VERGADERING VAN DE REGIORAAD vergaderdatum : 21 oktober 2014 agendapunt : 7 voorstelnummer : 2014/039 onderwerp : Toekomst Regionale Samenwerking Gevraagde beslissing 1. De regioraad neemt kennis van: de stand van zaken omtrent de ontwikkelingen rond wetgeving, de vorming van de vervoerregio en de stand van zaken over de doorontwikkeling van de regionale samenwerking; 2. De regioraad stelt het convenant vervoerregio vast en verleent het DB het mandaat om een en ander conform het regioraadsbesluit af te handelen. Aanleiding: N.a.v. voornemens van het Kabinet om de Wgr-plus in te trekken vond in de afgelopen 2 jaar met gemeenten een brede dialoog plaats over de samenwerking van gemeenten. Op 3 juli 2014 nam de Tweede Kamer het wetsvoorstel aan dat de intrekking van de Wgrplus status van regio’s in Nederland regelt en de aanwijzing van de Stadsregio als één van de twee vervoerregio’s in de Randstad. Met de brede dialoog en de instelling van een stuurgroep vervoerregio hebben overheden in de regio geprobeerd hierop tijdig te anticiperen, waardoor er nu al een concreet voorstel ligt om de samenwerking op het gebied van verkeer en vervoer te intensiveren. De Regioraad van maart 2014 droeg de portefeuillehouder op de ontwikkelingen binnen het dossier Toekomst Regionale Samenwerking uit te werken in een overdrachtsdocument voor de Regioraad van de volgende bestuursperiode. Toelichting 1. Stand van zaken regionale samenwerking Wetsvoorstel afschaffing status plusregio/ aanwijzing vervoerregio Een concreet voorstel van het Kabinet en besluitvorming in de Tweede Kamer over de bestuurlijke inrichting van Nederland liet enige tijd op zich wachten. Een herindelingsontwerp voor de drie provincies in de Noordvleugel van de Randstad werd uiteindelijk niet ingediend. Op 3 juli 2014 nam de Tweede Kamer wel het wetsvoorstel aan dat de intrekking van de Wgr-plus status van regio’s in Nederland regelt en de aanwijzing van de Stadsregio als één van de twee vervoerregio’s in de Randstad. Het wetsvoorstel ligt nu voor besluitvorming bij de Eerste Kamer. Daarmee koerst het kabinet nog steeds op een inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2015. Samenwerking als Vervoerregio De 16 gemeenten gaven in het najaar 2013 aan dat zij de verkeer en vervoer samenwerking willen continueren als vervoerregio. De Minister belegt de huidige verkeer en vervoer taken (plustaken) opnieuw bij de Stadsregio door deze Gemeenschappelijke Regeling aan te wijzen als “Vervoerregio” (net als de regio Rotterdam en Den Haag). Pagina 1 van 4 VERGADERING VAN DE REGIORAAD De wet maakt het verder mogelijk dat de Stadsregio de samenwerking met de twee provincies en de omliggende gemeenten kan gaan intensiveren. In ieder geval Flevoland, Almere en Lelystad en de Stadsregio willen dit direct vanaf 1 januari 2015 vorm geven voor de verkeer en vervoer samenwerking op basis van een Convenant Vervoerregio. Dit convenant is de afgelopen maanden uitgewerkt door een stuurgroep vervoerregio, met daarin vertegenwoordigers van overheden uit de regio. (zie bijlage 1 nieuwsbericht van de stuurgroep vervoerregio). Samenwerking op andere beleidsterreinen Voor de andere beleidsterreinen (Ruimte, Wonen, Economie) hebben de gemeenten in de Stadsregio Amsterdam in het najaar 2013 de intentie uitgesproken om deze samenwerking te continueren en verder te ontwikkelen naar het niveau van de Metropoolregio Amsterdam. De 16 gemeenten continueren na de intrekking van de plusstatus per 1 januari 2015 de samenwerking op de andere beleidsterreinen op basis van de huidige gemeenschappelijke regeling. De uiteindelijke vorm waarin deze samenwerking zich verder zal ontwikkelen ligt niet bij voorbaat vast en is in deze bestuursperiode nog onderwerp van gesprek met alle betrokken partijen. De ontwikkeling moet in samenhang bezien worden met de andere vormen van samenwerking in de regio, zoals het netwerk Metropoolregio Amsterdam. De uitkomsten van de consultatie van Raden in 2013 vormen ook een belangrijk vertrekpunt. Daarbij zijn opmerkingen gemaakt over o.a. de onderlinge afstemming tussen beleidsterreinen en de continuïteit, transparantie van besluitvorming en de democratische legitimiteit van de samenwerking. De gesprekken moeten uitmonden in concrete voorstellen voor de toekomst van de regionale samenwerking, voor zowel verkeer en vervoer (vervoerregio) als de beleidsterreinen economie, ruimte en wonen. Verbetervoorstellen regionale besluitvorming Uit de dialoog Toekomst Regionale Samenwerking en de consultatie van raden (najaar 2013) komt naar voren dat de betrokkenheid van raadsleden bij regionale samenwerking een belangrijk aspect is en blijft. Als onderdeel van de doorontwikkeling van de samenwerking worden deze bestuursperiode verbetervoorstellen uitgewerkt en geïmplementeerd om de werkwijze in de regio te optimaliseren ten behoeve van de democratische kwaliteit. Regionale Agenda en het MRA Ontwikkelingsbeeld Bij de start van een bestuursperiode stelt de Regioraad een Regionale Agenda vast voor Verkeer & Vervoer, Ruimte & Wonen en Economie. Het dient als kader voor de samenwerking in deze bestuursperiode en daarmee voor de regionale uitvoeringsplannen. In belangrijke mate heeft dit betrekking op de uitvoering van plannen die gemeenten de afgelopen jaren samen hebben vastgesteld (o.a. investeringsagenda’s). Met de gemeenten van de Stadsregio wordt de komende maanden een Regionale Agenda opgesteld. De voorsessies van de Regioraad van 21 oktober staan stil bij de uitkomsten van overleggen met wethouders over de Regionale Agenda. Op 9 december 2014 ligt de Regionale Agenda ter besluitvorming voor in de Regioraad. Daarnaast vinden er de komende tijd nog informerende en inventariserende sessies (MRA Tafels) plaats met raadsleden, bestuurders, ambtenaren en het maatschappelijk middenveld. De aanwezigen gaan daar in gesprek over regionale projecten, thema’s en belangen die een rol kunnen spelen in de versterking van de metropolitane samenwerking. In 2007 is met het Ontwikkelingsbeeld 2040 een gedeeld toekomstbeeld voor de MRA vastgesteld, maar de vraag is nu of de trends en ontwikkelingen aanleiding geven voor een update van het Ontwikkelingsbeeld 2040. De uitkomsten van de MRA tafels dienen ook als input voor een bestuurlijk besluit over het al dan niet updaten van het Pagina 2 van 4 VERGADERING VAN DE REGIORAAD Ontwikkelingsbeeld 2040. Deze gesprekken vinden dan ook niet alleen plaats bij de 16 Stadsregio gemeenten, maar ook bij de andere netwerkpartners in de Metropoolregio zoals in Zuid-Kennemerland, IJmond, Flevoland en Gooi- en Vechtstreek. De Stadsregio en de 16 gemeenten zijn partners van het netwerk Metropoolregio Amsterdam, waar in totaal 36 gemeenten, twee provincies en de Stadsregio Amsterdam samenwerken. 2. Convenant Vervoerregio Het convenant Vervoerregio is de afgelopen maanden uitgewerkt door een stuurgroep vervoerregio, met daarin vertegenwoordigers van overheden uit de regio. (zie bijlage 1 nieuwsbericht van de stuurgroep vervoerregio). Het convenant beschrijft hoe de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Lelystad en Almere, het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland en het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam de komende twee jaar gaan samenwerken, met de intentie om binnen 2 jaar een gemeenschappelijke regeling aan te gaan. De bestuursorganen, college, de Regioraad, Raden en Staten, behouden de huidige bevoegdheden en budgetten, in het bijzonder voor de huidige OV-concessies. In de komende twee jaar intensiveren de partijen de kennisdeling op het gebied van vervoersplannen (RVVP), concessies, aanbestedingen etc., verkennen zij elkaars werkwijzen en besluitvormingstrajecten en laten die waar mogelijk naar elkaar toegroeien. Op basis van een evaluatie vindt er in 2016 besluitvorming plaats over het aangaan van de een gemeenschappelijke regeling. De regio’s Zuid-Kennemerland en IJmond zijn vanaf het begin vertegenwoordigd in de stuurgroep, maar voor een eventuele intensivering van de samenwerking met deze partijen is de opstelling van de provincie Noord-Holland van belang. Bij de uitvoering van gezamenlijke activiteiten worden waar mogelijk deze en andere overheden in het gebied van de Metropoolregio, de hogere overheden en private partijen (zoals vervoerders e.a.) betrokken. De stuurgroep heeft een concept convenant voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur. Gelet op de betrokkenheid van de Regioraad en besluitvorming uit het verleden legt het Dagelijks Bestuur het convenant voor aan de Regioraad. De Regioraad wordt daarbij voorgesteld akkoord te gaan met het convenant en het DB het mandaat te verlenen om een en ander conform Regioraadsbesluit af te handelen. Wanneer alle partijen akkoord gaan met dit convenant gaan zij over tot ondertekening en starten zij de samenwerking per 1 januari 2015. Bijlagen 1. Voortgangsbericht stuurgroep Vervoerregio, september 2014 2. Concept Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer tussen de Stadsregio, Flevoland, Lelystad en Almere – 18 september 2014. Pagina 3 van 4 VERGADERING VAN DE REGIORAAD Gelet op het bovenstaande stelt het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam de regioraad voor over te gaan tot vaststelling van het volgende besluit: De regioraad van de Stadsregio Amsterdam: gelezen het voorstel nummer 2014/039 van het dagelijks bestuur; gelet op hoofdstuk XI van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam; gehoord de toelichting van het dagelijks bestuur; besluit: 1. De regioraad neemt kennis van: de stand van zaken omtrent de ontwikkelingen rond wetgeving, de vorming van de vervoerregio en de stand van zaken over de doorontwikkeling van de regionale samenwerking; 2. De regioraad stelt het convenant vervoerregio vast en verleent het DB het mandaat om een en ander conform het regioraadsbesluit af te handelen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de regioraad van de Stadsregio Amsterdam op 21 oktober 2014. Secretaris, Voorzitter, drs. A. Joustra mr. E.E. van der Laan Pagina 4 van 4
© Copyright 2024 ExpyDoc