opbrengsten ad € 172.764 (2012: € 142.816) zijn incidentele baten opgenomen ten bedrage van € 135.101. Dit betreft vooral de vrijval van de volgende posten: - Te betalen transitiekosten (positieve afloop rechtszaak) € 54.000 - Voorziene oninbare debiteuren (alsnog geïnde bedragen) € 53.000 - Nog te betalen (rente-)kosten mb.t. Youth in Action € 25.000 2.113.3213.000.000 429.133 214.000 2.542.454 3.214.000 Realisatie 2012 € 3.930.987 261.655 4.192.642 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening KOSTEN • Personele kosten RealisatieBegroting 20132013 € € Realisatie 2012 € Medewerkers in vaste dienst 5.627.977 5.859.000 6.539.799 Medewerkers in tijdelijke dienst 1.667.1801.520.000 1.682.968 Detacheringen en uitzendkrachten Opleidingskosten Overige personele kosten Opbrengst (personeelsgebonden) Totaal 72.232 0 148.668 348.686198.000 1.023.035 -240.309-21.000 -204.842 7.621.2007.704.000 Medewerkers in vaste en tijdelijke dienst Ten opzichte van 2012 zijn de kosten met ruim € 0,9 miljoen gedaald. Het gemiddeld aantal fte’s is conform de begroting afgenomen naar 100 fte (2012: 112 fte); ook zijn de kosten lager dan in 2012, omdat er verhoudingsgewijs meer hoger ingeschaalde medewerkers uit dienst zijn gegaan. De verhouding vaste en tijdelijk medewerkers per 31 december 2013 is 75/25 (2012: 74/26). De sociale lasten in 2013 bedragen € 869.866 (2012: € 534.149). De sociale lasten zijn hoger dan in 2012, met name omdat de werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekering met ingang van 2013 onder de sociale lasten valt. Voorheen werd deze via het brutosalaris werd verrekend. Voor de totale werkgeverslasten maakt deze verschuiving geen verschil. De pensioenlasten in 2013 bedragen € 589.614 (2012: € 651.893) De bezoldiging van de Raad van Bestuur, de Directie en de Raad van Toezicht, conform WNT (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector) bedraagt: Raad van Bestuur: Drs. C. J. Bakker / 1,06 fte / dienstverband heel 2013 Beloning Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn (pensioenpremie wg) Totaal bezoldiging 138.328 145.434148.000 136.600 3.400 14.800 154.800 9.327.956 47 48 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Directie: Drs. S.H.M. Janssen / 0,89 fte / 12 mnd Beloning Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Beloning betaalbaar op termijn (pensioenpremie wg) Totaal bezoldiging 86.500 0 8.200 94.700 Raad van Toezicht / geen dienstverband / beloning betaalbaar op termijn n.v.t. Mr. N.A. Kalsbeek, voorzitter Beloning Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Totaal bezoldiging 6.000 500 6.500 Prof. Dr. H.P.M. Adriaansens, Drs. B.C. Maasdamme en Mr. J.H.C. van Zanen Bezoldiging per persoon bedraagt: Beloning Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Totaal bezoldiging 3.000 300 3.300 Drs. S.R.P. Lissenberg-van Embden Beloning Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Totaal bezoldiging Aan één van de medewerkers, niet zijnde een topfunctionaris, is een ontslagvergoeding toegekend welke € 13.000 boven de WNT-norm van € 75.000 ligt. De Stichting Nederlands Jeugdinstituut herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de Stichting geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen. 2.700 500 3.300 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Detacheringen en uitzendkrachten De kosten voor detacheringen en uitzendkrachten hebben met name betrekking op ingehuurde menskracht ter vervanging bij ziekte en zwangerschap. De kosten worden niet begroot en worden gefinancierd met onder andere zwangerschapsgelden (zie opbrengst personeelsgebonden). Opbrengst (personeelsgebonden) De personeelsgebonden opbrengsten hebben betrekking op de opbrengsten voor zwangerschapsgelden, WAO etc. Materiële projectkosten Diensten derden Overige materiële projectkosten Totaal RealisatieBegroting 20132013 € € 6.117.2487.738.000 Realisatie 2012 € 4.911.147 660.1571.019.000 970.989 6.777.405 8.757.000 5.882.136 RealisatieBegroting Realisatie In de diensten derden is de eerder genoemde betaling aan onze projectpartners begrepen van € 3,3 miljoen, € 1,5 miljoen lager dan begroot (2012 € 1,8 miljoen). • Niet-projectgebonden materiële kosten Basisdiensten Sekondant 20132013 € € 1.836.5781.744.000 2012 € 1.685.831 Diensten derden 75.72785.000 Afschrijvingen 39.689100.000 32.918 Public relations en marketing 56.304135.000 98.683 Bureaukosten 77.787126.000 98.126 Overige materiële kosten Totaal 370.682222.000 2.456.7672.412.000 111.038 293.252 2.319.848 49 50 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Basisdiensten Sekondant heeft betrekking op een reservering voor leegstand Deze kosten hebben betrekking op de diensten die (1e half jaar 2014) en een bedrag van € 61.025 heeft Sekondant levert aan het Nederlands Jeugdinstituut betrekking op aan Sekondant af te dragen gelden (ICT, huisvesting, financiële- en salarisadministratie in verband met eerder genoemde reorganisatie en en facilitaire zaken). In 2013 is besloten om binnen inhaalafschrijvingen in verband met het opzeggen Sekondant een reorganisatie door te voeren. De van 319 m². reorganisatie heeft betrekking op het management, de financiële administratie en (in mindere mate) op de • Verbonden partijen ICT. De financiële administratie zal vanaf 1 juli 2014 Het NJi is verbonden met de Stichting Sekondant, door het NJi zelf uitgevoerd gaan worden. De kosten omdat de Raad van Bestuur van het NJi lid is van voor de reorganisatie waren niet begroot en bedragen het bestuur van Stichting Sekondant. Het NJi heeft, voor het NJi ± € 130.000. samen met de kennisinstituten MOVISIE en Vilans, een overeenkomst afgesloten voor de administratieve Diensten derden dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting en De diensten derden bestaan onder andere uit de facilitaire dienstverlening. Deze overeenkomst loopt kosten voor organisatieadvies, fiscaal-juridische tot en met 31 december 2014. adviezen, ICT-advies, accountantscontrole etc. De werkelijke kosten 2013 van Sekondant bedragen Met name de kosten voor organisatieadvies en voor € 2.072.957, waarvan € 236.379 is verantwoord advisering m.b.t. ISO zijn dit jaar lager. onder de projectlasten. Afschrijvingen De jaarrekening is door de Raad van Bestuur De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot, omdat vastgesteld op 11 maart 2014 en goedgekeurd enkele voor 2013 geplande investeringen niet door zijn door de Raad van Toezicht in de vergadering van gegaan. 25 maart 2014. Public relations en marketing Drs. C.J. Bakker De kosten zijn lager dan begroot. Deels omdat een Voorzitter Raad van Bestuur aantal abonnementen zijn vervangen door goedkopere alternatieven, deels omdat de voor de programma’s Mr. N.A. Kalsbeek begrote communicatiekosten veelal binnen de Voorzitter Raad van Toezicht projecten zijn gerealiseerd. Prof. Dr. H.P. M. Adriaansens Bureaukosten Lid Raad van Toezicht De bureaukosten bestaan uit de kosten voor repro, porti, telefoon en kantoormiddelen. De bureaukosten Dhr. H.M. de Jonge zijn, in lijn met de gedaalde omzet, de afgelopen jaren Lid Raad van Toezicht steeds verder afgenomen. Ten tijde van het opstellen van de begroting waren de gerealiseerde cijfers 2012 Drs. S.R.P. Lissenberg-van Embden nog niet bekend, waardoor de begrote bureaukosten Lid Raad van Toezicht nog te hoog begroot waren. Drs. B.C. Maasdamme Overige materiële kosten Lid Raad van Toezicht Deze kosten omvatten alle niet eerder genoemde niet-projectgebonden kosten, waaronder kosten voor Drs. F. J. Nauta zaalhuur, reis- en verblijfkosten, verzekerings- en Lid Raad van Toezicht onderhoudskosten en de kosten voor de OR en de Raad van Toezicht. In de overige materiële kosten Mr. J.H.C. van Zanen zijn incidentele lasten opgenomen ten bedrage van Lid Raad van Toezicht € 110.224 (2012: € 26.621). Een bedrag van € 43.271 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Overige gegevens GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum te vermelden. BESTEMMING RESULTAAT Het resultaat ad € -25.909 is als volgt toegevoegd aan het eigen vermogen: 20132012 Algemene reserve -33.427 Egalisatiereserve instellingssubsidie 7.518 Totaal -25.909 68.851 -204.987 -136.136 In overeenstemming met de Kaderregeling VWS-subsidies wordt het deel van het resultaat dat samenhangt met de instellingssubsidie toegerekend aan de egalisatiereserve instellingssubsidie. De egalisatiereserve instellingssubsidie dient ter dekking van verliezen op met instellingssubsidie gefinancierde projecten. Conform de subsidieregeling wordt een gerealiseerd overschot of tekort op de projecten gefinancierd met instellingssubsidie toegevoegd dan wel onttrokken aan de egalisatiereserve instellingssubsidie, waarbij het overschot/tekort wordt toegerekend naar rato van de instellings subsidie en de begrote overige baten (in 2013: 3,61 % – 96,39 %). Berekening: 20132012 Resultaat projecten gefinancierd met instellingssubsidie 7.799-33.842 Waarvan aandeel instellingssubsidie 7.518 Percentage 96,39%96,11% Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op bladzijde 51 en 52. -32.525 51 52 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van Stichting Nederlands Jeugdinstituut Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting Nederlands Jeugdinstituut te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met Richtlijn 640 'Organisaties zonder winststreven' van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als de Raad van Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die WNT-eisen van financiële rechtmatigheid mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Fascinatio Boulevard 350, 3065 WB Rotterdam, Postbus 8800, 3009 AV Rotterdam T: 088 792 00 10, F: 088 792 95 33, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte WNT-eisen van financiële rechtmatigheid en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Nederlands Jeugdinstituut per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Richtlijn 640 'Organisaties zonder winststreven' van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de jaarrekening 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. Rotterdam, 24 april 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door: F. Stark RA Stichting Nederlands Jeugdinstituut, 24 april 2014, FS/e0322394/MB/cpe Pagina 2 van 2 53 54 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 55 FINANCIERS, PRODUCTENOVERZICHT, & MEDEWERK(ST)ERS 56 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Financiers Financiers In 2013 hebben de volgende subsidiegevers en fondsen één of meerdere projecten gefinancierd: > Bernard van Leer Foundation > Education, Audiovisual and Culture Executive > European Commission directorate General for Education and Culture > Ministerie van Veiligheid en Justitie > Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap > Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Rudolph Stichting > Stichting Het Kinderopvangfonds > Stichting Kinderpostzegels Nederland > Diverse gemeenten > Overige financiers Bovendien werden er een aantal projecten op indirecte wijze door fondsen en subsidiegevers gefinancierd. Het gaat om projecten die in samenwerking met andere instituten uitgevoerd zijn, maar waarvan de partner de penvoerder was. