Reactie DB op coalitieakkoord april 2014

Verklaring fractie DorpsBelangen tijdens raadsvergadering 14 april 2014 In deze raadsvergadering krijgen de oppositiepartijen de gelegenheid om wijzigingsvoorstellen in te dienen. Dat lezen we in wat door de coalitiepartijen als raadsakkoord wordt betiteld. De coalitiepartijen vinden deze werkwijze in het belang van meer gezamenlijkheid in het bestuur van de gemeente. Wat nu voorligt is dus nog geen raadsakkoord. En dat wordt het vanavond wat ons betreft ook niet. Want wij maken geen gebruik van de geboden mogelijkheid om wijzigingsvoorstellen in te dienen. De uitwerking van de onderwerpen uit het coalitieakkoord zullen wij beoordelen op het moment dat ze aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Wij zullen ons daarbij opstellen als een kritische oppositiepartij. Maar wel met een positieve grondhouding. Dat betekent dat het college kan rekenen op steun van de fractie DorpsBelangen waar het mogelijk is en op kritiek als dat noodzakelijk is. De politieke hoogtepunten van het afgelopen jaar en in de verkiezingstijd waren: de samenwerking Stichtse Vecht, Weesp en Wijdemeren, het verkeer op de Vaartwegen en de revindicatie. Veel kiezers hebben op die onderwerpen hun stem bepaald. Ondanks stevige uitspraken van de nieuwe coalitiepartijen in de verkiezingstijd lezen we in het coalitieakkoord: de SWW‐samenwerking wordt als feit geaccepteerd en gaat gewoon door; de werkzaamheden voor het revindicatieproject worden uitbesteed aan een extern bureau en gaan gewoon door; over een oplossing voor de hoeveelheid verkeer en de snelheid van het verkeer op de Vaartwegen lezen we niets. In zijn algemeenheid vinden wij de voornemens uit het coalitieakkoord niet concreet, er spreekt geen ambitie uit en ze zijn zeker niet daadkrachtig en vernieuwend. Bij Bestuurlijke Samenwerking valt de 180 graden draai van CDA en PvdA/GL op, gebaseerd op een beslissing die de raad in 2013 heeft genomen. Het is een feit voor de nieuwe coalitie "waarmee wij moeten werken", zo luidt het. Het is natuurlijk goed als men genomen raadsbesluiten respecteert, maar onder dezelfde noemer wordt in de laatste alinea bij het sociaal domein de regio Gooi en Vechtstreek tot tweemaal toe genoemd. De coalitie hinkt daarbij op twee gedachten, zal als onzekere partner overkomen en de hulpbehoevenden zullen hiervan mogelijk de zure vruchten plukken. Verder staat er per saldo eigenlijk niets in deze paragraaf, zoals dat bij de meeste paragrafen het geval is. Bij communicatie en burgerparticipatie wordt de vergadervorm van de gemeenteraad en de raadscommissies weer op de agenda gezet. Wij wachten de nieuwe initiatieven met belangstelling af. Voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte worden zo nodig extra middelen uitgetrokken. Wie dat gaat betalen, blijft onvermeld. De gemeente gaat initiatieven stimuleren en faciliteren. En tegelijk potverteren dus. Bij het onderwerp Financiën wordt het helemaal bont. Daar staat dat de coalitie voor een degelijk financieel beleid is. Mooi, zo lijkt het. Echter deze paragraaf sluit af met de aankondiging van OZB‐verhogingen. Daar hadden de kiezers van CDA, VVD en PvdA/GL volgens ons vast niet op gerekend. Financiële discipline zal ver te zoeken zijn als je op deze ongeconditioneerde wijze laat weten dat de geldkraan weer open kan. Op het gebied van het Verkeer is sprake van een 180 graden draai van VVD en PvdA/GL. Beide partijen hebben voor de verkiezingen aangegeven voor 30 km op Noordereinde en Zuidereinde te zijn. Het is je reinste kiezersbedrog dat deze partijen nu kiezen voor 50 km. Het zijn geen coalitiepartners, zo blijkt, maar bijwagens van het CDA. Een dringend verzoek aan VVD en PvdA/GL om op hun schreden terug te keren, is op zijn plaats. Ik ga verder met Recreatie & Toerisme. Deze sector wordt als belangrijkste bedrijfstak gekenschetst. Dat is waar en dat is tegelijk ook het enige concrete in deze paragraaf. Verder lezen we iets over een lange aanlooptijd en er wordt aangekondigd dat een business case wordt uitgewerkt die mogelijk nieuwe impulsen geeft. Met dit soort kretologie is de sector niet geholpen. Wel lijkt er in de paragraaf Baggeren en cabomba een visie te zijn op financiering. Immers daar is sprake van een publiek private aanpak. Daartoe behoort financiering. Echter het baggerprobleem los je, in z’n isolement, niet publiek‐privaat op. Bagger en cabomba kosten vooral geld als je ervan af wilt. Financiering is mogelijk door een plan te maken samenhangend met de hele sector en alle spelers. Daar zit ook een verdienmodel bij. Dit soort inzicht ontbreekt als je het coalitieakkoord leest. Dat de coalitie blijkbaar zonder het in de gaten te hebben, zo uit de losse pols maar wat debiteert, geeft ernstig te denken. Wij hebben ons erg verbaasd over de portefeuilleverdeling. Wij weten het, formeel is dat een bevoegdheid van het college, maar wij willen er toch twee opmerkingen over maken. Allereerst de formatie uitbreiding van de wethouders van 3,0 fte naar 3,2 fte. Dat lijkt weinig, maar het is een forse uitbreiding, want de portefeuille Financiën komt niet bij een van de wethouders, maar bij de burgemeester. En daar gaat onze tweede opmerking over. Het argument van de heer Reijn luidde: “de portefeuille Financiën komt in handen van de burgemeester en wordt daardoor uit de politieke sfeer gehaald”. Die redenering klopt niet. De burgemeester wordt als portefeuillehouder als eerste verantwoordelijk voor de gemeentelijke financiën. En primaire verantwoordelijkheid betekent wat ons betreft ook politieke verantwoordelijkheid, en dat in volle omvang. Door de belangrijke portefeuille Financiën te accepteren wordt de burgemeester onderdeel van de coalitie en zit hij juist middenin de politieke sfeer, zowel binnen het college als in de gemeenteraad. Wij maken ons daarbij ernstige zorgen over de onafhankelijke en de boven de partijen staande positie van onze burgemeester en raadsvoorzitter. Een positie waar wij zeer aan hechten. Uit de grond van ons hart is ons welgemeend advies aan de burgemeester: neemt u dat alstublieft morgen mee als in de eerste collegevergadering de portefeuilleverdeling wordt vastgesteld. Ondanks de politieke verschillen in de raad rekenen wij op een goede samenwerking met alle partijen, in het belang van onze gemeente en vooral van onze inwoners en ondernemers. Dat zijn de slotwoorden van het coalitieakkoord. Wat ons betreft is die intentie zeker aanwezig. Wij gaan er van uit dat de goede samenwerking en de gezamenlijkheid in het bestuur ook zal blijken uit de wijze waarop het college en de coalitiepartijen voorstellen van de fractie DorpsBelangen zullen beoordelen. Tot slot wensen wij de nieuwe wethouders en de burgemeester veel succes en wijsheid bij hun werkzaamheden.