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Productenoverzicht 2013 Boeken, rapporten, handleidingen Tenzij anders vermeld, is de uitgever Nederlands Jeugdinstituut te Utrecht. • Addink, A., Baat, M. de, Lange, M. de. (2013). Evaluatie Gezinshuismethodiek. Utrecht. • Addink, A. (2013) Indicator 3: De mate waarin ouders en jeugdigen vermindering van problematiek ervaren na ingezette ondersteuning. Project ‘Doorontwikkeling, uitwerking en toetsing basisset prestatie-indicatoren lokale zorg voor jeugd’. Utrecht. • Addink, A. (2013). Indicator 1: De mate van tevredenheid van jeugdigen en ouders over de resultaten per dienst. Project ‘Doorontwikkeling, uitwerking en toetsing basisset prestatieindicatoren lokale zorg voor jeugd’. Utrecht. • Anthonijsz, I., Zwikker, N. (2013). Zicht op vechtscheidingen. Utrecht. • Baat, M. de, Bartelink, C., Udo, N. (2013). Spoedeisende psychiatrische hulp voor jeugdigen: Wat werkt? Update (2013). Utrecht. • Baat, M. de, Berg- le Clercq, T. (2013). Wat werkt in gezinshuizen? Update (2013). Utrecht. • Baat, M. de, Berge, I.J. ten, Al, C. (2013). • Bakker, P.P. (2013). Een keur aan brede school. De Compositie Almere. Utrecht. • Bartelink, C. (2013). Uithuisplaatsing: Wat werkt? Utrecht. • Bartelink, C. (2013). Wat werkt bij hechtingsproblemen? Update (2013). Utrecht. • Bartelink, C. (2013). Wat werkt: Motiverende gespreksvoering? Update (2013). Utrecht. • Bartelink, C. (2013). Wat werkt: Oplossingsgerichte therapie? Update (2013). Utrecht. • Bartelink, C., Berge, I. ten, Yperen, T. van. (2013). Beslissen over effectieve hulp: Wat werkt in indicatiestelling? Update (2013). Utrecht. • Bartelink, C., Berge, I. ten. (2013). Beslissen over effectieve hulp in onveilige opvoedingssituaties. Literatuurreview. Update (2013). Utrecht. • Bartelink, C., Boendermaker, L., Vliet, E. van der. (2013). Vaktherapie. Update (2013). Utrecht. • Bartelink, C., Zoon, M. (2013). Wat werkt in het versterken van de veiligheid in residentiële instellingen? Utrecht. • Beek, I. van, Bosdriesz, M., Knaap, M., Dorfker, D., Meuwissen, I., Ouwehand, L-M., Scholten, B., Hulpaanbod na kindermishandeling: inhoudelijke Stevens, R., Storms, O. en Vink, R. (2013). Aandacht notitie ten behoeve van een praktische tool voor voor huiselijk geweld en kindermishandeling. gemeenten. Driebergen/Utrecht. The Next Page/ Hoe zijn deze geweldsthema’s verwerkt in de Nederlands Jeugdinstituut. onderwijsprogramma’s van sociaal-agogische, • Baat, M. de, Foolen, N., Udo, N. (2013). Crisisinterventie in gezinnen: Wat werkt? Update (2013). Utrecht. • Baat, M. de, Kooijman, K., Prins, D. (2013). pedagogische, psychologische zorg- en onderwijsopleidingen? Een inventarisatie. Utrecht. • Berg, G. van den, Yperen, T.A. van. (2013). Moeders Informeren Moeders – Registratie 2012. Vertrouwen en Rekenschap. Visie op kwaliteit Utrecht. en betekenisvol verantwoorden over kwaliteit. • Baat, M. de, Lange, M. de. (2013). Pleegzorgbegeleiding. Utrecht. • Baat, M. de, Messing, C., Prins, D. (2013). Wat werkt bij schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten? Update (2013). Utrecht. • Baat, M. de, Moerkens, M. (2013). Naar meer wenselijk gedrag op de basisschool: wat werkt? Utrecht. • Baat, M. de. (2013). Expertisenetwerk Pleegzorg: jaarverslag (2013). Utrecht. • Bakker, P.P. (2013). Een keur aan brede school. Vlechtwerk Almere. Utrecht. Amsterdam/Utrecht. Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Amsterdam/Nederlands Jeugdinstituut. • Berg, G. van den. (2013). Prestatie-indicatoren CJG: definities en gegevenswoordenboek. Utrecht. • Berg- le Clercq, T., Zoon, M. (2013). Wat werkt bij overlast? Update (2013). Utrecht. • Berge, I.J. ten, Meuwissen, I. (2013). Bruikbaarheid en mogelijke aanpassingen van de LIRIK voor de toepassing in de LVB-sector. Utrecht. • Berge, I.J. ten, in samenwerking met Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, werkgroep 57 58 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht instrumenten kindveiligheid. (2013). Is dit kind Rensen, P. (2013). Erkenningstraject interventies; thuis veilig? Wegwijzer bij de beoordeling van criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling veiligheid van kinderen. Den Haag, Ministerie van (2013)-2018. Utrecht/Bilthoven/Ede: MOVISIE, Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, Nederlands • Berger, M.A. (2013). Voortgangsrapportage Implementatie Professionalisering Jeugdzorg. Utrecht. • Berger, M.A., Kleine, K. (2013). Handreiking ‘Reflecteren is leren’. Utrecht. • Berger, M.A., Leeuwen, M. van, Blaauw, E. (2013). Generalistisch werken rondom jeugd en gezin. Een analyse van ontwikkelingen, taken en competenties. Utrecht. Instituut voor Sport en Bewegen, Nederlands Jeugdinstituut, RIVM. • Duimel, M., Meijering, I., Nikken, P., Okma, K. (2013). Professionals en ondersteuning bij mediaopvoeding. Utrecht. • EC O3. (2013). Expertmeetings EC O3. Verslagen. Utrecht: EC O3. • Eijgenraam, K., Knaap, M., Strijbosch, E., Brandenburg, M. van. (2013). Handreiking • Berger, M.A., Leeuwen, M. van, Blaauw, E., Witte, E. Vaststellen Optimale Behandelduur MKD. Utrecht: (2013). De jeugd- en gezinsgeneralist als spil in het Nederlands Jeugdinstituut en Breda: Juzt Jeugd en nieuwe jeugdstelsel. Utrecht. Opvoedhulp. • Berg-le Clercq, T., Bosscher, N., Keltjens, M., Vink, C. (2013). Generalistisch werken rondom jeugd en gezin in de Scandinavische landen. Utrecht. • Boendermaker, L., Rooijen, K. van, Berg-le Clercq, T., Bartelink, C. (2013). Residentiële jeugdzorg: Wat werkt? Update (2013). Utrecht. • Boogaard, M., Hoex, J., Daalen-Kapteijns, A. van, Gevers Deynoot-Schaub, M. (2013). Pedagogisch kader gastouderopvang. Amsterdam. Reed Business Education. • Bosscher, N., Chênevert, C., Balledux, M. (2013) Rapportage monitoronderzoek naar de meer waarde van OKIDO. Utrecht. • Burik, A.E. van, Hoogeveen, C., Jong, B.J. de, • Foolen, N. (2013). Wat werkt bij jeugdigen met ADHD? Update (2013). Utrecht. • Foolen, N., Ince, D. (2013). Cognitieve gedragstherapie. Update (2013). Utrecht. • Foolen, N., Ince, D., Baat, M. de en Daamen, W. (2013). Wat werkt bij gedragsproblemen? Update (2013). Utrecht. • Foolen, N., Rooijen, K. van. (2013). Wat werkt bij rouwverwerking? Update (2013). Utrecht. • Geluk, L., Slot, N.W., Yperen, T.A. van. (2013). Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd. Eerste rapportage. Den Haag: Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd/ TSJ. • Geluk, L., Slot, N.W., Yperen, T.A. van. (2013). Vogelvang, B., Addink, A., Steege, M. van der. Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd. (2013). Evaluatie aanpak criminele jeugdgroepen. Tweede rapportage. Den Haag: Transitiecommissie Woerden/Utrecht. Bureau Van Montfoort/Bureau Alpha/Nederlands Jeugdinstituut. • Chênevert, C., Balledux, M., Lekkerkerker, L. (2013). Stelselherziening Jeugd/TSJ. • Geluk, L., Slot, N.W., Yperen, T.A. van. (2013). Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd. Alert4You in de BSO, tussenrapportage eerste Eindrapportage beoordeling transitie- monitorronde. Utrecht. arrangementen. Den Haag: Transitiecommissie • Chênevert, C., Daamen, W. (2013). De samenwerking tussen MOC ‘t Kabouterhuis en de Stelselherziening Jeugd/TSJ. • Gispen, J., Berckelaer-Onnes, I.A. van, kinderopvang. Monitor naar de samenwerking Bronneman-Helmers, H.M., Peschar, J., Yperen, en vergelijking met de landelijke Alert4you T.A. van, Gonggrijp, R. (2013). Evaluatiekader monitorresultaten. Utrecht. passend onderwijs. Den Haag: Evaluatie- en • Daamen, W. (2013). Wat werkt bij het implementeren van jeugdinterventies? Utrecht. • Daamen, W., Verweij-Kwok, S., Balledux, M. (2013). adviescommissie Passend Onderwijs/ECPO. • Gispen, J., Berckelaer-Onnes, I.A. van, Bronneman-Helmers, H.M., Peschar, J.L., Yperen, Eindrapportage procesevaluatie coaching on T.A. van, Gonggrijp, R. (2013). Routeplanner the job in de proeftuin Gewoon bijzonder wordt Passend Onderwijs. Den Haag: Evaluatie- en Bijzonder – Gewoon. Monitor naar coaching on the job in de gemeente Rotterdam. Utrecht. • Dale, D. van, Zwikker, M., Dunnink, T., Bisseling, R., adviescommissie Passend Onderwijs/ECPO. • Hoex, J., Aarle, C. van, Elenbaas van Ommen, A., Hoex, J. (2013). Procesbeschrijving Boxtels Model. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Werken aan een zorgzame leeromgeving voor 0-6 jarigen. Boxtel: gemeente Boxtel. • Hoorik, van I., Bakker, P.P. (2013). Checklist Rotterdams Jongerenwerk. Utrecht. • Hoorik, van I., Bakker, P.P. (2013). Kwaliteit geborgd. Rotterdams jongerenwerk. Handleiding en instrumentarium. Utrecht. • Hoorik, van I., Bakker, P.P. (2013). Kwaliteitskader interactie en ontwikkelingsstimulering binnen het programma VoorZorg. Utrecht. • Kalthoff, H., Kooijman, K. (2013). Werkbladen ‘Jij en je kind’. Module bevordering ouder-kind interactie en ontwikkelingsstimulering binnen het programma VoorZorg. Utrecht. • Knaap, M., Meuwissen, I., Beek, I. van, Bosdriesz, M., Korfker, D., Storms, O. (2013). Aandacht voor voor het keurmerk Rotterdams jongerenwerk. huiselijk geweld en kindermishandeling, een Utrecht. inventarisatie. Utrecht. • Ince, D. (2013). Wat werkt bij eetstoornissen? Update (2013). Utrecht. • Ince, D. (2013). Wat werkt bij opvoedings ondersteuning? Update (2013). Utrecht. • Ince, D. (2013). Wat werkt bij scheiding? Update (2013). Utrecht. • Ince, D., Yperen, T. van, Valkestijn, M. (2013). Top • Kooijman, K, As, A. van. (2013). Monitor 2012 VoorZorg. Utrecht. • Kooijman, K. (2013). Inventarisatie Diensten CJG – Project ‘Doorontwikkeling, uitwerken en toetsing basisset prestatie-indicatoren lokale zorg voor jeugd’. Utrecht. • Kraak, A., Berge, I.J. ten, Kenis, P. (2013). Effectieve tien positieve ontwikkeling jeugd: Beschermende en efficiënte zorg voor kinderen en gezinnen bij factoren in opvoeden en opgroeien. Utrecht. kindermishandeling. Arnhem: Bureau Jeugdzorg • Ince, D., Zoon, M. (2013). Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging? Update (2013). Utrecht. • Kalthoff, H. (2013). Handleiding VVE Thuis. Gelderland. • Lange, M. de, Matthys, W., Foolen, N., Addink, A., Oudhof, M., Vermeij, K. (2013). Richtlijn Ernstige Handleiding voor begeleiders van ouders met gedragsproblemen. Utrecht: Nederlands Instituut peuters. Gewijzigde druk. Alkmaar: Buro Extern. van Psychologen (NIP), Nederlandse vereniging • Kalthoff, H. (2013). VVE Thuis Alles groeit 1, kleuters. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H. (2013). VVE Thuis Alles groeit 2, kleuters. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H. (2013). VVE Thuis Boerderij 1, kleuters. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H. (2013). VVE Thuis Boerderij 2, kleuters. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H. (2013). VVE Thuis Eten 2, kleuters. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H. (2013). VVE Thuis Ziek en gezond 2, kleuters. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H. (2013). VVE Thuis Ziek en gezond, 1, kleuters. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H. (2013). Werkbladen Opstapje voor ouders van gereformeerde huize. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H., Berns, J. (2013). Handleiding coördinatoren Opstapje. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H., Berns, J. (2013). Handleiding coördinatoren Opstapje. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H., Berns, J. (2013). Handleiding VVE Thuis. Handleiding voor begeleiders van ouders met kleuters. Gewijzigde druk. Alkmaar: Buro Extern. • Kalthoff, H., Kooijman, K. (2013). Handleiding bij ‘Jij en je kind’. Module bevordering ouder-kind van pedagogen en onderwijskundigen (NVO), Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). • Lange, M. de, Matthys, W., Foolen, N., Addink, A., Oudhof, M., Vermeij, K. (2013). Onderbouwing Richtlijn Ernstige gedragsproblemen. Utrecht: Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO), Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). • Lieshout, E. van, Os, E. van, Illustrator Constanze van Kitzling. (2013). Lekker lange slierten. Alkmaar: Buro Extern. • Ligtermoet, C.I., Steege, M. van der, Lekkerkerker, L., Vliet, E. van der. (2013). Methodiekhandleiding IAG. Utrecht. • Meij, H., Ince, D. (2013). De ontwikkeling van kinderen. Update (2013). Utrecht. • Meima, B. (2013). Indicator 2: De mate waarin er sprake is van uitval uit aanbod in de lokale zorg voor jeugd. Project ‘Doorontwikkeling, uitwerking en toetsing basisset prestatie-indicatoren lokale zorg voor jeugd’. Utrecht. • Meima, B. (2013). Indicator 5: Het aantal jeugdigen en gezinnen waarvoor zorgcoördinatie en één gezin, één plan is geregeld. Project ‘Doorontwikkeling, 59 60 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht uitwerking en toetsing basisset prestatieindicatoren lokale zorg voor jeugd’. Utrecht. • Meima, B., Yperen, T.A. van. (2013). Beleidsinformatie stelselherziening jeugd: meetbare preventie. Utrecht. • Messing, C., Valkestijn, M. (2013). Verkenning participatie kwetsbare jeugd. Utrecht. • Messing, C.T.H.M. (2013). Inventarisatie tijdelijke bovenschoolse lesplaatsen. Utrecht. • Messing, C.T.H.M. (2013). Samenhang tijdelijke lesplaatsen. Concept ondersteuningsplan. Utrecht. • Messing, C.T.H.M. (2013). School als werkplaats. Een methodiekbeschrijving. Utrecht. • Messing, C.T.H.M., Derksen, J., Hoogenboom, F. (2013). Het OPDC nieuwe stijl en vergelijkbare arrangementen. Een werkdocument voor de nieuwe samenwerkingsverbanden passend onderwijs voortgezet onderwijs. Utrecht. • Montfoort, A, van, illustrator Kitzing, C. van. (2013) De stadsmuzikanten. Alkmaar: Buro Extern. • Montfoort, A. van (2013). Kinderbescherming: de terugkeer van de burger. Utrecht. • Mutsaers, K., Zoon, M., Baat, M. de, Prins, D. (2013). • Rooijen, K. van, Berg- le Clercq, T., Bartelink, C. (2013). Wat werkt bij de aanpak van kindermishandeling? Update (2013). Utrecht. • Rooijen, K. van, Berg- le Clercq, T., Bartelink, C. (2013). Risico- en beschermende factoren voor kindermishandeling. Update (2013). Utrecht. • Rooijen, K. van, Ince, D. (2013). Wat werkt bij migrantenjeugd en hun ouders? Update (2013). Utrecht. • Rooijen, K. van, Ince, D. Wat werkt bij angst- en stemmingsproblemen? Update (2013). Utrecht. • Rooijen, K. van, Ince, D., Rietveld, L. (2013). Wat werkt bij supervisie, intervisie en coaching? Update (2013). Utrecht. • Rooijen, K. van, Rietveld, L. (2013). Wat werkt bij autisme? Update (2013). Utrecht. • Rooijen, K. van, Udo, N. (2013). Wat werkt in de daghulp? Update (2013). Utrecht. • Rooijen, K. van. (2013). Wat werkt bij angststoornissen? Update (2013). Utrecht. • Rooijen, K. van. (2013). Wat werkt bij jeugdigen met een depressie? Update (2013). Utrecht. • Schonewille, J., Brandenbarg, N., Breebaart, Wat werkt bij het voorkomen en terugdringen van D., Dam, J. van, Meer, L. van der, Tjallema, M., onderwijsachterstanden? Update (2013). Utrecht. Schaik, I. van. (2013). Jij maakt het verschil. • Nederlands Jeugdinstituut. (2013). Advies over Basistraining Voor- en Vroegschoolse Educatie verplicht netwerkberaad in kader van OTS. (VVE). Handleiding trainers. Amsterdam: Dienst Utrecht. Maatschappelijke Ontwikkeling Amsterdam. • Nikken, P. (2013). Media-risico’s voor kinderen: Een verkenning. Utrecht. • Nikken, P., Bontje, D., Abell, O., Verweij, S. (2013). Speel digiwijs! Samen aan de slag met media voor jonge kinderen. Tilburg: Zwijsen. • Nikken, P., Jongmans, L. (2013). Mediawijsheid: • Schouten, R., Oudhof, M., Zoon, M., Steege, M. van der. (2013). Wat werkt in de hulpverlening aan pubermeisjes? Update (2013). Utrecht. • Schreuder, L. (2013). Volwassen geworden! Terugblik op 30 jaar kinderopvang. Utrecht. • Schreuder, L., Vergeer, M., Eersel, E. van. (2013). Informatie en inspiratie voor gemeentelijk beleid. Handleiding voor trainers. Werken aan een Utrecht / Den Haag: Nederlands Jeugdinstituut / positieve groep in de BSO. Utrecht. Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). • Oenen, S. van, Bakker, P.P. (2013). Onderzoekend (leren) werken in brede school en integraal kindcentrum. Samenwerking tussen praktijk en opleiding. Utrecht. • Okma, K. (2013). De Opvoedachtbaan. Over opvoeden en opgroeien. Maartensdijk: B for books BV. • Oudhof, M., Wolff, M. de, Ruiter, M. de, Kamphuis, M., L’Hoir, M., Prinsen, B. (2013). JGZ-richtlijn opvoedingsondersteuning. Utrecht: Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. • Oudhof, M., Zoon, M., Steege, M. van der. (2013). Wat werkt bij jonge moeders? Update (2013). Utrecht. • Slot, A., Baat, M. de, Berge, I. ten, Anthonijsz, I. (2013). Verslag van de ronde tafels over de aanpak van kindermishandeling. Utrecht. • Stals, K., Boendermaker, L., Boomkens, Koops en Ruitenberg. (2013). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn Ernstige Gedragsproblemen. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. • Stals, K., Goorden, O.C.J.M., Moenander, P.J., Jole, van en Koops. (2013). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn Problematische Gehechtheid. Utrecht. • Steege, M. van der, Ligtermoet, I., Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Lekkerkerker, L., Vliet, E. van der. (2013). Methodiekhandleiding IAG. Utrecht. • Steege, M. van der, Vries, A. de. (2013). Opgroeien • Wilde, E.J. de, Kann, D., Berg-le Clercq, T., Ooms, H. (2013). Startfoto Jeugdzorg Bunnik. Utrecht. • Wilde, E.J. de, Kann, D., Berg-le Clercq, T., Ooms, van langdurig uithuisgeplaatste kinderen. Agenda H. (2013). Startfoto Regio Zuid Oost Utrecht. met vragen voor (door)ontwikkeling en onderzoek Utrecht. voor de komende jaren. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut en Gezinspiratie. • Valkestijn, M. (2013). Matrix landelijke activiteiten transformatie. Utrecht. • Valkestijn, M., Wijnen, B., Ooms, H. (2013). Analyse overzicht activiteiten transformatie. Utrecht. • Veerman, J.W., Yperen, van T.A., Wilschut, M. • Wilde, E.J. de, Kann, D., Berg-le Clercq, T., Ooms, H. (2013). Startfoto Jeugdzorg Utrechtse Heuvelrug. Utrecht. • Wilde, E.J. de, Kann, D., Berg-le Clercq, T., Ooms, H. (2013). Startfoto Jeugdzorg Wijk bij Duurstede. Utrecht. • Wilde, E.J. de, Kann, D., Berg-le Clercq, T., (2013). Uitkomstenmonitoring in de jeugdzorg, Ooms, H. (2013). Startfoto Jeugdzorg De Bilt. meer dan alleen maar meten. Utrecht. Utrecht. • Vergeer, M., Zwikker, N. (2013). Position paper. De toekomst van online opvoedondersteuning 2014 en verder. Utrecht. • Vianen, R.T. van, A. Addink, K.L. Eigenraam. (2013). • Wilde, E.J. de, Kann-Weedage, D., Meima, B. (2013). Welbevinden in de rijke landen. Utrecht. • Winter, M. de, Yperen, T.A. van, Zeben, T. van, Bezem, J., Kobussen, M. e.a. (2013). Een stevig Programma-integriteit methode jeugdbescherming. fundament. Evaluatie van het basistakenpakket Onderzoek naar de programma-integriteit van de jeugdgezondheidszorg. Den Haag: Ministerie van kernelementen uit de Delta-methode. Utrecht. Volksgezondheid, Welzijn en Sport. • Vianen, R.T. van, Addink, A., Eijgenraam, K.L. (2013). Onderzoek naar het toepassen van de methode jeugdreclassering bij twee bureaus jeugdzorg. Utrecht. • Vianen, R.T. van, Addink, A., Eijgenraam, K.L. (2013). Programma-integriteit methode jeugdbescherming. Utrecht. • Vianen, R.T. van, Repetur, L., Berlo, W. (2013). • Yperen, T. van, Berg, G. van den. (2013). Scenario’s inrichting zorg voor jeugd. Utrecht. • Yperen, T.A. van, Bakker, C.J., Wilde, E.J. de. (2013). Transformeren met beleid. Utrecht. • Yperen, T.A. van, Berg, G. van den. (2013). Scenario’s inrichting zorg voor jeugd. Utrecht. • Yperen, T.A. van. (2013). Met kennis oogsten. Monitoring en doorontwikkeling van een Selectie van interventies voor het kwaliteitskader integrale zorg voor jeugd. Oratie Rijksuniversiteit van de Commissie Rouvoet. Utrecht: Nederlands Groningen. Utrecht / Groningen: Nederlands Jeugdinstituut, MOVISIE, Rutgers WPF. Jeugdinstituut / Rijksuniversiteit Groningen. • Visser, A., Prins, D., Berger, M., Prakken, J. (2013). Generalistisch werken in wijkteams in beeld. Utrecht. • Wienke, D. (2013). Onderzoek bij de Horeca Vakschool te Rotterdam n.a.v. zelfdoding. Utrecht. • Wienke, D. (2013). Pedagogisch klimaat VO. Willemstad, Curaçao. • Wienke, D. (2013). Rapportage audits Pedagogisch klimaat bij VO scholen in Amsterdam, verslag ten behoeve van DMO Amsterdam. Utrecht. • Wienke, D. (2013). Rapportage audits pedagogisch klimaat bij VO-scholen in de regio Amsterdam. Utrecht. • Wienke, D.(2013). Beoordelingscriteria voor het pedagogisch klimaat in het VO. Utrecht. • Wienke, D., Messing, C., Slot, A. (2013). Validering van Indicatoren Schoolklimaat en Veiligheid. Utrecht. • Zoon, M. (2013). Wat werkt bij jeugdigen met een licht verstandelijke beperking? Update (2013). Utrecht. • Zoon, M., Berg- le Clercq, T. (2013). Wat werkt in multiprobleemgezinnen? Update (2013). Utrecht. • Zoon, M., Foolen, N. (2013). Wat werkt bij licht verstandelijk beperkte ouders? Update (2013). Utrecht. • Zoon, M., Kooijman, K. (2013). Handleiding Peuterhuisbezoeken VoorZorg (herziene versie). Utrecht. 61 62 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Artikelen • Anthonijsz, I., Wienke, D., Nikken, P. en Hankins, S. • Dale, D. van, Dunnink, T., Cloostermans, L. en Zwikker, M. (2013). Jeugdinterventies: (Red.) (2013). Het zal je kind maar zijn. Ouders en van kwantiteit naar kwaliteit. Tijdschrift voor Coo, 31 oktober 2013, 14-15. Jeugdgezondheidszorg (JGZ), 45 (6), 126-129. • Anthonijsz, I. en Hemels, I. (Red.) (2013). Jeugdzorg te begripvol voor ruziënde ouders. Jeugd en Co, 2 (6), 10-14. • Anthonijsz, I. en Ras, I. (Red.)(2013). Een nieuwe ronde in je leven. FLOW, nr. 5, 33-36. • Bartelink, C. en Kooijman, K. (2013). Inschatten van Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Dronkers, F. (2013). Richtlijnen Jeugdzorg, aanbevelingen voor de jeugdzorgprofessional. Tijdschrift voor Jeugdgezondheidszorg (JGZ), 3, 66-67. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Dronkers, F. (2013). Richtlijnen Jeugdzorg. veiligheid en kans op kindermishandeling: noodzaak, Aanbevelingen voor jeugdzorgprofessionals. instrumenten en ontwikkelingen. Tijdschrift voor NVO-bulletin, 10-11. Sociale Geneeskunde, 91 (7), 391-393. • Bartelink, C., Yperen, T.A. van, Berge, I.J. ten, Kwaadsteniet, L. en Witteman, C. de (2013). Interbeoordelaarsovereenstemming bij • Gemmeke, M. en Blaauw, E.S. (2013). Sterke Netwerken: van belang voor ouders en kinderen. Ouderschapskennis. • Graas, D. en Berg- le Clercq, T. (2013). Een transitie gestructureerd beslissen over kindermishandeling. rondom gezinnen. Ontzorgen en normaliseren Kind en Adolescent, 34 (3), 120-135. Houten: Bohn in theorie, beleid en praktijk. Tijdschrift voor Stafleu van Loghum. Orthopedagogiek, 13 mei 2013. • Bartelink, C. en Baat, M. de (2013). Ook in de jeugdzorg kan een kind veilig hechten. Uithuisplaatsing: liefst in pleeggezin of gezinshuis. Jeugdkennis, 12 februari 2013. • Berg- le Clercq, T. (2013). Gezinshuizen in het • Hilverdink, P. (2013). Positief jeugdbeleid wordt een begrip in Europa. Tijdschrift Jeugdbeleid, 7 (4), 211-215. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Janssen, L. en Nuyens, N. (2013). Sharing the mobility experience: creating more buitenland. Tijdschrift Jeugdbeleid. Houten: Bohn effect. Comparison of the effects on young people Stafleu van Loghum. of two Dutch learning mobility programmes. • Berg- le Clercq, T., Derr, R. en Galm, B. (2013). In: Learning mobility and non-formal learning in Internationale adviezen voor de ketenaanpak van European contexts. Policy, approaches and kindermishandeling. Tijdschrift Jeugdbeleid, 7 (4), examples (pp. 139-148). Brussel: Council of 199-204. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Europe. • Berg, G. van den (2013). Effectief. Sozio, 1. Amsterdam: Uitgeverij SWP. • Berg, G. van den (2013). Bewijs. Sozio, 2. Amsterdam: Uitgeverij SWP. • Berg, G. van den (2013). Wat werkt nou echt? Sozio, 3. Amsterdam: Uitgeverij SWP. • Berg, G. van den (2013). Wisselwerking Sozio, 4. Amsterdam: Uitgeverij SWP. • Berg, G. van den (2013). Effectief: wie bepaalt dat? Sozio, 5. Amsterdam: Uitgeverij SWP. • Berg, G. van den (2013). Gemeenten. Sozio, 6. Amsterdam: Uitgeverij SWP. • Berg-le Clercq T. en Mak, J. (2013). Buitenlandse • Kesselring, M., Winter, M. de, Horjus, B. en Yperen, T.A. van (2013). Allemaal opvoeders in de pedagogische civil society. Naar een theoretisch raamwerk. Pedagogiek, 33 (1), 5-20. Assen: Van Gorcum. • Kwaadsteniet, L. de, Bartelink, C., Witteman, C., Berge, I.J. ten en Yperen, T. van (2013). Improved decision making about suspected child maltreatment: Results of structuring the decision process. Children and Youth Services Review, 35 (2), 347-352. Elsevier. • Nikken, P. en Jansz, J. (2013). Developing scales to measure parental mediation of young tips voor werken met een meldcode. Verplichte children’s internet use. Learning, Media and meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. technology, 38. Jeugdkennis, 16 juli 2013. • Bosscher, N. (2013). Scandinavische inspiratie voor • Nikken, P. en Graaf, H. de (2013). Reciprocal relationships between friends’ and parental de transformatie van Centra voor Jeugd en Gezin. mediation of adolescents’ media use and their Jeugdbeleid, 7 (4), 187-192. Houten: Bohn Stafleu sexual attitudes and behaviour. Journal of Youth van Loghum. and Adolescence, 42 (11), 1696-1707. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht • Prakken, J.C.V. (2013). Dossier laat professionalisering opvoedingsondersteuning zien. Jeugdkennis, 24 januari 2013. • Prakken, J.C.V. (2013). Titan/Titan Plus. Jeugdkennis, 14 februari 2013. • Prakken, J.C.V. (2013). Na huiselijk geweld komt handboek kindermishandeling (pp. 415-428). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Repetur, L. en Prakken, J.C.V. (2013). Decentralisatie jeugdzorg Amsterdam: cliëntbelang centraal! MOVISIES, 17. Utrecht: MOVISIE. • Snijder, M. (2013). Jongeren plukken vruchten van hulp aan kinderen slecht op gang. Jeugdkennis, Europese mogelijkheden. Tijdschrift Jeugdbeleid, 26 februari 2013. 7 (4), 205-209. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Prakken, J.C.V. (2013). De opbrengst van prestatie- • Sonck, N., Nikken, P. en Haan, J. de (2013). indicatoren in de jeugdsector. Jeugdkennis, Determinants of internet mediation: A comparison 23 april 2013. of the reports by parents and children. Journal of • Prakken, J.C.V. (2013). Veel kinderen vinden zich onterecht te dik. Jeugdkennis, 14 mei 2013. • Prakken, J.C.V. (2013). Dossier geeft tips Children and Media, 7 (1), 96-113. • Veerdonk, T. van der en Hilverdink, P. (2013). Jongeren uit ‘s-Hertogenbosch vinden beter de weg voor werken aan een positief groepsklimaat. naar leren en werken. Tijdschrift Jeugdbeleid, Jeugdkennis, 22 augustus 2013. 7 (4), 193-197. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Prakken, J.C.V. (2013). Gelijk=Gelijk. • Vink, C. (2013). Draagt buitenlandse inspiratie bij Jeugdkennis, 3 september 2013. aan betere jeugdzorg in Nederland? Tijdschrift • Prakken, J.C.V. (2013). Zorg voor de jeugd op Haagse scholen kan beter. Jeugdkennis, 17 september 2013. • Prakken, J.C.V. (2013). ‘We praten niet meer Jeugdbeleid, 7 (4), 225-228. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Wienke, D., Slot, A. Bakker, P.P. en Lierop, R. van (red.) (2013). Audit meet veilige en zorgzame óver maar mét gezinnen’. Jeugdkennis, leeromgeving. Amsterdamse scholen meten 7 november 2013. en verbeteren schoolklimaat. Jeugdkennis, • Prakken, J.C.V. (2013). Interventie Een Solide Basis voor de Toekomst. Jeugdkennis, 25 november 2013. • Prakken, J.C.V. (2013). Interventie 13 december 2013. • Wilde, E.J. de, Looij, P. van der, Goldschmeding, J. en Hoogeveen, C. (2013). Self-Report of Suicidal Thoughts and Behavior vs School Nurse Evaluations Overbruggingsplan Overgewicht sluit aan bij leefstijl in Dutch High-School Students. Crisis, 32 (3), gezin. Jeugdkennis, 6 december 2013. 121-127. Hogrefe Publishing. • Prakken, J.C.V. (2013). Stoppen en helpen. LTAK nieuwsbrief, 1 februari 2013. • Prakken, J.C.V. en Repetur, L. (2013). ‘Als hulp verlener ben je slechts een passant in het leven van een gezin’. Jeugdkennis, 10 oktober 2013. • Prakken, J.C.V. en Repetur, L. (2013). • Wolff, M. de, Oudhof, M., Kamphuis, M., l’Hoir, M., Ruiter, M. de en Prinsen, B. (2013). JGZ richtlijn opvoedingsondersteuning. TSG, 91 (7), 429-436. Vereniging voor Volksgezondheid en Wetenschap. • Yperen, T.A. van (2013). Met kennis oogsten: monitoring en doorontwikkeling zorg voor jeugd. Transformeren in de praktijk ‘Wederzijds Kind en Adolescent, 34 (3), 136-146. Houten: Bohn vertrouwen, daar draait het om’. Jeugdkennis, Stafleu van Loghum. 21 november 2013. • Prakken, J.C.V. en Repetur, L. (2013). Transformeren in de praktijk “Als buurtteam mogen • Yperen, T.A. van (2013). Transformeer met feiten. Mgv-Online, 1 maart 2013. Amsterdam: Boom. • Yperen, T.A. van, Veerman, J.W., Bijl, B., Jong, we hulpverlenen zonder restricties’. Jeugdkennis, H. de, Tops, P. en Land, M. van der (2013). 28 november 2013. Praktijkgestuurd effectonderzoek in de jeugdzorg. • Prakken, J.C.V. en Repetur, L. (2013). Utrecht gaat drang-en-dwangfuncties ontschotten. Jeugdkennis, 16 december 2013. • Putte, E.M. van de, Sittig, E.R., Berge, I.J. ten, Vogtländer, L.M., Landsmeer-Beker, E.A., Putte, E.M. van de, Lukkassen, I.M.A. en Russel, I.M.B. (2013). Veiligheidstaxatie en interventie. Medisch In: Prikken in praktijken (pp. 47-68). Den Haag: Boom Lemma. • Zwikker, N. (2013). Digitale hulpverlening. Jong aan de Amstel, 13 (1), 5. Koog aan de Zaan: Jong aan de Amstel. 63 64 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Blogs • Anthonijsz, I. (2013). Voorkom (v)echtscheiding, investeer in relaties. www.nji.nl, 24 mei 2013. www.kennisnetjeugd.nl, 27 mei 2013. • Baat, M. de (2013). Keuze voor pleeggezin: gebaseerd op belang van het kind. www.nji.nl, 20 maart 2013. • Bakker, C.J. (2013). Transformeren: een ‘Big Bang’ of met beleid? www.nji.nl, 5 april 2013. • Bakker, C.J. (2013). Goedkoop is duurkoop. www.kennisnetjeugd.nl, 7 oktober 2013. • Berg- le Clercq, T. (2013). Werken in dialoog met ouders en kinderen. www.kennisnetjeugd.nl, 19 december 2013. • Blaauw, E.S. (2013). Investeer in generalistisch werken rondom jeugd en gezin. www.nji.nl, 15 maart 2013. • Hoex, J. (2013). Professionele taalvaardigheid: • Snijder, M. (2013). Nodig je internationale buren uit. www.zorgwelzijn.nl, 18 september 2013. • Snijder, M. (2013). Eigen kracht: maar wat dan precies? www.zorgwelzijn.nl, 15 oktober 2013. • Snijder, M. (2013). Jongerenwerkers zijn altijd te laat. www.zorgwelzijn.nl, 19 november 2013. • Wilde, E.J. de (2013). Media: kijk uit met berichtgeving over zelfdoding. www.nji.nl, 13 februari 2013. • Wilde, E.J. de (2013). Blij met Nederland. www.nji.nl, 27 februari 2013. • Wilde, E.J. de (2013). Hoera, toch? www.nji.nl, 10 april 2013. • Wilde, E.J. de (2013). Zorgbudget? Eerlijk delen! www.kennisnetjeugd.nl, 12 september 2013. • Yperen, T.A. van (2013). ‘De cliënt’, dat bent u zelf. www.jeugdkennis.nl, 25 maart 2013. • Yperen, T.A. van (2013). Maakbaarheid. did we tell them to do the wrong things? www.jeugdkennis.nl, 3 juni 2013. www.nji.nl, 3 september 2013. www.kennisnetjeugd.nl, 3 juni 2013. • Lange. M. de (2013). Inclusie of exclusie? www.nji.nl, 9 april 2013. • Lange, M. de (2013). Stoornis een excuus? Graag meer kennis en begrip. www.kennisnetjeugd.nl, 9 september 2013. • Lange, M. de (2013). Is de gespecialiseerde zorg te duur? www.kennisnetjeugd.nl, 18 oktober 2013. • Lange, M. de (2013). Evidence based werken: • Yperen, T.A. van (2013). Fraude. www.jeugdkennis.nl, 15 juli 2013. • Yperen, T.A. van (2013). Ruimte voor de professional. www.jeugdkennis.nl, 4 september 2013. www.kennisnetjeugd.nl, 5 september 2013. • Yperen, T.A. van (2013). Wijkteam. www.jeugdkennis.nl, 12 november 2013. www.kennisnetjeugd.nl, 12 november 2013. • Zwikker, N. (2013). Transitiekans: beter een verstandige eis? www.kennisnetjeugd.nl, gebruik van registratiegegevens. 9 december 2013. www.kennisnetjeugd.nl, 24 juli 2013. • Okma, K. (2013). Goed burgerschap begint aan de keukentafel. www.nji.nl, 18 juni 2013. • Snijder, M. (2013). Wie zijn toch die young people? www.zorgwelzijn.nl, 28 januari 2013. • Snijder, M. (2013). De waarde van niet-formeel leren. www.zorgwelzijn.nl, 4 maart 2013. • Snijder, M. (2013). Jongerenwerk belangrijk bij interculturele competenties. www.zorgwelzijn.nl, 3 april 2013. • Snijder, M. (2013). Houd de informatie niet voor jezelf. www.zorgwelzijn.nl, 2 mei 2013. • Snijder, M. (2013). Grenzen aan de inzet van vrijwilligers. www.zorgwelzijn.nl, 27 mei 2013. • Snijder, M. (2013). CV nieuwe stijl is hard nodig. www.zorgwelzijn.nl, 23 juli 2013. • Snijder, M. (2013). Kwaliteitskeurmerk: waardevol of noodzakelijk kwaad. www.zorgwelzijn.nl, 22 augustus 2013. Video’s • Hermanns, S. (regisseur) (2013). Participatieprijs: Upgraden, Gelijk=Gelijk; Jongerencentrum Level Z. [video]. • Mullekom, C. van (regisseur) (2013). KinderWijs TV. [video]. • Nuyens, N. (regisseur) (2013). FACT-team Jeugd Hoogeveen. [video]. • Prakken, J. (regisseur) (2013). CJG4Kracht: ambulante gezinshulpverlening in Apeldoorn. [video]. • Prakken, J. (regisseur) (2013). Traject Op Maat (T.O.M.). [video]. • Prakken, J. (regisseur) (2013). VoorZorg: preventief jeugdbeleid begint bij de zwangerschap. [video]. • Prakken, J., Snippe, L. en Noort, A. van den (regisseur) (2013). Kennisnet Jeugd. [video]. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht • Rijn, J. van (regisseur) (2013). QenA Triple P voor de website www.triplep-nederland.nl. [video]. • Snijder, M. (regisseur) (2013). Erasmus+ in 150 seconden. [animatiefilm]. • Snijder, M. (regisseur) (2013). Jongeren doen het zelf (5 delen). [video]. • Snijder, M. (regisseur) (2013). Uitgewisseld. [video]. • Lange, M. de. (2013). Position Paper LVBjeugdigen. • Lange, M. de, Matthys, W., Foolen, N., Addink, A., Oudhof, M., Vermeij, K. (2013). Werkkaarten bij de Richtlijn Ernstige gedragsproblemen. • Lange, M. de, Matthys, W., Foolen, N., Addink, A., Oudhof, M., Vermeij, K. (2013). Informatie voor ouders bij de Richtlijn Ernstige gedragsproblemen. Brochures en factsheets • Aarle, C. van, Hoex, J. (2013). Het Boxtels Model • Vos, M., Kuyvenhoven, N., Zwikker, N., Werf, J. van der, Zaal, M., Wesseling, M., Tanja, L., Stil, B., in 1000 woorden voor ambtenaren jeugd en Walburgh Schmidt, B. (Update 2013). Digivaardig onderwijs en samenwerkingspartners in voor- in welzijn. De nieuwste ontwikkeling en trends en vroegschoolse educatie. op het gebied van sociale technologie in de • Berger, M.A., Leeuwen, M. van, Blaauw, E. Witte, E. (2013). De jeugd- en gezinsgeneralist als spil in het welzijnssector. • Messing, C.T.H.M. (2013). Onderwijs- nieuwe jeugdstelsel. Generalistisch werken rondom zorgarrangementen. Samenwerken Onderwijs jeugd en gezin. en Jeugdhulp. • Berg-le Clercq, T., Bosscher, N., Keltjens, M., Vink, C. (2013). Wat valt te leren van de Scandinavische • Nikken, P. (Update 2013). Mediawijsheid. • Nikken, P., Pardoen, J. (Update 2013). social worker? De praktijk van gedecentraliseerde Mediaopvoeding voor kinderen in de jeugdhulp. basisschoolleeftijd (6-12 jaar). Uitgever Nederlands • Bosscher, N. (Update 2013). Inclusive education. A suitable learning place for every Dutch child. • Bosscher, N., Hilverdink, P. (2013). Dutch generalist approaches and chid welfare transformation through Nordic eyes. Centrum Jeugdgezondheid. • Nikken, P., Pardoen, J. (Update 2013). Beeldschermmedia en mediaopvoeding voor de allerkleinsten (0-6 jaar). Uitgever Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. • Bosscher, N. (Update 2013). Verkenning sociale • Pijpers, F., Bouma, G., Beckers, M., Boode, K. participatie van kwetsbare jeugd in Engeland. (2013). Onderwijs en Jeugdgezondheidszorg. • Deen, C., Laan, M. Lierop, R. van. (Update 2013) Van oudsher partners: informatiebrochure. Handreiking integraal werken in het kader van de verbinding tussen passend onderwijs en zorg voor jeugd. • Eijck, G. van, Kooijman, H., Yperen, T. van. (2013). Transitie en transformatie van de zorg voor jeugd. • Foolen, N., Steege, M. van der. (2013). Van dwars Uitgever: Nederlands Jeugdinstituut en Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. • Rijn, J. van, Hollander, S., Berns, J. (Update 2013). Triple P en de Transitie van de Jeugdzorg. • Stals, K. (Update 2013). Flyer Jeugd in Onderzoek. • Steege, M. van der, Ligtermoet, I. (2013). gedrag tot gedragsstoornis. Blauwdruk voor een Van enkelvoudig opvoedingsprobleem tot preventie- en zorgarrangement. multiproblemsituaties. Blauwdruk voor een • Hilverdink, P. (2013). Generalist working with youth and families in The Netherlands. • Hilverdink, P. (2013). Cross-sectoral colla boration in the youth field; towards a shared responsibility?! • Ince, D., Yperen, T. van, Valkestijn, M. (2013). Top tien positieve ontwikkeling jeugd. Beschermende factoren in opvoeden en opgroeien. • Ince, D., Yperen, T. van, Valkestijn, M. (2013). Top ten positive youth development. • Ince, D., Berg, G. van der. (Update 2013). Culturele diversiteit in opgroeien en opvoeden: feiten en cijfers. preventie- en zorgarrangement. • Wilde, E.J. de, Soest, M. van, (2013). De Monitor Aanpak Kindermishandeling. • Zwikker, N., Kann-Weedage, D. (Update 2013). Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt. Jaren 2008 tot en met 2011. 65 66 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Nieuwsbrieven • Bommel, M. van (2013). Triple P voor beroepskrachten, jaargang 5, (4 t/m 8). • Darwish, L. (2013). Newsletter Netherlands Youth Institute, jaargang 4, (1 t/m 2). • Snijder, M. (2013). Nieuwsbrief Eurodesk en Youth in Action, jaargang 7, (1 t/m 11). • Lierop, R. van (2013). Nieuwsbrief Jeugd, jaargang 7, (1 t/m 46). • Nederlands Jeugdinstituut, Netwerkbijeenkomst Positief Jeugdbeleid, te Utrecht, op 31 januari 2013, aantal deelnemers 30. • Nederlands Jeugdinstituut, Studiebezoek Passend Onderwijs Denemarken, te Denemarken, op 6-8 maart, 30 oktober- 1 november 2013, aantal deelnemers 44. • Nederlands Jeugdinstituut, ZonMw, TNO, RIVM en Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, Jeugd in Onderzoek: door de ogen van ouders en kind, Congressen en expertmeetings te Nieuwegein, op 11 maart 2013, aantal deelnemers • Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Amsterdam, 500. ABC Onderwijsadvies en Centrum voor Nascholing Amsterdam, Amsterdamse Taal- en Rekenconferentie, te Amsterdam, op 13 februari 2013, aantal deelnemers 40. • Instituut voor Geschillen, Hogeschool Avans en • Nederlands Jeugdinstituut, Onderwijszorgarrangementen, te Utrecht, op 26 maart 2013, aantal deelnemers 6. • Nederlands Jeugdinstituut en Associatie Jeugdzorg, Studiebezoek Denemarken Associatie Jeugdzorg, Openbaar Ministerie, Vechtscheidingen, te Den te Denemarken, op 17 – 19 april 2013, aantal Haag, op 20 november 2013, aantal deelnemers 20. deelnemers 30. • Jeugdzorg Nederland, Kader Vechtscheidingen en OTS, te Utrecht, op 17 juni 2013, aantal deelnemers 20. • Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Kinderombudsman, Plan van Aanpak Pesten, te Den Haag, op 7 maart en 25 maart 2013, aantal deelnemers 50. • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Syntens (nu Kamer van Koophandel) en RIVM/ Centrum Gezond Leven, Games als interventie?, te • Nederlands Jeugdinstituut, Rebound in het mbo, te Utrecht, op 23 april 2013, aantal deelnemers 15. • Nederlands Jeugdinstituut, Volwassen geworden! Terugblik op 30 jaar kinderopvang, te Utrecht, op 24 april 2013, aantal deelnemers 150. • Nederlands Jeugdinstituut, Universiteit Utrecht en Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO), Generalistisch werken in debat, te Utrecht, op 25 april 2013, aantal deelnemers 100. Den Haag, op diverse data, aantal deelnemers 35. • Nederlands Jeugdinstituut, Samenwerkingsverband • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN), PIONN, RIVM/Centrum Gezond Leven en Syntens (nu Praktikon, en PI Research, Effectiviteitsplatform Kamer van Koophandel), Serious Games als erkende SEJN, te Utrecht, op 25 april 2013, aantal interventies, te Den Haag, op diverse data, aantal deelnemers 70. deelnemers 15. • MOGroep en Nederlands Jeugdinstituut, Professionele kracht, vrijwillige kracht, eigen kracht: samen voor jeugd, te Zwolle, op diverse data, aantal deelnemers 300. • MOGroep, ZonMw en GGD Nederland, Pedagogische civil society en vrijwillige inzet in nieuwe stelsel, te Eindhoven, Zwolle, Arnhem, Eindhoven, Amsterdam, Amersfoort, op diverse data, aantal deelnemers 200. • Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek, • Nederlands Jeugdinstituut en VO-raad, Passend Onderwijs en Zorg voor jeugd verbinden, te Helmond, op 16 mei 2013, aantal deelnemers 198. • Nederlands Jeugdinstituut en Universiteit Utrecht, Triple P International, Triple P en onderzoek/ evidence based, te Utrecht, op 5 juni 2013, aantal deelnemers 10. • Nederlands Jeugdinstituut, Praktikon en Initi8, Landelijke monitor Triple P, te Utrecht, op 27 juni 2013, aantal deelnemers 20. • Nederlands Jeugdinstituut, Kinderpostzegels en Startconferentie, te Den Haag, op 22 januari 2013, Expertisenetwerk Pleegzorg, Pleegzorg: volop aantal deelnemers 35. in beweging!, te Utrecht, op 27 juni 2013, aantal • Nederlands Jeugdinstituut, Youth in Action – the final countdown, te Utrecht, op 26 januari 2013, aantal deelnemers 65. deelnemers 60. • Nederlands Jeugdinstituut, MOVISIE en Rutgers WPF, Kwaliteitskader voorkomen seksueel Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht misbruik in de jeugdzorg, te Utrecht, op Leerlingbegeleiders, Implementatie van de 2 september 2013, aantal deelnemers 10. meldcode in het onderwijs, te Den Bosch, op • Nederlands Jeugdinstituut en Platform Samenwerkingsverbanden VO, De 24 uur van 21 november 2013, aantal deelnemers 20. • Nederlands Jeugdinstituut, Generalistisch werken; Lunteren, te Lunteren, op 12 en 13 september 2013, lessen uit Scandinavië, te Utrecht, op 22 november aantal deelnemers 100. 2013, aantal deelnemers 65. • Nederlands Jeugdinstituut, Gemeente Haarlem en • Nederlands Jeugdinstituut, Ministerie van Gemeente Apeldoorn, Internationale onsite review Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en Lotje en Co, Generalistisch werken in jeugd- en gezinsteams, te Mini conferentie: Oei er klopt iets niet..., te Utrecht, Haarlem en Apeldoorn, op 24 en 25 september 2013. op 22 november 2013, aantal deelnemers 60. • Nederlands Jeugdinstituut en Tinten Welzijnsgroep, Generalistisch werken als spil in het nieuwe jeugdstelsel, te Veendam, op 4 oktober 2013, aantal deelnemers 200. • Nederlands Jeugdinstituut en Fontys Hogeschool, Opvoeden voor de toekomst, te Tilburg, op 3 december 2013, aantal deelnemers 300. • Nederlands Jeugdinstituut en Nationale Jeugd Raad • Nederlands Jeugdinstituut en Tinten Welzijnsgroep, (NJR), Hoe informeer je jongeren over hun kansen De generalist als spil in het nieuwe jeugdstelsel, in Europa?, te Utrecht, op 10 december 2013, aantal te Stadskanaal, op 4 oktober 2013. deelnemers 40. • Nederlands Jeugdinstituut, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ministerie van Veiligheid en Justitie en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Voor de Jeugd Festival, te Amsterdam, op 7 oktober 2013, aantal deelnemers 1000. • Nederlands Jeugdinstituut en T-bureau, Inter nationaal Paviljoen Voor de Jeugd Festival, te Amsterdam, op 7 oktober 2013, aantal deelnemers 400. • Nederlands Jeugdinstituut en Universiteit Utrecht, Monitoring in tijden van transformatie, te Utrecht, op 17 oktober 2013, aantal deelnemers 100. • Nederlands Jeugdinstituut en Ministerie van • Nederlands Jeugdinstituut, Platform Kwaliteit van Jeugdwelzijn, te Utrecht, op diverse data. • Nederlands Jeugdinstituut, EU en jongerenwerk: waar liggen mijn kansen?, te Leeuwarden / Amersfoort, op diverse data, aantal deelnemers 40. • Nederlands Jeugdinstituut, Kinderrechtenhuis en Pro Juventute, Mulock Houwer-lezing, te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 140. • Nederlands Jeugdinstituut, HBO-Kennisnetwerk uitstroomprofiel jeugdzorg, te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 15. • Nederlands Jeugdinstituut, Opvoeden.nl, Mijn Kind Online, Ouders Online, Mediawijzer.net, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Discussion on Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ministerie van demedicalisation children with Dr. Allen Frances, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ministerie van te Almere, op 7 november 2013, aantal deelnemers 22. Veiligheid en Justitie, Deltaplan Mediaopvoeding, • Nederlands Jeugdinstituut, Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN), PIONN, Praktikon, en PI Research, Effectiviteitsplatform SEJN: meten in de keten, te Utrecht, op 14 november 2013, aantal deelnemers 70. te Utrecht en Den Haag, op diverse data, aantal deelnemers 15. • Nederlands Jeugdinstituut, Kennis Praktijk Netwerk, te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 75. • Nederlands Jeugdinstituut, Sovee en Thover, • Nederlands Jeugdinstituut en T-bureau, Transitie Wijkteam Soesterkwartier Amersfoort, te Managers bijeenkomst, op diverse data, aantal Amersfoort, op 15 november 2013, aantal deelnemers 40. • Nederlands Jeugdinstituut, MOVISIE en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Landelijk Congres Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, Ontschotten en doorpakken, te Nieuwegein, 18 november 2013, aantal deelnemers 600. • Nederlands Jeugdinstituut en Nederlandse Vereniging van Schooldecanen en deelnemers 50. • Nederlands Jeugdinstituut, Instructiebijeenkomsten in het kader van proefinvoeringen richtlijnen jeugdzorg, 11 maal, diverse plaatsen, op diverse data, aantal deelnemers 18. • Nederlands Jeugdinstituut, Voorbereidings bijeenkomsten in het kader van proefinvoeringen richtlijnen jeugdzorg, 4 maal, te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 6. 67 68 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht • Nederlands Jeugdinstituut, Kwartaaloverleg richtlijnontwikkelaars, te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 12. • Nederlands Jeugdinstituut, Bijeenkomsten Amersfoort, op 30 augustus 2013, aantal deelnemers 5. • Zijlstra Centre for Excellence / Vrije Universiteit (VU), Risicomanagement in de jeugdzorg, te Amsterdam, op 13 maart 2013, aantal deelnemers 40. Erkenningscommissie interventies 8 maal, te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 12. • Nederlands Jeugdinstituut en Trimbos Instituut, Triple P Family Transitions, te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 20. • Nederlands Jeugdinstituut en Trimbos Instituut, Kennisateliers, kenniskringen en kennispraktijknetwerken • Anthonijsz, I.: Pestcollectief, 4 bijeenkomsten (2013), 8 deelnemers. • Anthonijsz, I.: Platform Relatieondersteuning Kansrijk Implementeren, te Utrecht, op diverse en Scheidingspreventie, 3 bijeenkomsten (2013), data, aantal deelnemers 10. 8 deelnemers. • Nederlands Jeugdinstituut, Plan van aanpak validatie anti-pestprogramma’s, te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 15. • Platform 31 en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Risicomanagement in de jeugdzorg, te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 80. • Provincie Utrecht, Trajectum en Zandbergen, Jeugdzorg in zicht, te Utrecht, op 4 april 2013, aantal deelnemers 130. • Regio Zuid-Limburg, Praat niet over ons, maar met ons, te Beek, Maastricht en Heerlen, op diverse data. • Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid en Jeugdgezondheidszorg (JGZ), Lagerhuissessie Eigen • Bakker, C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel, 5 bijeenkomsten (2013), 12 deelnemers. • Baat, M. de, Berg- le Clercq, T. en Berge, I, ten: Kenniskring Hulp na kindermishandeling, 4 bijeenkomsten (2013), 20 deelnemers. • Baat, M. de en Lange, M. de: Kenniskring Pleegzorg, 4 bijeenkomsten (2013), 20 deelnemers. • Berg, G. van den: Kenniskring Beschrijven en onderbouwen van interventies, 1 bijeenkomst (10 december 2013), 16 deelnemers. • Berg- le Clercq, T., Eijgenraam, K. en Ooms, H.: Kennispraktijknetwerk Vraag- en aanbodanalyse, 4 bijeenkomsten (2013), 7 deelnemers. • Berger, M.: Kenniskring Samenwerken rond kracht JGZ Congres, te Nieuwegein, op jeugd en gezin in de wijk, 2 bijeenkomsten (2013), 26 september 2013. 8 deelnemers. • T-bureau en Nederlands Jeugdinstituut, Kennisateliers Jeugdzorg, JGGZ, LVB, JB en JR, te Nederland, mei 2013, aantal deelnemers 480. • UMC Utrecht, Julius Academy, Nederlands Jeugdinstituut en Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, De verbindende kracht van het Centrum voor Jeugd en Gezin, te Utrecht, op 26 september 2013, aantal deelnemers 150. • Universiteit Utrecht, Afscheidssymposium Elly Singer, te Utrecht, op 17 september 2013, aantal deelnemers 100. • Universiteit Utrecht, Governing new social risks, te Utrecht, op 22 februari 2013, aantal deelnemers 10. • Vereniging Ouderschap Blijft, Studiedag Ouderschap Blijft: Verbinden en Samenwerken, te Utrecht, op 10 oktober 2013, aantal deelnemers 155. • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en • Berger, M.: Kenniskring Reflecteren is leren, 2 bijeenkomsten (2013), 15 deelnemers. • Berger, M.: Kennispraktijknetwerk Generalistisch werken rond jeugd en gezin, 3 bijeenkomsten (2013), 15 deelnemers. • Deen, C.: Kenniskring Onderwijs-zorgarrange menten, 3 bijeenkomsten (2013), 18 deelnemers. • Deen, C.: Kenniskring Thuiszitters de wereld uit, 3 bijeenkomsten (2013), 20 deelnemers. • Deen, C.: Kenniskring Integraal arrangeren, 3 bijeenkomsten (2013), 22 deelnemers. • Deen, C.: Kenniskring Samenhang in opvoeden, opgroeien en ontwikkelen, 3 bijeenkomsten (2013), 25 deelnemers. • Deen, C.: Kenniskring Voorbereiding van het OOGO, 3 bijeenkomsten (2013), 25 deelnemers. • Hoex, J. en Verweij-Kwok, S.: Kenniskring Sport, Ronde tafelgesprekken Actieplan Aanpak Doorgaande Ontwikkellijn, 1 bijeenkomst kindermishandeling, te Den Haag, op diverse data, (6 december 2013), 7 deelnemers. aantal deelnemers 50. • Wetenschappelijk Instituut / Bestuurdersvereniging ChristenUnie, Expertmeeting Jeugdzorg, te • Kalthoff, H.: Kenniskring Netwerk ouderbetrokkenheid en VVE, 1 bijeenkomst (1 juni 2013). Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht • Kooijman, K. en Zijden, Q. van der: Kennispraktijknetwerk Beslissen over hulp, 2 bijeenkomsten (2013), 8 deelnemers. • Kooijman, K. en Oudhof, M.: Kennispraktijknetwerk Huiselijk Geweld en Kindermishandeling op 18 november 2013. • Anthonijsz, I., Valk, I. van der, Graaf, I. de, Klein Velderman, M. – Resultaten KIES onderzoek en Jeugdgezondheidszorg, 4 bijeenkomsten (2013), SOS Samenwerkingsverband Ondersteuning 35 deelnemers. Scheidingskinderen. Ter gelegenheid van het • Lange, M. de: Kennisnetwerk Residentiële jeugdzorg, 2 bijeenkomsten (2013), 15 deelnemers. • Lange, M. de en Baat, M. de: Kennispraktijknetwerk Expertisenetwerk pleegzorg, 3 bijeenkomsten (2013), 20 deelnemers. • Messing, C.T.H.M.: Kennispraktijknetwerk congres Jeugd in Onderzoek op 11 maart 2013. • Anthonijsz, I., Vijver, C. de. – Pesten en ouderbetrokkenheid. Ter gelegenheid van de Inspiratiedag Zonnige Jeugd op 24 mei 2013. • Baat, M. de, Al, C. – Hulp na kindermishandeling. Hoe breng je het op orde in je gemeente? Ter Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd, gelegenheid van het congres Huiselijk Geweld en 3 bijeenkomsten (2013), 44 deelnemers. Kindermishandeling op 18 november 2013. • Messing, C.: Kenniskring Rebound, 5 bijeenkomsten (2013), 77 deelnemers. • Slot, A. en Vianen, R. van: Kennisatelier Aan de slag met het gedwongen kader, 4 bijeenkomsten (2013), 240 deelnemers. • Stals, K.: Verbetering telt! Landelijke bijeenkomst pilotregio’s Prestatie-indicatoren CJG, 4 bijeenkomsten (2013), 66 deelnemers. • Stals, K.: The proof of the pudding...Landelijke bijeenkomst pilotregio’s Prestatie-indicatoren CJG, 1 bijeenkomst (2013), 65 deelnemers. • Wilde, E.J. de: Kennispraktijknetwerk • Bakker, C.J. – Opvoeden zonder geweld. Ter gelegenheid van het debat van Moviera op 29 januari 2013. • Bakker, C.J. – Alleenstaand maar niet alleen? Ter gelegenheid van het symposium New Dutch Connections op 3 april 2013. • Bakker, C.J. – Generalistisch werken in de jeugdsector: een nieuwe professional, een nieuwe opleiding?, ter gelegenheid van de lezing van het Nederlands Jeugdinstituut op 25 april 2013. • Bakker, C.J. – Jeugdwerkloosheid en jeugdproblematiek. Integrale aanpak kwetsbare Jeugdmonitoring, 5 bijeenkomsten (2013), jeugd. Ter gelegenheid van het Platform participatie 100 deelnemers. werk, Stimulanz op 14 mei 2013. • Wilschut, M. en Spoelstra, J.: • Bartelink, C. – Beslissen over hulp: Hoe kunnen Kennispraktijknetwerk Implementatie, hulpverleners het beste beslissen over hulp aan 3 bijeenkomsten (2013), 20 deelnemers. gezinnen? Ter gelegenheid van Transitie Academie • Zwikker, N. en Vergeer, M.: Kenniskring Online Opvoedingsondersteuning, 4 digitale bijeenkomsten (2013). 9 deelnemers. (Stadsregio Amsterdam) op 10 december 2013. • Bartelink, C. – Development of evidence based guidelines for out of home placement in the Netherlands. Ter gelegenheid van de ISPCAN Lezingen • Anthonijsz, I. – Ouders dicht(er)bij: visie conference op 16 september 2013. • Bartelink, C. – Towards higher quality of op ouderschap en werken met ouders als decision-making on child maltreatment: Effects of ambassadeur. Ter gelegenheid van het CJG congres: structured decision-making in The Netherlands. De verbindende kracht van het Centrum voor Jeugd Ter gelegenheid van het symposium Decision- en Gezin op 26 september 2013. making in Child and Youth Care, Rijksuniversiteit • Anthonijsz, I. – Pesten en ouderbetrokkenheid. Ter gelegenheid van de bijeenkomst gemeente PijnackerNootdorp op 22 april 2013. • Anthonijsz, I., Bosscher, N. – Think Parents! in the Dutch Youth and Family Centres. Ter gelegenheid van de 3rd Nordic Family Centre Conference (Norway) op 12 juni 2013. • Anthonijsz, I., Dijk, L. van. – Vechtscheidingen, voor wie een zorg? Ter gelegenheid van het congres Groningen op 20 september 2013. • Bartelink, C., Eijgenraam, K. – Samen met ouders en kinderen beslissen over passende hulp. Ter gelegenheid van het congres Jeugd in Onderzoek op 11 maart 2013. • Berg- le Clercq, T. – Dutch policies regarding Early Childhood Services, ECEC programmes en family centres. Ter gelegenheid van UK Education Select Committee visit to the Netherlands op 5 februari 2013. 69 70 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht • Berg- le Clercq, T. – Prevent and Combat Child • Dronkers, F. – ‘De nieuwe professional’. Ter Abuse: An Overview over five European Countries. gelegenheid van het debat Jeugdcafé, (initiatief van Ter gelegenheid van Tagung ‘Internationale Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) Perspektiven im Kinderschutz’ op 17 juli 2013. • Berg- le Clercq, T. – Transitie jeugdzorg. Ter te Den Haag op 21 maart 2013. • Dronkers, F., Stals, K. – De cirkel is rond, onderzoek gelegenheid van We kunnen de golven niet stoppen, naar succesvolle implementatie van interventies maar wel leren surfen op 3 september 2013. in de jeugdzorg van Karlijn Stals, en over de • Berg, G. van den. – Effectieve interventies. Ter implementatie van richtlijnen. Ter gelegenheid gelegenheid van de bijeenkomst Ministerie van van de Studiemiddag Nederlands Instituut van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over serious Psychologen (NIP)- Nederlandse vereniging van gaming op 27 juni 2013. pedagogen en onderwijskundigen (NVO) over de • Berg, G. van den. – Literatuuronderzoek. Ter gelegenheid van Master Pedagogiek, Hogeschool Arnhem Nijmegen op 4 september 2013. • Berge, I.J. ten. – Stoppen en helpen: Wat werkt in hulp na kindermishandeling? Ter gelegenheid van het landelijk symposium Effectief hulpverlenen dissertatie op 24 mei 2013. • Foolen, N. – Richtlijn ernstige gedragsproblemen voor de jeugdzorg. Ter gelegenheid van het Kennisnetwerk HBO opleidingen op 27 september 2013. • Hilverdink, P. – Education, welfare and leaving na kindermishandeling, seksueel misbruik en school early in the Netherlands. Ter gelegenheid verwaarlozing op 16 mei 2013. van de multilateraal Peer learning seminar Transitie • Berger, M. – Generalistisch werken in de eerste lijn. Ter gelegenheid van de bijeenkomst platform teamleiders crisishulpverlening op 24 mei 2013. • Berger, M. – Generalistisch werken in het nieuwe jeugdstelsel. Ter gelegenheid van de bijeenkomst platform schoolmaatschappelijk werkers en jeugdverpleegkundigen Rotterdam op 23 mei 2013. • Berger, M., Tuyn, M. van. – De generalist in de eerste lijn: een schaap met vijf poten? Onderwijs en Werk op 16 april 2013. • Hoex, J. – De gouden driehoek: ouders, groepsleiding en kind. Ter gelegenheid van het congres Landelijk Pedagogenplatform Kindercentra op 23 januari 2013. • Hoex, J. – Het Pedagogisch kader als verrijking voor het pedagogisch beleid. Ter gelegenheid van het congres MK Reed Business op 14 mei 2013. • Hoex, J. – Inhoud en opzet van het Pedagogisch Ter gelegenheid van het CJG-congres op kader in vogelvlucht. Ter gelegenheid van het 26 september 2013. congres MK Reed Business op 14 mei 2013. • Berger, M., Vink, C. – Generalistisch werken in de • Hoex, J. – Intervisie Inspectie pedagogische eerste lijn. Ter gelegenheid van het Kennisnetwerk praktijk; kennis en ervaringen borgen en benutten. HBO-docenten op 12 april 2013. Ter gelegenheid van de Specialistendag Pedagogiek • Bommel, M. van. – Triple P Positief Opvoeden. Ter gelegenheid van de startbijeenkomst implementatie Triple P Sittard op 26 september 2013. • Bosscher, N. – Generalistisch werken rondom jeugd en gezin in Scandinavië. Ter gelegenheid van de Kenniskring Jeugdgezondheidzorg op 17 juni 2013. • Daamen, W.W.M. – Introductie CAP-J. Ter gelegenheid van de Behandelcoördinatorendag Lijn 5 op 8 oktober 2013. • Deen, C. – ABC transitie en transformatie, op 21 november 2013. • Deen, C. – Transitie en transformatie in het GGD Nederland op 21 maart 2013. • Kooijman, K. – Moeders Informeren Moeders. Ter gelegenheid van de regiobijeenkomst Vrijwillige inzet op 11 juni 2013. • Kooijman, K. – Preventie in lokale jeugdzorg. Ter gelegenheid van het Symposium ‘Grip op jeugdzorg’, raadsleden portefeuille jeugd provincie NoordHolland op 24 april 2013. • Lange, M. de, Dronkers, F. – De Richtlijn Ernstige gedragsproblemen. Ter gelegenheid van de studiemiddag Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), Nederlandse vereniging van pedagogen en kader van passend onderwijs en de verbinding onderwijskundigen (NVO), Nederlandse Vereniging met Zorg voor jeugd. Ter gelegenheid van het van Maatschappelijk Werkers (NVMW) op congres Nederlands Instituut van Psychologen (NIP)- Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) op 15 maart 2013. 27 september 2013. • Lange, M. de, Dronkers, F., Laar, M. van de, Stevens, R., Wolff, M. de. – Richtlijnen jeugdzorg door de Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht ogen van de cliënt. Ter gelegenheid van het congres in de keten. De stand van zaken in het voorveld. Jeugd in Onderzoek op 11 maart 2013. Ter gelegenheid van de kennisdeling Raad van de • Lange, M. de, Foolen, N. – Webinar Richtlijn Kinderbescherming op 31 januari 2013. Ernstige gedragsproblemen. Ter gelegenheid van de • Nikken, P. – Media and children; Strengthening the Autorisatie Richtlijn Ernstige gedragsproblemen op role of parents. Ter gelegenheid van de PEGI board 28 november 2013. meeting op 18 september 2013. • Lange, M. de, Kroneman, L. – Richtlijn Ernstige • Nikken, P. – Media, children and parents jan- gedragsproblemen. Ter gelegenheid van de mrt 2013. Ter gelegenheid van de wekelijkse studiemiddag Nederlands Instituut van Psychologen werkcolleges Erasmus Universiteit Rotterdam vanaf (NIP), Nederlandse vereniging van pedagogen en 30 januari 2013. onderwijskundigen (NVO), Nederlandse Vereniging • Nikken, P. – Mediaopvoeding in de 21e eeuw; van Maatschappelijk Werkers (NVMW) op Wat kan de JGZ doen? Ter gelegenheid van het 27 september 2013. Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) • Lange, M. de, Wolff, M. de, Laar, M. van de, Dronkers, F., – Workshop Richtlijnen Jeugdzorg jaarcongres op 10 december 2013. • Nikken, P. – Media-pedagogiek in de 21e eeuw; en Cliëntenparticipatie. Ter gelegenheid van het heeft het nut om je daar in te verdiepen? Ter gele Congres Jeugd in Onderzoek op 11 maart 2013. genheid van de opening academisch jaar pedagogiek • Lange, M. de. – Ontwikkelingspsychologie. Ter gelegenheid van de Master Pedagogiek, Hogeschool Arnhem Nijmegen op 16 januari 2013. • Lange, M. de. – Psychopathologie. Ter gelegenheid van de Master Pedagogiek, Hogeschool Arnhem Nijmegen op 30 januari 2013. Windesheim Zwolle op 29 augustus 2013. • Nikken, P. – Social media en televisie: Zooo 2013! Ter gelegenheid van het congres Kinderobesitas 2013; Wat heb je nodig? Alliantie Voeding ziekenhuis Gelderse Vallei op 29 januari 2013. • Nikken, P. – Wat (social) media voor kinderen • Lindqvist, U., Ouweneel, I., Hilverdink, P. kan kunnen betekenen? Media-pedagogiek in de – Opvoedingsondersteuning begint bij de 21e eeuw. Ter gelegenheid van Opvoeden voor de zwangerschap- Finse en Nederlandse voorbeelden. toekomst, 100 jaar pedagogiek, Fontys Hogeschool Ter gelegenheid van het nationaal congres Pedagogiek op 3 december 2013. Opvoedingsondersteuning op 1 juni 2013. • Messing, C.T.H.M. – De methodiek van school als werkplaats. Ter gelegenheid van de Mbo-conferentie op 10 januari 2013. • Messing, C.T.H.M. – Early school leaving in the Netherlands: the example of rebound. Ter gelegenheid van het bezoek Servische delegatie aan Nederlands Jeugdinstituut op 26 november 2013. • Messing, C.T.H.M. – Onderwijsopvangvoor • Ooms, H. – Startfoto Zuid Oost Utrecht. Ter gelegenheid van de conferentie ‘Kansen en Keuzes bij de Zorg voor Jeugd’ op 18 september 2013. • Ooms, H. – Workshop 4A. Ter gelegenheid van het congres Jeugd in Onderzoek op 11 maart 2013. • Ooms, H., Yperen, T. van. – Decentralisatie Jeugd. Ter gelegenheid van het Voor de Jeugd Festival op 7 oktober 2013. • Ooms, H., Yperen, T. van. – Startfoto Zuid Oost zieningen op weg naar OPDC 2014. Ter gelegenheid Utrecht. Ter gelegenheid van de werksessie van.de landelijke studiedag Herstart en Op de Rails met wethouders regio Zuid Oost Utrecht op op 17 april 2013. • Messing, C.T.H.M. – Op weg naar een OPDC nieuwe stijl. Ter gelegenheid van de tweedaagse landelijke conferentie Lunteren coördinatoren samenwerkingsverbanden VO op 13 september 2013. • Messing, C.T.H.M. – Practices towards reducing ESL and drop-out. Rebound: a Dutch Solution. Ter gelegenheid van de ERI SEE Regional conference in Belgrado: Stay@School: The Challenges We Face – Early School Leaving and Drop Out in South Eastern Europe op 12 december 2013. • Messing, C.T.H.M. – Reactie op schoolverzuim 4 september 2013. • Rijn, J. van, Okma, K. – Eigen kracht van oudersTriple P. Ter gelegenheid van het Nationaal Congres Jeugdgezondheidszorg op 26 september 2013. • Rijn, J. van. – Kansrijk Implementeren. Ter gelegenheid van het project Kansrijk Implementeren op 22 maart 2013. • Snijder, M. – De waarde van niet-formeel leren. Ter gelegenheid van de NOV-bijeenkomst Netwerk Jeugd op 21 mei 2013. • Snijder, M. – EU-mogelijkheden voor jongeren en de jeugdsector. Ter gelegenheid van de 71 72 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht landelijke bijeenkomst Europe Direct centra op 24 september 2013. • Snijder, M. – Subsidiemogelijkheden Youth in Action-programma. Ter gelegenheid van de bijeenkomst Europese mogelijkheden voor jongerenorganisaties op 30 januari 2013. • Spoelstra, J. – De zorg voor jeugd in transitie. Ter gelegenheid van de bachelorstudenten Pedagogische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen op 28 mei 2013. • Stals, K. – Implementatie in de jeugdzorg. Ter gelegenheid van de Academische Werkplaats Inside-Out Nijmegen op 1 februari 2013. • Stals, K. – Implementatie in de jeugdzorg. Ter gelegenheid van de lezingencyclus Wetenschap en Praktijk Nederlands Instituut van Psychologen (NIP)-Nederlandse vereniging van pedagogen en School Samen op 7 oktober 2013. • Vianen, R.T. van. – De methode Learning Together: leren van voorvallen. Op uitnodiging van LVGinstellingen Noord Nederland op 11 februari 2013. • Vianen, R.T. van. – De methode Learning Together: leren van voorvallen. Ter gelegenheid van de bijeenkomst coördinatoren huiselijk geweld politie op 16 april 2013. • Vianen, R.T. van. – Programma-integer werken in de jeugdbescherming. Ter gelegenheid van het congres Vliegwielprojecten op 21 juni 2013. • Vink, C. – CJG ontwikkeling in relatie tot Huizen voor het Kind. Ter gelegenheid van het congres Huizen voor het Kind, Hoger Instituut Gezinswetenschappen, Brussel op 15 mei 2013. • Vink, C. – Internationale ontwikkelingen met betrekking tot CJG’s. Ter gelegenheid van het CJG onderwijskundigen (NVO) op 24 mei 2013. congres UMC Utrecht op 26 september 2013. • Stals, K. – Kill two birds with one stone. An • Vink, C. – Leren van het buitenland, transitie example of using one instrument for both education jeugdzorg. Ter gelegenheid van de JGGZ dag, and monitoring. Ter gelegenheid van the Nordic congres JGGZ op 11 december 2013. Conference on Implementation of Evidence-Based Practice. Linköping, Zweden op 6 februari 2013. • Stals, K. – Richtlijnen Jeugdzorg. Ter gelegenheid van het HBO Kennisnetwerk op 7 juni 2013. • Stals, K. – Verbinden en Samenwerking in • Vink, C. – Lessen Denemarken Transitie Jeugdzorg. Ter gelegenheid van de Commissie Jeugd, Tweede Kamer op 8 oktober 2013. • Vink, C. – Transitie en Transformatie in internationaal perspectief. Ter gelegenheid van het omgangsbemiddeling en –begeleiding. Ter Master programma MOV, Universiteit Utrecht op gelegenheid van de studiedag Ouderschap Blijft op 2 december 2013. 10 oktober 2013. • Stals, K., Fleuren, M., Ooms, H. – Richtlijnen Jeugdzorg: alleen werkzaam als ouders en kinderen voorop staan. Ter gelegenheid van het congres Jeugd in Onderzoek op 11 maart 2013. • Valkestijn, M. – Top tien factoren positieve ontwikkeling jeugd. Ter gelegenheid van het Voor de Jeugd Festival op 7 oktober 2013. • Valkestijn, M., Janssen, L. – Masterclass Jongereninitiatieven. Ter gelegenheid van het LCGW-congres op 15 maart 2013. • Verweij- Kwok, S. – Media in de kinderopvang. Ter gelegenheid van de studiedag Pedagogiek Windesheim Zwolle op 30 januari 2013. • Verweij- Kwok, S. – Met gastouders werken aan een persoonlijk pedagogisch plan. Ter gelegenheid van • Vink, C. – Transitie en Transformatie jeugdzorg. Ter gelegenheid van de bijeenkomt William Schrikker Groep op 21 januari 2013. • Vink, C. – Transitie en Transformatie Jeugdzorg. Ter gelegenheid van de werkgroep Rijksuniversiteit Groningen op 13 juni 2013. • Vink, C. – Transition of Dutch child and youth services. Ter gelegenheid van de meeting Centre of Effective Services, Dublin op 11 oktober 2013. • Vink, C., Okma, K. – Parenting Support en Triple P. Ter gelegenheid van de seminar Turn to Parenting op 22 februari 2013. • Wienke, D. – Assessing the schoolclimate in secondary schools. Ter gelegenheid van de conferentie ECER Istanbul op 9 september 2013. • Wienke, D. – Belang van een veilige en het congres pedagogisch kader gastouderopvang op zorgzame leeromgeving. Ter gelegenheid 14 mei 2013. van de conferentie Marokkaanse en Turkse • Verweij- Kwok, S. – VVE Thuis: voor- en vroegschoolse educatie en ontwikkelings stimulering thuis: een effectieve combinatie Ter gelegenheid van de regiobijeenkomst Ouders en Immigrantenorganisatie Amsterdam op 26 november 2013. • Wienke, D. – Incidenten in het voortgezet onderwijs. Ter gelegenheid van de miniconferentie Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Samenwerkingsverband Maastricht e.o. op 13 januari 2013. • Wienke, D. – Monitoring SchollClimate. Ter gelegenheid van de conferentie EIPPEE Frankfurt op 4 maart 2013. • Wienke, D. – Pesten in het voortgezet onderwijs. Ter gelegenheid van de bijscholing docenten op 13 november 2013. • Wienke, D. – Verbreding toetsingskader sociale kwaliteit. Ter gelegenheid van de bijscholing Onderwijsinspectie op 4 oktober 2013. • Wilde, E.J. de, Kann, D. – Startfoto Zuid-Oost • Wilschut, M. – Inspirerend leiderschap. Ter gelegenheid van de regionale kennisdeling LOB MBO op 19 juni 2013. • Wilschut, M. – Monitoring als onderdeel van je implementatieproces. Ter gelegenheid van de invoering systeemgericht werken op 22 januari 2013. • Yperen, T.A. van. – Alsof het jezelf betreft. Jeugdigen, ouders en prestatie-indicatoren (workshop). Ter gelegenheid van de conferentie Jeugd in Onderzoek op 11 maart 2013. • Yperen, T.A. van. – De generalist in het nieuwe jeugdstelsel. Ter gelegenheid van het symposium Utrecht. Ter gelegenheid van de expertbijeenkomst ‘De generalist als spil in het nieuwe jeugdstelsel’ Gemeente De Bilt, De Bilt op 5 september 2013. op 4 oktober 2013. • Wilde, E.J. de, Meima, B. – Intelligent Bench • Yperen, T.A. van. – De professional aan de monitor. marking. Ter gelegenheid van de International Beroep of Big Brother? Ter gelegenheid van de Society of Child Indicators conference, Seoul, Zuid- afscheidsconferentie Jan Willem Veerman op Korea van 27 mei tot 3 juni 2013. • Wilde, E.J. de. – Effectiviteit en het nieuwe 30 augustus 2013. • Yperen, T.A. van. – Erkenning van interventies. Ter jeugdbeleid. Ter gelegenheid van de Academische gelegenheid van de bijeenkomst samenwerkings Werkplaats CEPHIR op 19 februari 2013. overeenkomst Erkenningscommissie Interventies • Wilde, E.J. de. – Monitoren in Transformatie. Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Ter gelegenheid van de lezingencyclus Universiteit Jeugdgezondheid, RIVM/Centrum Gezond Leven, Utrecht /Nederlands Jeugdinstituut op MOVISIE en Nederlands Instituut voor Sport en 17 oktober 2013. Bewegen op 16 oktober 2013. • Wilde, E.J. de. – Reflecting on the progress in • Yperen, T.A. van. – Gaat het goed met de child indicators. Ter gelegenheid van de INGRID transitie? Ter gelegenheid van het Ministerie van International Expert Meeting, Budapest, Hongarije Volksgezondheid, Welzijn en Sport Jeugdcafé op 28 november 2013. • Wilde, E.J. de. – Suïcidaal en zelfbeschadigend Zorgen om de jeugd-ggz op 6 juni 2013. • Yperen, T.A. van. – Implementation of gedrag bij jongeren. Ter gelegenheid van het interventions. How to respond to professional congres Wanhopige jongeren, Nieuwegein op needs. Ter gelegenheid van The Nordic Conference 14 maart 2013. on Implementation of Evidence-Based Practice op • Wilde, E.J. de. – Suïcidaal gedrag bij Jongeren. Ter gelegenheid van de Boerhaave lezing op 6 maart 2013. • Wilde, E.J. de., Andrews, R. (gemeente Den Haag). – De Nieuwe Monitor Aanpak Kindermishandeling. 2 februari 2013. • Yperen, T.A. van. – Kansen nieuw jeugdstelsel. Ter gelegenheid van ‘Kopzorgen’, debat Groninger Forum op 25 september 2013. • Yperen, T.A. van. – Kansen voor kinderen: Ter gelegenheid van het congres Kindermishandeling transitie jeugdzorg. Ter gelegenheid van de expert en Huiselijk Geweld op 18 november 2013. meeting gemeenteraad Groningen op 3 juli 2013. • Wilde, E.J. de., Linden, P. van der. – Tackling Child • Yperen, T.A. van. – Ketenbreed monitoren in Abuse with the Monitor MAK. Ter gelegenheid van tijden van transformatie. Ter gelegenheid van de Bernard van Leer International Group, Den Haag het Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg op 4 februari 2013. Nederland (SEJN) Effectiviteitsplatform op • Wilschut, M. – Implementation Guide. Ter gelegenheid van de Nordic Implementation Conference op 5 februari 2013. • Wilschut, M. – Inspirerend leiderschap. Ter gelegenheid van de regionale kennisdeling LOB MBO op 11 juni 2013. 14 november 2013. • Yperen, T.A. van. – Met kennis oogsten: monitoring en doorontwikkeling zorg voor jeugd. Ter gelegenheid van de Oratie Rijksuniversiteit Groningen op 4 juni 2013. 73 74 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht • Yperen, T.A. van. – Monitoring en innovatie. Ter • Zwikker, N. – Workshop: Competenties van de gelegenheid van de bijeenkomst Kennisnetwerk online opvoedingsondersteuner. Ter gelegenheid Monitoring op 6 december 2013. van de studiedag Pedagogiek Fontys Hogescholen op • Yperen, T.A. van. – Monitoring jeugd en effect 18 april 2013. (workshop). Ter gelegenheid van het Voor de jeugd Festival op 7 oktober 2013. • Yperen, T.A. van. – Op weg met transitie jeugdzorg en passend onderwijs. Ter gelegenheid van CBEAcademica onderwijs op 12 maart 2013. • Yperen, T.A. van. – Op weg met transitie jeugdzorg. Ter gelegenheid van de transitiebijeenkomst IJmondgemeenten op 28 februari 2013. • Yperen, T.A. van. – Prestatie-indicatoren lokale zorg voor jeugd: geleerde lessen. Ter gelegenheid Lidmaatschap (advies) orgaan • Anthonijsz, I., lid Samenwerkingsverband Ondersteuning Scheidingskinderen (SOS). • Anthonijsz, I., lid Begeleidingscommissie TNO Dappere Dino’s. • Anthonijsz, I., lid Congrescommissie Centra voor Jeugd en Gezin. • Anthonijsz, I., lid Samenwerkingsverband Ouderschap. van de slotbijeenkomst pilots ‘Prestatie-indicatoren • Baat, M. de, lid Alliantie Kind in Gezin. CJG’ op 10 december 2013. • Bakker, C.J., lid Begeleidingscommissie Canon Zorg • Yperen, T.A. van. – Samenwerking in jeugdhulp: wat werkt? Ter gelegenheid van het jubileumcongres Molendrift ‘Samenwerken in de zorg: een kwestie van doen’ op 10 oktober 2013. • Yperen, T.A. van. – Transitie en transformatie. Ter gelegenheid van Webinar GalanGroep en Crowndale op 10 december 2013. • Yperen, T.A. van. – Transitie jeugdzorg (5 min. pitch). Ter gelegenheid van de hoorzitting Eerste Kamer. • Yperen, T.A. van. – Transitie jeugdzorg en MST. Ter gelegenheid van de managersbijeenkomst MST op 14 mei 2013. • Yperen, T.A. van. – Transitie jeugdzorg en onderwijs. Ter gelegenheid van de CAOP Dialoog bijeenkomst jeugdzorg en onderwijs op 22 april 2013. voor de Jeugd. • Bakker, C.J., lid bestuur Defence for Children Nederland. • Bakker, C.J., lid bestuur Stichting Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs/ ECO3. • Bakker, C.J., Curatorium bijzondere leerstoel Mediaopvoeding Erasmus Universiteit. • Bakker, C.J., Curatorium bijzondere leerstoel Monitoring en innovatie zorg voor jeugd Rijksuniversiteit Groningen. • Bakker, C.J., voorzitter vakjury Nationale Jeugdzorgprijzen. • Bakker, C.J., lid Strategisch beraad Stelsel Kinderopvang. Kinderopvangfonds en Bernard van Leer Foundation. • Bakker, C.J., voorzitter commissie Mulock • Yperen, T.A. van. – Transitie jeugdzorg: stand van Houwer-lezing. Nederlands Jeugdinstituut, zaken. Ter gelegenheid van de bijeenkomst PvdA- Kinderrechtenhuis en fonds Pro Juventute. werkgroep ‘Patiënt Centraal’ op 27 juni 2013. • Yperen, T.A. van. – Transitie jeugdzorg: visie, • Bakker, C.J., voorzitter commissie Nederlands Jeugdinstituut –Universiteit Utrecht lezingen. ontwerp, invulling. Ter gelegenheid van de Nederlands Jeugdinstituut en Universiteit Utrecht. transitiebijeenkomst gemeenten zuid-oost • Bakker, C.J., lid jury Participatieprijs 2013 MOVISIE. Groningen op 22 maart 2013. • Bakker, C.J., adviseur HBO-pedagogiek. NTI Leiden. • Yperen, T.A. van. – Transitie jeugdzorg: zicht • Berg, G. van den, lid Wetenschappelijke op effectiviteit. Ter gelegenheid van de SEIJN Adviescommissie Nederlands Centrum platformbijeenkomst op 25 april 2013. • Yperen, T.A. van. – Waarom professionaliseren? Jeugdgezondheid. • Berge, I.J. ten, adviseur Bestuursraad Ter gelegenheid van de bijeenkomst Ministerie van Intersectorale aanpak kindermishandeling Volksgezondheid, Welzijn en Sport- Vereniging van Gelderland. Nederlandse Gemeenten (VNG) ‘Professionalisering en transformatie jeugdstelsel op 6 december 2013. • Zwikker, N. – Voorzitter Jeugdzorg 2.0. Ter • Berge, I.J. ten, voorzitter Richtlijn Kindermishandeling. • Berge, I.J. ten, lid Ministerie van Volksgezondheid, gelegenheid van het congres Jeugdzorg 2.0 op Welzijn en Sport werkgroep instrumenten voor 6 februari 2013. veiligheids- en risicotaxatie. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht • Berge, I.J. ten, lid Begeleidingscommissie Gezond Terug Rijksuniversiteit Groningen. • Berge, I.J. ten, lid Adviesraad Kinderbescherming Thuis/ Verve Hogeschool Leiden. • Berger, M., voorzitter Projectgroep professionalisering jeugdzorg. • Berger, M., lid Focusgroep CVZ professionalisering zorginnovatie. • Berger, M., lid Normenkader gecertificeerde instellingen. • Berger, M., lid Begeleidingscommissie werkproces vroegsignaleren en doorverwijzen 12min delictplegers’. • Wilde, E.J. de, lid Klankbordgroep Verkenning Jeugdgezondheid (VTV-Jeugd). • Wilde, E.J. de, lid International Society of Child Indicators. • Yperen, T.A. van, lid Redactie tijdschrift Kind en Adolescent. • Yperen, T.A. van, lid War Child – Wetenschappelijke Adviescommissie programma IDEAL. inventarisatie cliënt, professional en • Yperen, T.A. van, lid Adviescommissie C4Youth. alliantiefactoren ZonMw. • Yperen, T.A. van, lid Raad van Advies lectoraat • Gemmeke, M, lid Partnership Raad van Europa en Europese Commissie. • Hilverdink, P., lid Klankbordgroep Participatieprijs MOVISIE. • Hoex, J., lid Landelijk Pedagogenplatform Kindercentra. • Kalthoff, H., lid Expertgroep kinderen in armoede van de Ombudsman. • Kooijman, K., lid Bestuur Stichting Voorkoming van Kindermishandeling. • Kooijman, K., lid Beroepsgroepenoverleg JGZ. • Kooijman, K., voorzitter Kennisnetwerk JGZ. • Nikken, P., lid Kijkwijzer wetenschapscommissie NICAM. • Nikken, P., lid Valorisatiepanel NWO Cyberpestenonderzoek UvT, UvA, TU Delft. • Nikken, P., lid Adviesraad Mijn Kind Online. • Nikken, P., lid netwerk Mediawijzer.net. • Nikken, P., voorzitter Commissie Ernstige schade Audiovisuele Media Commissariaat voor de Media. • Nikken, P. full member KNAW NeSCoR Netherlands School of Communication Research. • Ooms, H., jurylid Debat Lagerhuis 23 september 2013. • Stals, K., lid Guidelines International Network. • Stals, K., lid GENEVER (Richtlijnen netwerk van Nederlandse GIN leden). • Stals, K.,lid Programmacommissie Richtlijnen Jeugdgezondheidszorg 2013-2018 ZonMw. • Stals, K.,lid Begeleidingscommissie WODC, Procesevaluatie van de gedragsinterventie Leren van Delict. • Valkestijn, M., lid Jury Jong Lokaal Bokaal. • Valkestijn, M., lid Klankbordgroep Lectoraat Integraal Jeugdbeleid Hanzehogeschool. • Vink, C., lid Eurochild. • Wilde, E.J. de, lid Begeleidingscommissie ‘Evaluatie Implementatie jeugdzorg, Hogeschool van Amsterdam. • Yperen, T.A. van, lid Begeleidingscommissie onderzoek ‘Aanpak multiprobleemgezinnen in Rotterdam’ van Verweij Jonkerinstituut. • Yperen, T.A. van, lid Comité van aanbeveling De Garaasje, Fier Frieslân. • Yperen, T.A. van, lid Evaluatie- en advies Commissie Passend Onderwijs/ECPO. • Yperen, T.A. van, lid Transitiecommissie Stelselwijziging Jeugd /TSJ. • Yperen, T.A. van, lid Commissie Evaluatie Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg. • Yperen, T.A. van, lid Raad van Advies Zorg Welzijn en Activering, gemeente Rotterdam. • Yperen, T.A. van, lid Onderzoekscommissie AOC Terra naar dood Fleur Bloemen. • Yperen, T.A. van, lid Gezondheidsraad, commissie Professionalisering Maatschappelijke Ondersteuning. 75 76 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Trainingen training, diverse data. Aantal trainingen: 7, aantal Totaal aantal trainingen 267 waarvan Triple P80 Totaal aantal deelnemers 3.994 waarvan Triple P1.329 deelnemers: 17. • Eersel, E., Verweij, E., Wilschut, M. en Kroes, J. Kaleidoscoop LTTP-training, diverse data. Aantal trainingen: 12, aantal deelnemers: 42. • Fish, S. Learning Together, diverse data. Aantal • Bakker, P.P. en Drewes, I. (Hanze Hogeschool). Generalistisch werken met effectieve interventies, trainingen: 3, aantal deelnemers: 15. • Hartong, I. Laten Spelen is een Vak voor 12 december 2013. Aantal trainingen: 1, aantal Buitenschoolse opvang, diverse data. Aantal deelnemers: 20. trainingen: 1, aantal deelnemers: 12. • Balledux, M, Hoex, J. en Verweij, S. Pedagogische basiskennis observeren GGD Utrecht, diverse data. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 14. • Balledux, M. en Hoex, J. Basistraining pedagogisch • Hoex, J. Op-maat pedagogisch observeren GGD Noord- en Oost- Gelderland, diverse data. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 16. • Hoex, J. en Verweij, S. Verdieping observeren observeren GGD Nederland, 12 november 2013. pedagogisch domein GGD Brabant Zuidoost, Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 9. 17 december 2013. Aantal trainingen: 1, aantal • Bartelink, C. Zorgvuldig beslissen in onveilige opvoedsituaties, diverse data. Aantal trainingen: 5, aantal deelnemers: 150. • Brandenbarg, N. Basistraining Voor- en Vroegschoolse Educatie (tranche 1), diverse data. Aantal trainingen: 3, aantal deelnemers: 13. • Daamen, W.W.M. CAP-J training, 10 oktober 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 15. • Dam, J. van. Basistraining Voor- en Vroegschoolse Educatie (tranche 2), diverse data. Aantal trainingen: 6, aantal deelnemers: 10. • Dam, J. van. Basistraining Voor- en Vroegschoolse Educatie (tranche 3), diverse data. Aantal trainingen: 6, aantal deelnemers: 11. • Daniels, A. en Kastler, J. Take Initiative – training on youth participation for young people and youth workers, 24 maart 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 28. • Daniels, A. en Kastler, J. Take Initiative, 24 tot 30 maart 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 30. • Diverse trainers. On Arrival en Midterm training Europees Vrijwilligerswerk, diverse data. Aantal trainingen: 26, aantal deelnemers: 407. • Eersel, E. van. Basistraining Voor- en Vroegschoolse Educatie (tranche 4), diverse data. Aantal trainingen: 3, aantal deelnemers: 16. • Eersel, E. van. Kaleidoscoop hercertificering, diverse data. Aantal trainingen: 6, aantal deelnemers: 28. • Eersel, E. van. Koptraining Kaleidoscoop, diverse data. Aantal trainingen: 4, aantal deelnemers: 7. • Eersel, E. van en Verweij, S. VVE Thuis Inloop deelnemers: 15. • Janssen, L. Youth in Action – the Final Countdown, 26 januari 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 79. • Kalthoff, H. Training VVE Thuis, 13 februari 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 6. • Kalthoff, H. Training VVE Thuis, diverse data. Aantal trainingen: 3, aantal deelnemers: 20. • Kalthoff, H. VVE Thuis. diverse data bij Akros. Aantal trainingen: 2, aantal deelnemers: 7. • Kalthoff, H. VVE Thuis Groningen, diverse data. Aantal trainingen: 5, aantal deelnemers: 20. • Kalthoff, H. VVE Thuis Roermond, diverse data. Aantal trainingen: 4, aantal deelnemers: 15. • Kalthoff, H. Early Learning, 9 april 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 12. • Kalthoff, H. Landelijke Bijeenkomst coördinatoren Instapje, Opstapje en Opstap, 12 maart 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 18. • Kieviet, S. YES EVS, diverse data. Aantal trainingen: 3, aantal deelnemers: 110. • Kriauciunas, N. en Burry, B. Coach 2 Coach, 13 tot 20 oktober 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 26. • Lekkerkerker, L. Training CAP-J en STEP Jeugdzorgplus, 12 februari 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 8. • Lekkerkerker, L. Gastcollege CAP-J Hogeschool Leiden, 11 februari 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 30. • Lange, M. de, Foolen, N., Zwikker, N. en Brinckman, (Early Learning) training, diverse data. Aantal L. Webinar Ernstige Gedragsproblemen, trainingen: 2, aantal deelnemers: 40. 28 november 2013. Aantal trainingen: 1, • Eersel, E. van en Schorn, P. Kaleidoscoop KIT- aantal deelnemers: 69. Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht • Oudhof, M. en Maas, N. Zwangerschapstraining • Wilschut, M. en Bastiaanssen, I. Resultaat gericht VoorZorg, diverse data. Aantal trainingen: 2, aantal behandelen, diverse data. Aantal trainingen: 1, deelnemers: 5. aantal deelnemers: 10. • Oudhof, M. en Maas, N. Caseconference VoorZorg, kleine bijeenkomsten, diverse data. Aantal trainingen: 6, aantal deelnemers: 45. • Oudhof, M en Maas, N. Caseconference VoorZorg, grote bijeenkomsten, diverse data. Aantal trainingen: 2, aantal deelnemers: 45. • Ommen, I. van, Steinprinz, G. Startersdag uitwisselingen, diverse data. Aantal trainingen: 2, aantal deelnemers: 47. • Oudhof, M en Daamen, W. CAP-J Training Bureau Jeugdzorg Noord Holland, 13 februari 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 2. • Rienstra, J. Expertmeeting niet-formele leerervaringen van jongeren in strijd tegen jeugdwerkloosheid, diverse data. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 18. • Snijder, M. en Pieters, P. Inspiratie dag Jongeren, Democratie en Beleid, 19 juli 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 11. • Trainers Triple P. Triple P trainingen diverse niveaus, diverse data. Aantal trainingen: 80, aantal deelnemers: 1329. • Trainers Triple P. Triple P verdiepingsworkshops, diverse data. Aantal trainingen: 33, aantal deelnemers: 825. • Trainers Triple P. Triple P intervisiebijeenkomsten, diverse data. Aantal trainingen: 7, aantal deelnemers: 105. • Unger, M. en Snijder, M. Check in – jongereninitiatieven, diverse data. Aantal trainingen: 3, aantal deelnemers: 125. • Vandenbemden, B. en Gordijn. F. Taking Chances, 6 tot 11 april 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 22. • Vandenbemden, B. en Steinprinz, G. Coachingsbijeenkomst, diverse data. Aantal trainingen: 2, aantal deelnemers: 38. • Verweij, S. Coachingstraject VVE Thuis Veenendaal, diverse data. Aantal trainingen: 4, aantal deelnemers: 5. • Vogelaere, W. en Claeys, J. Cut the Ice – training intercultureel leren, 14 tot 19 april 2013. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 19. • Wienke, D. Rebound als hulpmotor van het vo, diverse data. Aantal trainingen: 3, aantal deelnemers: 8. 77 78 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Websites Corporate website Nederlands Jeugdinstituut • nji.nl Aantal bezoeken Unieke bezoekers 1.641.500 943.699 • nji.nl/capj 17.869 • nji.nl/cijfers 88.494 • nji.nl/dirk 129.750 • nji.nl/implementatie 22.442 • nji.nl/jeugdinterventies 79.573 • nji.nl/jeugdsector 13.375 • nji.nl/methodieken 14.531 • nji.nl/onderzoek 62.924 • nji.nl/scholing 9.941 • nji.nl/transitievoorbeelden 16.474 • nji.nl/watwerkt 58.975 • m.nji.nl 4.497 3.848 Andere sites die door het Nederlands Jeugdinstituut actief beheerd zijn • alert4you.nl 5.302 3.978 • eco3.nl (in oktober opgeheven) 14.502 12.436 • go-europe.nl 23.611 19.551 8.912 6.142 • jeugdkennis.nl 40.717 32.620 • kaleidoscoop.nl 10.548 8.947 • kennisnetjeugd.nl 53.271 29.352 • kindermishandeling.nl 56.536 47.617 • jeugdinonderzoek.nl • moedersinformerenmoeders.nl 2.623 1.624 • opvoedenenzo.nl 3.400 2.828 • positiefopvoeden.nl 86.489 66.480 • richtlijnenjeugdzorg.nl 15.492 12.413 3.744 2.979 53.827 39.888 3.725 2.761 • stapprogramma.nl • triplep-nederland.nl • voorzorg.info • weekvandeopvoeding.nl 47.182 33.225 • youthinaction.nl 45.093 28.232 • youthpolicy.nl 10.940 7.998 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht Nieuwe webdossiers in 2013 • Dossier Eigen kracht (deel 1) • Dossier Onderwijs en zorg • Dossier Opvoeden • Dossier Prestatie-indicatoren Sociale media • Twitter account @HetNJi • Linked-In groep Nederlands Jeugdinstituut Pers In 2013 stuurde het Nederlands Jeugdinstituut 21 persberichten uit. Dagelijks wordt de pers op verzoek te woord gestaan. Bij elkaar leverden deze perscontacten ruim duizend persreflecties op met commentaren of naamsvermelding van het Nederlands Jeugdinstituut. 1 januari 2013 31 december 2013 Groei 6.066 12.441 6.375 6.141 8.028 1.887 79 80 Jaarverslag 2013 / Nederlands Jeugdinstituut / Medewerk(st)ers Medewerk(st)ers Raad van Toezicht Eline Jacobs MSc mr. Ella Kalsbeek, voorzitter (voorzitter Raad drs. Lorance Janssen van Bestuur Stichting Altra in Amsterdam) prof. dr. Hans Adriaansens (emeritus decaan drs. Hilde Kalthoff Vincianne Kong-A-San van de Roosevelt Academy in Middelburg en Marrie Kortenbosch hoogleraar sociologie Universiteit Utrecht) drs. Ingrid Ligtermoet Hugo de Jonge (wethouder Rotterdam) prof. dr. Peter Nikken drs. Patricia Lissenberg (Raad van Bestuur Karin Noort Portes, welzijnsorganisatie Utrecht) dr. Saskia van Oenen drs. Bianca Maasdamme (PROGRES Advies) dr. Krista Okma drs. Frans Nauta (adviseur, schrijver en spreker Peter Pieters over innovatie; parttime lector Innovatie publieke Diana Prins MSc sector aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen en Sanne Quarré MA lid Innovatieplatform) Jacqueline van Rijn MSM mr. Jan van Zanen (burgemeester Amstelveen) drs. Liesbeth Schreuder Mark Snijder Mireille Unger Raad van Bestuur drs. Marja Valkestijn drs. Kees Bakker, voorzitter Raad van Bestuur Mieke Vergeer drs. Su’en Verweij Directie Karin Visser drs. Silvie Janssen, directeur drs. Yvonne van Westering Liesbeth Zaaijer Vakgroep A. Opvoeden en Opgroeien drs. Niels Zwikker manager: drs. Carolien Gelauff-Hanzon Vakgroep B. Zorg voor Jeugd drs. Inge Anthonijsz manager: drs. Marjolein Knaap drs. Pieter Paul Bakker drs. Marielle Balledux drs. Anne Addink drs. Stefanie van de Beld Anneke van As Maureen van Benthem Mariska de Baat MSc Jolyn Berns MSc Cora Bartelink MSc drs. Eva Blaauw drs. Gert van den Berg Maaike Blommesteijn dr. Ingrid ten Berge Marion van Bommel MSc drs. Marianne Berger Nynke Bosscher MSc Gerard Bouma Desiree Brandhorst Cécile Chênevert MSc Letty Darwish Willeke Daamen Ellen van Eersel drs. Moniek van Dijk dr. Mireille Gemmeke drs. Chaja Deen Pink Hilverdink drs. Karin Eijgenraam Josette Hoex Nienke Foolen MSc drs. Deniz Ince dr. Marian de Graaf Jaarverslag Jaarverslag2013 2013/ /Nederlands Nederlands Jeugdinstituut Jeugdinstituut / Productenoverzicht / Medewerk(st)ers drs. Daphne Kann Marjan Roskes drs. Klaas Kooijman drs. Japke Schonewille drs. Peter van der Linden Ria Schouten drs. Marjan de Lange drs. Lisette Snippe Lianne Lekkerkerker MSc drs. Magna van Soest Anne-Eva van der Mark MSc Christa Stigter dr. Bram Meima Twan Timmermans drs. Corian Messing Marcel Verhallen Ilona Meuwissen MSc drs. Caroline Vink drs. Marina Moerkens Jasmijn Vogelij Marjolein Oudhof MSc Marleen Wilschut MSc drs. Karen van Rooijen Adrie Wolzak drs. Jessica van Rossum Anneke Slot MSc Vakgroep D. Staf en ondersteuning Jolanda Spoelstra MSc manager: drs. Silvie Janssen dr. Karlijn Stals drs. Mariska van der Steege Staf Rosel Stevens MSc drs. Pauline Bouyaouzan drs. Dorrit van Tessel Ria de Hek drs. René van Vianen Sylvia Verwaal dr. Erik Jan de Wilde prof. dr. Tom van Yperen Mariska Zoon MSc drs. Machteld Zwikker Secretariaat Gea Koedam Vakgroep C. Kennis Delen Marianne van der Kooij manager: drs. Ellen Meijer Karin Luijendijk Monica Meijering Caroline Andriessen Sandra Statia drs. Tijne Berg Patricia Tel drs. Anne Bouw Lida Vastenburg Patrice Clarijs Ernst de Wolff Githa Dekker Elly Euverman Planning & Control Mathil Gelens MSc manager: Wil den Hartogh drs. Marijke Golsteijn Stan van Haaren Marion Hoek drs. Suzanne Hardeman Francis Mastwijk Marijke Hellema Erna Hooghiemstra Personeel & Organisatie Marianne Koudenburg MBA manager: Ageeth Bakker drs. Mies Kroon Rian van Lierop Daniëlle van Harn Ing. Arthur van den Noort Silvana Mangani Edwin Nouwens Maria Pannebakker drs. Nienke Nuyens Angela Stuijvenberg Herma Ooms MCM Joy Zantkuijl Angela van Oorschot drs. Joanka Prakken drs. Machteld van der Pijll 81 Nederlands Jeugdinstituut Postbus 19221 3501 DE Utrecht Bezoekadres: Catharijnesingel 47 Utrecht T (030) 230 63 44 www.nji.nl m.nji.nl Tekst: Hellen Kooijman Foto’s: P hilippe Put, Redkaya, Marcel van den Bergh, Bettina Neumann, Amaury Miller, Pressmaster, Marsel Loermans Redactie: Nederlands Jeugdinstituut Ontwerp: Volta_thinks_visual, Utrecht
© Copyright 2024 ExpyDoc